Zoekresultaten 20261-20270 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:224 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-356/DH/RO

    Beslissing op verzet. Naar het oordeel van de raad heeft de voorzitter de klacht terecht niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 46g lid 1, aanhef en sub a Advocatenwet. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:375 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.017

      klacht tegen een verzekeringsarts. Klager verwijt de verzekeringsarts dat zij: a)     voor haar medisch advies gebruik heeft gemaakt van verouderde informatie van International SOS; b)     haar antwoorden onvoldoende heeft gemotiveerd en geen nader onderzoek heeft gedaan naar de situatie in het land van herkomst; c)     niet heeft meegewogen dat klager eerder een suïcidepoging heeft ondernomen; d)    heeft nagelaten klager persoonlijk te onderzoeken.   Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond voor wat betreft de onderdelen b) en c) en legt de verzekeringsarts de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing en verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond. De verzekeringsarts kon en mocht volstaan met een weergave van essentiële en zakelijke informatie die zij nodig achtte voor haar advies. 

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:369 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.434

      Klacht tegen verpleegkundige. Verweerster heeft het looppatroon van het dochtertje van klager bij het 14- en 18-maanden consult op het consultatiebureau geobserveerd en geen afwijkingen geconstateerd. Kort na het 18-maanden consult is bij het dochtertje dysplasie van de heup vastgesteld en is zij geopereerd. Klager verwijt verweerster dat zij zijn ongerustheid bij beide consulten niet serieus heeft genomen en heeft nagelaten te adviseren naar een huisarts of een specialist te gaan. Voorts verwijt klager verweerster dat zijn dochter door een fout van verweerster geopereerd moest worden. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart het klachtonderdeel dat verweerster bij het 18-maanden consult had moeten adviseren naar een huisarts of specialist te gaan gegrond en legt aan verweerster de maatregel van waarschuwing op. Klager komt in beroep, welk beroep door het Centraal Tuchtcollege wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:225 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-355/DH/RO

    Beslissing op verzet. Naar het oordeel van de raad heeft de voorzitter de klacht terecht niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 46g lid 1, aanhef en sub a Advocatenwet. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:376 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.166

      De klacht tegen de aangeklaagde huisarts betreft de behandeling van de inmiddels overleden bejaarde moeder van klager. De moeder werd in het verzorgingshuis regelmatig door de aangeklaagde huisarts en eveneens aangeklaagde huisarts in opleiding bezocht. Klager verwijt de huisarts dat: 1. drie weken te lang is gewacht met het geven van plaspillen (diuretica); 2. Haldol niet tijdig is opgehoogd naar 2mg (20 druppels) en dat als wel tijdig 20 in plaats van 10 druppels waren gegeven klagers moeder niet was gevallen, zodat de gevolgen van een heupfractuur en kort daarna haar overlijden zich niet zouden hebben voorgedaan.  Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond zonder nader onderzoek als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:370 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.435

      Klacht tegen tandarts. Bij klaagster zijn door verweerster diverse implantaten en abutments geplaatst. Klaagster verwijt verweerster onder meer dat een van de implantaten onjuist is geplaatst en dat zij dit implantaat, nadat klaagster klachten had, zonder waarschuwing heeft geprobeerd te verwijderen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en het beroep van klaagster wordt door het Centraal Tuchtcollege verworpen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:226 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-354/DH/RO

    Beslissing op verzet. Naar het oordeel van de raad heeft de voorzitter de klacht terecht niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 46g lid 1, aanhef en sub a Advocatenwet. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:377 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.167

      De klacht tegen de aangeklaagde huisarts in opleiding betreft de behandeling van de inmiddels overleden bejaarde moeder van klager. De moeder werd in het verzorgingshuis regelmatig door de aangeklaagde huisarts in opleiding en eveneens aangeklaagde huisarts bezocht. Klager verwijt de huisarts in opleiding dat: 1. drie weken te lang is gewacht met het geven van plaspillen (diuretica); 2. Haldol niet tijdig is opgehoogd naar 2mg (20 druppels) en dat als wel tijdig 20 in plaats van 10 druppels waren gegeven klagers moeder niet was gevallen, zodat de gevolgen van een heupfractuur en kort daarna haar overlijden zich niet zouden hebben voorgedaan. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond zonder nader onderzoek als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:371 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.436

      Klacht tegen tandarts. Bij klaagster zijn door een collega van verweerder diverse implantaten en abutments geplaatst. Klaagster verwijt verweerder onder meer dat een implantaat onjuist is geplaatst. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en het beroep van klaagster wordt door het Centraal Tuchtcollege verworpen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:227 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-308/DH/DH

    Beslissing op verzet. De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad heeft de voorzitter de klacht terecht kennelijk ongegrond verklaard. Verzet ongegrond.