Zoekresultaten 3551-3600 van de 44598 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:312 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-560/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klager is kennelijk niet-ontvankelijk wegens schending van het ne bis in idem-beginsel. In klachtzaak 23-557 van klager tegen verweerder, waarin op dezelfde datum uitspraak is gedaan door de voorzitter, is al over de gelijkluidende klachten geoordeeld.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:313 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-590/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. De klagende advocaat is kennelijk niet-ontvankelijk omdat hij geen eigen rechtstreeks belang heeft bij de klacht.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:314 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-589/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:256 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5089

    Deels gegronde klacht tegen een dermatoloog. Klager verwijt de dermatoloog dat hij klager heeft terugverwezen naar de huisarts, geen (weefsel)onderzoek heeft gedaan en onjuist en onvolledig verslag heeft gelegd. Het college is van oordeel dat de verwijzing naar de huisarts onder de gegeven omstandigheden en met instemming van de huisarts ook mocht plaatsvinden. Er was op dat moment wel sprake van een klinisch atypische moedervlek, maar geen sprake van verdachte afwijkingen. Het college is van oordeel dat de dermatoloog bij klager geen nader (weefsel)onderzoek hoefde te doen. Het college deelt in beginsel het standpunt van de dermatoloog dat niet iedere bij controle geconstateerde atypische moedervlek gedocumenteerd behoeft te worden in het dossier. Echter in het geval van klager, een hoog-risicopatiënt vanwege zijn erfelijke aanleg, is het college van oordeel dat de dermatoloog een hogere maatstaf had moeten aanleggen. Het college acht bij hoog-risicopatiënten, zoals klager, enige vorm van documentatie in het dossier van geconstateerde atypische moedervlekken geboden. Het is in dergelijke gevallen extra belangrijk om de ontwikkeling goed te monitoren en in het dossier op te nemen. Nu de dermatoloog heeft verzuimd om dit te doen, is het college van oordeel dat hij op dit punt niet ten volle de zorg heeft geleverd die verwacht mocht worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende dermatoloog. Het college meent dat de dermatoloog grotendeels zorgvuldig heeft gehandeld en meent een waarschuwing te kunnen volstaan. Klacht deels grond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:218 Hof van Discipline 's Gravenhage 220236 230272

    Verweerster heeft klager een e-mail gestuurd met daarin de aankondiging dat zij namens haar cliënte aangifte bij de politie en hoofdofficier van justitie zal doen. Verweerster heeft geen aangifte gedaan. Uit de omstandigheden leidt het hof af dat de bedoeling van de e-mail was dat deze dreigend zou overkomen en klager zodanig schrik aan zou jagen dat hij van het indienen van een tuchtklacht zou afzien. Het hof acht deze handelwijze, gelet op het daarmee beoogde doel, oneigenlijk en disproportioneel en daarmee onbetamelijk. Nadat namens klager een advocaat contact met verweerster heeft opgenomen en navraag heeft gedaan naar de stand van zaken met betrekking tot de aangifte heeft verweerster op diens herhaalde verzoeken niet gereageerd. Ook deze handelwijze acht het hof onbetamelijk. Vernietiging beslissing raad ten aanzien van opgelegde waarschuwingen. Berisping. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:315 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-593/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:241 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-432/DH/RO

    Raadsbeslissing. Verweerder handelt tuchtrechtelijk verwijtbaar door welbewust geen gevolg te geven aan een onherroepelijke beslissing van de raad. Verweerder was gehouden om te verrekenen en heeft dit niet gedaan. Ook heeft verweerder het griffierecht en de reiskosten van klager niet vergoed na de vorige beslissing van de raad. Verweerder schaadt het vertrouwen in de advocatuur door een tuchtrechtelijke beslissing niet op te volgen en door zich onwelwillend op te stellen jegens een beroepsgenoot. Schorsing 8 weken, waarvan 4 weken voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:311 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-557/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft vanaf het begin helder aan klager uitgelegd hoe het systeem van gefinancierde rechtshulp werkt met achteraf een resultaatbeoordeling door de Raad voor Rechtsbijstand. Ook heeft verweerder duidelijk gecommuniceerd over de status van de door hem aan klager gestuurde pro forma declaratie en dat klager die niet op dat moment hoefde te betalen. Verweerder heeft zich na de ontstane vertrouwensbreuk met klager op zorgvuldige en tijdige wijze aan de zaak onttrokken. Klager was gewaarschuwd en had na de onttrekking nog voldoende tijd om een andere advocaat voor de zitting bij de rechtbank te vinden. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:242 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-482/DH/RO

    Dekenbezwaar. Verwijzing naar overlappende beslissing met zaaknummer 23-432. Verweerder heeft zich daarnaast niet welwillend opgesteld richting zijn beroepsgenoten, waaronder de deken. Wegens forse maatregel in 23-432, volstaat de raad hier met een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TSCTS:2023:10 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2023-10 (2023.V8-RUYTER)

    Op 11 april 2022, rond 17.33 uur LT heeft de sleephopperzuiger Ruyter bij het uitvaren van de Westerschelde een aanvaring gehad met het onder Maltese vlag varende schip Celestine. Nadat de Ruyter zijn lading had overgeslagen in andere schepen op het vaarwater nabij de Hoofdplaat, is het schip rond 17.00 uur LT weer vertrokken richting zee. De Marof was de officier van de wacht. De kapitein was ook op de brug. De Marof meldde het vertrek vanaf de overslagplaats aan de verkeersleiding. Zij spraken af om achterlangs het overige scheepvaartverkeer naar buiten te varen. Dit betrof de inkomende Sunny Horizon en de uitgaande Celestine. De kapitein vond dit een goed besluit. Nadat de Ruyter achterlangs de Sunny Horizon was gevaren, is de kapitein op de bank aan een tafeltje op de brug gaan zitten, met zijn rug naar stuurboord. Daardoor kon hij de Celestine niet zien aankomen. Ook kwam de eerste stuurman op de brug met eten. Kort daarop vond de aanvaring plaats.De Ruyter (IMO nummer 9085467) is een Nederlands sleephopperzuiger, varend voor Noordzee Zand B.V. te Terneuzen. Het schip is in het jaar 1994 gebouwd, is 82 meter lang en 11,5 meter breed en heeft een bruto-tonnage van 1455GT. Ten tijde van het ongeval bestond de bemanning in totaal uit 6 personen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:306 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-527/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Het is begrijpelijk dat klager teleurgesteld is over het negatieve procesadvies, maar daarvan kan verweerster geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Het is de taak van een advocaat om de cliënt naar behoren te adviseren over de kans van slagen en de (on)mogelijkheden in een zaak. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:161 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1838

    Klacht tegen plastisch chirurg. In oktober 2012 heeft de plastisch chirurg klaagster geopereerd aan haar buik. Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat hij ongevraagd een (volledige) buikwandcorrectie heeft uitgevoerd in plaats van (alleen) een rectus diastase te sluiten. Ook verwijt klaagster de plastisch chirurg dat hij de operatie niet zorgvuldig heeft uitgevoerd. Daarnaast verwijt klaagster de plastisch chirurg dat hij haar onvoldoende informatie heeft gegeven over de ingreep, zowel voorafgaand aan de operatie als over de nazorg. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart het klachtonderdeel ten aanzien van de informatieverstrekking voorafgaand aan de operatie gegrond, verklaart de klacht voor het overige ongegrond en legt aan de plastisch chirurg de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat uit de gegeven omstandigheden blijkt dat de plastisch chirurg klaagster naar de maatstaven van 2012 voldoende heeft geïnformeerd, zodat de klacht alsnog in zijn geheel ongegrond is. Waarschuwing vervalt.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:224 Raad van Discipline Amsterdam 23-714/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtzaak. Weliswaar is verweerster gehouden in familiezaken zo mogelijk de-escalerend op te treden, maar dat betekent niet dat verweerster zich heeft te gedragen zoals klager wenst.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:300 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-465/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Beslissingen van de rechtbank zijn niet aan verweerster te wijten. Ook was verweerster niet verplicht om een proces-verbaal op te vragen bij de rechtbank. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:94 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/736697 / DW RK 23/251 MdV/SM

    Klager heeft zich er onder meer over beklaagd dat de gerechtsdeurwaarder ten tijde van de betekening van de dagvaarding daartoe niet bevoegd was. Ten tijde van de betekening van het exploot van 1 juni 2018 was de gerechtsdeurwaarder waarnemend gerechtsdeurwaarder. Dit volgt uit de door klager overgelegde kopie dagvaarding. Het gegeven dat de gerechtsdeurwaarder in 2019 benoemd is tot gerechtsdeurwaarder doet niets af aan haar bevoegdheid het exploot te betekenen in 2018. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:307 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-525/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij deels niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:162 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1871

    Klacht tegen een neuroloog. Klaagster had na een operatie met een ruggenprik last van hevige pijnklachten in haar rug en uitstralende pijnscheuten met tevens krachtsverlies in haar rechterbeen. Zij werd voor onderzoek verwezen naar de neuroloog. Na neurologisch onderzoek concludeerde de neuroloog dat er geen sprake was van een zenuwbeknelling of -beschadiging en stelde zij de diagnose functionele neurologische stoornis. Klaagster is tegen het einde van het neurologisch consult uit haar rolstoel opgestaan en gevallen. Hierna is bij klaagster een complex regionaal pijnsyndroom ontstaan. Klaagster verwijt de neuroloog dat deze onzorgvuldig onderzoek heeft gedaan, dat deze een onjuiste diagnose heeft gesteld, dat klaagster is gevallen en dat klaagster geen nazorg heeft gekregen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:301 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-464/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij deels kennelijk ongegrond en deels niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:219 Raad van Discipline Amsterdam 23-379/A/A/D 23-380/A/A

    Raadsbeslissing; Gegronde klacht en dekenbezwaar over de wijze van declareren door de eigen advocaat. De raad is van oordeel dat verweerder met zijn handelwijze niet alleen in strijd heeft gehandeld met gedragsregels 16 (lid 3), 17 en met artikel 7.7 eerste lid onder b Voda, maar bovendien met de kernwaarde (financiële) integriteit. Verweerder heeft weliswaar de bepaling over value billing inmiddels uit zijn algemene voorwaarden gehaald en toegezegd niet meer op deze manier te zullen declareren, maar heeft desondanks zijn declaratie op basis van value billing niet willen intrekken. Hiermee heeft verweerder naar het oordeel van de raad onvoldoende inzicht getoond in het laakbare van zijn handelen, hetgeen de raad hem ernstig aanrekent. Omdat verweerder echter in zijn 30-jarige loopbaan als advocaat een blanco tuchtrechtelijk verleden heeft, zal de raad volstaan met de maatregel van een berisping.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:95 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/737900 / DW RK 23/279 MdV/SM

    Klager beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarder de beslagvrije voet niet respecteert. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:308 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-567/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over een (voormalig) deken in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:163 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1825

    Klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige werkt als sociaal psychiatrischverpleegkundige bij een instelling waar de ex-partner van klager en moeder van zijn minderjarige kinderen, in behandeling is. Vanaf het moment van opname is er een behandelrelatie (geweest) tussen de ex-partner en de verpleegkundige en is de verpleegkundige op die manier betrokken geraakt bij het gezin van klager. In oktober 2021 heeft de verpleegkundige een voortgangsbrief geschreven over hoe het team van de verpleegkundige aankijkt tegen de psychiatrische en verslavingsproblematiek van de ex-partner. De verpleegkundige heeft na het eerste huisbezoek in augustus 2021 een melding gedaan bij Veilig Thuis. In november 2021 heeft de rechtbank onder meer bepaald dat de kinderen aan de ex-partner zullen worden toevertrouwd en bepaald dat een onderzoek moet worden verricht. De verpleegkundige heeft in het kader van dat onderzoek informatie verstrekt aan de onderzoekende instantie. Klager maakt de verpleegkundige meerdere verwijten over de voortgangsbrief en over de informatie die hij heeft verstrekt. Hij vindt onder meer dat de verpleegkundige een veel positiever beeld van zijn ex-partner heeft geschetst dan op dat moment de werkelijkheid was en klager in een kwaad daglicht heeft gesteld. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdelen a en c gegrond, de overige klachtonderdelen ongegrond en legt aan de verpleegkundige op de maatregel van waarschuwing. Klager komt in beroep tegen de ongegrondverklaring van de klacht over de voortgangsbrief. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:302 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-463/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:96 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/721273 / DW RK 22/305 MdV/SM

    Gegrond. Maatregel: Afzien van maatregel. Klager heeft terecht gesteld dat zijn adressen niet in de exploten vermeld hadden mogen worden. De gerechtsdeurwaarder direct heeft ingegrepen om te voorkomen dat de stukken en daarmee de adresgegevens van klager in handen kwamen van de wederpartij.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:309 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-515/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing over de advocaat van de wederpartij van klager. Niet valt in te zien in welke zin verweerster zich onprofessioneel en lasterlijk richting klager heeft gedragen waardoor klager in zijn belangen is geschaad. Verweerster mocht het nog niet onherroepelijke strafvonnis van klager in het belang van haar cliënte in de procedure overleggen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:185 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5494

    Klacht tegen een fysiotherapeut. Klaagster is onder behandeling geweest bij de fysiotherapeut. In die periode was er – ook buiten de behandelmomenten om – contact tussen beiden. Zij hadden ook meerdere malen seksueel contact. Klaagster verwijt de fysiotherapeut onder meer dat hij geen professionele houding heeft aangenomen en misbruik heeft gemaakt van haar gevoelens. De fysiotherapeut erkent dat hij in strijd met de voor hem als fysiotherapeut geldende normen heeft gehandeld. Hij verzoekt bij het opleggen van een maatregel rekening te houden met de inmiddels door hem gezette stappen en de door hem ondervonden gevolgen. De klacht wordt gegrond verklaard. Maatregel: schorsing van 12 maanden waarvan 9 maanden voorwaardelijk en drie maanden onvoorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:220 Raad van Discipline Amsterdam 23-438/A/A

    Raadsbeslissing; Verweerster heeft zich naar het oordeel van de raad voldoende vergewist of de aan haar verstrekte opdracht door een bevoegde vertegenwoordiger van de VvE is gedaan. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is geen sprake.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:303 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-504/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen kantoor kennelijk niet ontvankelijk. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:97 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/707361 / DW RK 21/420 MdV/SM

    Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder onder meer dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte vakantiegeld heeft ingehouden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:221 Raad van Discipline Amsterdam 23-543/A/A

    Raadsbeslissing; Ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Het is de raad niet gebleken dat tussen klaagster en de cliënt van verweerster voordat er vonnis was gewezen een vaststellingsovereenkomst tot stand was gekomen. Verweerster heeft dan ook niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door het vonnis aan klaagster te laten betekenen en ten uitvoer te leggen. Verweerster heeft als partijdige belangenbehartiger gehandeld in het belang van haar cliënt en is daarmee binnen de grenzen gebleven van de ruime mate van vrijheid die zij als advocaat van de wederpartij geniet.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:159 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1827

    Klacht tegen oncologisch chirurg. Klaagster is eind november 2012 geopereerd door de oncologisch chirurg en een plastisch chirurg (ook aangeklaagd: C2023/1828). Deze operatie bestond uit een ablatio mammae (door de oncologisch chirurg) aan beide zijden en een directe reconstructie van de borst (door de plastisch chirurg) door middel van borstimplantaten. De operatie is ongecompliceerd verlopen. Begin december 2012 heeft klaagster contact opgenomen met de SEH vanwege een zwart rondje rondom de tepel. Na diverse ingrepen is het implantaat verwijderd en is een tissue expander aangebracht. Twee dagen na deze operatie is een infectie ontstaan rondom de tissue expander en is deze onder narcose verwijderd. Klaagster verwijt de oncologisch chirurg dat zij niet aan klaagster heeft meegedeeld wie de hoofdbehandelaar was voor en na de operatie, zij geen (hoofd)verantwoordelijkheid heeft genomen en niet adequaat heeft gehandeld naar aanleiding van het consult half december 2012, waardoor besparing van de rechterborst wellicht nog mogelijk was geweest. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:310 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-512/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klagers verwijten verweerster dat zij in 2015 excessief heeft gedeclareerd en dat zij, eveneens in 2015, heeft verzuimd om conform gedragsregel 17 klagers op de hoogte te stellen van het feit dat de kosten aanzienlijk hoger zouden uitvallen dan aanvankelijk ingeschat. De gemachtigde van klagers heeft zich op 15 juli 2022, derhalve ruimschoots na het verstrijken van de in artikel 46 g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet bedoelde termijn, namens klagers met een klacht over verweerster tot de deken gewend. Niet is gebleken dat klagers niet eerder dan op 15 juli 2022 hebben kunnen klagen. Het beroep op de uitzondering van artikel 46g lid 2 Advocatenwet gaat niet op. Niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:304 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-508/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van wederpartij. Verweerster mag in beginsel uitgaan van de waarheid van de informatie die zij van haar cliënte ontvangt. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:222 Raad van Discipline Amsterdam 23-712/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat in een strafzaak. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk van onvoldoende gewicht is om tuchtrechtelijk verwijtbaar te zijn. Weliswaar heeft verweerder pas na het indienen van een klacht, gereageerd op het verzoek van klager om toezending van een afschrift van het proces-verbaal van verhoor, maar hiervoor heeft verweerder zijn verontschuldigingen aangeboden. Uit de reactie van het OM naar aanleiding van verweerders verzoek dat verweerder alsnog deed, volgt bovendien dat het OM nooit een kopie van het proces-verbaal zou toezenden nu de zaak bijna twee jaar geleden onvoorwaardelijk is geseponeerd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:305 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-528/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat in de hoedanigheid van klachtenfunctionaris. Uit de overgelegde stukken blijkt dat verweerster klagers klacht zorgvuldig heeft beoordeeld en haar bevindingen gemotiveerd aan klager heeft toegelicht. Van een gedraging waardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad is niet gebleken. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:160 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1828

    Klacht tegen plastisch chirurg. Klaagster is eind november 2012 geopereerd door een oncologisch chirurg (ook aangeklaagd: C2023/1827) en de plastisch chirurg. Deze operatie bestond uit een ablatio mammae (door de oncologisch chirurg) aan beide zijden en een directe reconstructie van de borst (door de plastisch chirurg) door middel van borstimplantaten. De operatie is ongecompliceerd verlopen. Begin december 2012 heeft klaagster contact opgenomen met de SEH vanwege een zwart rondje rondom de tepel. Twee dagen daarna heeft klaagster de polikliniek van de collega chirurg bezocht. Zij heeft twee collega’s in consult gevraagd. In de namiddag die dag heeft de plastisch chirurg klaagster gezien. Hij achtte haar toestand niet acuut, in die zin dat een opname was geïndiceerd en antibiotica voor. De plastisch chirurg heeft de dag erna onder lokale verdoving de necrose van de rechtertepel verwijderd. Na diverse vervolgingrepen is ook het implantaat verwijderd en is een tissue expander aangebracht. Twee dagen na deze operatie is een infectie ontstaan rondom de tissue expander en is deze onder narcose verwijderd. Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat hij niet aan klaagster heeft meegedeeld wie de hoofdbehandelaar was voor en na de operatie eind november 2012, dat hij de operatie eind november 2012 niet naar behoren heeft uitgevoerd en dat hij geen (hoofd)verantwoordelijkheid heeft genomen en klaagster niet naar behoren heeft behandeld. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:223 Raad van Discipline Amsterdam 23-713/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtzaak. Op grond van de stukken is het de voorzitter onvoldoende gebleken dat verweerder bij de behartiging van de belangen van de ex-echtgenoot de belangen van klaagster onnodig heeft geschaad, danwel onnodig escalerend heeft opgetreden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:216 Hof van Discipline 's Gravenhage 230135

    klacht tegen eigen advocaat. Klacht klaagster gaat in de kern om de vraag of verweerder als redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat klaagster heeft mogen adviseren een verzoekschrift tot vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst bij de kantonrechter in te dienen, dan wel direct een (dagvaardings)procedure had moeten starten om de bestuurders van de voormalige vennootschap, klaagster werkgever, aansprakelijk te stellen en/of een kort geding had moeten starten teneinde een (voorschot) op loon dan wel schadevergoeding te krijgen. Het hof is van oordeel dat hoezeer de door verweerder gekozen processtrategie, naar uitsluitend juridische maatstaven gemeten, niet de juiste of meest optimale was, dit nog niet maakt dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het gaat hier om een keuze die tot de professionele vrijheid van verweerder als advocaat behoort. Het door klaagster ingestelde beroep slaagt niet. Klacht derhalve ongegrond. Wel is het hof van oordeel dat verweerder klaagster schriftelijk had moeten informeren over het gegeven advies en de voorgestelde strategie. Door dit na te laten heeft verweerder tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld. In zoverre is dit klachtonderdeel gegrond. Daarnaast heeft verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door pas na herhaald verzoek van klaagster het proces-verbaal van de zitting op te vragen. Niet is gebleken dat het proces-verbaal op korte termijn moest worden verkregen of dat klaagster enig nadeel heeft ondervonden. Het stond verweerder bovendien vrij zich naar aanleiding van een e-mail van klaagster direct aan de zaak te onttrekken. Klaagster heeft geen nadeel van de onttrekking ondervonden. Hoger beroep verweerder slaagt op dit punt. Klacht ongegrond, Maatregel van waarschuwing en veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:237 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-612/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van wederpartij in een echtscheidingsprocedure. Verweerster heeft in de echtscheidingsprocedure het standpunt van haar cliënt naar voren gebracht. Niet gebleken is dat de standpunten ongeoorloofd zijn, onnodig grievend zijn of onevenredig nadeel aan klaagster of haar zoon hebben toegebracht. Voor een inhoudelijke discussie is in het tuchtrecht geen plaats.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:217 Hof van Discipline 's Gravenhage 220291

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Klachten ongegrond. Klager heeft geen rechtens te respecteren belang bij het indienen van zijn klacht tegen verweerder nu ook zijn eigen advocaat dezelfde visie deelde als verweerder over de rechtsmacht van de Nederlandse rechter. Verweerder heeft belangen van zijn cliënte willen behartigen. Gelet op art. 10a Advw kan deze vrijheid niet ten gunste van een klager worden beknot. Van een nodeloos of op ontoelaatbare wijze schaden van de belangen van klager door verweerder is het hof niet gebleken. Omvang HB. Klager niet-ontvankelijk voor zover hij meent dat verweerder een proceskostenveroordeling zou moeten betalen om de kosten van de belastingbetaler te dekken omdat de fouten van verweerder het rechtssysteem hebben belast, nu klager geen belanghebbende is. Klager kan enkel opkomen tegen handelen of nalaten van verweerder waardoor klager rechtstreeks in zijn eigen belang is geraakt. Daarnaast is klager, gelet op art. 56 lid 1 aanhef onder sub a. Advw niet-ontvankelijk voor zover zijn beroep gericht is tegen de opgelegde maatregel.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:238 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-672/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Gelet op de voorgeschiedenis en context acht de voorzitter de gewraakte e-mail niet onbetamelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:239 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-683/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over belangenverstrengeling kennelijk ongegrond. Klager is geen (oud) cliënt.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:240 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-688/DH/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop en voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:215 Hof van Discipline 's Gravenhage 230070

    Klacht over eigen advocaat. bekrachtiging beslissing raad. Verweerster heeft de klacht gemotiveerd betwist. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat verweerster (onder andere) te laat heeft gehandeld, incidenteel hoger beroep heeft ingesteld zonder voorafgaand overleg met klager en onvoldoende bereikbaar was voor klager. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:138 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-374/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Anders dan klager betoogt, heeft verweerster verweer gevoerd tegen de gevorderde dwangsommen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:218 Raad van Discipline Amsterdam 23-689/A/A

    Voorzittersbeslissing; Klacht over de advocaat wederpartij in een familierechtzaak gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks belang en gedeeltelijk kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:255 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5631

    Gegronde klacht tegen een openbaar apotheker. Klager (cosmetisch arts) heeft voor zichzelf een handgeschreven recept uitgeschreven voor een antibioticum. De apotheker heeft geweigerd de medicatie af te leveren omdat het recept handgeschreven was. Volgens klager heeft de apotheker op oneigenlijke gronden geweigerd de medicatie af te leveren waardoor hij is blootgesteld aan een onaanvaardbaar medisch risico. Het college is van oordeel dat de apotheker goede gronden had om terughoudend te zijn bij het uitgeven van de medicatie aan klager. Bij een handgeschreven recept is namelijk niet meteen duidelijk of een zorgvuldige risicoanalyse heeft plaatsgevonden. Verder heeft de apotheker onweersproken toegelicht dat hij in het systeem kon zien dat klager regelmatig voor zichzelf handgeschreven recepten uitschrijft, terwijl artsen wordt aangeraden terughoudend te zijn met het voorschrijven van geneesmiddelen voor eigen gebruik. De apotheker heeft ook onweersproken toegelicht dat de kuurlengte ongebruikelijk lang was. Volgens het college getuigt het dan ook van zorgvuldigheid dat de apotheker de medicatie in deze omstandigheden niet zonder meer heeft afgeleverd. Het lag evenwel op de weg van de apotheker om het gesprek aan te gaan met klager. Om duidelijk te krijgen of één van de uitzonderingssituaties van artikel 4 van de KNMG-richtlijn elektronisch voorschrijven zich voordeed. Tot dit inhoudelijke gesprek is het niet gekomen. Het college kan niet vaststellen wie daarvan een verwijt valt te maken. Dit laat onverlet dat de apotheker klager in dit geval had moeten helpen en het afleveren van de medicatie niet had mogen weigeren. In het bijzonder omdat het een antibioticum betrof. In het algemeen geldt immers dat zo snel mogelijk met een antibioticakuur moet worden gestart. De apotheker had er bovendien voor kunnen kiezen voorlopig een kleinere hoeveelheid mee te geven. Gelet op het voorgaande acht het college een waarschuwing een passende maatregel.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:215 Raad van Discipline Amsterdam 23-175/A/A

    Raadsbeslissing; Gedeeltelijk gegronde klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat. Het gedrag van verweerder heeft niet voldaan aan de professionele standaard, inhoudende dat een advocaat dient te handelen met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat mag worden verwacht. Verweerder heeft niet alleen nagelaten klaagster schriftelijk te waarschuwen dat de vaste prijsafspraak niet meer gold en hij per uur zou gaan declareren, maar bovendien verzuimd om vervolgens periodiek en deugdelijk gespecificeerde declaraties te versturen. Door dit na te laten heeft verweerder wegens strijd met gedragsregels 16 lid 1 en 2 en 17 lid 2 en 4 tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Mede gelet op verweerders blanco tuchtrechtelijk verleden acht de raad een waarschuwing in dit geval passend en geboden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:214 Hof van Discipline 's Gravenhage 220305

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Volgens klaagster zijn de uitlatingen van verweerder over de vermeende liefdesleven van klaagster en het herhaalde gebruik van het woord 'labiel' of 'hoer' in de verweerschriften en e-mailberichten onnodig grievend en niet functioneel in het kader van de echtscheidingszaak. Het hof ziet dit anders. De gewraakte uitlatingen dienen te worden bezien tegen de achtergrond van het tussen partijen bestaande geschil over de wijze waarop door beide partijen invulling werd gegeven aan het ouderschap en zijn in dat kader functioneel. Het hof is verder van oordeel dat de wijze waarop verweerder dit heeft gedaan, weliswaar geen schoonheidsprijs, maar evenmin het predicaat onnodig grievend verdient. Ten aanzien van het gebruik van het woord 'labiel' weegt het hof mee dat verweerder daarmee het standpunt van zijn cliënt verwoordde en het woord niet gebruikte in medische zin, maar ter aanduiding van ambigu gedrag. Voor het gebruik van het woord 'hoer' geldt dat dit deel uitmaakt van een citaat en dat niet uit de mond van verweerder of diens cliënt maar - volgens verweerders cliënt - uit die van roddelende derden is opgetekend. Verweerder heeft op de juistheid daarvan mogen afgaan. Tegen deze achtergrond is de citaat niet onnodig grievend. Conclusie hof: lat van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen niet gehaald. Vernietiging beslissing raad. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:136 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-172/DB/OB

    Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.