Zoekresultaten 2041-2050 van de 42634 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:235 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-252/AL/OV/D

    Dekenbezwaar. Verweerder heeft in strijd met de regelgeving ‘gebankierd’  met derdengelden en bovendien - terwijl hij wel de beschikking had over een derdengeldrekening - met gebruikmaking van zijn kantoorrekening. Verweerder heeft met zijn handelen artikel 6.19 Voda, artikel 46 Advocatenwet geschonden en in strijd met de kernwaarde integriteit gehandeld. De raad rekent dat verweerder zwaar aan. Gelet op de ernst van dit handelen is de raad van oordeel dat niet kan worden volstaan met de oplegging van een berisping. In het nadeel van verweerder houdt de raad ook rekening met de omstandigheid dat verweerder recent eerder door de tuchtrechter is veroordeeld. Aan de andere kant houdt de raad er rekening mee dat het om een geïsoleerd incident lijkt te gaan en er geen sprake is geweest van eigen geldelijk gewin. Verder oordeelt de raad het positief dat verweerder zijn handelen en het verwijtbare daarvan heeft erkend. Rekening houdend met alle omstandigheden is de raad van oordeel dat als laatste waarschuwing de oplegging van een geheel voorwaardelijke schorsing van zes weken passend en geboden is.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:229 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-920/AL/MN

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:198 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-522/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over curator deels niet-ontvankelijk vanwege tijdverloop en voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:159 Hof van Discipline 's Gravenhage 220098

    Bekrachtiging beslissing raad. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening en over de communicatie in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:155 Hof van Discipline 's Gravenhage 220172

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Klager heeft zijn klacht zowel als privépersoon, als in de hoedanigheid van voorzitter van de Stichting ingediend. Blijkens uittreksel KVK is klager geen voorzitter van de stichting, maar voorzitter van de Raad van Toezicht van de Stichting. Nu klager geen voorzitter is van de Stichting en het hof in het dossier ook geen machtiging heeft aangetroffen, is de klacht van klager, voor zover die door of namens de stichting is ingediend, niet-ontvankelijk. Klager is voorts niet-ontvankelijk in het hoger beroep voor zover het hoger beroep is gericht tegen de door de raad gegrond bevonden klachtonderdelen, zonder oplegging van een maatregel. Op de voet van art. 56 eerste lid van de Advocatenwet staat daartegen geen beroep open. Dit geldt onverkort, ook voor zover klager daarmee beoogt op te komen tegen de beslissing van de raad om geen maatregel op te leggen, nu (de hoogte van) een eventueel op te leggen maatregel ter beoordeling staat van het hof. Bevestiging beslissing van de raad voor het overige, nu klager in hoger beroep geen nieuwe argumenten heeft aangedragen die hiertoe zouden nopen. Misbruik van recht.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:212 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5391

    Gegronde klacht tegen een psychiater. Klagers hebben over de verdachte in een strafzaak waarvoor veel maatschappelijke belangstelling bestaat, gezamenlijk een Pro Justitia (PJ)-rapport opgemaakt. Verweerder heeft zich in een artikel in een landelijk dagblad kritisch over dit rapport van klagers uitgelaten. Volgens klagers heeft hij zich daarbij onprofessioneel, onjuist, onzorgvuldig en oncollegiaal over hen en hun werk uitgelaten. Klagers zijn ontvankelijk in hun klacht, het handelen van verweerder kan worden beoordeeld onder de tweede tuchtnorm. Het college komt tot het oordeel dat verweerder als psychiater niet respectvol en onvoldoende zorgvuldig jegens klagers heeft gehandeld. Hij had niet mogen instemmen met de publicatie van zijn uitspraken in de huidige formulering, zonder nadere toelichting en zonder genuanceerdere informatie. Daarmee heeft hij gehandeld in strijd met wat een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt. Gelet op de deskundigheid van verweerder op het gebied van de forensische psychiatrie en PJ-rapportage, en op zijn positie als hoogleraar mag van hem worden verwacht dat hij zich goed bewust is van de implicaties van zijn uitspraken in openbare publicaties als het onderhavige krantenartikel. Deze kunnen niet worden beschouwd als een ongelukkige vergissing. Uit de e-mailwisseling en het gesprek met klagers na de publicatie is ook gebleken dat daarvan geen sprake is geweest. Klacht gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:156 Hof van Discipline 's Gravenhage 220230

    Bekrachtiging beslissing raad. Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder is pas later bij de zaak van klager betrokken geraakt. Niet is gebleken dat verweerder onvoldoende deskundig was. Hof stelt vast dat verweerder op de website van het kantoor melding maakt van de rechtsgebieden waarin hij werkzaam is. Ook op de website van de NOvA staan de rechtsgebieden vermeld waarin verweerder gespecialiseerd is. Verweerder heeft hiermee voldaan aan art. 7.4 lid 2 onder 9 en 6.32 van de Voda. Alle klachtonderdelen ongegrond verklaard. Klager niet-ontvankelijk voor zover hij in hoger beroep nieuwe klachten opwerpt.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:213 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5441

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij een oordeel over klager heeft geveld zonder hem te hebben gezien en dat er onwaarheden in de medische verklaring van de psychiater staan. Het college is er mede door een ondersteunende notitie van een verpleegkundige voldoende van overtuigd dat de psychiater klager persoonlijk heeft gezien en onderzocht voordat hij de medische verklaring ten behoeve van een zorgmachtiging heeft opgesteld. Omdat de psychiater alle feiten heeft overgenomen uit het medisch dossier van klager, kan de eventuele onjuistheid daarvan hem niet worden verweten. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:157 Hof van Discipline 's Gravenhage 230066 230067

    Hoger beroep niet-ontvankelijk. De raad had het verzet tegen de voorzittersbeslissing ongegrond verklaard, dus geldt een appelverbod. Geen fundamentele rechtsbeginselen geschonden. 

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:158 Hof van Discipline 's Gravenhage 230009SD 230010S

    Tevergeefs maatregelappel.Verweerder heeft in deze zaak een cliënt langdurig voorgehouden dat een procedure aanhangig was, terwijl dat niet zo was. Het hof constateert dat verweerder zijn eigen cliënt gedurende lange tijd heeft voorgelogen en steeds beloftes heeft gedaan die hij niet is nagekomen. Klager heeft hierdoor aanzienlijk nadeel ondervonden. Verweerder heeft door bij klager het voeren van een procedure voor te wenden in strijd gehandeld met de kernwaarden partijdigheid, deskundigheid en integriteit.Verweerder is daarnaast zijn verplichtingen uit de Wwft niet nagekomen en hij is niet voortvarend omgegaan met de aansprakelijkstelling van klager. Schrapping