Zoekresultaten 13301-13350 van de 44930 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:25 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190010 en 190011 herstel
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 10-01-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:25
Herstelbeslissing inzake 190010. In de beslissing van het hof zijn verkeerde initialen vermeld bij verweerder. Dit is hersteld.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:33 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-686
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 05-02-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:33
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Op grond van de tekst en de bewoordingen van de brieven die verweerster naar klager en mevrouw mr. D. heeft verstuurd, is niet gebleken dat verweerster daarbij de grenzen van de haar toekomende vrijheid als advocaat van haar cliënte, de verhuurder, heeft overschreden. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:316 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-636
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 23-12-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:316
Voorzittersbeslissing. Verweerder mocht na zijn onttrekking als advocaat van klager een bekende collega adviseren als opvolgend advocaat van de ex-partner van klager. Verweerder mocht afgaan op de informatie van zijn cliënte over co-ouderschap en zich als partijdig advocaat op de standpunten stellen zoals door hem gedaan. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2020:13 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-861/DB/ZWB
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 10-02-2020
- ECLI:NL:TADRSHE:2020:13
Klachtprocedure is geen bestuursrechtelijke procedure. Awb is niet van toepassing. Desalniettemin is een deken ook in een tuchtrechtprocedure gebonden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.Schending hiervan is niet gebleken. Het staat een deken vrij om in zijn hoedigheid van (opvolgend) deken verweer te voeren tegen een klacht tegen mr X in zijn hoedanigheid van (voormalig) deken. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:47 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.188
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 11-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:47
Klacht tegen bedrijfsarts. In deze beroepsprocedure is uitsluitend nog aan de orde klachtonderdeel 5, inhoudende dat de bedrijfsarts stelselmatig heeft geweigerd het volledige dossier aan klager over te leggen.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:34 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-740
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 29-01-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:34
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat deels kennelijk niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop en voor het overige kennelijk ongegrond. Verweerder mocht zijn werkzaamheden voor klager opschorten omdat klager de rekening niet betaalde. Dat verweerder voor de executeur heeft gewerkt in plaats van voor klager heeft klager onvoldoende onderbouwd.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:310 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-471
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 16-12-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:310
Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft opgetreden voor de ex-partner van klager in een familiegeschil. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerster gelet op de overgelegde correspondentie niet in strijd met Regel 6 lid 2 (Gedragsregels 2018) gehandeld door een procedure tegen klager te starten. Daarnaast mocht verweerster in de procedure de partijdige standpunten innemen namens haar cliënte zonder dat is gebleken dat sprake is geweest van onjuiste informatie. Het is aan de civiele rechter om daarover te oordelen. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:304 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-303
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 26-08-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:304
Voorzittersbeslissing. Op de klacht van klager over de weigering om een toevoeging aan te vragen is tuchtrechtelijk eerder beslist, zodat dit klachtonderdeel ex art. 47b Advocatenwet kennelijk niet-ontvankelijk is (ne bis in idembeginsel). De andere klachten zijn verjaard of klager heeft daarbij geen eigen belang en daarmee (kennelijk) niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:317 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-482
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 11-11-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:317
Voorzittersbeslissing. Privégedragingen van een advocaat. Voldoende verband tussen privégedragingen en de uitoefening van het beroep van advocaat. Klaagster is ontvankelijk in haar klacht. Oordeel over de verweten gedraging is voorbehouden aan de civiele rechter. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2020:14 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-804/DB/OB
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 07-02-2020
- ECLI:NL:TADRSHE:2020:14
Verweerder heeft in zijn hoedanigheid van klachtenfunctionaris het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:48 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.247
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 11-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:48
Klacht tegen tandarts. Klaagster heeft zich gewend tot een gespecialiseerd tandheelkundig centrum voor een second opinion over het tandheelkundig handelen van haar tandarts. Verweerster heeft deze second opinion gedaan en hiervan een onderzoeksverslag opgesteld. Klaagster verwijt verweerster onder meer dat zij haar het toegezegde gespreksverslag heeft onthouden en klaagster niet zelf aan twee elementen heeft willen behandelen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:35 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-758
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 29-01-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:35
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Niet gebleken dat verweerster zich niet heeft gehouden aan de opdracht en ook niet gebleken dat verweersters waarnemers een andere strategie hebben gevolgd dan verweerster.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:311 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-493
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 16-12-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:311
Voorzittersbeslissing. Klacht over het handelen van verweerster als advocaat van de faillissementscurator van een broer van klager. Daarover is ook al geklaagd door een andere broer en daarop is onherroepelijk en afwijzend beslist. De onderhavige klacht van klager heeft betrekking op hetzelfde feitencomplex. De voorzitter zal zich daar niet nog een keer over buigen. Klager is derhalve kennelijk niet-ontvankelijk in zijn klacht op grond van het ne bis in idem beginsel ex artikel 47b Advocatenwet.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:305 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-365
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 16-08-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:305
Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft haar oud-kantoorgenoot bijgestaan in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van klager. Als advocaat van de wederpartij van klager heeft verweerster de grenzen van het betamelijke jegens hem niet overschreden. Daarnaast staat vast dat zij geen betrokkenheid heeft gehad bij de beslissing van de curator tot (weigering tot opheffing van de) beslaglegging richting klager. Daarvan kan verweerster dan ook geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:42 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.458
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 11-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:42
Klacht tegen huisarts. De klacht heeft betrekking op de dochter van klaagster, destijds twee weken oud. Klaagster heeft telefonisch contact opgenomen met de praktijk van verweerster en daarbij gesproken met de assistente, die van het consult aantekening heeft gemaakt in het dossier. Verweerster is niet op de hoogte gesteld van dit telefonisch consult. Drie dagen later wordt de dochter van klaagster in het ziekenhuis opgenomen. Klaagster verwijt verweerster – kort gezegd – dat naar aanleiding van het telefonisch contact niet adequaat is gereageerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het beroep van klaagster slaagt en het Centraal Tuchtcollege legt aan verweerster de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:49 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.269
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 11-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:49
Klacht tegen een internist. Klaagster was onder behandeling gekomen bij een gynaecoloog vanwege een cysteuze afwijking in het ovarium en verwezen naar verweerster voor een coloscopie. Klaagster verwijt verweerster – kort samengevat – dat zij te lang heeft gewacht met de coloscopie en voorafgaand daaraan het dossier niet goed heeft bekeken, chaotisch heeft gehandeld rondom opname en ontslag, de uitslag van een CT-scan heeft genegeerd en voorts onvoldoende contact heeft gehad met klaagster en haar broer. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:36 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-760
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 29-01-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:36
Voorzittersbeslissing. Klacht over verweerder in zijn hoedanigheid van faillissementscurator kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:312 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-494
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 23-12-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:312
Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft in de echtscheidingsprocedure van klager bij een aantal procedures zijn ex-partner bijgestaan. Verweerster heeft binnen de grenzen van haar toekomende vrijheid, als advocaat van de wederpartij van klager gehandeld. Zij mocht afgaan op de informatie van haar cliënte en niet is gebleken dat haar een tuchtrechtelijk verwijt treft over de gang van zaken tijdens het viergesprek tussen partijen en hun advocaten. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:306 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-363
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 02-08-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:306
Voorzittersbeslissing. Dat verweerster niet de zorg heeft betracht die van haar als redelijk handelend advocaat mocht worden verwacht is de voorzitter niet gebleken. Verweerster heeft in haar pleitnota het standpunt van klager uitvoerig uiteengezet. Het is niet ongebruikelijk dat waar vragen van de rechter betrekking hebben op feiten, de beantwoording van die vragen door de advocaat aan de cliënt wordt overgelaten. Voldoende informatie over risico en mogelijke kosten van een procedure. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:43 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.104
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 11-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:43
Klacht tegen revalidatiearts. Klaagster is uitgevallen met werkgerelateerde overspanningsklachten. Zij is door de bedrijfsarts verwezen naar een re-integratiebedrijf voor een begeleidingstraject om terugkeer naar de werksituatie te faciliteren. De revalidatiearts heeft klaagster eenmalig gezien voor een medisch onderzoek, in het kader van de intake bij het begeleidingstraject. Klaagster verwijt de revalidatiearts onder meer dat zij geen dossier heeft gehouden van het medisch onderzoek dat zij heeft verricht, een diagnose heeft gesteld buiten haar vakgebied en tekort is geschoten in haar zorgplicht jegens klaagster door geen controle uit te oefenen op minimaal één niet-BIG-geregistreerde functionaris, aan wie zij kennelijk taken had gedelegeerd. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt deze beslissing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:22 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190139
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 10-01-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:22
Klacht over advocaat wederpartij. Het hof oordeelt evenals de raad dat niet is gebleken dat verweerster in de procedure van klager tegen de bank onjuiste informatie heeft verstrekt of de rechter heeft misleid over het door de bank gelegde beslag op de boot. Verweerster mocht afgaan op de juistheid van de van haar cliënte ontvangen informatie over het in Frankrijk gelegde beslag en daaruit de conclusie trekken dat er destijds rechtsgeldig beslag op de boot was gelegd. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:16 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190154
- Datum publicatie: 11-02-2020
- Datum uitspraak: 10-01-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:16
Klacht eigen advocaat. Klager verwijt verweerder dat hij hem onvoldoende heeft geïnformeerd en onvoldoende met hem zou hebben samengewerkt. Verweerder was niet verplicht het volledige dossier of de elektronische rolberichten met klager te delen. Uit de zich in het klachtdossier bevindende stukken blijkt dat verweerder klager steeds op de hoogte heeft gehouden en processtukken in concept heeft toegezonden. Niet kan worden vastgesteld dat verweerder in strijd met de wil van klager arrest zou hebben gevraagd. Niet gebleken is dat de kwaliteit van de dienstverlening van verweerder onvoldoende zou zijn. Klacht op alle onderdelen ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:31 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-220
- Datum publicatie: 11-02-2020
- Datum uitspraak: 11-02-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:31
Klacht tegen een bedrijfsarts. Klager stelt dat de bedrijfsarts hem te lang heeft belemmerd om terug te keren in zijn eigen werk. Naar aanleiding van onderhavige klacht heeft (het bedrijf van) beklaagde aangekondigd de kosten op klager te verhalen. Klager heeft zich tijdens de tuchtrechtprocedure door de handelswijze van beklaagde gedwongen gevoeld de klacht in te trekken. Het College is van oordeel dat de behandeling van de klacht – in het algemeen belang van een zorgvuldige omgang door zorgverleners met (tucht)klachten van cliënten/patiënten – moet worden voortgezet en dat de klacht ter zitting moet worden besproken, in aanwezigheid van de IGJ. De klacht wordt voortgezet, de IGJ zal als klager worden aangemerkt.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:17 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190155
- Datum publicatie: 11-02-2020
- Datum uitspraak: 10-01-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:17
Klacht eigen advocaat. Klager verwijt verweerder dat hij ondanks verzoeken van klager heeft nagelaten het volledige strafdossier met klager te delen, dat verweerder de getuigenverhoren en de zitting niet goed heeft voorbereid en dat verweerder slecht bereikbaar was. Verweerder zou voorts onduidelijkheid hebben laten bestaan over de wijze waarop de werkzaamheden zouden worden vergoed: op toevoegbasis of op betalende basis en de kwaliteit van de dienstverlening zou onvoldoende zijn. Het hof is met de raad van oordeel dat verweerder niet verplicht was het volledige dossier aan klager te verstrekken. Van niet goed voorbereid zijn voor de getuigenverhoren is niet gebleken. De voorbereiding voor de zitting verdient geen schoonheidsprijs, maar het handelen van verweerder is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Niet gebleken dat verweerder niet bereikbaar was. Verweerder heeft duidelijk aangegeven klager op toevoegingsbasis bij te zullen staan. Verweerder heeft pas laat gezien dat de aanvraag was afgewezen maar heeft klager daarover direct na ontdekking geïnformeerd. Dat de toevoeging uiteindelijk pas kort voor de zitting toch werd verleend kan verweerder niet worden verweten. Niet gebleken dat de kwaliteit van de dienstverlening onvoldoende was. Klacht op alle onderdelen ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:18 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190212
- Datum publicatie: 11-02-2020
- Datum uitspraak: 10-01-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:18
Intrekking klacht. Geen bezwaren van de deken. Raadsbeslissing vernietigd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:25 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/324
- Datum publicatie: 11-02-2020
- Datum uitspraak: 11-02-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:25
De klacht jegens verweerster omvat 22 klachtonderdelen. Klaagster verwijt verweerster met name dat zij ten onrechte is uitgegaan van pediatric condition falsification en van een Tramadol intoxicatie en dat verweerster de meldcode kindermishandeling niet goed heeft toegepast. Verweerster heeft verweer gevoerd. Het college heeft de klacht in al haar onderdelen ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:222 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190169
- Datum publicatie: 11-02-2020
- Datum uitspraak: 13-12-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:222
Beroepschrift van klager met daarin de gronden van het hoger beroep is buiten de beroepstermijn door de griffie van het hof ontvangen. Hoger beroep niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:19 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180052
- Datum publicatie: 11-02-2020
- Datum uitspraak: 10-01-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:19
Eindbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Verweerder heeft een bedrag van € 12.000,- in rekening gebracht en is een uurtarief van € 275,- overeengekomen. Verweerder stelt dat hij veel tijd aan de zaak heeft besteed. Het hof acht onaannemelijk dat verweerder ongeveer 36 uur aan de zaak zou hebben besteed en verweerder heeft geen urenregistratie bijgehouden. Dit komt voor zijn rekening en risico. Verweerder heeft niet aangetoond dat hij voor de werkzaamheden een redelijk tarief in rekening heeft gebracht. Klacht over excessief declareren gegrond. Verweerder heeft voorts tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klager niet uitdrukkelijk te informeren over de mogelijkheid van gefinancierde rechtsbijstand. Het opnemen van een enkele bepaling in een standaardovereenkomst dat hij de cliënt heeft medegedeeld dat gefinancierde rechtsbijstand mogelijk is, is onvoldoende. Klacht gegrond. Berisping ondanks blanco tuchtrechtelijk verleden wegens ernstige veronachtzaming van de te betrachten zorgvuldigheid en gebrek aan inzicht in het laakbare van zijn handelen. Vernietiging raadsbeslissing en proceskostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:223 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190171
- Datum publicatie: 11-02-2020
- Datum uitspraak: 13-12-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:223
Beroep ondanks appelverbod. Geen doorbreking van het appelverbod, omdat de leden van de behandelend kamer bij de raad bij aanvang van de mondelinge behandeling aan hem zijn voorgesteld. Klager had op dat moment de gelegenheid tegen de gewijzigde samenstelling van de kamer bezwaar te maken. Voorts had klager tijdens die zitting de mogelijkheid de tuchtrechter te wraken. Klagers heeft van beide mogelijkheden geen gebruik gemaakt. Voor zover klager het oneens is met de motivering van de raadsbeslissing, geldt dat dit een inhoudelijke beroepsgrond is, die niet kan leiden tot doorbreking van het appelverbod. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:20 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190153
- Datum publicatie: 11-02-2020
- Datum uitspraak: 10-01-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:20
Intrekking klacht. Geen bezwaren van de deken. Raadsbeslissing vernietigd.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:224 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190010 en 190011
- Datum publicatie: 11-02-2020
- Datum uitspraak: 13-12-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:224
Intrekking klacht ter zitting van het hof. Hof vernietigt raadsbeslissing en verstaat dat op de klacht niet meer hoeft te worden beslist.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:21 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190261
- Datum publicatie: 11-02-2020
- Datum uitspraak: 24-01-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:21
Beklag ex art. 13 Advocatenwet. Beklagtermijn van 6 weken overschreden. Niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:26 Raad van Discipline Amsterdam 19-862/A/A
- Datum publicatie: 10-02-2020
- Datum uitspraak: 03-02-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:26
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Niet is gebleken dat de kantoorgenote van verweerster, mr. B, voor klaagster is opgetreden als advocaat. Het feit dat mr. B het gemeenschappelijk verzoek tot echtscheiding bij de rechtbank heeft ingediend kan niet (onverkort) tot de conclusie leiden dat mr. B (ook) voor klaagster is opgetreden. Hoewel het beter was geweest als verweerster van haar e-mail van 19 april 2019 aan de rechtbank direct een afschrift aan de advocaat van klaagster had gestuurd, acht de voorzitter het feit dat verweerster dit kennelijk pas een week later heeft gedaan van onvoldoende gewicht om tuchtrechtelijk verwijtbaar te zijn. Klacht grotendeels kennelijk ongegrond, voor het overige kennelijk van onvoldoende gewicht.
-
ECLI:NL:TACAKN:2020:11 Accountantskamer Zwolle 19/960 Wtra AK
- Datum publicatie: 10-02-2020
- Datum uitspraak: 10-02-2020
- ECLI:NL:TACAKN:2020:11
Een accountant heeft op verzoek van een curator onderzoek gedaan naar de jaarrekeningen van twee failliete vennootschappen. Dit onderzoek vertoont kenmerken van een persoonsgericht onderzoek, omdat het met name is gericht op de door de controlerend accountant uitgevoerde werkzaamheden. Omdat de controlerend accountant niet is gehoord, mist het rapport een deugdelijke grondslag. Ook had de accountant er rekening mee moeten houden dat zijn rapport in een gerechtelijke procedure zou worden ingebracht. Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TACAKN:2020:12 Accountantskamer Zwolle 19/658 en 19/2025 Wtra AK
- Datum publicatie: 10-02-2020
- Datum uitspraak: 10-02-2020
- ECLI:NL:TACAKN:2020:12
Klacht naar aanleiding van handelen accountant in business. Klacht gedeeltelijk gegrond. Betrokkene heeft gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit. Oplegging maatregel van berisping. Betrokkene heeft zich voorgedaan als bestuurder en vertegenwoordiger van klaagster, terwijl hij dat niet (meer) was en hij heeft de indruk gewekt dat hij zijn ‘medebestuurder’ (hoewel hij zelf geen bestuurder meer was) in de communicatie betrok terwijl hij wist dat het e-mailadres (in de cc) niet bereikbaar was. Met instemming van betrokkene, die destijds bestuurder was, is een verklaring opgemaakt die aan een bank is verstrekt. Dat betrokkene, zoals hij op de zitting heeft toegelicht, nooit de intentie heeft gehad om anderen hiermee te benadelen, maar enkel om een praktische oplossing te vinden voor een probleem dat zich voordeed, doet er niet aan af dat hij in dezen niet eerlijk en oprecht is opgetreden. Aan de hand van de stukken en wat ter zitting naar voren is gebracht, is het voor de Accountantskamer niet mogelijk om met voldoende mate van zekerheid vast te stellen dat, zoals klagers stellen, de handtekening op de cheque die is aangeboden aan de bank daadwerkelijk door betrokkene geplaatst is.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:16 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 19142
- Datum publicatie: 10-02-2020
- Datum uitspraak: 10-02-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:16
Klacht tegen gz-psycholoog, behandelaar van de ex-man van klaagster, over het doen van ongefundeerde uitspaken aan de raad voor de kinderbescherming en het afgeven van een belastende verklaring over klaagster aan de raad. Waardeoordelen die geen behandeldoel dienen. In strijd gehandeld met de KNMG-richtlijn “Omgaan met medische gegevens” en de professionele opvattingen van het NIP. Onvoldoende blijk van het vermogen te reflecteren op het eigen handelen in relatie tot de richtlijnen. Gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TNORARL:2020:4 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/357536 KL RK 19-107
- Datum publicatie: 10-02-2020
- Datum uitspraak: 24-01-2020
- ECLI:NL:TNORARL:2020:4
De kamer verklaart de klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn.
-
ECLI:NL:TACAKN:2020:10 Accountantskamer Zwolle 19/1208 Wtra AK
- Datum publicatie: 07-02-2020
- Datum uitspraak: 07-02-2020
- ECLI:NL:TACAKN:2020:10
Betrokkene is vaktechnisch verantwoordelijk voor de te late registratie bij de belastingdienst van een voorovereenkomst tot inbreng van een onderneming van een vennootschap onder firma in een besloten vennootschap.. Betrokkene heeft tevens een onjuiste aanname gedaan over de fiscale oudedagreserve van één van de vennoten. Beide klachten zijn gegrond in verband met handelen in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Maatregel: waarschuwing. Klachten over het ontbreken van overleg (waarvan verslaglegging ontbreekt) en advisering over cumulatief preferente aandelen zijn niet aannemelijk gemaakt en ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2020:9 Accountantskamer Zwolle 19/609 en 19/610 Wtra AK
- Datum publicatie: 07-02-2020
- Datum uitspraak: 07-02-2020
- ECLI:NL:TACAKN:2020:9
Klachten over (fiscaal) onjuiste waardering van participaties, foutieve samenstelling van jaarrekeningen en daardoor onjuiste aangiften VpB, niet nakomen van toezeggingen en verhullen van een fout zijn ongegrond. De verwijten zijn onvoldoende feitelijk onderbouwd of niet aannemelijk gemaakt.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:12 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190167
- Datum publicatie: 07-02-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:12
Klacht over advocaat wederpartij. Beperkt hoger beroep verweerder. Het hof oordeelt dat verweerder het standpunt van zijn cliënten op een zakelijke wijze heeft verwoord. Deze weergave kan niet als onnodig grievend worden aangemerkt. Het door verweerder weergegeven standpunt van zijn cliënten betreft ook geen stelling waarvan verweerder weet of redelijkerwijs kan weten dat deze in strijd met de waarheid is. Vernietiging beslissing raad, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen. Klachtonderdelen b) en c) ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:13 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190221
- Datum publicatie: 07-02-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:13
Artikel 13 beklag. Klager wenst aanwijzing van een advocaat in een zaak waarin de beslissing van het gerechtshof in 2012 onherroepelijk is geworden. Cassatie is niet meer mogelijk en klager heeft onvoldoende opheldering gegeven over eventuele gronden voor herroeping. De deken heeft het verzoek tot aanwijzing op goede gronden kunnen afwijzen. Afgewezen.
-
ECLI:NL:TNORARL:2019:73 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/355275 KL RK 19-87
- Datum publicatie: 07-02-2020
- Datum uitspraak: 18-12-2019
- ECLI:NL:TNORARL:2019:73
Klacht over nalatenschap op alle onderdelen ongegrond. De omstandigheid dat klaagster de onafhankelijkheid van de notaris in twijfel trok had voor de notaris weliswaar niet noodzakelijk een reden behoeven te zijn om zijn werkzaamheden onmiddellijk te beëindigen, maar het feit dat de notaris daartoe in dit geval wel aanleiding zag vormt op zich zelf beschouwd ook geen grond voor een tuchtrechtelijke veroordeling.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:14 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190225
- Datum publicatie: 07-02-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:14
Artikel 13 beklag. Verweerder verzocht de deken om aanwijzing van een advocaat omdat zijn advocaat in de procedure niet bereid is een door klager opgesteld wrakingsverzoek te ondertekenen. De deken heeft het verzoek afgewezen omdat klager niet voldoende kon uitleggen dat het advies van zijn advocaat onjuist was. De deken heeft op goede gronden het verzoek afgewezen. Beklag ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2019:74 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/350358 KL RK 19-31
- Datum publicatie: 07-02-2020
- Datum uitspraak: 20-09-2019
- ECLI:NL:TNORARL:2019:74
De wetgever heeft ten aanzien van het inschakelen van een tolk zoals bepaald in artikel 42 lid 1 van de Wna maar ook ten aanzien van de algemene informatieplicht van artikel 43 en de zorgplicht van artikel 17 lid 1 van de Wna het oog op notariële akten. Echter ook de ondertekening van onderhandse akten dient naar het oordeel van de kamer met de grootst mogelijke notariële zorgvuldigheid omringd te worden. Dit betekent dat de notaris, nadat hem was gebleken dat klagers de Nederlandse taal niet eigen waren, er niet mee kon volstaan klagers een overeenkomst bestaande uit vele pagina’s voor te houden om deze te ondertekenen. Niet uitgesloten was immers dat klagers onvoldoende de inhoud van de overeenkomst begrepen en de rechtsgevolgen van de overeenkomst onvoldoende tot hen zouden doordringen. De klacht is daarom gegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:37 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.199
- Datum publicatie: 06-02-2020
- Datum uitspraak: 06-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:37
Klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Klager heeft in 2009 een vaccinatie tegen de Mexicaanse griep toegediend gekregen door zijn huisarts. Een week nadien meldt hij zich op de polikliniek neurologie van het ziekenhuis met klachten van hoofdpijn, misselijkheid en slechte visus. Klager wordt daarna opgenomen. Vanwege afwijkende bloedwaarden wordt door de hematoloog gedacht aan de diagnose TTP/HUS (een zeldzame aandoening van de bloedstolling) waardoor contact wordt opgenomen met een universitair medisch centrum. Klager wordt overgedragen naar het UMC, waar de diagnose TTP/HUS wordt bevestigd. Een dag na de opname wordt klager ontslagen en krijgt hij de tweede vaccinatie tegen de Mexicaanse griep toegediend. Een dag nadien wordt klager op de spoedeisende hulp van een ander ziekenhuis gezien, waar de diagnose CVA wordt gesteld. Enkele weken na de opname wordt klager overgeplaatst naar een revalidatiecentrum en vervolgens naar een verpleeghuis. Vanaf oktober 2011 is klager opgenomen in een ander verpleeghuis, waar de specialist ouderengeneeskunde werkzaam is. Hij is tijdens de opname in dit verpleeghuis steeds direct dan wel indirect bij de behandeling betrokken geweest. Klager (inmiddels overleden) verwijt de specialist ouderengeneeskunde, kort samengevat, het volgende: 1. aan klager is niet de juiste zorg verleend, nu niet is onderkend dat de ziektebeelden voortkomen uit de vaccinaties tegen de Mexicaanse griep, 2. de specialist ouderengeneeskunde heeft een onjuist medicatiebeleid gevoerd, en 3. de informatievoorziening jegens klager en zijn gemachtigde is onvoldoende geweest. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:31 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.193
- Datum publicatie: 06-02-2020
- Datum uitspraak: 06-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:31
Klacht tegen een neuroloog. Klager heeft in 2009 een vaccinatie tegen de Mexicaanse griep toegediend gekregen door zijn huisarts. Een week nadien meldt hij zich op de polikliniek neurologie van het ziekenhuis met klachten van hoofdpijn, misselijkheid en slechte visus. Klager wordt daarna opgenomen. Vanwege afwijkende bloedwaarden wordt door de hematoloog gedacht aan de diagnose TTP/HUS (een zeldzame aandoening van de bloedstolling) waardoor contact wordt opgenomen met een universitair medisch centrum. Klager wordt overgedragen naar het UMC, waar de diagnose TTP/HUS wordt bevestigd. Een dag na de opname wordt klager ontslagen en krijgt hij de tweede vaccinatie tegen de Mexicaanse griep toegediend. Een dag nadien wordt klager op de spoedeisende hulp van een ander ziekenhuis gezien, waar de diagnose CVA wordt gesteld. Enkele weken na de opname wordt klager overgeplaatst naar een revalidatiecentrum waar hij enige maanden verblijft. Daarna is klager voor verpleegzorg overgebracht naar een verpleeghuis. Drie weken nadien krijgt klager een epileptisch insult. De neuroloog heeft klager gezien bij de overdracht naar het UMC en na het epileptisch insult. Klager (inmiddels overleden) verwijt de neuroloog, kort samengevat, het volgende: 1. aan klager is niet de juiste zorg verleend, nu niet is onderkend dat de ziektebeelden voortkomen uit de vaccinaties tegen de Mexicaanse griep, 2. de neuroloog heeft een onjuist medicatiebeleid gevoerd, en 3. de informatievoorziening jegens klager en zijn gemachtigde is onvoldoende geweest. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:38 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.200
- Datum publicatie: 06-02-2020
- Datum uitspraak: 06-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:38
Klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Klager heeft in 2009 een vaccinatie tegen de Mexicaanse griep toegediend gekregen door zijn huisarts. Een week nadien meldt hij zich op de polikliniek neurologie van het ziekenhuis met klachten van hoofdpijn, misselijkheid en slechte visus. Klager wordt daarna opgenomen. Vanwege afwijkende bloedwaarden wordt door de hematoloog gedacht aan de diagnose TTP/HUS (een zeldzame aandoening van de bloedstolling) waardoor contact wordt opgenomen met een universitair medisch centrum. Klager wordt overgedragen naar het UMC, waar de diagnose TTP/HUS wordt bevestigd. Een dag na de opname wordt klager ontslagen en krijgt hij de tweede vaccinatie tegen de Mexicaanse griep toegediend. Een dag nadien wordt klager op de spoedeisende hulp van een ander ziekenhuis gezien, waar de diagnose CVA wordt gesteld. Enkele weken na de opname wordt klager overgeplaatst naar een revalidatiecentrum en vervolgens naar een verpleeghuis. De specialist ouderengeneeskunde was supervisor van een specialist ouderengeneeskunde in opleiding en heeft naast haar concrete betrokkenheid meerdere multidisciplinaire overleggen over klager bijgewoond. Klager (inmiddels overleden) verwijt de specialist ouderengeneeskunde, kort samengevat, het volgende: 1. aan klager is niet de juiste zorg verleend, nu niet is onderkend dat de ziektebeelden voortkomen uit de vaccinaties tegen de Mexicaanse griep, 2. de specialist ouderengeneeskunde heeft een onjuist medicatiebeleid gevoerd, en 3. de informatievoorziening jegens klager en zijn gemachtigde is onvoldoende geweest. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:32 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.194
- Datum publicatie: 06-02-2020
- Datum uitspraak: 06-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:32
Klacht tegen een neuroloog. Klager heeft in 2009 een vaccinatie tegen de Mexicaanse griep toegediend gekregen door zijn huisarts. Een week nadien meldt hij zich op de polikliniek neurologie van het ziekenhuis met klachten van hoofdpijn, misselijkheid en slechte visus. Klager wordt daarna opgenomen. Vanwege afwijkende bloedwaarden wordt door de hematoloog gedacht aan de diagnose TTP/HUS (een zeldzame aandoening van de bloedstolling) waardoor contact wordt opgenomen met een universitair medisch centrum. Klager wordt overgedragen naar het UMC, waar de diagnose TTP/HUS wordt bevestigd. Een dag na de opname wordt klager ontslagen en krijgt hij de tweede vaccinatie tegen de Mexicaanse griep toegediend. Een dag nadien wordt klager op de spoedeisende hulp van een ander ziekenhuis gezien, waar de diagnose CVA wordt gesteld. Enkele weken na de opname wordt klager overgeplaatst naar een revalidatiecentrum waar hij enige maanden verblijft. Daarna is klager voor verpleegzorg overgebracht naar een verpleeghuis. De neuroloog heeft klager meermaals gezien als behandelend arts nadat klager het CVA had gehad. Klager (inmiddels overleden) verwijt de neuroloog, kort samengevat, het volgende: 1. aan klager is niet de juiste zorg verleend, nu niet is onderkend dat de ziektebeelden voortkomen uit de vaccinaties tegen de Mexicaanse griep, en 2. de informatievoorziening jegens klager en zijn gemachtigde is onvoldoende geweest. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:39 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.201
- Datum publicatie: 06-02-2020
- Datum uitspraak: 06-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:39
Klacht tegen een neuroloog. Klager heeft in 2009 een vaccinatie tegen de Mexicaanse griep toegediend gekregen door zijn huisarts. Een week nadien meldt hij zich op de polikliniek neurologie van het ziekenhuis met klachten van hoofdpijn, misselijkheid en slechte visus. Klager wordt daarna opgenomen. Vanwege afwijkende bloedwaarden wordt door de hematoloog gedacht aan de diagnose TTP/HUS (een zeldzame aandoening van de bloedstolling) waardoor contact wordt opgenomen met een universitair medisch centrum. Klager wordt overgedragen naar het UMC, waar de diagnose TTP/HUS wordt bevestigd. Een dag na de opname wordt klager ontslagen en krijgt hij de tweede vaccinatie tegen de Mexicaanse griep toegediend. Een dag nadien wordt klager op de spoedeisende hulp van een ander ziekenhuis gezien, waar de diagnose CVA wordt gesteld. Enkele weken na de opname wordt klager overgeplaatst naar een revalidatiecentrum waar hij enige maanden verblijft. Daarna is klager voor verpleegzorg overgebracht naar een verpleeghuis. De neuroloog heeft klager meermaals gezien als behandelend arts nadat klager het CVA had gehad. Klager (inmiddels overleden) verwijt de neuroloog, kort samengevat, het volgende: 1. aan klager is niet de juiste zorg verleend, nu niet is onderkend dat de ziektebeelden voortkomen uit de vaccinaties tegen de Mexicaanse griep, en 2. de informatievoorziening jegens klager en zijn gemachtigde is onvoldoende geweest. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:33 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.195
- Datum publicatie: 06-02-2020
- Datum uitspraak: 06-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:33
Klacht tegen een neuroloog. Klager heeft in 2009 een vaccinatie tegen de Mexicaanse griep toegediend gekregen door zijn huisarts. Een week nadien meldt hij zich op de polikliniek neurologie van het ziekenhuis met klachten van hoofdpijn, misselijkheid en slechte visus. Klager wordt daarna opgenomen. Vanwege afwijkende bloedwaarden wordt door de hematoloog gedacht aan de diagnose TTP/HUS (een zeldzame aandoening van de bloedstolling) waardoor contact wordt opgenomen met een universitair medisch centrum. Klager wordt overgedragen naar het UMC, waar de diagnose TTP/HUS wordt bevestigd. Een dag na de opname wordt klager ontslagen en krijgt hij de tweede vaccinatie tegen de Mexicaanse griep toegediend. Een dag nadien wordt klager op de spoedeisende hulp van een ander ziekenhuis gezien, waar de diagnose CVA wordt gesteld. Enkele weken na de opname wordt klager overgeplaatst naar een revalidatiecentrum waar hij enige maanden verblijft. Daarna is klager voor verpleegzorg overgebracht naar een verpleeghuis. De neuroloog heeft klager meermaals gezien als behandelend arts nadat klager het CVA had gehad. Klager (inmiddels overleden) verwijt de neuroloog, kort samengevat, het volgende: 1. aan klager is niet de juiste zorg verleend, nu niet is onderkend dat de ziektebeelden voortkomen uit de vaccinaties tegen de Mexicaanse griep, en 2. de informatievoorziening jegens klager en zijn gemachtigde is onvoldoende geweest. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 266
- Pagina: 267
- Pagina: 268
- ...
- Pagina: 899
- Volgende pagina zoekresultaten