Zoekresultaten 43141-43150 van de 45116 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0613 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 196-2009

    Kennelijk onjuist optreden of advisering bij de behandeling van de zaak is niet gebleken, evenmin dat de belangen van cliënte daardoor zijn geschaad of konden worden geschaad. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0620 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 204-2009

    Niet gebleken van onnodig grievende uitlatingen jegens de wederpartij. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0300 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0935

    Klaagster verwijt verweerder, plastisch chirurg, dat klaagster sinds een mini facelift last heeft van oorsuizen. Klaagster heeft voorts pas na herhaald vragen het medisch dossier ontvangen, wat onduidelijk was en niet compleet. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat er geen aanwijzing is voor een causaal verband tussen de ingreep en het oorsuizen. Verweerder heeft op verzoek van de manager van de kliniek het operatieverslag overgeschreven, wat niet had mogen gebeuren, maar waarbij geen kwade opzet bestond. Dat het dossier niet compleet zou zijn staat niet vast. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0614 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 184-2009

    Feit dat advocaat te lichtvaardig heeft aangenomen dat sprake was van een vertrouwensbreuk is van onvoldoende gewicht om deze een tuchtrechtelijk verwijt te maken. Klaagster heeft geen schade geleden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0621 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 126-2009

    Grenzen van de aan de advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid niet overschreden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0301 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0975

    Klager, beroepsvoetballer, verwijt verweerder, sportarts, dat hij in 1999 na een keuring binnen enkele dagen twee verschillende brieven heeft geschreven aan de voetbalclub en dat sprake is van belangenverstrengeling. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat de tuchtrechtelijke norm, gelet op de toenmalige bepalingen, niet is overschreden. De sportarts/behandelend arts dient zich te realiseren dat sprake kan zijn van belangenverstrengeling indien hij tevens als keuringsarts optreedt. Dat kan hier niet (meer) worden vastgesteld. Daarbij speelt het tijdsverloop een rol. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0615 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch X 162-2009

    Wanneer een advocaat optreedt in een andere hoedanigheid dan die van advocaat, geldt het advocatentuchtrecht alleen dan voor hem, indien die advocaat zich bij de vervulling van die andere hoedanigheid zodanig gedraagt (i.e misdraagt) dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur wordt ondermijnd. Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0302 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 059.dh

    Klager verwijt de tandarts dat hij bij het plaatsen van een implantaat een verkeerde behandeling heeft uitgevoerd, op een nalatige wijze een brug heeft aangebracht, geen onderzoek (foto’s) heeft gedaan, onvoldoende medicatie heeft voorgeschreven, een dubbele rekening in rekening heeft gebracht en tot slot dat hij klager tijdens het laatste consult onheus heeft bejegend. De tandarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de zes klachtonderdelen ongegrond geacht en de klacht in haar geheel afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0622 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 137-2009

    Tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door te weigeren aan de wedrpartij van zijn client een afschrift te vertrekken van een door dezeaan hem verzonden aangetekendebrief, althans door deze niet te informeren dat hij in de enveloppe geen brief had aangetroffen. Beslag laten leggen zonder enige aankondiging, terwijl de indruk was gewekt dat een betalingsregeling was getroffen, tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klachten gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0616 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 122-2009

    Het bestaan van een wederzijds vertrouwen tussen een advocaat en een cliënt is essentieel voor een behoorlijke beroepsuitoefening. De advocaat mag evenwel niet op een ongelegen moment zijn opdracht neerleggen. Hij moet alsdan zorgvuldig te werk gaan om de belangen van zijn cliënt niet te schaden. In het onderhavige geval geen sprake van betalingsonwil of een gebrek aan vertrouwen tussen klager en verweerder. Verweerder heeft de zaak te kort voordat een processtuk moest worden ingediend neergelegd. Het neerleggen van de werkzaamheden door verweerder is zonder voldoende reden en ontijdig geschied. Met betrekking tot de invordering van het bedrag van zijn declaraties heeft verweerder te voortvarend en onvoldoende zorgvuldig gehandeld. Klacht gegrond. Maatregel: berisping