Zoekresultaten 10101-10110 van de 45118 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2021:64 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 209/2020
- Datum publicatie: 02-07-2021
- Datum uitspraak: 02-07-2021
- ECLI:NL:TGZRZWO:2021:64
Klacht van nabestaande tegen verpleegkundige over (onder meer) bejegening en discussie boven het bed van patiënt, die palliatief met morfine werd behandeld, waarbij beklaagde antwoord gaf op een vraag van de familie over de dosering van de morfine, waarbij het woord euthanasie viel. Tevens klacht dat de medicatie niet goed was ingezet en over gebrek aan communicatie met klaagster na het overlijden van patiënt. Het college oordeelt dat niet objectief kan worden vastgesteld dat de communicatie in het bijzijn van patiënt onzorgvuldig of niet respectvol was, hoewel het wellicht verstandiger was geweest de vraag buiten het bijzijn van de patiënt te beantwoorden. Het medicatiebeleid was door de huisarts ingezet en behoorde niet tot de verantwoordelijkheid van beklaagde. Niet kan worden vastgesteld dat beklaagde eerder op de hoogte was van onvrede klaagster dan na kennisneming van de tuchtklacht. Klachten ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2021:65 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 232/2020
- Datum publicatie: 02-07-2021
- Datum uitspraak: 02-07-2021
- ECLI:NL:TGZRZWO:2021:65
Klaagster was bij beklaagde voor (een intake voor) een EMDR-traject. Na de intake is door beklaagde meegedeeld dat een EMDR-traject op dat moment niet kon worden gestart. Het college berispt beklaagde. Het had op de weg van beklaagde gelegen eerst stil te staan bij de huidige klachten, leefsituatie en gemoedstoestand van klaagster, voordat zij startte met de proefinterventie. Zij had klaagster ook beter moeten voorbereiden op de proefinterventie en deze niet moeten starten terwijl eigen (differentiaal) diagnostische overwegingen en een voorlopige beschrijvende diagnose ontbraken. Het door beklaagde bijgehouden dossier voldoet niet aan de norm zoals verwoord in artikel 7:454 lid 1 BW. In het dossier van beklaagde mist informatie die voor een goede hulpverlening noodzakelijk is. De onderbouwing door beklaagde van haar besluitvorming en advies in het dossier is onvoldoende. Voorts is het dossier gesloten en gedeclareerd met een DBC vallend onder de productgroep “langdurende of intensieve behandeling” in plaats van met een DBS uit de productgroep diagnostiek. Volgt berisping.
-
ECLI:NL:TSCTS:2021:9 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2021-07 "2020.V9-Lady Hanneke"
- Datum publicatie: 02-07-2021
- Datum uitspraak: 02-07-2021
- ECLI:NL:TSCTS:2021:9
Omtrent een gronding op 24 juni 2020 van het Nederlandse schip Lady Hanneke in Deense wateren op Boels Plade.
-
ECLI:NL:TACAKN:2021:42 Accountantskamer Zwolle 20/2495 Wtra AK
- Datum publicatie: 02-07-2021
- Datum uitspraak: 02-07-2021
- ECLI:NL:TACAKN:2021:42
Een accountant heeft ten behoeve van een gerechtelijke procedure over de verschuldigdheid van declaraties een rapport van feitelijke bevindingen opgesteld. De klacht is gedeeltelijk gegrond, omdat de accountant niet in overeenstemming met Standaard 4400N heeft gehandeld. Hij heeft ten onrechte vooraf geen overleg gevoerd met alle beoogde gebruikers en de deugdelijke grondslag blijkt onvoldoende uit het rapport. Daarnaast is in het rapport ten onrechte een conclusie getrokken over de declaraties in hun totaliteit. Dit past niet bij een rapport van feitelijke bevindingen, omdat daarmee de indruk kan worden gewekt dat een bepaalde mate van zekerheid wordt verschaft. Verder voldoet het rapport niet aan alle vereisten die daaraan in Standaard 4400N worden gesteld. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2021:120 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-208/DB/ZWB
- Datum publicatie: 02-07-2021
- Datum uitspraak: 28-06-2021
- ECLI:NL:TADRSHE:2021:120
Niet gebleken dat advocaat heeft gehandeld in strijd met de professionele standaard die van hem als redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat verwacht mocht worden. Advocaat had goede gronden om zijn werkzaamheden neer te leggen. Het staat een advocaat vrij om aangifte te doen van vermeende strafbare feiten. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2021:121 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-517/DB/LI
- Datum publicatie: 02-07-2021
- Datum uitspraak: 28-06-2021
- ECLI:NL:TADRSHE:2021:121
Advocaat mag in een tuchtrechtprocedure datgene naar voren brengen dat hij in het kader van zijn verweer noodzakelijk acht. Misleiding van de tuchtrechter is niet gebleken. Klacht heeft voorts betrekking op feiten waarover eerder is geklaagd, dan wel op het handelen van een kantoorgenoot. Klacht gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk, gedeeltelijk kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TSCTS:2021:10 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2021-08 "2020.V10 Lady Hanneke"
- Datum publicatie: 02-07-2021
- Datum uitspraak: 02-07-2021
- ECLI:NL:TSCTS:2021:10
Omtrent een gronding op 24 juni 2020 van het Nederlandse schip Lady Hanneke in Deense wateren op Boels Plade.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:147 Raad van Discipline Amsterdam 20-767/A/A
- Datum publicatie: 01-07-2021
- Datum uitspraak: 31-05-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:147
Verzet kan worden ingesteld door klager, de betrokken advocaat en de deken. Deken geen procespartij wanneer hij van die bevoegdheid geen gebruik maakt. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:141 Raad van Discipline Amsterdam 20-959/A/A
- Datum publicatie: 01-07-2021
- Datum uitspraak: 14-06-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:141
Verzet ongegrond
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:148 Raad van Discipline Amsterdam 20-857/A/A
- Datum publicatie: 01-07-2021
- Datum uitspraak: 31-05-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:148
Verzet. Klacht tegen de deken. Aangevoerde verzetgronden slagen niet. Door klager voorgestane aanvulling van de feiten zou vanwege gebrek aan relevantie niet tot andere beoordeling hebben kunnen leiden. Verzet ongegrond.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1010
- Pagina: 1011
- Pagina: 1012
- ...
- Pagina: 4512
- Volgende pagina zoekresultaten