Zoekresultaten 13861-13870 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:13 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190026

    Voorzittersbeslissing. Beroep op schending fundamentele rechtsbeginselen voor de doorbreking van het appelverbod omdat de verzetsbeslissing van de raad niet met redenen zou zijn omkleed (art. 46h lid 4 Aw). Plv. voorzitter oordeelt dat uit de verzetsbeslissing volgt dat de raad een gedegen herbeoordeling heeft  gemaakt. Beroep afgewezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:4 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180294

    Klacht over eigen advocaat. Hoger beroep gericht op de maatregel van schorsing van 26 weken, waarvan 8 weken voorwaardelijk. Verzoek om matiging van de maatregel afgewezen, vanwege het structurele karakter van het handelen van verweerder dat ziet op de communicatie met de cliënt. De raad heeft op goede gronden een langere schorsing dan gebruikelijk opgelegd nu de schorsingen van verweerder in het verleden gezien de terugval kennelijk onvoldoende effect hebben gehad. Ook heeft verweerder onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de door hem voorgenomen maatregelen een terugval in de toekomst zullen voorkomen. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:39 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-760/DB/LI

    Voorzitter heeft terecht overwogen dat niet kan worden vastgesteld dat de advocaat een betaling dan wel een stageplek aan X heeft aangeboden voor het aanbrengen van een zaak/ claim tegen klaagster. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:224 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180251

    Voorzittersbeslissing. Verzoek om verwijzing dekenklacht (art. 46c lid 5 Advocatenwet). Zodanig onbegrijpelijk dat hieruit niet een serieus te nemen klacht valt af te leiden. Niet verwezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:14 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180231

    Herstelbeslissing. Deel van het dictum was weggevallen: vernietiging beslissing raad, klacht gegrond en ingangsdatum raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:5 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180242

    Voorzittersbeslissing. Verzoek verwijzing dekenklacht (art. 46c lid 5 Advocatenwet). Dekenklacht is gecombineerd met een art. 13-beklag (verzoek aanwijzing advocaat) en ziet op communicatie van de deken jegens klager. Nu art. 13-beklag ongegrond blijkt omdat klager reeds een advocaat heeft in de ene procedure en de deken in de andere procedure niet bevoegd blijkt om een advocaat aan te wijzen en klager stelselmatig klachten indient tegen dekens, kon de deken niets voor klager betekenen en is het begrijpelijk dat de deken terughoudend is in zijn communicatie. De stelselmatige dekenklachten van klager in het verleden hebben nergens toe geleid. Misbruik van klachtrecht door weer te klagen over de deken. Verzoek afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:36 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/436

      Klager is geopereerd aan een liesbreuk. Na de operatie is een nabloeding ontstaan. Klager verwijt verweerder - kort samengevat - dat hij de medische staat van klager voor de operatie lichtvaardig heeft beoordeeld en tijdens de operatie een clip heeft geplaatst en dat niet op het operatieverslag heeft gemeld. Ook is de situatie van klager na de operatie onvoldoende door verweerder gemonitord. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:44 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-293

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts kon in redelijkheid tot haar diagnose beklemming van een spier of zenuw en het gegeven advies (in plaats van de diagnose arteriële occlusie in het linkerbeen) komen en heeft zorggedragen voor een correct vangnet. Zij was niet op de hoogte van een voor haar bestemde, maar aan de huisartsenpost gerichte uitnodiging voor een evaluerend gesprek, zodat haar niet verweten kan worden dat zij hier niet op in is gegaan. Klacht afgewezen.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:45 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-135

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Niet is gebleken dat de huisarts zijn beroepsgeheim heeft geschonden door de verkregen informatie van de familie van klaagster te noteren op de S-regel in het dossier van klaagster, evenmin dat informatie over klaagster aan derden is verstrekt. De huisarts heeft klaagster verwezen naar een tweedelijnskliniek. Dat de huisarts bij die verwijzing niet heeft benadrukt dat het ging om een kliniek voor eetstoornissen, acht het college in casu niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. De huisarts heeft klaagster voorts meermalen in de gelegenheid gesteld een verklaring aan het dossier toe te voegen en heeft de wens ingewilligd om (delen van) het dossier te verwijderen. Er was tevens een gewichtige reden voor het beëindigen van de behandelrelatie en er is voldaan aan de bijbehorende zorgvuldigheidseisen. Overige klachtonderdelen eveneens ongegrond. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:46 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-195

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Niet gebleken dat de huisarts de spullen van klager na overplaatsing naar een andere kliniek heeft weggegooid, of hierbij betrokken is geweest. Klager is voorts voor zijn diabetes behandeld door een internist, niet door desbetreffende huisarts. Klacht afgewezen.