Zoekresultaten 21251-21300 van de 44839 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:57 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/047

    Klager verwijt de waarnemend huisarts een verkeerde diagnose en onvoldoende zorg. Verweerder heeft volgens klager de uiteindelijke diagnose van netvliesloslating gemist. Dit heeft ernstige consequenties voor klager. Gegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:74 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-488/DH/RO

    Advocaat wederpartij heeft paspoorten van klaagster en haar dochter in bewaring genomen en daarvan vrevolgens kopieën verstrekt aan de eigen cliënt. Dat is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Verder is sprake van onnodig grievende uitlatingen en is onder verantwoordelijkheid van de advocaat correspondentie rechtstreeks aan klaagster gezonden, terwijl zij door een advocaat werd bijgestaan. Maatregel: berisping.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:78 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-279

    Ongegronde klacht van twee directe collega’s, waarvan éé n eigenaar van de praktijk, tegen tandarts. Klagers ontvankelijk aangezien de klacht ziet op oncollegiaal gedrag dat van invloed is (of kan zijn) op de individuele gezondheidszorg. Geen sprake van niet nakomen afspraken met betrekking tot vakantie of ongeoorloofd onbereikbaar zijn voor opdrachtgever. Opschorting werkzaamheden door tandarts was gerechtvaardigd gezien de langdurige achterstand in de betaling van haar facturen. Niet gebleken dat tandarts de praktijk maandenlang in onzekerheid heeft gelaten over hervatting van haar werkzaamheden of zorgplicht heeft geschonden jegens patiënten.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:51 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/176

    Klager verwijt verweerster (psychiater verbonden aan de instelling waar klager in het kader van een IBS gedwongen verbleef) dat zij zonder zijn toestemming medische informatie heeft verstrekt aan een medewerker van justitie. Dit naar aanleiding van een brand die was ontstaan in een afzonderingsruimte waar klager op dat moment was opgesloten. Verweerster voert verweer. Gegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2017:11 Kamer voor het notariaat Amsterdam 615147 / NT RK 16/60

    Een notaris kan niet per definitie worden aangemerkt als partijadviseur door het enkele feit dat vennootschap partij was bij de door haar gepasseerde akte. Op de notaris rustte, dan ook niet de verplichting om aan belanghebbenden tijdig kenbaar te maken dat zij in die hoedanigheid zou optreden.De enkele omstandigheid dat een advocaat, werkzaam op het kantoor van de notaris, is opgetreden voor een van partijen is onvoldoende om aan te nemen dat daarmee ook de notaris als partijadviseur is opgetreden voor die partij. Uit de brief van de notaris aan de gemachtigde van klaagster volgt dat de aandeelhoudersovereenkomst in overweging is genomen en dat de notaris er op heeft gewezen dat in het onderhavige geval sprake is van een aandelenoverdracht aan een zogeheten ‘Affiliate’ waardoor het aan klaagster toekomende ‘right of first refusal’ en de ‘tag-along provisions’ niet van toepassing zijn. Op basis van de aan de notaris kenbare feiten was er onvoldoende aanleiding tot twijfel dat de rechten van klaagster een beletsel vormden voor de aandelenoverdracht. De notaris heeft dan ook op goede gronden kunnen komen tot het verlenen van ministerie.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:72 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-203

    Gegronde klacht van klager tegen tandarts. Bewaarplicht patiëntendossier blijft gelden bij en na overdracht praktijk. Plaatsen implantaten bij patiënt zonder voorafgaande behandeling parodontitis verwijtbaar vanwege verhoogd risico op verlies van niet alleen eigen tanden en kiezen, maar ook van geplaatste implantaten. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:79 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-198a

    Gegronde klacht van klaagster tegen tandarts. Ondanks door klaagster geuite klachten die konden wijzen op parodontitis en zichtbare verschijnselen hiervan geen onderzoek verricht naar parodontitis. Gehandeld in strijd met ‘Protocol parodontale diagnostiek en behandeling’. Ondanks onder toezicht van de Inspectie gevolgd verbetertraject heeft tandarts College niet kunnen overtuigen van voldoende inzicht in aard en potentiële ernst van parodontologische problematiek. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van drie maanden met een proeftijd van twee jaar.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:52 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/175

    Klager verwijt verweerster (psychiater verbonden aan de instelling waar klager in het kader van een IBS gedwongen verbleef) dat zij zonder zijn toestemming medische informatie heeft verstrekt aan een medewerker van justitie. Dit naar aanleiding van een brand die was ontstaan in een afzonderingsruimte waar klager op dat moment was opgesloten. Verweerster voert verweer. Gegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2017:12 Kamer voor het notariaat Amsterdam 620311/NT 16-82 O

    Het eerste klachtonderdeel is gegrond. De notaris had ook de afwikkeling van het samenlevingscontract moeten betrekken bij de afwikkeling van de verkoop en levering van de woning. Klager bestrijdt dat hij door de notaris op haar kantoor zou zijn uitgenodigd. Zijn advocate heeft klager in een e-mailbericht laten weten dat zij niet door de notaris te woord is gestaan en ook geen medewerker van het kantoor haar uitvoerig uitleg heeft gegeven. Aangezien de notaris geen schriftelijke bevestiging heeft kunnen overleggen van een gesprek dat zij of een van haar medewerkers met de advocate van klager heeft gevoerd, wordt ook het tweede klachtonderdeel gegrond verklaard. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:73 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-263

    Deel gegronde klacht van moeder van patiënt tegen tandarts. Niet gehandeld conform ‘Meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld’ van KNMT. Tandarts had meer en beter moeten communiceren met patiënt/zijn naasten en toestemming moeten vragen aan patiënt/zijn naasten om gegevens te verstrekken aan Veilig Thuis, alvorens hier een melding te doen. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/331

    De klacht betreft de behandeling van klagers destijds 3 jarig zoontje. Klager verwijt de huisarts dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld ten aanzien van de door hem geuite klachten over een gezwollen buik, braken en diarree en zijn zoontje niet heeft verwezen voor nadere diagnostiek. Ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-198b

    Ongegronde klacht van klaagster tegen tandarts die haar één maal heeft gezien tijdens afwezigheid van haar vaste tandarts. Vanwege spoedconsult niet gehouden hele gebit en tandvlees klaagster te beoordelen. Niet beantwoorden vraag van klaagster betreffende gebit/tandvlees, die verder ging dan acute klacht, gezien algemeen aanvaarde normen beroepsgroep niet verwijtbaar. Voor nader onderzoek terugverwijzen naar eigen tandarts niet verwijtbaar. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2017:13 Kamer voor het notariaat Amsterdam 616731/NT 16-70 Th

    Klacht ongegrond. Van een belangenverstrengeling is de kamer niet gebleken. Voor zover klager met het weigeren van inzage in de onderliggende documenten bedoelt het niet verstrekken van de NAW-gegevens van de medewerkster van de notaris die als gevolmachtigde van de andere partij bij het passeren van de leveringsakte aanwezig was, oordeelt de kamer dat de notaris terecht deze gegevens niet heeft verstrekt, omdat dit in strijd zou zijn met de privacy van deze medewerkster. De kamer merkt op dat het te doen gebruikelijk is dat medewerkers van een notariskantoor als gevolmachtigde van een partij bij de akte optreden.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:74 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-036

    Ongegronde klacht tegen een internist. Klaagster is klachtgerechtigd. Het is niet de taak van de tuchtrechter om ambtshalve te onderzoeken of de naaste betrekking van een overleden patiënt de wil van de overleden patiënt vertegenwoordigt. Perforatie van de dikke darm tijdens de colonoscopie is een zeldzame maar bekende complicatie van een colonoscopie. Het College heeft in de stukken geen enkele aanwijzing gevonden voor de beschuldiging van klaagster dat de internist roekeloos of verwijtbaar fout zou hebben gehandeld. Klacht afgewezen

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/188VP

    Zaak betreft bemoeizorg. Klager klaagt namens zichzelf en namens zijn overleden moeder. Klager verwijt verweerster onder andere zonder rechtsgrond een medisch dossier te hebben aangelegd en in de verklaring in zijn medisch dossier een onvolledige en onjuiste voorstelling van zaken te geven die niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Deels gegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2017:14 Kamer voor het notariaat Amsterdam 616293/NT 16-66 TH

    Klaagster stelt – samengevat – dat de kandidaat-notaris niet aan zijn zorgplicht heeft voldaan door het nalaten van het zetten van zijn handtekening onder de notarisverklaring in het afschrift van de hypotheekakte. Het is gebruikelijk dat de notaris na het passeren van de hypotheekakte een zogenaamde notarisverklaring aan de hypotheekhouder zendt, waarin hij verklaart over - kort gezegd – de door hem verrichte werkzaamheden. Dat gebeurt aan de hand van een standaardtekst, die wordt geplaatst onderaan een door de notaris afgegeven afschrift van de hypotheekakte. De inhoud moet worden gezien als een schriftelijke bevestiging van het hebben voldaan aan de zorgplicht die de notaris ten aanzien van het passeren van de hypotheekakte heeft. In het onderhavige geval heeft de kandidaat-notaris vergeten deze notarisverklaring te ondertekenen. Dat is echter naar het oordeel van de kamer niet een zodanige fout, dat deze tuchtrechtelijk laakbaar moet worden geacht. Het zetten van de handtekening onder de notarisverklaring is immers geen vereiste voor het geldig tot stand komen van een hypotheekrecht. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:75 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-233b

    Ongegronde klacht tegen een oogarts. De oogoperatie en gehanteerde techniek conform de in de beroepsgroep geldende standaard en niet is gebleken dat de oogarts niet adequaat heeft gehandeld toen zich problemen voordeden. Niet gebleken dat verweerster zich onvoldoende op de hoogte heeft gesteld van de medische voorgeschiedenis van klager. Het syndroom IFIS komt regelmatig voor en een verhoogd risico hierop is geen reden om af te zien van een operatie, omdat uitstel nog nadeliger zou zijn. Het wijzigen en bijstellen van medicatie ter regulering van de druk in het oog na de operatie is een verdedigbare keuze die binnen de grenzen valt van een redelijk bekwame beroepsuitoefening. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:80 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160218

    Klacht tegen eigen advocaat. Niet gebleken dat verweerder niet de jegens klaagster vereiste partijdigheid en onafhankelijkheid in acht heeft genomen door op uitnodiging van een derde mee te doen aan een autorally in vrije tijd. Geen schending geheimhoudingsplicht. Klacht ongegrond. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:102 Raad van Discipline Amsterdam 16-1121/A/A

    Klacht tegen advocaat wederpartij wegens schending geheimhouding ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:103 Raad van Discipline Amsterdam 17-039/A/A 17-041/A/A 17-040/A/A

    Klacht over uitlatingen van collega-advocaat ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:104 Raad van Discipline Amsterdam 17-036/A/A

    Klacht tegen collega-advocaat gegrond. Onnodig grievende uitlatingen. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:105 Raad van Discipline Amsterdam 17-191/A/NH

    Wrakingsverzoek afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:99 Raad van Discipline Amsterdam 17-238/A/A

    Dekenbezwaar gegrond. Onbevoegde uitoefening advocatuur. Schrapping van tableau.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:106 Raad van Discipline Amsterdam 17-228/A/A 17-229/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:100 Raad van Discipline Amsterdam 16-1123/A/A

    Verzet tegen voorzittersbeslissing ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:30 Accountantskamer Zwolle 16/894 Wtra AK

    Betrokkene heeft een financieel onderzoek uitgevoerd voor zijn opdrachtgever en een rapport uitgebracht. De opdrachtgever heeft over de inhoud van dat rapport een persbericht uitgebracht. In een reactie daarop aan zijn cliënt heeft betrokkene haar gewezen op de passage in het rapport ten aanzien van het gebruik daarvan en laten weten geen toestemming voor openbaarmaking van het rapport te hebben verleend en zich van de gegeven interpretatie in het persbericht te distantiëren. Betrokkene heeft, geconfronteerd met de onjuiste informatie adequaat en conform de geldende beroepsregels (artikel 10 VGBA) gehandeld. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:101 Raad van Discipline Amsterdam 17-034/A/A

    Klacht tegen advocaat wederpartij ongegrond. Vrijheid van handelen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:31 Accountantskamer Zwolle 16/1655 Wtra AK

    Een vereniging verzorgt de administratie voor één van de bij haar aangesloten leden op grond van een dienstverleningsovereenkomst. In verband met een tussen hen ontstaan geschil voert betrokkene in opdracht van het lid (een stichting) een onderzoek uit naar de rechtmatigheid van de door de vereniging verrichte betalingen voor het lid. Betrokkene heeft in zijn rapport niet vermeld op grondslag van welke beroepsnormen hij zijn onderzoek heeft uitgevoerd. Afgezien van de vraag of NVCOS 4400 de toepasselijke standaard is blijft het algemene uitgangspunt dat betrokkene zich dient te houden aan de gedrags- en beroepsnormen voortvloeiende uit de VGBA. Het onderzoek is niet aan te merken als persoonsgericht onderzoek omdat het onderzoek betrekking had op de opdrachtgever. Omdat het onderzoek ook de rechtspositie van de vereniging kon raken heeft betrokkene toepassing gegeven aan het beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid en het conceptrapport terecht voor een wederhoor reactie naar de vereniging gestuurd. De klacht is gegrond wat betreft de verwerking door betrokkene van de reacties van de vereniging op het conceptrapport in het rapport. De maatregel van waarschuwing wordt opgelegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:71 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160287

    De raad heeft ten aanzien van het klachtonderdeel zoals omschreven in ro 3.1 geoordeeld dat met het ten overstaan van de rechtbank in twijfel trekken van de ziekte van klaagster sub 1 het belang van de cliënte van verweerder niet noemenswaardig was gediend, terwijl daarmee een groot belang van klagers – hun geloofwaardigheid bij de rechtbank – werd geschaad. Daarmee heeft verweerder naar het oordeel van de raad de grenzen van de hem toekomende vrijheid overschreden. Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die zijn vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt. De grieven van verweerder tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad wordt derhalve, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, bekrachtigd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:72 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170020

    Art. 13 Aw-beklag De zaken waarvoor klager bijstand nodig heeft dienen bij het Gerechtshof ’s Hertogenbosch en Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De deken Limburg is dus niet bevoegd om kennis te nemen van het verzoek van klager en de deken heeft klager hier ook op gewezen. De deken heeft het verzoek van klager naar het oordeel van het hof op juiste gronden afgewezen. Het hof zal dan ook het beklag van klager tegen de beslissing van de deken ongegrond verklaren.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:73 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160319

    Tav ko a: Het hof is van oordeel dat verweerder de zaak van klager onvoldoende voortvarend heeft behandeld en dat de raad ten onrechte heeft bevonden dat het handelen van verweerder tuchtrechtelijk niet verwijtbaar was. Volgt gegrondverklaring van het klachtonderdeel. Tav ko b: Het hof stelt vast dat klager verweerder rechtshulp heeft verzocht in verband met een loonvordering. In een dergelijk geval is onderdeel van een behoorlijke taakuitvoering van de advocaat dat hij uit eigen beweging onderzoekt of in de gegeven omstandigheden een aanspraak op betaling van de wettelijke verhoging en/of de wettelijke rente jegens de (ex-)werkgever bestaat. Indien hiervoor nadere informatie van de cliënt verkregen moet worden, zal de advocaat deze bij de cliënt moeten opvragen. Verweerder heeft dit nagelaten. Volgt gegrondverklaring van het klachtonderdeel.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:87 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-945/DB/OB

    (Financiële) afspraken omtrent voortzetting werkzaamheden ondanks betalingsachterstand niet schriftelijk vastgelegd, waardoor onduidelijk is ontstaan, met uiteindelijk onttrekking tot gevolg. Deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:88 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-944/DB/OB

    (Financiële) afspraken omtrent voortzetting werkzaamheden ondanks betalingsachterstand niet schriftelijk vastgelegd, waardoor onduidelijk is ontstaan, met uiteindelijk onttrekking tot gevolg. Deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:10 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2016/139

    Klacht tegen verzekeringsarts. In het kader van de Algemene Oorlogsongevallenregeling (AOR) is klager door verweerder gekeurd om de mate van arbeidsongeschiktheid te bepalen. Klager is het niet eens met de bevindingen van verweerder. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2016/157

    Klacht tegen een chirurg die onvoldoende onderzoek zou hebben verricht om een recidief mammacarcinoom uit te sluiten ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2016/158

    Klacht tegen chirurg. Klaagster was bij verweerster onder behandeling wegens pijnklachten ten gevolge van een fissura ani. Op een vastgestelde datum zou onder spinale anesthesie de wond aan haar anus goed schoongemaakt worden. Zo geschiedde, dacht zij. Later kwam zij erachter dat verweerster op het bewuste moment twee marisken bij haar anus operatief had verwijderd. Hiervan was klaagster niet op hoogte, laat staan dat zij hiermee had ingestemd. Hier komt bij dat er helemaal geen noodzaak voor de ingreep was, want klaagster had op het bewuste moment bijna geen klachten meer. De ingreep heeft tot veel complicaties en pijn geleid. Klaagster verwijt verweerster dat zij zonder informed consent een onnodige operatie bij haar heeft uitgevoerd. Klacht gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:85 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1184/DB/OB/d

    Tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door te trachten om de rechtbank op basis van onjuiste feitelijke gegevens te bewegen tot toewijzing van een excessieve vergoeding waarop verweerders cliënt, naar verweerder wist dan wel behoorde te weten, op basis van de ter zake geldende wet- en regelgeving geen recht had. Aldus is niet alleen het vertrouwen in zijn beroepsuitoefening, maar ook die in de advocatuur in het algemeen geschaad. De gegrond bevonden bewaren van de deken raken de kernwaarden van de advocatuur, waaronder met name de (financiële) integriteit. Dekenbezwaar gegrond. Voorwaardelijke schorsing van een week met verkorting van de inzagetermijn als bedoeld in art. 8a, derde lid, van de Advocatenwet tot twee jaar.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:86 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1160/DB/OB/d

    Gehandeld in strijd met de Voda door in 2013 en 2015 onvoldoende opleidingspunten te behalen en het tekort niet tijdig te hebben ingehaald. Dekenbezwaar gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-180d

    Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft haar paraaf op het formulier gezet na controle van de set medicatie. Zij heeft erkend dat zij tijdens de dubbelcheck niet goed heeft gekeken en zich heeft vergist in het uiterlijk van de ampullen, waarna het onjuiste medicijn aan klaagster is toegediend. Dit had zij kunnen en moeten voorkomen. Dat later geen contact tussen klaagster en de verpleegkundige heeft plaatsgevonden heeft niet aan klaagster, maar ook niet aan verweerster gelegen. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:73 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-245/DH/DH-a

    verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:69 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160250

    tav ko a Verweerder heeft kennelijk in overleg met zijn cliënten, de bewoners, de beleidslijn gekozen om niet (meer) in overleg te treden met klagers, maar de zaak in een procedure te laten beslechten. Voor die keuze heeft verweerder argumenten aangevoerd die voor hem en zijn cliënten van belang waren, zoals dat het geschil al jaren speelde en dat eerder overleg geëscaleerd was en niets had opgeleverd. Naar het oordeel van het hof stond die beleidslijn verweerder en zijn cliënten vrij, ongeacht of klagers de argumenten van verweerder deelden of niet. Verweerder was derhalve niet gehouden om (opnieuw) met klagers in overleg te treden. tav ko b Verweerder heeft het standpunt ingenomen dat hij, gelet op de nadelen (onder meer hoge kosten) die verbonden waren aan een arbitrale procedure, rekening is blijven houden met de mogelijkheid dat klaagster uiteindelijk toch in rechte geen beroep zou doen op onbevoegdheid van de burgerlijke rechter, mede gezien de in 2012 gevoerde vergelijkbare procedure voor de kantonrechter. Naar het oordeel van het hof stond dat verweerder, ondanks de brieven van mr. R van 6 en 10 maart 2015, vrij. Voorop staat dat verweerder, reeds met het oog op de kosten, mocht menen aldus in het belang van zijn cliënten te handelen. Met het doorzetten van de procedure zijn de belangen van klaagster niet nodeloos en ontoelaatbaar geschaad. Volgt bekrachtiging van de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-180e

    Ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft het verkeerde medicijn toegediend, maar zij mocht ervan uitgaan dat de medicatiecontrole door de andere verpleegkundigen juist was uitgevoerd. Dat later geen contact tussen klaagster en de verpleegkundige heeft plaatsgevonden heeft niet aan klaagster, maar ook niet aan verweerster gelegen. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:70 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160162

    Zaak 16-030B (tenuitvoerlegging) Ingevolge het bepaalde in artikel 48g van de Advocatenwet staat geen rechtsmiddel open tegen de beslissing tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke schorsing. Dat betekent dat verweerder niet ontvankelijk is in zijn hoger beroep tegen de beslissing tot tenuitvoerlegging. Zaken 16-030A, 16-155 en 16-352 Het hof concludeert, met de raad, dat alle bezwaren gegrond zijn. Verweerder onttrekt zich stelselmatig aan het toezicht van de deken, terwijl de vele tegen hem bij de deken ingediende klachten zeer ernstig zijn. Verweerder is al vele malen door de tuchtrechter veroordeeld, veelal voor vergelijkbaar tuchtrechtelijk verwijtbaar gedrag. Volgt bekrachtiging van de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:45 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/215

    Klaagster verwijt verweerster dat zij tekort is geschoten in de supervisie van de chirurgen in opleiding. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:46 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/288

    Klaagster verwijt verweerster een onjuiste differentiaal diagnose te hebben gesteld. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:67 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-178a

    Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De (wijk)verpleegkundige had als zorgregisseur van de wondzorg aan klager de taak het overzicht te houden. Ten aanzien van het door de wondverpleegkundige gewijzigde beleid, namelijk de afbouw van de wondverzorging, was het aan de verpleegkundige om zich in het kader van haar coördinerende taak op de hoogte te stellen van het actuele beleid en van de afspraken tussen de wondverpleegkundige en klager, ook al leek het beleid op het eerste gezicht niet veranderd. Het was aan de verpleegkundige zich ervan te vergewissen dat klager de wond daadwerkelijk zelf kon verzorgen en dat een langzame afbouw niet nodig was. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:47 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/289

    Klaagster verwijt verweerster tekort te zijn geschoten in haar taak de kwaliteit van de zorgverlening te bewaken. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:68 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-180b

    Ongegronde klacht tegen een arts. Time-out procedure overeenkomstig het geldende protocol uitgevoerd. De arts mocht ervan uitgaan dat de dubbele medicatiecontrole door de twee verpleegkundigen juist was uitgevoerd alvorens de arts de opdracht gaf de medicatie toe te dienen. De arts heeft na ontdekking dat iets ernstig mis was gegaan (later bleek dat de verkeerde medicatie was toegediend) adequaat gehandeld. Dat later geen contact tussen klaagster en de arts heeft plaatsgevonden heeft niet aan klaagster maar ook niet aan verweerster gelegen. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:48 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/290

    Klaagster verwijt verweerder onvoldoende supervisie te hebben gehouden. Gegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:69 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-180c

    Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft erkend dat zij het verkeerde medicijn heeft genomen en opgetrokken, waarna het onjuiste medicijn aan klaagster is toegediend. Dit had zij kunnen en moeten voorkomen. Dat later geen contact tussen klaagster en de verpleegkundige heeft plaatsgevonden heeft niet aan klaagster maar ook niet aan verweerster gelegen. Waarschuwing.