Zoekresultaten 21751-21800 van de 44930 resultaten

  • ECLI:NL:TNORAMS:2016:37 Kamer voor het notariaat Amsterdam 594416/NT 15-71 CO

    Deels gegronde klacht over afhandeling nalatenschap. Gelet op de vele slordigheden in het dossier en het niet (dan wel te laat) reageren legt de kamer de notaris een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:21 Accountantskamer Zwolle 16/3048 Wtra AK

    Niet betalen opgelegde boete. Tijdelijke doorhaling voor 1 maand.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:51 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-102/DB/LI

    Archiefdossier is geen eigendom van voorgaande advocaat. Een cliënt, en dus ook zijn advocaat, is altijd gerechtigd zijn (voormalig) advocaat te verzoeken hem of haar een afschrift van processtukken en/of correspondentie in zijn zaak toe te zenden. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2016:38 Kamer voor het notariaat Amsterdam 600937 NT 16-5

    Het is in beginsel in strijd met de zorg die een notaris jegens een (voormalig) cliënt moet betrachten, om aan hem gerichte correspondentie niet (tijdig) te beantwoorden. Ook dient de notaris deze correspondentie op zorgvuldige en niet op grievende wijze te beantwoorden. Nu klager tegenover de betwisting van de ontvangst van de correspondentie niet nader heeft onderbouwd dat de notaris op enigerlei wijze kennis heeft genomen daarvan, kan niet worden vastgesteld dat de notaris deze bewust onbeantwoord heeft gelaten. Naar de maatstaven van zorgvuldigheid die de notaris bij de afhandeling van correspondentie dient te betrachten is niet passend om op de wel ontvangen correspondentie van klager te reageren op de wijze zoals hij heeft gedaan. Enige inhoudelijke reactie op de aansprakelijkstelling door klager had, zeker gelet op het eerder vastgestelde tuchtrechtelijk verwijtbare handelen van de notaris, voor de hand gelegen. Ook is de reactie van de notaris onnodig grievend en niet ter zake dienend. De notaris heeft – hoewel daartoe behoorlijk in de gelegenheid gesteld – ook ter zitting geen nadere toelichting willen verstrekken over de aard en de context van de uitlating, dan wel zijn vijandige houding jegens klager. Het niet inlichten van de verzekeringsmaatschappij op grond van de aansprakelijkstelling van klager is niet tuchtrechtelijk laakbaar.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:44 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-119/DH/RO

    wraking; dat aanvullende stukken van verweerder in de klachtzaak niet zonder meer aan het klachtdossier zijn toegevoegd, betekent niet dat het recht op hoor en wederhoor is geschonden, ter zitting kan verweerder zijn standpunten kenbaar maken; verzoek ongegrond;

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:52 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-007/DB/OB

    Niet gebleken dat verweerder gegevens van feitelijke aard naar voren heeft gebracht waarvan hij de onwaarheid kende. Niet gehouden om IJI-rapport in het geding te brengen. Instellen van appel op laatste dag appeltermijn niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2016:39 Kamer voor het notariaat Amsterdam 605771 / NT RK 16/28 605773 / NT RK 16/29

    De notaris heeft voldoende onderbouwd dat voorafgaand aan de aanvaarding van de opdracht door zijn kantoor onderzoek is gedaan naar [*] en haar uiteindelijk belanghebbende(n) (Ultimate Benificial Owner). In dat kader is het handelsregister geraadpleegd en is via de zoekmachine Google naar informatie gezocht omtrent [*]. Daaruit is niet gebleken van enige bijzonderheden en is [*] aangemerkt als uiteindelijk belanghebbende (UBO) bij [*]. Uit voornoemd onderzoek is niet gebleken van enige betrokkenheid van [*] bij [*] en/of [* ]en klagers hebben ook niet concreet onderbouwd dat de notaris bij dit onderzoek steken heeft laten vallen. Met de invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht per 1 oktober 2012 is de verplichte accountantsverklaring bij een inbreng in natura komen te vervallen. Blijkens de parlementaire geschiedenis is de (reële) waardering van inbreng in natura thans voorbehouden aan een door de oprichters of bestuurders op te maken inbrengbeschrijving. Een notaris mag in beginsel af mag gaan op een dergelijke beschrijving van een bestuurder en/of aandeelhouder. Dit kan naar het oordeel van de Kamer anders zijn indien er (evidente) aanwijzingen om aan de juistheid van deze beschrijving te twijfelen. In dat geval kan dit aanleiding zijn voor de notaris om de ministerieverlening te staken, totdat de waarde van de aandelen van een vennootschap op andere (objectieve) wijze is vastgesteld, teneinde misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen. De Kamer is met de notaris van oordeel dat in het onderhavige geval geen aanwijzingen bestonden om aan de juistheid van de beschrijving van [*] te twijfelen en dientengevolge de ministerieverlening te staken. De notaris heeft als extra waarborg nog een verklaring met betrekking tot de waarde van de aandelen vanuit Zwitserland opgevraagd en verkregen. Dat de inhoud van deze verklaring al aanleiding vormt om aan de juistheid ervan te twijfelen volgt de Kamer niet. Daarnaast volgt uit hetgeen hiervoor is overwogen, dat de betrokkenheid van [*] zich vooreerst manifesteerde na voltooiing van de werkzaamheden door de notaris, zodat dit evenmin aanleiding had kunnen zijn om de ministerieverlening te staken. Dat de Zwitserse advocaat [*] naar achteraf is gebleken op enig moment medebestuurder is geworden van [*] is eveneens een omstandigheid waar de notaris geen rekening mee heeft kunnen en behoeven te houden. De notaris heeft in dat kader onweersproken gesteld dat [*] pas medebestuurder van [*] is vanaf 2016.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2017:7 Kamer voor het notariaat Den Haag 16-66

    Klaagster verwijt de notaris het volgende: 1. de notaris heeft een opdracht aanvaard van een niet-belanghebbende voor het opstellen van een verklaring van erfrecht; 2. de notaris heeft op aangeven van een niet-belanghebbende een onjuiste naam van de boedelgevolmachtigde in de verklaring van erfrecht opgenomen; 3. de notaris heeft onzorgvuldig en partijdig gehandeld door alleen te overleggen met de opdrachtgever en vermoedelijk drie van de vier erfgenamen. De notaris heeft klaagster buitengesloten; 4. de notaris heeft haar informatieplicht onvoldoende uitgeoefend door klaagster niet te betrekken bij het opstellen van de verklaring van erfrecht; 5. de notaris verzuimde en weigerde de erfgenamen in te lichten over de gebruikelijke regels met betrekking tot de noodzaak van de verklaring van erfrecht; 6. de notaris bracht de kosten voor het herstellen van de naam van de juiste boedelgevolmachtigde in de verklaring niet in rekening bij de opdrachtgever, maar bij de erven, hetgeen onzorgvuldig is, aangezien de notaris verantwoordelijk is voor deze gemaakte beroepsfout.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:45 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-939/DH/RO

    voorzittersbeslissing; klacht tegen eigen advocaat deels te laat, deels kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 065/2016

    Klacht IGZ tegen chirurg (en tegen anesthesioloog in samenhangende zaak). Demente patiënt met heupfractuur in OK zonder zijn echtgenote als vertegenwoordiger erbij. Geen Time-out. Daarna links/rechts verwisseling. Klacht deels gegrond. In deze omstandigheden volstaat een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2016:40 Kamer voor het notariaat Amsterdam 619610 / NT RK 16/78

    Het beletten van (ongemotiveerde) vragen met betrekking tot de ontvankelijkheid van de leden van de Kamer voor het notariaat is, zonder nadere toelichting, die ontbreekt, geen omstandigheid die erop wijst dat de onpartijdigheid van mr. Pompe schade zou kunnen lijden. Bovendien is gesteld noch gebleken dat een of meer leden van de wrakingskamer niet zouden voldoen aan een van de (benoemings)vereisten als bedoeld in artikel 94 Wna dan wel het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren; evenmin is aangevoerd wat de relevantie daarvan is in verband met de onpartijdigheid van mr. Pompe. Nu het onderhavige wrakingsverzoek geen feiten of omstandigheden bevat waaruit vooringenomenheid van mr. Pompe of zwaarwegende aanwijzingen voor objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor, zijn af te leiden, kan een mondelinge behandeling achterwege blijven. Het wrakingsverzoek is dan ook kennelijk ongegrond en het verzoek zal zonder behandeling ter zitting worden afgewezen.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2017:8 Kamer voor het notariaat Den Haag 16-61

    Klaagster verwijt de notaris dat hij geen actie heeft ondernomen toen hij er van op de hoogte raakte dat erflaatster was overleden. De notaris had klaagster daarvan op de hoogte moeten stellen en haar – in het kader van de verdeling van de nalatenschap van erflaatster – de gelegenheid moeten bieden om aanspraak te maken op haar erfdeel in de onverdeelde nalatenschap van erflater. De notaris had klaagster moeten informeren dat haar vordering op de nalatenschap van erflater door het overlijden van erflaatster opeisbaar was geworden. De notaris had niet mee mogen werken aan de afwikkeling van de nalatenschap van erflaatster.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:54 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-757/DB/LI

    Tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klager onvoldoende schriftelijk voor te lichten over het risico dat bij staken van alimentatiebetaling tot tenuitvoerlegging van de beschikking zou kunnen worden overgegaan. Voldoende voorgelicht over mogelijkheid executiegeschil. Niet gebleken dat verweerster eigen financiële belang voorop heeft gesteld. Deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:40 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-936/DH/RO

    Voorzittersbeslissing; klacht tegen advocaat wederpartij, familierechtelijk geschil

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:102 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.331

    Klacht tegen een psychiater, inhoudende dat hij ten onrechte heeft geadviseerd medicatie-inname als voorwaarde te stellen voor het onbegeleid verlof van klager in het kader van zijn TBS. Daarnaast zou de psychiater zich niet volledig inzetten om uit de behandelimpasse te komen. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat het advies van de psychiater zorgvuldig tot stand is gekomen en dat de psychiater voldoende inspanning heeft verricht om uit de behandelimpasse te komen. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:97 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.181

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:41 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-955/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht van eigen cliënt over kwaliteit dienstverlening. Uit het dossier valt naar het oordeel van de voorzitter niet te concluderen dat verweerder zich in onvoldoende mate voor klaagster en haar gemachtigde heeft ingespannen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:103 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.358

    Klager verwijt de huisarts, dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar handelt door, ondanks het verzoek daartoe van klager, aan klager (en al zijn andere patiënten) niet een digitale omgeving aan te bieden die het mogelijk maakt dat vertrouwelijke medische informatie per e-mail veilig aan de huisarts kan worden gezonden. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:98 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.270

    Klacht tegen huisarts. Klager, zijn ex-partner en hun kinderen zijn allen patiënt (geweest) van verweerder. De ex-partner heeft op enig moment haar medisch dossier opgevraagd en ingebracht in de echtscheidingsprocedure. In dat dossier was door verweerder onder de “s” van subjectief aantekening gemaakt van hetgeen de ex-partner met verweerder had besproken. Klager verwijt verweerder dat hij deze aantekeningen heeft gemaakt en voorts dat het dossier met deze aantekeningen in de echtscheidingsprocedure zijn ingebracht. Ook verwijt klager dat verweerder naar aanleiding van hetgeen de ex-partner met hem besprak geen contact met klager heeft opgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager en gelast publicatie van de beslissing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:42 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-961/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat over kwaliteit dienstverlening. In het dossier bevindt zich geen enkele aanwijzing voor de juistheid van de stellingen van klager, zodat de voorzitter de juistheid van de gemaakte verwijten niet kan vaststellen. Dit geldt temeer nu uit het dossier blijkt dat klager meermalen zijn tevredenheid heeft geuit over de door verweerster aan hem verleende rechtsbijstand. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:104 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.360

    Klacht tegen psychiater. Klager is onder behandeling in een psychiatrisch ziekenhuis. Verweerster is hoofdbehandelaar van klager en derhalve eindverantwoordelijk voor de behandeling. Klager verwijt verweerster: 1. het voorschrijven van een medicijn dat niet meer op de markt is toegelaten en in strijd is met indicatie en gebruik, hetgeen tevens strijdig is met de door het UMCU afgegeven second opinion, alsmede te weigeren de noodzaak van het voorschrift te onderbouwen; 2. ondeugdelijke verslaglegging RTG Amsterdam: Kennelijk ongegrond. Klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:99 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.274

    De arts was als vrijgevestigd psychiater werkzaam. Klaagster is bij de arts in behandeling gekomen nadat zij via een andere psychiater is verwezen. Klaagster kampte met paniekaanvallen, depressieklachten en had een eerdere behandeling bij een GGZ- instelling afgebroken. Klaagster verwijt de arts dat zij de grenzen van de behandelrelatie (professionele distantie) met klaagster heeft overschreden, dat zij haar oneerlijk heeft behandeld, bij haar een onjuiste diagnose heeft gesteld en dat zij de behandelrelatie op laakbare wijze heeft verbroken. RTG Amsterdam heeft de klacht in alle onderdelen ongegrond verklaard. Het CTG verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:43 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1018/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij in echtscheidingsprocedure. Verweerster heeft de belangen van haar cliënt behartigd en is daarbij gebleven binnen de voor haar - als advocaat van de wederpartij - geldende grenzen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:105 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.361

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:277 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-938/DH/DH

    voorzittersbeslissing, klacht te laat ingediend en niet-ontvankelijk

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:94 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.180

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:40 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160257

    Klacht tegen de eigen advocaat, inhoudende dat zij de belangen van klaagster in de echtscheidingsprocedure onvoldoende zorgvuldig heeft behandeld, is ook in hoger beroep ongegrond. Klaagster heeft ermee ingestemd dat voor de waardering van de bestanddelen van de huwelijksgoederengemeenschap aansluiting zou worden gezocht bij de in 2011 verrichte taxatie en dat niet nogmaals taxaties zouden behoeven te worden uitgevoerd. De klacht dat verweerster niet heeft gecontroleerd of de actuele waarde van de woning nog correspondeerde met de waarde vermeld in het taxatierapport, is daarom ongegrond. Verweerster heeft de kwestie van de vrijwaring met klaagster besproken, zodat verweerster niet verweten kan worden dat zij heeft nagelaten haar twijfels over de haalbaarheid van de door de bank te verlenen vrijwaring aan klaagster kenbaar te maken. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:100 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.275

    De klacht heeft betrekking op de (voorgenomen) ooglid correctie van klaagster, uit te voeren door de aangeklaagde huisarts. Tijdens het voorgesprek en uit het door klaagster ingevulde intakeformulier kwam naar voren dat klaagster bloedverdunnende medicijnen gebruikte. Klaagster heeft in overleg met de trombosedienst voorafgaand aan de geplande ingreep haar medicatie afgebouwd en bovendien op voorschrift van haar eigen huisarts drie dagen bètablokkers gebruikt om haar iets verhoogde bloeddruk te verlagen. Op de dag van de ingreep heeft de huisarts tijdens de voorbereiding geconstateerd dat de oogleden van klaagster verdikt waren en uit het met klaagster gevoerde gesprek kwam toen naar voren dat klaagster een pacemaker had waarop de huisarts de voortgang heeft gestaakt en contact op heeft genomen met de cardioloog. Naar aanleiding van dit gesprek heeft de huisarts de ingreep niet uitgevoerd in verband met het risico van ontregeling van de pacemaker. Klaagster verwijt de huisarts dat hij: 1. De operatie onvoldoende zorgvuldig heeft voorbereid door niet door te vragen naar de redenen van het gebruik van de bloedverdunnende medicatie, hij heeft zich op de dag van de ingreep onvoldoende op de operatie voorbereid en door zijn handelwijze veroorzaakt dat klaagster nodeloos medicatie heeft gebruikt; 2. Onjuist advies heeft gegeven over de hervatting van de antistollingsmedicatie nadat de ingreep zou hebben plaatsgevonden; 3.Klaagster financiële schade heeft berokkend waarvan zij vergoeding wenst; 4. Slecht heeft gecommuniceerd en geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn eigen fouten door zich te verschuilen achter andere instanties. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klachtonderdelen 1,2 en 4 gegrond en 3 niet-ontvankelijk en legt de arts de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de arts. De berisping blijft gehandhaafd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:278 Raad van Discipline 's-Gravenhage `16-940-DH/RO

    Voorzittersbeslissing; klacht tegen advocaat in cassatie-strafzaak

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:53 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-160/DB/ZWB

    Niet gebleken van affectieve relatie met cliënte. Niet onnodig grievend door te verwijzen naar feiten waarvoor klager onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:95 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.131

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:41 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160259

    Klacht tegen eigen advocaat. Verweerders hebben de volledige behandeling van het geschil tussen klager en zijn werkgever overgenomen van de rechtsbijstandverzekeraar van klager, die niet tevreden was over de begeleiding door de rechtsbijstandverzekeraar. Toen zij klager adviseerden aan te sturen op opschorting van de mediation omdat klager ziek was, terwijl zij wisten dat klager door de bedrijfsarts hersteld was verklaard, hadden zij klager moeten waarschuwen dat als de werkgever deze opstelling niet zou accepteren deze een ontslagvergunning kon aanvragen. Verweerders hebben de strategie niet opnieuw met klager besproken toen de werkgever de mediation stop zette. Verweerders mochten er niet van uitgaan dat de risico's al voldoende door de rechtbijstandverzekeraar met klager waren besproken. Vernietiging beslissing van de raad. Waarschuwing en proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:101 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.298

    Klacht tegen een psychiater, inhoudende dat zij klager voor 'junk' heeft uitgemaakt, dat klager dankzij de psychiater verstoken is geraakt van de medicatie die hij wel degelijk nodig heeft (oxazepam) en dat de psychiater de behandelrelatie met hem heeft beëindigd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat niet tot de vaststelling kan worden gekomen dat de psychiater de termen junk en junkengedrag jegens klager heeft gebruikt, dat de psychiater met haar beleid om het de medicatie (oxazepam) te stoppen niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld jegens klager, en dat klager bij de zorgoverdracht door de psychiater niet in zijn belangen is geschaad nu dit op zorgvuldige wijze is geschied. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft dit oordeel. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:279 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-953/DH/RO

    Voorzittersbeslissing; klacht advocaat tegen advocaat

  • ECLI:NL:TNORAMS:2017:6 Kamer voor het notariaat Amsterdam 616084/NT 16-65

    Klacht over - onder meer - negatieve bewaringspositie. Het handelen van de notaris toont volgens de kamer aan dat hij onvoldoende besef heeft van de hoge eisen die de maatschappij, mede in het belang van de rechtszekerheid, aan het notariaat stelt. Te allen tijde moet de maatschappij erop kunnen vertrouwen dat de aan een notaris toevertrouwde gelden in veilige handen zijn. De kamer acht de normschendingen van de notaris dusdanig ernstig dat het niet langer verantwoord is dat de notaris zijn ambt voortzet. Dat er sinds het bewaringstekort in september 2016 niet opnieuw een bewaringstekort is ontstaan en dat de notaris diverse maatregelen heeft getroffen, waaronder het aannemen van een (interne) boekhouder en het aanstellen van een coach/begeleider maakt dit niet anders. Op een vraag ter zitting naar de kans op herhaling antwoordde de notaris dat hij zal trachten om niet opnieuw in een dergelijke situatie terecht te komen. De kamer heeft gezien het vorenstaande niet de overtuiging dat de notaris – geconfronteerd met soortgelijke financiële problemen– niet nogmaals de gelden van de kwaliteitsrekening zal aanwenden om aan zijn verplichtingen te voldoen. Gezien de door het BFT in het rapport van 6 januari 2017 vastgestelde zwakke financiële positie van de notaris lijkt dat risico niet denkbeeldig. De notaris lijkt het laakbare van zijn handelen niet althans onvoldoende in te zien, hetgeen de kamer hem ernstig aanrekent. Ontzetting uit het ambt.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:96 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.179

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:42 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160276

    Klacht tegen advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft – rekening houdend met zijn positie in het dossier – niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door, na door zijn kantoorgenoot aan hem gedane mededelingen, een vertrouwelijke vaststellingsovereenkomst aan de Belastingdienst te verstrekken. Klacht ongegrond. In hoger beroep kunnen geen nieuwe klachten worden aangevoerd. Voor dat deel van de klacht is klager niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:273 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-901/DH?RO

    voorzittersbeslissing; klacht van advocaat tegen advocaat

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:49 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-811/DB/LI

    Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door in een brief aan derden te schrijven dat klager op staande voet was ontslagen en dat daarna een vaststellingsovereenkomst was gesloten, nu dit feitelijk juist was. Mededeling in diezelfde brief dat klager klanten van haar cliënte probeert af te troggelen en wanprestatie pleegt, is niet onnodig grievend, omdat verweerster dit op basis van de van haar cliënte verkregen informatie mocht schrijven. Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door bij diezelfde brief afschriften te voegen van verweersters brief aan klagers advocaat en van oude brieven van zakenrelaties van klager, omdat dit in het kader van de behartiging van de belangen van haar cliënte een redelijk doel diende. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:274 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-905/DH/RO

    voorzittersbeslissing; echtscheidingsprocedure, klacht tegen advocaat wederpartij

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:275 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-906/DH/RO

    Voorzittersbeslissing; echtscheidingsprocedure, klacht tegen advocaat wederpartij

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:50 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-758/DB/LI

    Tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klager onvoldoende schriftelijk voor te lichten over het risico dat bij staken van alimentatiebetaling tot tenuitvoerlegging van de beschikking zou kunnen worden overgegaan. Voldoende voorgelicht over mogelijkheid executiegeschil. Niet gebleken dat verweerster eigen financiële belang voorop heeft gesteld. Deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:44 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-942/DB/OB

    Periode van vier maanden, sinds de verlening van de toevoeging, voor het geven van een advies, is wel lang, maar, mede gelet op het feit dat niet is gebleken dat in die periode een fatale termijn is verstreken of dat klager daarvan anderzijds nadeel heeft ondervonden, niet zo lang dat de advocaat hiervan tuchtrechtelijk een verwijt moet worden gemaakt. Klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:276 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-911?DH?DH

    voorzittersbeslissing; klacht deels niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belang, deels ongegrond

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:35 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16180

    Gynaecoloog wordt verweten dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld omdat bij het verwijderen van de baarmoeder van klaagster een blaaslaesie is ontstaan. Complicatie. Van een onzorgvuldige uitvoering van de ingreep is niet gebleken. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:36 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16147

    Verwijt aan huisarts dat hij geen aandacht heeft gehad voor de negatieve uitslag van een bloedwaardeonderzoek in 2013, voor een brief van de internist, voor het verloop van zijn ziektebeeld en dat hij klager onvoldoende heeft geïnformeerd en begeleid. Verweerder heeft voldoende aandacht besteed en de juiste weg bewandeld. De brief van de internist behoefde geen aanleiding te zijn om ingezette beleid te veranderen. Voldoende informatie en begeleiding. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:46 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1037/DB/OB

    Begrijpelijk dat klaagster de wijze van procederen (ongefilterd doorsturen van grote hoeveelheid stukken van de cliënt) door advocaat van de wederpartij als hinderlijk heeft ervaren; uit de aan de raad overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, is evenwel niet gebleken dat klaagster hierdoor nodeloos in haar belangen is geschaad. De rechter bepaalt of het indienen van stukken wordt toegelaten. Rechter onjuist geïnformeerd door een brief van de cliënt waarin staat vermeld dat stukken in een eerdere procedure bij het gerechtshof zijn zoekgeraakt, terwijl deze stukken door het gerechtshof aan verweerster waren geretourneerd. Klacht gedeeltelijk gegrond; waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:37 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16199

    Klaagster die de Nederlandse taal niet machtig is, verwijt gynaecoloog dat hij haar niet op de juiste wijze heeft geïnformeerd en niet heeft geverifieerd of zij de informatie had begrepen waardoor zonder informed consent de baarmoeder is verwijderd. Vanwege taalbarrière had verweerder extra oplettendheid behoren te betrachten, ook al was er een (informele) tolk aanwezig die vertaalde. Niet geverifieerd of klaagster begreep dat zij na de ingreep geen kinderen meer kon krijgen. Aan informatieplicht is niet voldaan. Waarschuwing en publicatie.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:47 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-918/DB/ZWB

    Geen misleiding door email tussen partijen niet aan beslagrechter over te leggen. Geschil hierover dient door de rechter in de hoofdzaak te worden beoordeeld, niet door de beslagrechter. Het is een advocaat toegestaan om door middel van het leggen van conservatoir beslag zekerheid te stellen voor de vordering van haar cliënte. Beslaglegging op alle tegoeden van klaagster bij de bank is in overeenstemming met de gangbare praktijk. Klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:48 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-884/DB/LI

    Niet gebleken dat verweerster feitelijke gegevens heeft verstrekt en alimentatieberekeningen heeft gemaakt waarvan zij de onjuistheid kende of kon kennen, evenmin gebleken van onprofessionele uitlatingen. Geen onaanvaardbare dubbelrol gespeeld door zowel op te treden als schuldhulpverlener, en een WSNP-verzoek in te dienen, als als schuldeiser. Ongegrond.