Zoekresultaten 3071-3080 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/3880

    Klacht tegen radioloog. Klaagster verwijt de radioloog dat hij op de mammografieën, die in het kader van het Bevolkingsonderzoek Borstkanker in juli 2020 bij haar zijn gemaakt, ten onrechte niet heeft gezien dat sprake was van een verdachte afwijking. Klaagster stelt dat daarop duidelijk een tumor in haar rechterborst was te zien. Het college overweegt dat in juli 2020 sprake was van een screeningssituatie en niet van een diagnostische situatie. Het Bevolkingsonderzoek Borstkanker is erop gericht om in de doelgroep als geheel (alle vrouwen tussen de 50 en 75 jaar) borstkanker in een vroeg stadium op te sporen en zo sterfte aan borstkanker in die doelgroep terug te dringen. Daarbij staan de radioloog beperkte middelen ter beschikking. De radioloog beoordeelt alleen de mammogrammen die door de laborant zijn gemaakt en heeft geen direct contact met de persoon die het mammogram ondergaat. Beklaagde als screeningsradioloog kan dus niet bespreken of sprake is van borstklachten en, zo ja, in welke borst en op welke plek. Evenmin heeft hij de mogelijkheid tot lichamelijk of aanvullend onderzoek in de vorm van een tomografie of een echografie. De screeningsradioloog kan alleen op basis van de mammogrammen een inschatting maken van de waarschijnlijkheid op aan- of afwezigheid van borstkanker. Dit heeft tot gevolg dat bij het Bevolkingsonderzoek Borstkanker fout-positieve en fout-negatieve uitslagen kunnen voorkomen. De te onderzoeken personen worden expliciet gewezen op het feit dat de uitslag geen volledige zekerheid geeft en dat drie van de tien gevallen van borstkanker bij een bevolkingsonderzoek borstkanker niet worden ontdekt. Op de beschikbare beelden van het screeningsonderzoek is volgens het college geen aanwijzing te zien voor een afwijking die een verwijzing voor vervolgonderzoek rechtvaardigt. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:79 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-655/AL/MN

    Tussenbeslissing. Ambtshalve voortzetting na intrekking wegens algemeen belang.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:59 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1644

    Klacht tegen chirurg. Klaagster is na een val over gebracht naar een ziekenhuis, waar een gebroken ruggenwervel werd geconstateerd. Aangezien er mogelijk een operatie zou moeten volgen, is klaagster enkele dagen later overgebracht naar een ander ziekenhuis. De aangeklaagde arts was destijds werkzaam als chirurg in dat tweede ziekenhuis en raakte in die hoedanigheid als hoofd/regiebehandelaar betrokken bij de behandeling van klaagster. De verwijten van klaagster zien op de medisch inhoudelijke behandeling, de communicatie daarover met haar, en de verslaglegging in haar medisch dossier. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat de keuze voor het inzetten van het conservatieve beleid ten onrechte niet met klaagster is besproken en dat de verslaglegging in het medisch dossier van klaagster tekortschiet. In zoverre is de klacht in eerste aanleg gegrond verklaard en is aan de arts, die daarvoor volgens het Regionaal Tuchtcollege verantwoordelijk werd geacht, de maatregel van waarschuwing opgelegd. Klaagster en de arts hebben allebei beroep ingesteld tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege komt tot de conclusie dat alleen het klachtonderdeel met betrekking tot de gebrekkige verslaglegging gegrond moet worden verklaard. De maatregel van waarschuwing blijft gehandhaafd.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2023:6 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-47

    Klaagster verwijt de notaris dat hij heeft gehandeld in strijd met bij of krachtens de wet gegeven bepalingen, alsmede met de zorg die hij als notaris jegens klaagster diende te betrachten.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:40 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-675/DB/ZWB

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:60 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1645

    Klacht tegen chirurg. Klaagster is na een val overgebracht naar een ziekenhuis, waar een gebroken ruggenwervel werd geconstateerd. Aangezien er mogelijk een operatie zou moeten volgen, is klaagster enkele dagen later overgebracht naar een ander ziekenhuis. De aangeklaagde arts was destijds werkzaam als chirurg in dat tweede ziekenhuis en raakte in die hoedanigheid betrokken bij de behandeling van klaagster. De verwijten van klaagster zien op de medisch inhoudelijke behandeling en de verslaglegging in haar medisch dossier. Het Regionaal Tuchtcollege heeft alle klachtonderdelen ongegrond verklaard. Klaagster heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt dat beroep.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:41 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-953/DB/LI

    Raadbeslissing. Klacht over eigen (voormalig) advocaat. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar jegens klaagster gehandeld door tegen haar op te treden terwijl hij haar voorheen heeft bijgestaan. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2023:1 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-29

    Klager verwijt de notaris schending van het bepaalde in artikel 17 lid 3 Wet op het notarisambt (Wna). De notaris heeft vier winkelpanden in (mede) eigendom die hij verhuurt aan derden. Hiermee heeft hij belegd in registergoederen en dit is de notaris op grond van genoemde bepaling verboden.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:75 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-508/AL/GLD

    Klager heeft voor een minderjarige opgetreden in een letselschadezaak. Op enig moment heeft de moeder van de minderjarige de letselschadezaak geschikt, zonder tussenkomst van (het kantoor van) klager. Klager legt aan zijn klacht te onterechte veronderstelling ten grondslag dat verweerder bij de schikking heeft opgetreden namens de verzekeraar. Het verwijt dat verweerder geen informatie over de kwestie wil verstrekken aan klager is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:61 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1646

    Klacht tegen traumachirurg. Klaagster is na een val overgebracht naar een ziekenhuis, waar een gebroken ruggenwervel werd geconstateerd. Aangezien er mogelijk een operatie zou moeten volgen, is klaagster enkele dagen later overgebracht naar een ander ziekenhuis. De aangeklaagde arts was destijds werkzaam als chirurg in dat tweede ziekenhuis en raakte in die hoedanigheid betrokken bij de behandeling van klaagster. De verwijten van klaagster zien op de medisch inhoudelijke behandeling en de verslaglegging in haar medisch dossier. Het Regionaal Tuchtcollege heeft alle klachtonderdelen ongegrond verklaard. Klaagster heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt dat beroep.