Zoekresultaten 21391-21400 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:158 Raad van Discipline Amsterdam 16-088/A/A

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen eigen advocaat. Het niet op eerste verzoek van cliënten doorstorten van derdengelden die verweerder voor hen hield is in strijd met art. 6 lid 4 Vafi. De overige klachtonderdelen, die voornamelijk zien op de omvang van de verstrekte opdracht en de wijze van het uitvoeren van de opdracht, zijn ongegrond. Oplegging van een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:266 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.440

      Klacht tegen psychiater. Klager was in het kader van een artikel 37 Sr procedure opgenomen op de forensisch psychiatrische afdeling waar verweerder werkzaam was. Klager verwijt verweerder dat deze geen behandelplan heeft opgesteld en dat niet met klager heeft besproken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en in reactie op het beroep van klager bekrachtigt het Centraal Tuchtcollege de beslissing waarvan beroep, onder verbetering van gronden.

  • ECLI:NL:TNORARL:2016:21 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/170

      Als de verklaring niet door klaagster is ondertekend, dan zou sprake zijn van valsheid in geschrift. Uit de brief van de gemachtigde van klaagster blijkt niet dat [A] heimelijk heeft gehandeld, maar nog meer van belang is dat het gaat om een verklaring die door de notaris aan een leveringsakte is gehecht of daarbij is gevoegd. Niet alleen die akte is opgesteld door de notaris, maar ook de verklaring. Dat brengt met zich dat in een dergelijke situatie het op zijn minst genomen aan klaagster is om door middel van onderzoek of (grafologische) verklaringen aannemelijk te maken dat de verklaring niet door haar is ondertekend. Daar is klaagster niet in geslaagd omdat het enkele meedelen dat het niet haar handtekening is, niet afdoende is.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:260 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.003

      Klacht tegen een dermatoloog. Klager verwijt de dermatoloog dat de behandeling door de dermatoloog van de vader van klager op 23 mei 2006, foutief is uitgevoerd. Bij de behandeling ontstond een wolk van wel 30 cm boven het hoofd van patiënt. Er is een open wond gecreëerd van aanvankelijk geringe omvang. De later gediagnosticeerde pyoderma gangrenosum bij patiënt is ten gevolge van deze foutieve behandeling door verweerder ontstaan. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:254 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.196

      Klacht tegen een dermatoloog. Klager verwijt de dermatoloog dat hij, toen klager hem tijdens het spreekuur op 13 augustus 2013 vroeg om naar zijn perianale wratten te kijken, niet een bevredigend antwoord heeft gegeven. De dermatoloog heeft klager willens en wetens met veel pijn en bloedverlies laten lopen. Hij heeft een second opinion proberen tegen te houden en hij is niet verschenen toen klager een klacht had ingediend bij de klachtenfunctionaris. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:267 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.441

      Klacht tegen psychiater. Klager was in het kader van een artikel 37 Sr procedure opgenomen op de forensisch psychiatrische afdeling waar verweerder werkzaam was. Klager verwijt verweerder kort gezegd dat deze geen behandelplan met klager heeft besproken of aan hem heeft verstrekt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en in reactie op het beroep van klager bekrachtigt het Centraal Tuchtcollege de beslissing waarvan beroep, onder verbetering van gronden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:261 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.084

      De aangeklaagde apotheker is eigenaar van de apotheek. Klager is gedurende een aantal jaren als patiënt ingeschreven geweest bij de  betreffende apotheek. Klager is op een bepaalde datum ontslagen uit het ziekenhuis (afdeling longgeneeskunde). Zijn longarts heeft een recept voor de medicatie naar de apotheek gefaxt. Klager verwijt de aangeklaagde apotheker dat: 1. zijn medicatie op de ontslagdatum niet ’s middags al werd bezorgd, zoals was toegezegd, maar pas ’s avonds; 2. dat de apotheker klager geen gebruiksinstructie heeft willen geven voor de medicatie; en 3.dat de apotheker eenzijdig de behandelrelatie met klager heeft opgezegd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klachtonderdelen 2 en 3 gegrond; legt aan de apotheker hiervoor de maatregel van waarschuwing op; wijst de klacht voor het overige af en gelast publicatie. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de bestreden beslissing voor zover klachtonderdeel 2 gegrond is verklaard, verklaart dit klachtonderdeel alsnog ongegrond, verwerpt het beroep voor het overige en legt de apotheker de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:255 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.337

      De klacht is gericht tegen een kinderarts. Klager verwijt de kinderarts dat zij zich niet met de vereiste objectiviteit, onpartijdigheid en professionaliteit heeft opgesteld en dat zij zonder toestemming de zoon van klager heeft onderzocht en informatie heeft verstrekt aan de Raad voor de Kinderbescherming. Het Regionaal College heeft de klacht deels gegrond verklaard en de maatregel van waarschuwing opgelegd. Beroep klager ongegrond. Bij een consult bij de kinderarts, zeker bij het Goofy-spreekuur, is een lichamelijk onderzoek een activiteit die standaard plaatsvindt. In de gegeven omstandigheden mocht de kinderarts uitgaan van instemming van klager met het bezoek aan het spreekuur en met het onderzoek dat daar zou plaatsvinden. Wat betreft de informatieverstrekking aan de Raad voor de Kinderbescherming is het Centraal Tuchtcollege van oordeel dat de schriftelijk gegeven toestemming van klager ook de voor die datum verstrekte informatie “dekt”.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:155 Raad van Discipline Amsterdam 16-514/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht deels niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:262 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.176

      Klaagster staat onder behandeling van een neuroloog in verband met een “restless legs syndroom”. Om de symptomen te onderdrukken gebruikt zij het medicijn pramipexol in tabletvorm. De aangeklaagde apotheker is eindverantwoordelijk voor het functioneren van de apotheek die de medicatie heeft verstrekt. Klaagster verwijt de apotheker dat hij niet zorgvuldig de verstrekking van de medicatie heeft gecontroleerd. Als gevolg daarvan is aan klaagster een te hoge dosering pramipexol (3,75 mg in plaats van 0,375 mg) verstrekt, waardoor gewenning is opgetreden. Klaagster heeft van de onjuiste dosering veel last ondervonden.  Het Regionaal Tuchtcollege wist de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster en gelast/verzoekt de publicatie.