Zoekresultaten 3081-3090 van de 42624 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:73 Raad van Discipline Amsterdam 22-872/A/NH

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:87 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5073

    Klacht tegen huisarts deels kennelijk niet-ontvankelijk en voor het overige kennelijk ongegrond.De voorzitter is met beklaagde van oordeel dat de klacht niet-ontvankelijk is voor zover deze is gebaseerd op de stelling dat zij financiële schade heeft geleden door wanprestatie van beklaagde. Vermogensschade raakt niet aan de individuele gezondheidszorg.Het enkele feit dat beklaagde mogelijk ten opzichte van een statistisch gemiddelde minder patiënten zag, is echter op zichzelf onvoldoende grondslag om hem een tuchtrechtelijk verwijt te maken. Klaagster lijkt uit te gaan van de veronderstelling dat beklaagde alle patiënten van klaagster diende te zien. Beklaagde werkte echter drie dagen als vaste waarnemer in de praktijk. Dat beklaagde noodzakelijke zorg aan patiënten van klaagster heeft geweigerd, heeft zij niet onderbouwd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:64 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2021/1121

    Klacht tegen psychiater. De dochter van klager is in 2020 vanwege haar lage gewicht en bradycardie opgenomen in het ziekenhuis. Daar is zij gediagnosticeerd met anorexia nervosa. Enkele weken later is de dochter uit het ziekenhuis ontslagen. Nadien is zij, aanvankelijk voor een second opinion/advies over een psychiatrische behandeling, verwezen naar de afdelingen kinder- en jeugdpsychiatrie en kindergeneeskunde van een ander ziekenhuis. De psychiater was daar werkzaam als afdelingshoofd. De psychiater heeft, onder meer, met klager gecorrespondeerd over de vraag of voldoende was voorzien in een medisch diagnostisch onderzoek en een daarop gebaseerd behandelplan. In het tweede ziekenhuis is de behandeling voor eetstoornissen gestart. Klager verwijt de arts dat zij 1. onvoldoende onderzoek heeft verricht en geen goed integraal behandelplan heeft opgesteld, 2. niet naar het onderliggende probleem heeft gekeken, 3. klager niet heeft betrokken bij genomen beslissingen en behandeling en 4. de brieven en vragen van klager onbeantwoord heeft gelaten. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/3880

    Klacht tegen radioloog. Klaagster verwijt de radioloog dat hij op de mammografieën, die in het kader van het Bevolkingsonderzoek Borstkanker in juli 2020 bij haar zijn gemaakt, ten onrechte niet heeft gezien dat sprake was van een verdachte afwijking. Klaagster stelt dat daarop duidelijk een tumor in haar rechterborst was te zien. Het college overweegt dat in juli 2020 sprake was van een screeningssituatie en niet van een diagnostische situatie. Het Bevolkingsonderzoek Borstkanker is erop gericht om in de doelgroep als geheel (alle vrouwen tussen de 50 en 75 jaar) borstkanker in een vroeg stadium op te sporen en zo sterfte aan borstkanker in die doelgroep terug te dringen. Daarbij staan de radioloog beperkte middelen ter beschikking. De radioloog beoordeelt alleen de mammogrammen die door de laborant zijn gemaakt en heeft geen direct contact met de persoon die het mammogram ondergaat. Beklaagde als screeningsradioloog kan dus niet bespreken of sprake is van borstklachten en, zo ja, in welke borst en op welke plek. Evenmin heeft hij de mogelijkheid tot lichamelijk of aanvullend onderzoek in de vorm van een tomografie of een echografie. De screeningsradioloog kan alleen op basis van de mammogrammen een inschatting maken van de waarschijnlijkheid op aan- of afwezigheid van borstkanker. Dit heeft tot gevolg dat bij het Bevolkingsonderzoek Borstkanker fout-positieve en fout-negatieve uitslagen kunnen voorkomen. De te onderzoeken personen worden expliciet gewezen op het feit dat de uitslag geen volledige zekerheid geeft en dat drie van de tien gevallen van borstkanker bij een bevolkingsonderzoek borstkanker niet worden ontdekt. Op de beschikbare beelden van het screeningsonderzoek is volgens het college geen aanwijzing te zien voor een afwijking die een verwijzing voor vervolgonderzoek rechtvaardigt. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:79 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-655/AL/MN

    Tussenbeslissing. Ambtshalve voortzetting na intrekking wegens algemeen belang.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:59 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1644

    Klacht tegen chirurg. Klaagster is na een val over gebracht naar een ziekenhuis, waar een gebroken ruggenwervel werd geconstateerd. Aangezien er mogelijk een operatie zou moeten volgen, is klaagster enkele dagen later overgebracht naar een ander ziekenhuis. De aangeklaagde arts was destijds werkzaam als chirurg in dat tweede ziekenhuis en raakte in die hoedanigheid als hoofd/regiebehandelaar betrokken bij de behandeling van klaagster. De verwijten van klaagster zien op de medisch inhoudelijke behandeling, de communicatie daarover met haar, en de verslaglegging in haar medisch dossier. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat de keuze voor het inzetten van het conservatieve beleid ten onrechte niet met klaagster is besproken en dat de verslaglegging in het medisch dossier van klaagster tekortschiet. In zoverre is de klacht in eerste aanleg gegrond verklaard en is aan de arts, die daarvoor volgens het Regionaal Tuchtcollege verantwoordelijk werd geacht, de maatregel van waarschuwing opgelegd. Klaagster en de arts hebben allebei beroep ingesteld tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege komt tot de conclusie dat alleen het klachtonderdeel met betrekking tot de gebrekkige verslaglegging gegrond moet worden verklaard. De maatregel van waarschuwing blijft gehandhaafd.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2023:6 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-47

    Klaagster verwijt de notaris dat hij heeft gehandeld in strijd met bij of krachtens de wet gegeven bepalingen, alsmede met de zorg die hij als notaris jegens klaagster diende te betrachten.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:40 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-675/DB/ZWB

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:60 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1645

    Klacht tegen chirurg. Klaagster is na een val overgebracht naar een ziekenhuis, waar een gebroken ruggenwervel werd geconstateerd. Aangezien er mogelijk een operatie zou moeten volgen, is klaagster enkele dagen later overgebracht naar een ander ziekenhuis. De aangeklaagde arts was destijds werkzaam als chirurg in dat tweede ziekenhuis en raakte in die hoedanigheid betrokken bij de behandeling van klaagster. De verwijten van klaagster zien op de medisch inhoudelijke behandeling en de verslaglegging in haar medisch dossier. Het Regionaal Tuchtcollege heeft alle klachtonderdelen ongegrond verklaard. Klaagster heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt dat beroep.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:41 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-953/DB/LI

    Raadbeslissing. Klacht over eigen (voormalig) advocaat. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar jegens klaagster gehandeld door tegen haar op te treden terwijl hij haar voorheen heeft bijgestaan. Waarschuwing.