Zoekresultaten 2251-2260 van de 42624 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:196 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5399

    Deels gegronde klacht tegen een chirurg. De chirurg heeft zonder toestemming van klager besloten af te wijken van de oorspronkelijk afgesproken operatie. Hiermee was er geen sprake van informed consent en er waren geen redenen op grond van de WGBO of anderszins om van deze regel af te wijken. Het college heeft evenwel geen reden om vast te stellen dat de chirurg de niet afgesproken operatie niet lege artis heeft uitgevoerd. Klacht deels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:167 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-147/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft klaagster laten bijstaan door zijn zoon, die geen advocaat is. Verweerder heeft niet voldoende duidelijk gemaakt dat zijn zoon geen advocaat is. Verder is sprake van tekortkomingen in de kwaliteit van de dienstverlening door de zoon, die aan verweerder als eindverantwoordelijke worden toegerekend. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:135 Raad van Discipline Amsterdam 23-064/A/A

    Raadsbeslissing; deels gegronde klacht over het handelen van verweerster in haar hoedanigheid van deken. Klachtonderdeel a) is ongegrond, klachtonderdeel b) is gegrond. Het was in de gegeven omstandigheden niet aan verweerster om het klachtdossier van klager te sluiten. Verweerster had de klacht aan de raad moeten doorsturen. Nu verweerster dit niet heeft gedaan, heeft zij tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. De raad is van oordeel dat klager het meest is gebaat bij een juiste toepassing van de klachtenprocedure. Klager heeft de mogelijkheid om zijn klacht opnieuw bij de deken in te dienen, waarna de klacht, indien klager dit wenst, alsnog aan de raad kan worden voorgelegd. Het daarnaast nog opleggen van een maatregel aan verweerster acht de raad in dit licht niet opportuun.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:168 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-195/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerster heeft gewerkt op basis van een toevoeging en daarnaast € 2.500,- aan honorarium gefactureerd. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening is verjaard. De raad volstaat in dit geval met een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:136 Raad van Discipline Amsterdam 23-137/A/A

    Raadsbeslissing; klacht over de advocaat van de wederpartij gegrond. De raad stelt vast dat de uitlatingen van verweerder over klager ter zitting feitelijk gezien onjuist waren en dat verweerder dit ook wist. Verweerder heeft met het poneren van deze onwaarheden tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld en gedragsregel 8 geschonden. Daarbij heeft verweerder de integriteit van klager in zijn hoedanigheid als verbalisant onterecht in twijfel getrokken en hiermee klager in zijn eer en goede naam aangetast. Met het doen van deze uitlatingen heeft verweerder zich onnodig grievend over klager uitgelaten en hij heeft daarmee ook gedragsregel 7 geschonden. De raad acht de oplegging van een waarschuwing aan verweerder passend en geboden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:129 Hof van Discipline 's Gravenhage 230217

    Beklag op grond van artikel 13 ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:137 Raad van Discipline Amsterdam 23-155/A/A

    Raadsbeslissing; klacht over de kwaliteit van dienstverlening voormalig eigen advocaat ongegrond. De raad is van oordeel dat niet is gebleken dat verweerster klager met onnodige kosten heeft opgezadeld door bij voorbaat kansloze procedures te voeren.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:138 Raad van Discipline Amsterdam 23-223/A/A

    Raadsbeslissing; klacht over advocaat van de wederpartij in alle onderdelen ongegrond. Ten aanzien van klachtonderdeel a) is de raad van oordeel dat verweerder zorgvuldig heeft gehandeld en van het door verweerder in het geding brengen van een vervalste akte geen sprake is geweest. Ten aanzien van klachtonderdeel b) overweegt de raad dat het verwijt van klaagster, dat verweerder zelf zou hebben meegewerkt aan het vervalsen van de akte, niet uit de stukken blijkt en dit wordt door klaagster ook niet nader onderbouwd. Ten aanzien van klachtonderdeel c) is de raad van oordeel dat het verweerder in de gegeven omstandigheden vrijstond om de eis in reconventie twee dagen voor de zitting in te dienen. Van een schending van gedragsregel 6 is geen sprake.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:164 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-1013/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:139 Raad van Discipline Amsterdam 23-085/A/A

    Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.