Zoekresultaten 19531-19540 van de 43083 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:85 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1184/DB/OB/d

    Tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door te trachten om de rechtbank op basis van onjuiste feitelijke gegevens te bewegen tot toewijzing van een excessieve vergoeding waarop verweerders cliënt, naar verweerder wist dan wel behoorde te weten, op basis van de ter zake geldende wet- en regelgeving geen recht had. Aldus is niet alleen het vertrouwen in zijn beroepsuitoefening, maar ook die in de advocatuur in het algemeen geschaad. De gegrond bevonden bewaren van de deken raken de kernwaarden van de advocatuur, waaronder met name de (financiële) integriteit. Dekenbezwaar gegrond. Voorwaardelijke schorsing van een week met verkorting van de inzagetermijn als bedoeld in art. 8a, derde lid, van de Advocatenwet tot twee jaar.  

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:86 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1160/DB/OB/d

    Gehandeld in strijd met de Voda door in 2013 en 2015 onvoldoende opleidingspunten te behalen en het tekort niet tijdig te hebben ingehaald. Dekenbezwaar gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-180d

      Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft haar paraaf op het formulier gezet na controle van de set medicatie. Zij heeft erkend dat zij tijdens de dubbelcheck niet goed heeft gekeken en zich heeft vergist in het uiterlijk van de ampullen, waarna het onjuiste medicijn aan klaagster is toegediend. Dit had zij kunnen en moeten voorkomen. Dat later geen contact tussen klaagster en de verpleegkundige heeft plaatsgevonden heeft niet aan klaagster,  maar ook niet aan verweerster gelegen. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:73 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-245/DH/DH-a

    verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:69 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160250

    tav ko a Verweerder heeft kennelijk in overleg met zijn cliënten, de bewoners, de beleidslijn gekozen om niet (meer) in overleg te treden met klagers, maar de zaak in een procedure te laten beslechten. Voor die keuze heeft verweerder argumenten aangevoerd die voor hem en zijn cliënten van belang waren, zoals dat het geschil al jaren speelde en dat eerder overleg geëscaleerd was en niets had opgeleverd.  Naar het oordeel van het hof stond die beleidslijn verweerder en zijn cliënten vrij, ongeacht of klagers de argumenten van verweerder deelden of niet. Verweerder was derhalve niet gehouden om (opnieuw) met klagers in overleg te treden. tav ko b Verweerder heeft het standpunt ingenomen dat hij, gelet op de nadelen (onder meer hoge kosten) die verbonden waren aan een arbitrale procedure, rekening is blijven houden met de mogelijkheid dat klaagster uiteindelijk toch in rechte geen beroep zou doen op onbevoegdheid van de burgerlijke rechter, mede gezien de in 2012 gevoerde vergelijkbare procedure voor de kantonrechter. Naar het oordeel van het hof stond dat verweerder, ondanks de brieven van mr. R van 6 en 10 maart 2015, vrij. Voorop staat dat verweerder, reeds met het oog op de kosten, mocht menen aldus in het belang van zijn cliënten te handelen. Met het doorzetten van de procedure zijn de belangen van klaagster niet nodeloos en ontoelaatbaar geschaad. Volgt bekrachtiging van de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-180e

      Ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft het verkeerde medicijn toegediend, maar zij mocht ervan uitgaan dat de medicatiecontrole door de andere verpleegkundigen juist was uitgevoerd. Dat later geen contact tussen klaagster en de verpleegkundige heeft plaatsgevonden heeft niet aan klaagster, maar ook niet aan verweerster gelegen. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:70 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160162

    Zaak 16-030B (tenuitvoerlegging) Ingevolge het bepaalde in artikel 48g van de Advocatenwet staat geen rechtsmiddel open tegen de beslissing tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke schorsing. Dat betekent dat verweerder niet ontvankelijk is in zijn hoger beroep tegen de beslissing tot tenuitvoerlegging. Zaken 16-030A, 16-155 en 16-352 Het hof concludeert, met de raad, dat alle bezwaren gegrond zijn. Verweerder onttrekt zich stelselmatig aan het toezicht van de deken, terwijl de vele tegen hem bij de deken ingediende klachten zeer ernstig zijn. Verweerder is al vele malen door de tuchtrechter veroordeeld, veelal voor vergelijkbaar tuchtrechtelijk verwijtbaar gedrag. Volgt bekrachtiging van de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:45 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/215

    Klaagster verwijt verweerster dat zij tekort is geschoten in de supervisie van de chirurgen in opleiding. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:46 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/288

    Klaagster verwijt verweerster een onjuiste differentiaal diagnose te  hebben gesteld. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:67 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-178a

    Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De (wijk)verpleegkundige had als zorgregisseur van de wondzorg aan klager de taak het overzicht te houden. Ten aanzien van het door de wondverpleegkundige gewijzigde beleid, namelijk de afbouw van de wondverzorging, was het aan de verpleegkundige om zich in het kader van haar coördinerende taak op de hoogte te stellen van het actuele beleid en van de afspraken tussen de wondverpleegkundige en klager, ook al leek het beleid op het eerste gezicht niet veranderd. Het was aan de verpleegkundige zich ervan te vergewissen dat klager de wond daadwerkelijk zelf kon verzorgen en dat een langzame afbouw niet nodig was. Waarschuwing.