Zoekresultaten 10731-10740 van de 45150 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:69 Raad van Discipline Amsterdam 20-877/A/A

    Ongegronde klacht over de eigen advocaat. Verweerster heeft het doel van de comparitie en het treffen van een schikking voldoende aan klager uitgelegd. Niet is gebleken dat de getroffen schikking nadelig voor klager was.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2021:51 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 169/2020

    Klacht tegen psychiater over gedwongen opname en dwangmedicatie. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:28 Accountantskamer Zwolle 20/1894 Wtra AK

    Klacht tegen accountant in business. Klacht gegrond; oplegging maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving voor de duur van één maand. B etrokkene heeft door over de jaren 2014 en 2015 een verschil te laten ontstaan tussen de boekhouding (auditfiles en grootboekkaarten) enerzijds en de aangiften omzetbelasting anderzijds en dit verschil te laten voortbestaan, gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2021:80 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2020.203

    Klacht tegen kaakchirurg. Klaagster is door de kaakchirurg geopereerd. Zij verwijt de kaakchirurg dat bij een operatie een gaas is achtergebleven en dat voldoende begeleiding ontbrak, toen bij klaagster sprake was van gewichtsverlies. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2021:74 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2020.038

    Klacht tegen chirurg. De klacht heeft betrekking op de overleden echtgenoot van klaagster (verder te noemen patiënt). Patiënt is gezien op de polikliniek door een collega van verweerder i.v.m. een tumor. In het opvolgend multidisciplinair overleg werd besloten om direct te opereren. Een week later is patiënt gezien door een andere collega (C2020.040), hoofdbehandelaar, die weer vier dagen later patiënt heeft geopereerd. Twee weken later volgt een hersteloperatie en drie dagen nadien nog een. Deze laatste operatie wordt door een collega van verweerder (C2020.037) verricht. In de week na deze operatie wordt patiënt nog tweemaal geopereerd; de eerste van deze twee operaties wordt door verweerder, chirurg, verricht. Tien dagen na de laatste operatie overlijdt patiënt. Klaagster verwijt verweerder: 1. Het niet duidelijk communiceren met de patiënt en de familie; 2. Het niet doen van zorgvuldig onderzoek voorafgaand aan de operaties; 3. Het zonder toestemming en overleg opereren, aangezien de patiënt, gezien zijn verwardheid, geen beslissingen kon nemen; 4. Het niet noteren van de inhoud van zogenaamde gesprekken die met de familie zouden hebben plaatsgevonden; 5. Het schenden van de zorgplicht door patiënt direct na de operatie over te dragen aan de hoofdbehandelaar; 6. Het ontbreken van nazorg na het overlijden van de patiënt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klaagster niet-ontvankelijk in het beroep voor zover daarbij de klacht is uitgebreid of aangevuld en verwerpt het beroep voor het overige.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2021:1 Kamer voor het notariaat Den Haag 20-33

    Het notariskantoor heeft zich niet objectief opgesteld en heeft partijdig gehandeld. De manier waarop de nalatenschap is verzorgd en de wijze waarop de klacht door de notaris is behandeld zijn voor klaagster niet acceptabel en zeer verdrietig en frustrerend.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2021:81 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2020.204

    Klacht tegen kaakchirurg. Klaagster is door de kaakchirurg geopereerd. Zij verwijt de kaakchirurg dat zij aan de verkeerde zijde van de mond is geopereerd, waardoor zij nog veel pijn heeft en de prothese niet goed zit, en dat voldoende begeleiding ontbrak, toen bij klaagster sprake was van gewichtsverlies. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2021:75 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2020.039

    De klacht heeft betrekking op de overleden echtgenoot van klaagster (verder te noemen: patiënt). Patiënt is gezien op de polikliniek door een collega van verweerder i.v.m. een tumor. In het opvolgend multidisciplinair overleg (m.d.o.) werd besloten om direct te opereren. Een week later is patiënt gezien door een andere collega (C2020.040), hoofdbehandelaar, die weer vier dagen later patiënt heeft geopereerd. Hij werd daarbij geassisteerd door verweerder, destijds chirurg in opleiding. Twee weken later volgt een hersteloperatie. Na het m.d.o. bespreekt verweerder de complicaties met patiënt en klaagster. Drie dagen later volgt nog een hersteloperatie. In de week na deze operatie wordt patiënt nog tweemaal geopereerd. Tien dagen na de laatste operatie overlijdt patiënt. Klaagster maakt verweerder de volgende verwijten: 1. Hij is onzorgvuldig met de patiënt omgegaan aangezien er een foutieve ingreep heeft plaatsgevonden waarna nog negen hersteloperaties nodig waren; en 2. Hij is onzorgvuldig met klaagster omgegaan door niet duidelijk te communiceren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klaagster niet-ontvankelijk in het beroep voor zover daarbij de klacht is uitgebreid of aangevuld en verwerpt het beroep voor het overige.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:70 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200284

    Artikel 13 beklag. Naar het oordeel van het hof heeft de deken terecht de conclusie getrokken dat de door klaagster gewenste procedure geen redelijke kans van slagen heeft. De beschikking waar klaagster het niet mee eens is dateert van 3 december 2009 en de gebeurtenissen waar klaagster aan refereert hebben ook in die periode plaatsgevonden. Op het moment dat klaagster een verzoek tot aanwijzing advocaat op grond van artikel 13 Advocatenwet bij de deken indiende waren inmiddels 10 jaren verstreken. De wettelijke verjaringstermijn is ruimschoots verstreken. Het beklag wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2021:2 Kamer voor het notariaat Den Haag 20-37

    Door de handelwijze van de notaris voelt klager zich meermaals geschoffeerd, miskend, niet gehoord en totaal niet serieus genomen.