Zoekresultaten 3301-3350 van de 44598 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:59 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/416976 KL RK 23-25

    Gelet op de relevante feiten en omstandigheden, afzonderlijk en in onderlinge samenhang bezien, onvoldoende grond om aan te nemen dat de informatie die de notaris klaagster heeft gegeven, onzorgvuldig of onvolledig zou zijn. Ook van partijdig handelen is niet gebleken. Er is aldus geen sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van de notaris. De klachten worden daarom ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:351 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-679/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belang.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:352 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-687/AL/MN

    Voorzittersbeslissing over de advocaat van de wederpartij in een civiel geschil. In de gegeven omstandigheden kan het verweerder niet worden verweten dat hij bij inspectie van een woning het woongedeelte van klager zonder diens toestemming heeft betreden. Dat verweerder emotioneel te betrokken bij zijn cliënt was, kan de voorzitter uit de stukken niet afleiden. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:1 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-660/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een bouwgeschil kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:349 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-178/AL/OV

    Verweerder heeft een groep cliënten bijgestaan in hun geschil met een gemeente over aankoop van grond en de door de gemeente berekende grondprijs. Volgens klagers hadden zij aanspraak op een lagere grondprijs. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder onvoldoende naar klagers geluisterd en doorgevraagd. Ook heeft hij klagers te weinig gewaarschuwd voor de gevolgen van het ondertekenen van de koopovereenkomst met de gemeente met de daarin opgenomen hogere grondprijs zonder enig voorbehoud en de risico's van het voeren van een kort geding daarna. Verweerder heeft in zijn correspondentie klagers wel gewezen op de risico's van ondertekening, maar niet is gebleken dat hij klagers ook andere mogelijkheden heeft voorgehouden of de noodzaak en de gevolgen van het ondertekenen van de overeenkomst voor de kans van slagen van een kort geding heeft uitgelegd. Evenmin is gebleken dat verweerder met klagers de mogelijkheid heeft besproken om eerst een kort geding te beginnen om pas daarna de overeenkomst te ondertekenen, wat allicht beter had uitgepakt dan het kort geding na ondertekening te beginnen. In de standaardovereenkomst van de gemeente stond bovendien een bepaling waardoor de hogere grondprijs vanaf dat moment vast lag. Verweerder heeft op dit punt zijn zorgplicht richting klagers geschonden. Ook is verweerder op verschillende vlakken tekortgeschoten in zijn communicatie richting klagers met zijn e-mails met indringende en stellige toonzetting, terwijl verweerder het niet altijd bij het rechte eind had. Naar het oordeel van de raad is het zelfinzicht van verweerder tijdens de zitting beperkt gebleven tot het onderwerp gebrekkige communicatie. Dit terwijl verweerder ook is tekortgeschoten in zijn zorgplicht richting klagers waardoor hij ook de kernwaarde deskundigheid heeft geschonden. De raad legt daarom aan verweerder de maatregel van berisping op.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:350 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-253/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Gelet op het verweer van verweerder is voor de raad niet komen vast te staan dat verweerder de belangen van klaagster niet goed heeft behartigd. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:1 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6014

    Deels gegronde klacht tegen een (basis)arts. Bij een bezoek van klaagster aan de spoedeisende hulp van het ziekenhuis heeft een arts in overleg met zijn supervisor de diagnose migraine gesteld en klaagster diezelfde nacht ontslagen, terwijl later is gebleken dat sprake was van een herseninfarct. De arts wordt met name de manier verweten waarop hij tot de onjuiste diagnose is gekomen, dat hij klaagster prematuur heeft ontslagen uit het ziekenhuis en dat hij onvoldoende dossier heeft gevoerd. Het college vindt het missen van de diagnose herseninfarct niet onzorgvuldig of verwijtbaar, maar is van oordeel dat het wel onzorgvuldig is dat de arts onvoldoende blijk heeft gegeven van bredere diagnostische overwegingen en met te veel zekerheid aan de diagnose migraine heeft vastgehouden. De arts had niet met voldoende zekerheid de diagnose migraine kunnen stellen, hetgeen een klinische observatie rechtvaardigde. Klaagster is dus prematuur ontslagen. Ten slotte is de verslaglegging in het dossier dusdanig summier dat de gedachtegang die de arts en zijn supervisor naar eigen zeggen hebben gemaakt, niet te volgen is. Klacht in zoverre gegrond, voor het overige ongegrond. Het college ziet geen aanleiding om een maatregel op te leggen, nu de arts wel adequaat en consequent met zijn supervisor heeft overlegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:257 Hof van Discipline 's Gravenhage 230122

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:2 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6015

    Deels gegronde klacht tegen een neuroloog. Bij een bezoek van klaagster aan de spoedeisende hulp van het ziekenhuis heeft een basisarts in overleg met de dienstdoende neuroloog als zijn supervisor de diagnose migraine gesteld en klaagster diezelfde nacht ontslagen, terwijl later is gebleken dat sprake was van een herseninfarct. De neuroloog wordt met name de manier verweten waarop tot de onjuiste diagnose is gekomen en dat zij onvoldoende supervisie heeft gevoerd. Het college vindt het missen van de diagnose herseninfarct niet onzorgvuldig of verwijtbaar, maar is van oordeel dat het wel onzorgvuldig is dat de neuroloog onvoldoende blijk heeft gegeven van bredere diagnostische overwegingen en met te veel zekerheid aan de diagnose migraine heeft vastgehouden. De neuroloog had niet met voldoende zekerheid de diagnose migraine kunnen stellen, hetgeen een klinische observatie rechtvaardigde. Klaagster is dus prematuur ontslagen. Gelet op de differentiaal diagnostische overwegingen en de mate van onzekerheid over de diagnose, was het gerechtvaardigd dat de neuroloog klaagster zelf zou onderzoeken alvorens te besluiten over het te voeren beleid. Ten slotte is de verslaglegging in het dossier dusdanig summier dat de gedachtegang die de basisarts en de neuroloog naar eigen zeggen hebben gemaakt, niet te volgen is. Klacht in zoverre gegrond, voor het overige ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:258 Hof van Discipline 's Gravenhage 230121

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:259 Hof van Discipline 's Gravenhage 230068

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:34 Hof van Discipline 's Gravenhage 230001

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2022:177 Hof van Discipline 's Gravenhage 220269

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:286 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5280

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts is na de bevalling van klaagster door de AIOS gynaecologie geïnformeerd over de bevalling en is verzocht om intensive home treatment (IHT) voor klaagster in te schakelen. Volgens klaagster heeft de huisarts zijn beroepsgeheim geschonden door met de AIOS gynaecologie de onjuiste informatie te delen dat zij borderline persoonlijkheidsproblematiek heeft. Naar het oordeel van het college heeft de huisarts zich in dit geval niet aan zijn geheimhoudingsverplichting hoeven houden. Wat een arts wel en niet mag terugkoppelen, is uitgewerkt in richtlijnen, zoals de ‘KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens’. Hieruit volgt dat het uit een oogpunt van goed hulpverlenerschap nodig kan zijn om zonder toestemming van de patiënt gegevens over die patiënt te delen met een andere behandelaar. In dit geval is navolgbaar dat de huisarts zich vanuit zijn zorgplicht geroepen heeft gevoeld om gegevens te delen uit het dossier van klaagster. Uitgaande van de lezing die de huisarts geeft van zijn gesprek met de AIOS heeft hij alleen willen aangeven dat sprake was van een vermoeden van de aanwezigheid van een borderline persoonlijkheidsstoornis. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2022:178 Hof van Discipline 's Gravenhage 220111

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:287 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5279

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. De arts (AIOS huisarts, destijds werkzaam op de afdeling psychiatrie) is na de bevalling van klaagster door de gynaecoloog in consult geroepen voor een beoordeling van het gedrag van klaagster. Niet valt op te maken dat de arts zich aan klaagster heeft opgedrongen. De arts heeft klaagster twee keer gezien, waarvan de tweede keer op verzoek van klaagster was. Aan de wens van klaagster om rust te hebben heeft de arts gehoor gegeven. De arts hoefde niet onmiddellijk de wens van klaagster op te volgen. Uit een oogpunt van zorgvuldigheid moest zij eerst een gesprek voeren om een beoordeling te kunnen maken van de psychische toestand van klaagster. Door de gynaecoloog was haar om die beoordeling verzocht, niet alleen uit zorg voor klaagster en haar pasgeboren zoon, maar ook uit zorg voor de medewerkers van de afdeling die met het gedrag van klaagster te maken hadden gekregen. Ook in haar verslaglegging is de arts naar het oordeel van het college zorgvuldig geweest. De klacht is in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TSCTS:2023:11 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2023-12 (2023.V9-NOORDERLICHT)

    Op donderdag 23 maart 2023 was het zeilschip Noorderlicht op weg van Trondheim naar het noordelijker gelegen Rørvik (beide in Noorwegen). Aan boord bevonden zich 26 personen, waaronder 9 bemanningsleden en 17 passagiers: trainees van het onderwijsprogramma Masterskip in de leeftijd van 14 tot en met 18 jaar. Het schip voer op de motor. De route liep vlak langs fjorden en eilandjes en tussen de eilandjes door. Tijdens deze reis liep de Noorderlicht om 02.40 uur LT aan de (rotsachtige) grond aan de noordkant van het eilandje Auken. Dit gebeurde doordat de Noorderlicht bij het corrigeren van haar koers nabij een engte bij het eilandje te zuidelijk uit kwam. Betrokkene was op dat moment de OOW. Er was een uitkijk, maar die was op dat moment benedendeks. Op de kapitein en de machinist na, zijn de opvarenden na de gronding van het schip gegaan. Zij gingen met de bijboot naar het droge gedeelte van het eilandje. Daar zijn zij opgehaald door een vrachtschip. Met een lokale reddingsboot zijn zij vervolgens van het vrachtschip overgezet op een passagiersschip, dat hen naar Lauvsnes bracht. Rond het middaguur, tijdens opkomend water, is de Noorderlicht met behulp van een sleepboot losgekomen van de rotsbodem. Om 15.00 uur LT lag zij gemeerd aan een drijvende steiger in Lauvsnes. Er hebben zich geen persoonlijke ongelukken voorgedaan en de schade viel mee. Het schip heeft geen water gemaakt.De Noorderlicht (IMO-nummer 8650813) is een Nederlands passagiers-/ zeilschip, varend voor Swan Expeditions te Akkrum. Het schip is in het jaar 1910 gebouwd, is 46,2 meter lang en 6,6 meter breed.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:281 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A20023/6289

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychotherapeut. Klaagster heeft meerdere klachten over haar behandeling door de psychotherapeut. Zij verwijt de psychotherapeut onder andere dat hij (bewust) onjuiste diagnoses heeft gesteld en daardoor onjuiste behandelingen heeft uitgevoerd, dat hij verkeerde medicatie heeft voorgeschreven en dat hij klaagster ten onrechte heeft doorverwezen met valse classificaties. Uit de overlegde stukken blijkt niet dat er sprake is geweest van onjuiste diagnoses, behandelingen, doorverwijzingen of het verstrekken van onjuiste medicatie. Uit de door klaagster overgelegde werkaantekeningen van de psychotherapeut volgt onder andere dat hij de diagnose genderdysforie ondersteunde en dat er sprake was van sociale problematiek die, in overleg met klaagster, aangepakt zou worden voorafgaand aan het transitietraject. Deze aanpak kan het college goed volgen. De stukken geven verder geen aanleiding om te oordelen dat de doorverwijzing voor een EMDR-behandeling onzorgvuldig was, dan wel dat er anderszins sprake is geweest van onjuiste doorverwijzingen. Er waren aanwijzingen voor posttraumatische klachten en de psychotherapeut heeft klaagster voor behandeling en diagnostiek doorverwezen naar de juiste instanties. De klacht dat de psychotherapeut verkeerde medicijnen zou hebben voorgeschreven is door klaagster niet geconcretiseerd. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:256 Hof van Discipline 's Gravenhage 230058

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TSCTS:2023:12 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2023-11 (2023.V10-NOORDERLICHT)

    Op donderdag 23 maart 2023 was het zeilschip Noorderlicht op weg van Trondheim naar het noordelijker gelegen Rørvik (beide in Noorwegen). Aan boord bevonden zich 26 personen, waaronder 9 bemanningsleden en 17 passagiers: trainees van het onderwijsprogramma Masterskip in de leeftijd van 14 tot en met 18 jaar. Het schip voer op de motor. De route liep vlak langs fjorden en eilandjes en tussen de eilandjes door. Tijdens deze reis liep de Noorderlicht om 02.40 uur LT aan de (rotsachtige) grond aan de noordkant van het eilandje Auken. Dit gebeurde doordat de Noorderlicht bij het corrigeren van haar koers nabij een engte bij het eilandje te zuidelijk uit kwam. De stuurman was op dat moment de OOW. Er was een uitkijk, maar die was op dat moment benedendeks. Op betrokkene en de machinist na, zijn de opvarenden na de gronding van het schip gegaan. Zij gingen met de bijboot naar het droge gedeelte van het eilandje. Daar zijn zij opgehaald door een vrachtschip. Met een lokale reddingsboot zijn zij vervolgens van het vrachtschip overgezet op een passagiersschip, dat hen naar Lauvsnes bracht. Rond het middaguur, tijdens opkomend water, is de Noorderlicht met behulp van een sleepboot losgekomen van de rotsbodem. Om 15.00 uur LT lag zij gemeerd aan een drijvende steiger in Lauvsnes. Er hebben zich geen persoonlijke ongelukken voorgedaan en de schade viel mee. Het schip heeft geen water gemaakt.De Noorderlicht (IMO-nummer 8650813) is een Nederlands passagiers-/ zeilschip, varend voor Swan Expeditions te Akkrum. Het schip is in het jaar 1910 gebouwd, is 46,2 meter lang en 6,6 meter breed.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:282 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5657

    Deels gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft door onoplettendheid onbedoeld journaalregels opgenomen in verwijsbrieven die voor klaagster ongewenste informatie bevatten en die niet relevant waren voor de medisch specialisten waarnaar de huisarts klaagster en haar zoontje had verwezen. Zorgdomein biedt de mogelijkheid om de functie van het kopiëren van de laatste journaalregels in de verwijsbrief uit te zetten, of de journaalregels er handmatig uit te halen. De huisarts heeft hiervan geen gebruik gemaakt toen hij de verwijsbrieven voor klaagster schreef. Dit klachtonderdeel is gegrond. Het college komt niet tot het oordeel dat de huisarts op onjuiste gronden over is gegaan tot een Veilig Thuis-melding: wel is het college van oordeel dat sommige passages uit de Veilig Thuis- melding beter c.q. zorgvuldiger geformuleerd hadden kunnen worden, maar dat dit van onvoldoende gewicht is om de huisarts een tuchtrechtelijk verwijt te maken. Klacht deels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TSCTS:2023:13 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2023-13 (2023.V11-BARNEY)

    Op vrijdag 3 maart 2023, omstreeks 10.15 uur LT, is de Shoalbuster Barney met de bovenzijde van de stuurhut tegen de onderzijde van de Schellingwouderbrug te Amsterdam gevaren. De navigatie werd gedaan door de marof. Ook betrokkene was als kapitein op de brug. Er is geen (goede) beoordeling van de airdraft gemaakt, in relatie tot de doorvaarthoogte van de Schellingwouderbrug. Pas op het allerlaatste moment realiseerde betrokkene zich dat het schip niet onder deze brug door paste, maar toen was het al te laat en vond de aanvaring plaats. Er zijn geen persoonlijke ongelukken gebeurd. Wel zijn onder meer de satellietkoepels beschadigd geraakt, is een reddingsvlot geactiveerd en zijn de cradles van de reddingsvlotten beschadigd.De Barney (IMO nummer 9740938) is een Nederlandse Shoalbuster, varend voor Tug and workboat company Herman Sr. BV. te Barendrecht. Het schip is in het jaar 2015 gebouwd, is 30,02 meter lang en 13,46 meter breed. Ten tijde van het ongeval bestond de bemanning in totaal uit 6 personen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:283 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5476

    Deels gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster klaagt over de behandeling van haar overleden moeder. Zij vindt dat de huisarts niet tijdig de juiste onderzoeken heeft verricht en de onderzoeksresultaten niet juist heeft geïnterpreteerd. Daarnaast heeft hij niet doorgevraagd en patiënte niet tijdig doorverwezen naar de specialist. Bij de moeder van klaagster is uiteindelijk een bacterie aangetroffen, naast sprake van hoge verdenking op endocarditis. Patiënte is korte tijd hierna overleden. Het college oordeelt dat de huisarts wat betreft de souffle inderdaad te weinig actie heeft ondernomen. Hij haar niet doorverwezen naar de cardioloog en niet doorgevraagd. Wat betreft de herhaalde diagnose cystitis oordeelt het college dat de huisarts te lang heeft vastgehouden aan deze diagnose. Ten aanzien van de diagnose tendinitis oordeelt het college dat niet de juiste behandeling is ingezet. Niet komt vast te staat dat de huisarts patiënte niet serieus heeft genomen. De huisarts heeft zich toetsbaar opgesteld en ervan blijk gegeven te willen leren van gemaakte fouten. Klacht deels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TSCTS:2023:14 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2023-14 (2023.V12-BARNEY)

    Op vrijdag 3 maart 2023, omstreeks 10.15 uur LT, is de Shoalbuster Barney met de bovenzijde van de stuurhut tegen de onderzijde van de Schellingwouderbrug te Amsterdam gevaren. De navigatie werd gedaan door betrokkene als marof. Ook de kapitein was op de brug. Er is geen (goede) beoordeling van de airdraft gemaakt, in relatie tot de doorvaarthoogte van de Schellingwouderbrug. Pas op het allerlaatste moment realiseerde de kapitein zich dat het schip niet onder deze brug door paste, maar toen was het al te laat en vond de aanvaring plaats. Er zijn geen persoonlijke ongelukken gebeurd. Wel zijn onder meer de satellietkoepels beschadigd geraakt, is een reddingsvlot geactiveerd en zijn de cradles van de reddingsvlotten beschadigd.De Barney (IMO nummer 9740938) is een Nederlandse Shoalbuster, varend voor Tug and workboat company Herman Sr. BV. te Barendrecht. Het schip is in het jaar 2015 gebouwd, is 30,02 meter lang en 13,46 meter breed. Ten tijde van het ongeval bestond de bemanning in totaal uit 6 personen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:284 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5634

    Ongegronde klacht tegen een arts. Klager verwijt de arts dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld door niet de juiste stappen te doorlopen bij een Veilig Thuis-melding over huiselijk geweld. De arts had op basis van signalen van mogelijk emotioneel isolerend partnergeweld van klager naar zijn ex-echtgenote een Veilig Thuis-melding gedaan. Het college komt tot het oordeel dat de arts de stappen 1, 2, 4 en 5 zorgvuldig heeft doorlopen. Ten aanzien van stap 3, het inlichten van klager, heeft de arts alles afwegende besloten af te zien van een gesprek met klager voorafgaand aan het doen van de Veilig Thuis-melding. De arts heeft voldoende uiteengezet waarom zij deze keuze heeft gemaakt. Achteraf gezien was het misschien beter geweest als de arts dit op enig moment wel had gedaan. Het was echter voor de arts moeilijk in te schatten wanneer dat op veilige wijze en op een veilig moment voor patiënte kon gebeuren. De arts had daar geen goed zicht op. Het college is dan ook van oordeel dat de arts ook ten aanzien van stap 3 geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2022:176 Hof van Discipline 's Gravenhage 220284

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:285 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5655

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klaagster klaagt over het niet-reanimeerbeleid dat de arts met haar heeft besproken en de wijze waarop dat gesprek plaatsvond (bejegening). De arts is niet betrokken geweest bij het vaststellen van het beleid, hierdoor kan haar geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Bij het bespreken van het beleid door de arts met klaagster, zag de arts dat klaagster onrustig werd en heeft in overleg met haar supervisor besloten voor die nacht wel een volledig reanimatiebeleid te volgen zodat het niet-reanimeerbeleid op een later, rustiger moment nogmaals met klaagster kon worden besproken. Door in dit opzicht rekening te houden met de wensen van klaagster, heeft de arts naar het oordeel van het college zorgvuldig gehandeld. Voor het college is niet vast te stellen hoe dit gesprek precies is verlopen. Klaagster en de arts waren immers alleen bij dit gesprek aanwezig. Beide klachtonderdelen zijn ongegrond. Klacht is kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:254 Hof van Discipline 's Gravenhage 230133

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:344 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-214/AL/MN

    Klacht over de advocaat van de wederpartij van klager. Naar het oordeel van de raad mocht verweerder in het belang van zijn cliënt en zonder toestemming van klager contact zoeken met de boekhouder van (het bedrijf van) klager. Verweerder wist toen nog niet dat klager werd bijgestaan door een advocaat. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:338 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-060/AL/OV

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Klacht van een vennootschap over een advocaat die de OR heeft bijgestaan. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:255 Hof van Discipline 's Gravenhage 230132

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:345 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-639/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Verweerder heeft in de gegeven omstandigheden gehandeld met de zorgvuldigheid die van hem als advocaat mocht worden verwacht. Uit de feitelijke weergave die uit de stukken in het klachtdossier blijkt, leidt de voorzitter af dat verweerder klager steeds op de hoogte heeft gehouden van de te nemen stappen en dat verweerder klager uitvoerig heeft geïnformeerd over de keuzes die klager had en wat de gevolgen daarvan zouden zijn. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:249 Hof van Discipline 's Gravenhage 230011

    Klacht over eigen advocaat in alle onderdelen niet-ontvankelijk. Klacht heeft betrekking op in 2003, 2008 en 2014 gesloten overeenkomsten. Klacht is ingediend buiten de termijn van artikel 46g lid 1 sub a en lid 2 Advocatenwet. Termijnoverschrijding is niet verschoonbaar. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:339 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-970/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. De verklaart de klacht - onder meer over het poneren van onjuistheden - in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:346 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-640/AL/OV

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht van een advocaat tegen een deken kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:250 Hof van Discipline 's Gravenhage 230097D

    Dekenbezwaar: Advocaat voldoet niet aan de verplichtingen ex artikel 7.4 Voda. Advocaat heeft, ondanks herhaalde toezeggingen de in artikel 7.4 lid 2 Voda bedoelde gegevens publiek toegankelijk te maken en daartoe een website te lanceren, niets gedaan. Pas na de uitspraak van de raad heeft zij een website gelanceerd. Het feit dat verweerster zich niet, dan wel pas na een maatregel opgelegd door de raad en de aanzegging van een last onder dwangsom door de deken, laat corrigeren door het toezichtapparaat van haar beroepsgroep, maken dat zij zich buiten het toezicht op haar beroepsgroep heeft geplaatst. Het hof rekent het verweerster in het bijzonder zwaar aan dat zij de deken ruim anderhalf jaar aan het lijntje heeft gehouden en er daardoor blijk van heeft gegeven zijn toezichthoudende positie binnen de beroepsgroep niet serieus te nemen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:340 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-603/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:347 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-630/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij in een familiekwestie. Klacht grotendeels niet ontvankelijk want te laat bij de deken ingediend. Voor het overige is de klacht kennelijk ongegrond. Verweerster behartigde uitsluitend de belangen van haar cliënte en in dat verband heeft verweerster mogen afgaan op de juistheid van de informatie die zij van haar cliënte had gekregen. Ook van het onnodig dan wel onevenredig schaden van de belangen van klager door verweerster is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:251 Hof van Discipline 's Gravenhage 230160

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:341 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-909/AL/MN

    Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:335 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-402/AL/MN

    Naar het oordeel van de raad heeft verweerder de grenzen van de hem toekomende vrijheid, als advocaat van de wederpartij van klager, niet overschreden en klager niet in een onnodige procedure gedwongen. Uit de stukken is de raad gebleken dat verweerder heeft doorgepakt door na zijn eerste e mail van 27 oktober 2022 aan klager al op 9 november 2022 een verzoekschrift namens zijn cliënte in te dienen. In de tussenliggende periode heeft hij klager naar het oordeel van de raad echter ruim voldoende gelegenheid geboden om een voorstel te doen voor de te benoemen scheidsmannen, de gekozen juridische route bij geschillen volgens het vennootschapscontract. Het stond de cliënte van verweerder daarna vrij om het tegenvoorstel van mediation om haar moverende redenen af te wijzen. Verweerder heeft daarna als partijdige belangenbehartiger in haar opdracht een procedure tot benoeming van arbiters gestart. Alhoewel de tijdsdruk en de toonzetting in de e-mails van verweerder, in het bijzonder die van 4 november 2022, door klager als heftig kunnen zijn ervaren, is dat naar het oordeel van de raad niet tuchtrechtelijk verwijtbaar geweest. Er kan aanleiding voor deze geïrriteerde toonzetting van verweerder zijn geweest door de voorgeschiedenis tussen klager en zijn cliënte als ook door het niet reageren door klager op het voorstel van verweerder en de opstelling van klager. klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:348 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-733/AL/OV

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht van een advocaat tegen een (voormalig) lid van de Raad van de Orde Limburg kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:252 Hof van Discipline 's Gravenhage 230143

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:342 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-036/AL/MN

    Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:336 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-347/AL/OV

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. De advocaat hoeft de vragen van klager niet te beantwoorden. De advocaat heeft in het belang van de eigen cliënt gehandeld. De advocaat is niet gehouden aan klager te laten weten wat met de eigen cliënt is besproken. De advocaat is niet de advocaat van klager en/of de kinderen. De advocaat neemt niet enige vorm van (morele) verantwoordelijkheid over van de eigen cliënt ten opzichte van klager en/of kinderen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:253 Hof van Discipline 's Gravenhage 230022

    Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder mocht in de gegeven omstandigheden bij aanvang van de zaak ervan uit gaan dat hij in de letselschadezaak de belangen van klager en zijn echtgenote, als wettelijke vertegenwoordigers van de zoon, mocht behartigen. Nadat verweerder door ontvangen signalen twijfelde of hij ook de toenmalige echtgenote mocht vertegenwoordigen, heeft hij haar rechtstreeks benaderd en de opdrachtbevestiging alsnog door haar laten ondertekenen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:343 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-748/AL/MN

    De raad stelt voorop dat het tuchtrecht geen (wettelijke) verplichting kent op grond waarvan een klager gehouden is om zijn klachten tegen een advocaat te concentreren en deze tegelijkertijd in een procedure aanhangig te maken. Volgens vaste jurisprudentie van het hof kan in een concreet geval het indienen van een opvolgende klacht wel in strijd komen met de beginselen van een behoorlijk tuchtprocesrecht. In deze klachtzaak oordeelt de raad dat van klaagster redelijkerwijs verwacht mocht worden dat zij meteen op 6 november 2020 had (mee)geklaagd met haar advocaat of dat zij de nu voorgelegde klacht meteen in haar eerdere klachtzaak van diezelfde datum had meegenomen. Klaagster was immers toen al op de hoogte van alle omstandigheden en feiten waarover zij zich nu, twee jaar later, heeft beklaagd. Ook wist klaagster, zo heeft zij tijdens de zitting van de raad bevestigd, dat haar advocaat op 6 november 2020 over hetzelfde heeft geklaagd als waarover zij zich nu heeft beklaagd. Naar het oordeel van de raad staan daarom de beginselen van een behoorlijk tuchtprocesrecht aan een inhoudelijke beoordeling van deze klacht in de weg. De raad oordeelt klaagster daarom niet-ontvankelijk in haar klacht.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:47 Hof van Discipline 's Gravenhage 230126

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:337 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-607/AL/OV

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:208 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5652

    Klacht tegen psychiater. Vanaf 2016 heeft klaagster last van zenuwpijn in haar benen. Een diagnose was niet goed te stellen. De behandeling werd in eerste instantie gericht op depressieve stoornis, waarvoor verschillende anti-depressiva werden voorgeschreven. Dit had geen tot onvoldoende effect. De echtgenoot van klaagster vond een artikel over het geneesmiddel Vimpat en het positieve effect op zenuwpijn. De psychiater vond dat geen goed idee en wilde eerst het behandelplan tegen depressie afronden. Vanaf februari 2022 gebruikt klaagster, op voorschrift van een andere behandelend arts, Vimpat wat binnen een maand na gebruik tot een verbetering van haar klachten leidde. Inmiddels lijdt klaagster aan dementie. Volgens klaagster had zij samen met haar echtgenoot betere jaren samen gehad als zij eerder met de medicatie had kunnen beginnen en had de dementie zich mogelijk minder snel en ernstig ontwikkeld. Het college acht het zorgvuldig dat de psychiater de richtlijn heeft gevolgd en komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.