Zoekresultaten 14801-14850 van de 44989 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:223 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.327

    Klacht tegen een arts. Klaagster was opgenomen in het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg van een penitentiaire inrichting (hierna: het Centrum). Er was bij klaagster sprake van obesitas, aangezichtspijn, clusterhoofdpijn en afhankelijkheid van opiaten. De arts is als afdelingsarts aan het Centrum verbonden. Klaagster was begonnen met de afbouw van het gebruik van opiaten. Op enig moment heeft klaagster (waarschijnlijk) teveel opiaten toegediend gekregen. Klaagster verwijt de arts dat zij in strijd met haar zorgplicht jegens klaagster in het weekend geen visite aan klaagster heeft afgelegd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:184 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-135/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:7 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-324/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:165 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-354/DH/RO

    Verzoek ex artikel 60b lid 7 Aw is toegewezen. V erzoeker heeft, onder begeleiding van zijn gemachtigde, zijn best gedaan om de schorsingsperiode te benutten om orde op zaken te stellen. Dat verzoeker de op hem rustende toekomstige (financiële) verplichtingen met de begeleiding van diens gemachtigde wel aan kan, is naar het oordeel van de raad voldoende aannemelijk geworden. Nu de deken zich niet meer verzet tegen de opheffing van de schorsing en verzoeker heeft toegezegd spoedig contact op te nemen met de deken Midden-Nederland, opdat de praktijkvoering van verzoeker aldaar kan worden gevolgd, ziet de raad geen beletsel om het verzoek tot opheffing van de schorsing toe te wijzen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:178 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-468/DH/DH

    Verzet niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Geen verschoonbare omstandigheden.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:159 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-186/DH/RO

    Raadbeslissing. De klacht dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door van het voornemen om executiemaatregelen te treffen geen voorafgaande kennis te geven, is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:172 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-384/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. De klacht dat verweerster de rechtbank opzettelijk en bewust onjuiste informatie heeft verstrekt, door te stellen dat het convenant uit november 2018 geldig is, kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:224 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.448

    Klacht tegen huisarts. Klager stelt sinds jonge leeftijd te lijden aan een permanente glimlach/grimas op zijn gezicht. Klager is al meer dan 10 jaar patiënt in de praktijk van de huisarts. Klager is door de huisarts onder meer verwezen naar verscheidene neurologen, maar de klachten zijn niet naar tevredenheid van klager verholpen. De klacht houdt in dat de huisarts onzorgvuldig heeft gehandeld door geen nader onderzoek te laten doen naar de fysieke gesteldheid van (de bewegelijkheid) van zijn gelaatsspieren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege bekrachtigt de beslissing in beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:185 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-708/DH/DH

    Raadbeslissing. Verweerder heeft de ex-echtgenote van klager geadviseerd omtrent de aflossing van de (hypotheek)schuld, die opdrachtbevestiging is afgedrukt op briefpapier van het kantoor waar verweerder tevens als accountant werkzaam is. Verweerder heeft niet uitdrukkelijk en ondubbelzinnig (aan klager) kenbaar gemaakt dat hij niet in de hoedanigheid van advocaat heeft opgetreden. De raad is dan ook van oordeel dat verweerder onvoldoende heeft gedaan om aan klager duidelijk te maken in welke hoedanigheid hij optrad. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:166 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-258/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. De klacht dat verweerder heeft geweigerd cassatieadvies aan klager uit te brengen, geld heeft gevraagd voor niet geleverde inspanningen en heeft geweigerd het originele procesdossier terug te geven kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:179 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-777/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:160 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-164/DH/RO

    Raadbeslissing. Klacht dat verweerder e-mailberichten als bewijs heeft ingebracht in de procedure, terwijl hij wist en behoorde te weten dat deze e-mails niet van klaagster afkomstig waren en zonder toestemming confraternele correspondentie in het geding heeft gebracht gegrond. Mede gelet op schoon tuchtrechtelijk verleden verweerder acht de raad een waarschuwing passend en geboden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:225 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.478

    Klacht tegen tandarts. In beroep ligt nog voor de vraag of de tandarts de behandelrelatie met klager heeft mogen beëindigen. Behoudens gewichtige redenen mag een zorgverlener een behandelingsrelatie niet beëindigen. Blijkens het standpunt “niet aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering van de Geneeskunst (hierna: KNMG) valt het voortdurend of frequent niet betalen van nota’s of rekeningen, waarvan in de onderhavige situatie sprake is, onder de noemer gewichtige reden. De tandarts heeft vervolgens de zorgvuldigheidseisen om de behandelingsovereenkomst te beëindigen in voldoende mate in acht genomen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:167 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-379/DH/DH

    Verweerder is in zijn dienstverlening aan klager op meerdere punten ernstig is tekortgeschoten. De raad maakt verweerder hiervan een tuchtrechtelijk verwijt. De raad acht gelet op de aard en de ernst van de verweten gedragingen en mede in aanmerking genomen het tuchtrechtelijk verleden van verweerder, een schorsing van acht weken waarvan vier weken voorwaardelijk onder de hierna te noemen voorwaarden, passend en geboden. Het voorwaardelijke deel van de maatregel is bedoeld als stok achter de deur.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:15 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/43

    Dierenarts wordt verweten dat hij veterinair tekort is geschoten in de verleende zorg voor en na de behandeling van een paard met een kaakfractuur. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:142 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-405/DH/RO

    Uit de klacht blijkt dat bij klager verwarring is ontstaan over de werkzaamheden die verweerster voor hem zou verrichten in twee zaken. Deze verwarring is ontstaan, omdat verweerster onvoldoende duidelijk en schriftelijk met klager heeft gecommuniceerd. Verweerster heeft verder de voor klager ver strekkende beslissing tot intrekking van een lopende zaak slechts mondeling met hem besproken. Zonder klager bedenktijd te gegeven is verweerster overgegaan tot intrekking. Dit alles is niet zoals het een behoorlijk handelend advocaat betaamt. De raad acht de maatregel van waarschuwing passend.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:72 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190047

    Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder zou de privé-documenten van klager op onzorgvuldige wijze hebben geretourneerd en excessief hebben gedeclareerd. Een advocaat dient uit hoofde van de op hem rustende geheimhoudingsverplichting uiterst zorgvuldig om te gaan met de door zijn cliënt aan hem verstrekte bescheiden. Naar het oordeel van het hof staat voldoende vast dat de door klager bedoelde bescheiden aan verweerder waren toevertrouwd toen klager als cliënt met verweerder contact had, alsmede dat het privacygevoelige stukken betreft. Verweerder heeft deze bescheiden niet aan klager geretourneerd door een klager niet bekende derde (R) laten bezorgen in een horecagelegenheid in Den Haag, alwaar de bescheiden door J. opgehaald zouden moeten worden, zodat J vervolgens deze bescheiden aan klager zou kunnen teruggeven. Met klager heeft geen overleg over deze gang van zaken plaatsgevonden. Hiermee heeft klager niet gehandeld zoals dat van een zorgvuldig advocaat mag worden verwacht. De klacht daarover is gegrond. Ten aanzien van de klacht over de declaratie van 13 november 2014, waarvan klager stelt dat het daarbij in rekening gebrachte honorarium excessief was, overweegt het hof dat verweerder onweersproken heeft gesteld dat klager hierover pas heeft geklaagd op 15 november 2017 zodat de termijn van drie jaar waarbinnen geklaagd kan worden is overschreden. Het hof houdt het er daarom voor dat de klacht is ingediend na verloop van drie jaren vanaf de dag waarop klager kennis had kunnen nemen van het handelen van verweerder waarover geklaagd wordt. Wat dit klachtonderdeel betreft is klager niet-ontvankelijk. Gedeeltelijke bekrachtiging beslissing van de raad. Bekrachtiging berisping. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:155 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-291/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. . Klacht tegen de advocaat die curator in het faillissement van de BV van klager bijstond, gedeeltelijk niet ontvankelijk en gedeeltelijk kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:136 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-120/DH/DH

    Raadbeslissing. Anders dan klaagster, verweerster en de deken ziet de raad redenen ontleend aan algemeen belang om klacht voort te zetten. De verweten gedragingen raken immers aan een andere kernwaarde dan die van deskundigheid, in het bijzonder integriteit. Daar komt bij dat verweerster de ongeoorloofdheid van haar handelwijze heeft betwist. De raad acht beide klachtonderdelen (excessief declareren en in de gegeven omstandigheden onvoldoende deugdelijke voorlichting over mogelijkheden toevoeging) gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:149 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-459/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:79 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190083

    Klacht van medeadvocaat. De klacht houdt in dat verweerder weigert een dossier te verstrekken aan klager. Het hof oordeelt dat klager verweerder enkel heeft verzocht het dossier te verstrekken aan de cliënt van klager, zijnde een letselschadebureau. De klacht mist derhalve feitelijke grondslag en is ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2019:18 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-12

    Klaagster heeft van een medewerker van de notaris bepaalde persoonlijke, medische/psychosociale informatie over de donor gekregen. Daarbij heeft zij tevens van de medewerker vernomen dat de ouders van een ander donorkind persoonlijk contact hebben gehad met dezelfde donor als die van de zoon. De ouders hebben daarna het notariskantoor gebeld om andere ouders van donorkinderen te waarschuwen, omdat de ontmoeting niet goed was verlopen en er mogelijk sprake was van medische/psychiatrische problematiek bij de donor. Deze informatie heeft klaagster ertoe gebracht dat zij in contact wil komen met (de ouders van) het donorkind. Klaagster heeft vervolgens de notaris verzocht om haar contactgegevens door te geven aan de ouders van het andere donorkind, danwel om de ouders van het andere donorkind te benaderen met de vraag om contact op te nemen met klaagster. De notaris weigert dit. Klaagster vraagt zich af of het verstrekken van dergelijke informatie zorgvuldig is en zou graag van de Kamer horen of de notaris zich terecht op zijn geheimhoudingsplicht beroept.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:22 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/26

    Dierenarts wordt verweten dat zij een hond geen Tramadol (werkzame stof Tramadolhydrochloride), zijnde pijnstillende medicatie met een opioïde werking, had mogen voorschrijven. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:16 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/14

    Dierenarts wordt verweten veterinair tekort te zijn geschoten bij het onderzoek en de behandeling van een kreupel paard. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:143 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-450/DH/DH

    Verzet gegrond, klacht ongegrond. De voorzitter heeft miskend dat op een advocaat die namens zijn cliënt het faillissement van de wederpartij aanvraagt een onderzoeksplicht rust die verder strekt dan de algemene onderzoeksplicht naar gegevens die door de cliënt worden verstrekt. Cliënt in deze zaak was de Belastingdienst. Omdat de Belastingdienst aan regels gebonden is die beogen te voorkomen dat lichtvaardig met de bevoegdheid tot het aanvragen van faillissement wordt omgesprongen en niet is gebleken dat deze regels niet zijn nageleefd, mocht verweerder in deze zaak toch afgaan op de informatie van zijn cliënt.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:73 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180240

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder zou op naam van zijn demente moeder een procedure zijn gestart, waarvoor hij een algemene volmacht had laten opstellen door een bevriende notaris, terwijl de moeder niet meer in staat was een volmacht af te geven. Verweerder zou zich onnodig grievend hebben uitgelaten jegens klaagster door haar ervan te betichten fraude te hebben gepleegd. Ook zou hij in de procedure tegen klaagster een valse factuur van zijn advocaat hebben opgevoerd. Ter zake van de procedure met algemene volmacht ziet het hof voldoende aanknopingspunten met verweerders praktijkuitoefening om de daarvoor geldende maatstaven toe te passen. Een advocaat dient bij psychisch kwetsbare cliënten de grootst mogelijke zorgvuldigheid te betrachten. Het tegen beter weten in gebruik maken van een volmacht van een kwetsbare demente bejaarde vrouw om op haar naam een procedure te kunnen voeren in een familievete, acht het hof zeer onzorgvuldig en laakbaar. Ter zake van verweerders uitlatingen oordeelt het hof dat deze binnen de toegestane bandbreedte van verweerders (partijdige) optreden vallen. Ter zake van de factuur oordeelt het hof dat de urenspecificaties van verweerders advocaat geen juist beeld geven van de werkelijkheid en derhalve valselijk zijn opgemaakt, hetgeen ook geldt voor de hierop gebaseerde factuur aan verweerder. Het tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van verweerders advocaat is ook aan verweerder toe te rekenen. Vernietiging raadsbeslissing voor wat betreft de maatregel, in die zin dat het hof tot een langere schorsing komt. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:156 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-313/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat in hoedanigheid van klachtenfunctionaris kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:137 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-027/DH/DH

    Raadbeslissing. Verweerder heeft zich in zijn comparitie-aantekeningen onnodig grievend uitgelaten tegen klager. Dit is niet zoals dat een behoorlijk handelend advocaat betaamt. De uitlatingen moeten naar het oordeel van de raad evenwel worden bezien in de context en tegen de achtergrond van het onderliggende geschil. Gelet op die context alsook de geringe ernst van de overtreding en mede in aanmerking genomen de afwezigheid van een tuchtrechtelijk verleden van verweerder, is de raad van oordeel dat thans volstaan kan worden met gegrondbevinding van dat klachtonderdeel zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2019:19 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-04

    De kandidaat-notaris heeft onvoldoende rekening gehouden met de belangen van klager en de zuster als belanghebbenden. Verder houdt zij zich niet aan de gemaakte afspraken over de bezichtiging van de roerende zaken en de mogelijkheid om deze tegen een zo hoog mogelijke prijs te verkopen. Verder lijkt de kandidaat-notaris geen actie te willen ondernemen om vorderingen van de boedel te incasseren. Het heeft er alle schijn van dat zij de vereffening op een zo kort mogelijke termijn wil afronden zonder daarbij de benodigde zorgvuldigheid in acht te nemen. Weliswaar dient een vereffenaar de kosten van de boedel in de gaten te houden, maar een specificatie van de kosten is tot op heden achterwege gebleven.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:23 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/27

    Dierenarts wordt verweten dat zij een hond, die haar als dienstdoend dierenarts werd aangeboden nadat de hond een epileptische aanval had gehad, gedurende een avondconsult alleen Diazepam heeft toegediend en niet (eerder) een infuusbehandeling met Midazolam is gestart, naast dat zou zijn verzuimd de hond te verwijzen naar een specialistische kliniek. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:150 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-262/DH/DH

    Gelet op nadere toelichting ter zitting van klager is de raad van oordeel dat de startdatum van de ontvankelijkheidstermijn binnen drie jaar voorafgaande aan de indiening van de klacht lag, zodat de voorzitter klager op dit punt ontvankelijk had dienen te verklaren. Het verzet tegen klachtonderdeel c is naar het oordeel van de raad in zoverre gegrond. Klacht ongegrond en verzet voor het overige ook ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:80 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180263

    Klacht over eigen advocaat. De raad heeft in de verzetprocedure de klachtonderdelen ambtshalve aangevuld. Het hof is niet gebleken dat de raad deze ambtshalve aanvulling vooraf kenbaar heeft gemaakt zodat partijen daarop konden reageren. Het hof neemt aan dat verweerster pas met de verzetsbeslissing bekend werd met die aanvullingen. Het hof oordeelt dat dit in strijd met het beginsel van hoor en wederhoor is. Het hof laat deze klachtonderdelen buiten beschouwing. Ten aanzien van de verleende toevoegingen voor de arbeidszaak oordeelt het hof dat de toevoegingen door de Raad voor Rechtsbijstand aan klagers zijn gestuurd en hen dus duidelijk was waarvoor de toevoegingen zijn aangevraagd en welke eigen bijdrage zij daarvoor verschuldigd waren. Ten aanzien van de zaak met de beschadigde telefoon oordeelt het hof dat klagers de eigen bijdrage verschuldigd zijn nu verweerster op verzoek van klagers daarin werkzaamheden heeft verricht, ook al verzochten zij verweerster later de zaak te beëindigen en geen procedure te starten. Ten aanzien van de zaak tegen het UWV oordeelt het hof dat uit de gang van zaken blijkt dat klaagster hiervoor een opdracht aan verweerster had gegeven en wist dat daarvoor een toevoeging werd aangevraagd. Verweerster heeft hiervoor werkzaamheden verricht. Dat achteraf bleek dat de werkgever het bezwaar te laat had ingediend en de werkzaamheden van verweerster dus niet nodig waren, is verweerster niet aan te rekenen omdat zij dit niet kon weten. Dit betekent niet dat de toevoeging ten onrechte is aangevraagd door verweerster. Vernietiging beslissing raad. Klachten ongegrond voor zover aan het hof voorgelegd.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:17 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/52

    Dierenarts wordt verweten met betrekking tot een uitgevoerde keizersnede bij een hond veterinair onjuist en/of nalatig te hebben gehandeld. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:144 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-464/DH/DH

    Verzetbeslissing. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:74 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190004

    Bekrachtiging beslissing raad. Klacht tegen advocaat van de wederpartij over onnodig grievende uitlatingen in klachtzaak ongegrond. Niet vast te stellen nu beide partijen elkaar tegenspreken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:157 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-302/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij over verstrekking van onjuiste informatie aan gerechtshof en voorzieningenrechter en over verzoek om veroordeling in de werkelijke proceskosten kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:138 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-1019/DH/DH

    Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de aan haar verstrekte opdracht niet (voldoende duidelijk) schriftelijk vast te leggen. Daardoor is in onderhavige zaak een hardnekkig misverstand ontstaan over de verschuldigdheid van een aanzienlijk bedrag aan honoraria. Verweersters incassomaatregelen - hoewel civielrechtelijk mogelijk verdedigbaar - hebben klaagster in een lastig parket gebracht, en de terechte excuses voor dit alles zijn pas in een laat stadium geuit, namelijk twee weken voor de klachtbehandeling ter zitting en nadat het Gerechtshof Den Haag had beslist dat klaagster ten onrechte door het kantoor van verweerster aansprakelijk werd gehouden voor het voldoen van de declaraties. Mede tuchtrechtelijk verleden in aanmerking nemend, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:162 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/052

    Klager verwijt verweerster dat zij hem, ondanks zijn belaste medische voorgeschiedenis, geen hulp heeft geboden om hem te weerhouden van het plegen van suïcide. Verweerster heeft verweer gevoerd. Ongegrond

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:24 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/28

    Dierenarts wordt verweten dat hij, nadat een hond eerst door de eigen dierenarts met het diergeneesmiddel Tramadol (werkzame stof Tramadolhydrochloride), zijnde pijnstillende medicatie met een opioïde werking, was behandeld, als opvolgende dierenarts het gebruik van Tramadol onnodig en langdurig heeft voortgezet en de reden van het gebruik niet heeft onderbouwd en niet in verslaglegging heeft genoteerd, naast dat hem wordt verweten te hebben nagelaten de leverwaarden van de hond te controleren. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:151 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-201/DH/DH

    De raad heeft het verzoek van de deken tot schorsing van verweerster op grond van artikel 60ab Advocatenwet afgewezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:81 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190003

    Klacht over eigen advocaat. Verweerder heeft zich onttrokken als advocaat van klaagster, omdat zij de declaraties niet betaalde en niet reageerde op zijn berichten. Verweerder had naar het oordeel van het hof klaagster moeten informeren over de datum en het tijdstip waarop de rechtbank haar zaak ter zitting zou behandelen (Gedragsregel 8 (oud) en Gedragsregel 16 (nieuw)). Het hof oordeelt verder anders dan de raad dat verweerder zich niet ontijdig heeft onttrokken aan de zaak. Verweerder heeft veelvuldig geprobeerd contact te krijgen met klaagster en hij heeft klaagster voldoende tijdig en duidelijk geïnformeerd over de consequenties van zijn onttrekking en het niet verschijnen ter zitting van de rechtbank. Klacht gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing. Kostenveroordeling. Gedeeltelijke bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:18 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/88

    Dierenarts wordt verweten bij een aankoopkeuring van een paard veterinair onjuist c.q. nalatig te hebben gehandeld. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:145 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-774/DH/DH

    Verzetbeslissing. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2019:20 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-20

    De notaris heeft onzorgvuldig gehandeld. Hij heeft gehandeld in strijd met de zorg die hij moet betrachten en hij heeft de belangen van klaagsters geschaad. De notaris heeft de geheimhoudingsplicht geschonden die hem ambtshalve is toevertrouwd inzake de afwikkeling van de nalatenschap van erflater. Er is geen sprake geweest van eerlijk, nauwkeurig en onpartijdig handelen door de notaris. De notaris heeft de klachten van klaagsters als erfgenamen niet serieus genomen. Hierdoor hebben klaagsters immateriële en materiële schade geleden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:75 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190005

    Bekrachtiging beslissing raad. Klacht tegen advocaat wederpartij ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:158 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-301/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat over informatievoorziening, declaraties Raad voor Rechtsbijstand, eigen bijdrage en aanvraag bijzondere bijstand kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:139 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-188/DH/DH 19-260/DH/DH

    19-188/DH/DH: Voorzittersbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening kennelijk ongegrond. 19-260/DH/DH: Voorzittersbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:163 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/051

    Klager verwijt verweerster dat zij hem, ondanks zijn belaste medische voorgeschiedenis, geen hulp heeft geboden om hem te weerhouden van het plegen van suïcide. Verweerster heeft verweer gevoerd. Ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:152 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-281/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Klager is kennelijk niet-ontvankelijk in zijn klacht, voor zover deze ziet op de kort geding procedure in december 2018 wegens ontbreken van rechtstreeks belang . Dit betekent voor overige is klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:133 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-895/A/NH

    De raad is van oordeel dat het merendeel van de klachten gegrond is. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder de kernwaarden (financiële) integriteit, onafhankelijkheid en partijdigheid ernstig geschonden. Uit de door verweerder ingenomen standpunten en uit zijn houding ter zitting is de raad onvoldoende gebleken dat verweerder zich de ernst van de gemaakte verwijten realiseert. Een en ander valt verweerder des te meer aan te rekenen nu verweerder in het verleden al meerdere keren tuchtrechtelijke maatregelen zijn opgelegd, voor gegrond verklaarde klachten die in de lijn liggen van de klachten die de raad nu gegrond heeft verklaard. Kennelijk heeft verweerder daarvan niet (voldoende) geleerd. Alles overziende, acht de raad een schorsing voor de duur van acht weken, waarvan zes voorwaardelijk passend en geboden.