Zoekresultaten 13201-13250 van de 44598 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:15 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-144c
- Datum publicatie: 21-01-2020
- Datum uitspraak: 21-01-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:15
Ongegronde klacht tegen een oogarts. Er zijn geen aanwijzingen dat er fouten zijn gemaakt in de uitvoering van de bovenooglidcorrecties bij klager. Dat een bloedvaatje aan het rechterooglid wat langer bleef bloeden, is vervelend, maar dit behoort tot de normale, te accepteren gang van zaken. Het operatieverslag en de specialistenbrief die beklaagde na de ingreep aan klagers huisarts heeft gestuurd, bevatten evenmin aanwijzingen voor een afwijkend verloop van de operatie. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:22 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-058b
- Datum publicatie: 21-01-2020
- Datum uitspraak: 21-01-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:22
Tijdens de opname van klaagster op de longafdeling zijn de nodige onderzoeken gedaan en er was geen medische reden om klaagster langer opgenomen te houden totdat de nadere onderzoeken waren verricht. Daarom is klaagster ontslagen uit het ziekenhuis. Dat mogelijk niet (alleen) vanwege medische redenen de MRI-scan is aangevraagd, maakt niet dat beklaagde daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Een MRI ‘ter geruststelling’ kan ook medisch zinvol zijn. Omdat de beslissing om maatschappelijk werk in te schakelen niet door beklaagde is genomen, kan beklaagde hier niet verantwoordelijk voor worden gehouden. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:16 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-155c
- Datum publicatie: 21-01-2020
- Datum uitspraak: 21-01-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:16
Kennelijk ongegronde klacht tegen een klinisch verloskundige. Beklaagde had geen dienst tijdens gebeurtenissen waar de klacht betrekking op heeft. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:23 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-058c
- Datum publicatie: 21-01-2020
- Datum uitspraak: 21-01-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:23
Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Tijdens de opname van klaagster zijn de nodige onderzoeken verricht en waren er geen (medische) redenen om klaagster langer opgenomen te houden, omdat nader onderzoek poliklinisch kon worden voortgezet. Met betrekking tot de (subjectieve) weergave in de rapportage van hetgeen beklaagde heeft waargenomen heeft het College geen aanwijzingen gezien dat die omschrijving gevolgen heeft gehad voor de bejegening en behandeling van klaagster. Ten slotte was beklaagde niet op de hoogte van de eerdere klachtbrief en was zij verder niet meer betrokken bij klaagsters behandeling. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:17 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-184
- Datum publicatie: 21-01-2020
- Datum uitspraak: 21-01-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:17
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. In januari en februari 2013 bestond er, gelet op de klachten van klager, geen noodzaak tot verwijzing naar de longarts. Symptoombestrijding was aangewezen. Nadat klager met zijn fiets was gevallen, heeft beklaagde op 20 mei 2014 in redelijkheid tot het voorschrijven van pijnstilling kunnen besluiten. Toen 10 dagen later bleek dat klager forse klachten rond het bekken en onderrug had/bleef houden, heeft beklaagde voortvarend gehandeld door eerst foto’s te laten maken en op basis daarvan klager door te verwijzen naar de orthopeed. Nadat klager op 10 mei 2019 vertelde dat hij een half kopje bloed had opgegeven, heeft beklaagde juist gehandeld door bloed te laten prikken, een longfoto te laten maken en door te verwijzen naar de longarts. Er was er geen noodzaak om klager met spoed door te sturen naar de SEH. Ten slotte heeft beklaagde op goede gronden mogen aansturen (op termijn) op een beëindiging van de behandelrelatie wegens een gewichtige reden (ex artikel 7:460 BW). Bovendien is er geen aanwijzing dat beklaagde verdere hulp weigerde zolang klager nog geen andere huisarts had. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:24 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-177
- Datum publicatie: 21-01-2020
- Datum uitspraak: 21-01-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:24
Deels gegronde klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Patiënt leed aan dementie in een vergevorderd stadium. Beklaagde heeft op goede gronden besloten tot het stoppen met de Galantamine, nu patiënt niet langer voldeed aan de voorwaarden voor voorschrijving van het medicijn en hij steeds vaker op zijn medicijnen kauwde of deze uitspuugde. Beklaagde heeft zorgvuldig gehandeld door dit met klaagster te bespreken. Het College concludeert dat er bij patiënt geen sprake was van een slikprobleem in de zin van een spierprobleem. Van beklaagde had verwacht mogen worden dat zij, ondanks de verslechterde communicatie met klaagster, een manier had gevonden om – direct of indirect – met klaagster te overleggen over het voedingsbeleid. Bovendien had beklaagde zich meer moeten inspannen om aan klaagster een kopie van het volledige medisch dossier te verstrekken. Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard. Geen maatregel opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:18 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-144a
- Datum publicatie: 21-01-2020
- Datum uitspraak: 21-01-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:18
Ongegronde klacht tegen een oogarts. Beklaagde heeft in het medisch dossier genoteerd wat tijdens het consult is besproken. Tijdens de zitting is verder niet gebleken dat tijdens het consult nog andere onderzoeken zijn gedaan die niet of onvoldoende zijn besproken, noch dat door klager vragen zijn gesteld die door beklaagde niet adequaat zijn beantwoord. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:13 Raad van Discipline Amsterdam 19-626/A/A
- Datum publicatie: 20-01-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:13
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:7 Raad van Discipline Amsterdam 19-543/A/NH
- Datum publicatie: 20-01-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:7
Ongegrond verzet
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:14 Raad van Discipline Amsterdam 19-664/A/A
- Datum publicatie: 20-01-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:14
Gegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft met zijn brief aan de rechtbank, nadat een datum voor het vonnis was bepaald, tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Verweerder heeft zich in zijn brief niet beperkt tot het wijzen op fouten en/of omissies in het proces-verbaal. Verweerder heeft daarmee zijn bevoegdheid om te reageren op het proces-verbaal overschreden en hij behoefde daarom voor zijn brief de toestemming van klagers. Niet is in geschil dat klagers die toestemming niet hebben gegeven. Ook heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door bij zijn reactie op het proces-verbaal zijn spreekaantekeningen aan de rechtbank over te leggen terwijl hij deze niet op de comparitie heeft voorgedragen. Waarschuwing en kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:8 Raad van Discipline Amsterdam 19-814/A/A
- Datum publicatie: 20-01-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:8
Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat deels niet-ontvankelijk wegens tijdsverloop en voor het overige kennelijk ongegrond. Naar het oordeel van de voorzitter is voldoende aannemelijk dat klaagster medio 2015 redelijkerwijs bekend is geworden met de laatste twee door verweerder aangevraagde toevoegingen. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 19105
- Datum publicatie: 20-01-2020
- Datum uitspraak: 20-01-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:6
Klacht: klaagster, zorgverzekeraar, verwijt psychiater langdurig en structureel handelen in strijd met Wet BIG. Klaagster verwijt hem specifiek: 1) declareren van meer tijd voor zorg dan is of kan zijn verleend, 2) dat in 37 van de 100 gecontroleerde dossiers geen verwijzing aanwezig was. Desondanks is verweerder de behandeling gestart en heeft hij deze bij klaagster gedeclareerd. Verweerder: eerste klachtonderdeel niet betwist, tweede gedeeltelijk door alsnog overleggen verwijsbrieven. College: gegrond. Beide verwijten zijn komen vast te staan. Maatregel: misbruik gemeenschapsgeld en vertrouwen in beroepsgroep zeer ernstig geschaad. Normaal zou zwaarste of op één na zwaarste maatregel volgen, maar gezien omstandigheden géén maatregel opgelegd. Redenen: a) psychiater heeft geruime tijd onder supervisie gewerkt en is gecontroleerd door IGJ; geen onregelmatigheden geconstateerd, b) klaagster was al in 2013 op de hoogte van declaratiegedrag, c) de psychiater wordt tevens strafrechtelijk vervolgd én is er een civiele procedure aangespannen door klaagster om te komen tot terugvordering van hetgeen de psychiater volgens klaagster ten onrechte aan vergoedingen heeft ontvangen en d) hoewel sprake van zelfstandige klachtonderdelen, is er dusdanige samenhang met een eerdere tuchtklacht tegen de psychiater, dat dit destijds naar alle waarschijnlijkheid niet tot een andere maatregel had geleid.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:15 Raad van Discipline Amsterdam 19-705/A/A
- Datum publicatie: 20-01-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:15
Klacht van advocaat over de advocaat van de wederpartij niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:9 Raad van Discipline Amsterdam 19-706/A/A
- Datum publicatie: 20-01-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:9
Gegronde klacht van advocaat over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft zich onnodig grievend over klager uitgelaten. Waarschuwing en kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18182
- Datum publicatie: 20-01-2020
- Datum uitspraak: 20-01-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:7
Psychiater. Klaagster verwijt de psychiater: 1) niet adequaat handelen ten opzichte van haar zoon, 2) onvoldoende zorg, 3) voorschrijven teveel medicatie en 4) aan klaagster geen inzage geven in dossier van haar zoon. College: Volgens KNMG-richtlijn ‘Omgaan met medische gegevens’ mag een arts “toestemming veronderstellen als het gaat om een verzoek van een nabestaande die bij leven betrokken was bij de behandeling en de gesprekken met de hulpverlener.” Vast staat dat klaagster jarenlang nauw betrokken is geweest bij de behandeling van haar zoon. Psychiater had inzage moeten geven. Klachtonderdeel 4 gegrond. Overige klachtonderdelen ongegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:16 Raad van Discipline Amsterdam 19-569/A/NH
- Datum publicatie: 20-01-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:16
Ongegrond verzet
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18105c
- Datum publicatie: 20-01-2020
- Datum uitspraak: 20-01-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:8
Verwijt aan arts(-assistent) dat hij patiënt niet adequaat heeft onderzocht en over onvolledige dossiervorming. Onvoldoende gelet op laboratoriumuitslagen en medicatie. Patiënt is ten onrechte uit het ziekenhuis ontslagen. Adequaat onderzoek en voldoende verslaglegging. Overleg met supervisor voor ontslag. Er was sprake van (dreigende) dehydratie. De arts-assistent had patiënt niet zonder duidelijk instructie naar huis mogen laten gaan. Deels gegrond, maar zonder oplegging maatregel vanwege voorafgaand overleg met supervisor die het besluit heeft genomen patiënt naar huis te laten gaan.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:10 Raad van Discipline Amsterdam 19-720/A/A
- Datum publicatie: 20-01-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:10
Klacht over eigen advocaat, hoofdzakelijk in verband met werkzaamheden die door juridisch medewerker onder verantwoordelijkheid van verweerder zijn verricht. Verweerder heeft onvoldoende zorgvuldigheid betracht waardoor onduidelijkheid is ontstaan over de hoedanigheid waarin verweerders medewerker de werkzaamheden heeft verricht. Klacht deels gegrond, deels ongegrond. Waarschuwing en kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:10 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18105a
- Datum publicatie: 20-01-2020
- Datum uitspraak: 20-01-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:10
Verwijt aan internist, hoofdbehandelaar en supervisor van arts-assistent, dat hij patiënt niet adequaat en niet zelf heeft onderzocht en over onvolledige dossiervorming. Onvoldoende gelet op laboratoriumuitslagen en medicatie. Patiënt is ten onrechte uit het ziekenhuis ontslagen. Voldoende onderzoek en verslaglegging door arts-assistent. Geen aanleiding dat de internist de patiënt zelf onderzocht. Er was sprake van (dreigende) dehydratie. De arts-assistent heeft mede onder verantwoordelijkheid van de internist gehandeld en overleg met hem gehad. Terecht verwijt aan internist dat de patiënt zonder behoorlijke instructie naar huis is gegaan. Deels gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:9 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18105b
- Datum publicatie: 20-01-2020
- Datum uitspraak: 20-01-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:9
Verwijt aan internist, supervisor, dat hij patiënt niet adequaat en niet zelf (lichamelijk) heeft onderzocht en geen goede differentiaaldiagnose heeft opgesteld. Onvoldoende gelet op laboratoriumuitslagen en medicatie. Alarmerend dat CRP-waarde in twee dagen tijd gestegen was van 31 naar 270 mg/L en leucocyten-gehalte in twee dagen tijd gezakt van 3.3 naar 0,7*109/L. Complex ziektebeeld. Bij aanwezige klinische parameters had de internist patiënt zelf moeten gaan zien. Differentiaaldiagnose was ontoereikend. Onvoldoende gevoel voor urgentie, incorrecte interpretatie van veranderde laboratoriumgegevens, progressief verslechterend klinisch beeld en inadequate communicatie (doorvragen) met de arts-assistent op de SEH. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:11 Raad van Discipline Amsterdam 19-558/A/A
- Datum publicatie: 20-01-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:11
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:5 Raad van Discipline Amsterdam 19-812/A/A
- Datum publicatie: 20-01-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:5
Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat in verband met telefoongesprek tussen verweerster en mr. G over de overdracht van de zaak. Dat er tijdens dit telefoongesprek iets is gezegd waardoor sprake zou kunnen zijn van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen wordt betwist en is de voorzitter overigens ook niet gebleken. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:12 Raad van Discipline Amsterdam 19-509/A/A
- Datum publicatie: 20-01-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:12
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:6 Raad van Discipline Amsterdam 19-813/A/A
- Datum publicatie: 20-01-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:6
Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:18 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.223
- Datum publicatie: 17-01-2020
- Datum uitspraak: 16-01-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:18
Klacht tegen tandarts. Klager is als patiënt ingeschreven geweest bij de tandartspraktijk van de beklaagde tandarts. Beklaagde heeft bij klager een diagnostische kijkoperatie uitgevoerd vanwege klachten aan de elementen 16 en 17. Op enig moment is ook de nut en noodzaak van het plaatsen van een kroon op 26 en de facturering daarvan besproken. De klacht houdt in dat beklaagde de diagnostische kijkoperatie onjuist heeft uitgevoerd, de afspraak over de facturering van een nieuwe kroon op element 26 ontkent, pijnklachten bij klager heeft veroorzaakt door de door hem gemaakte brug, klager hangende de behandeling, uit zijn praktijk heeft uitgeschreven, klager ten onrechte verwijt dat hij de taal niet goed spreekt, klager ten onrechte verwijt agressief te zijn geweest en oneerlijk is geweest bij de geschillencommissie waardoor klager geen schadevergoeding is toegekend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in al haar onderdelen afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:19 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.109
- Datum publicatie: 17-01-2020
- Datum uitspraak: 16-01-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:19
Klacht tegen psychiater. Mevrouw X. en haar zoon zijn ieder afzonderlijk door hun huisarts naar de psychiater verwezen. Mevrouw X. heeft mede namens haar zoon tegen de psychiater een klacht ingediend. Toen mevrouw X. en haar zoon kwamen te overlijden, heeft klaagster (respectievelijk dochter en zus van betrokkenen) de klacht voortgezet. Klaagster verwijt de psychiater dat hij zonder gedegen onderbouwing mensen diagnosticeert en eerdere diagnoses, die grondig zijn gesteld door collega-artsen, zonder meer van tafel veegt, zonder met deze collega-artsen contact hierover op te willen nemen. In de kern verwijt klaagster de psychiater dat hij ten aanzien van haar moeder de diagnose autisme heeft verworpen en dat hij haar broer ten onrechte niet in aanmerking heeft laten komen voor elektroconvulsietherapie (ECT), omdat volgens hem de broer niet leed aan een zware depressie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard en aan de psychiater de maatregel van berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en verklaart de klacht alsnog ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:5 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 130/2019
- Datum publicatie: 17-01-2020
- Datum uitspraak: 17-01-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:5
Klacht tegen radioloog over beoordeling CT-abdomen. Op de CT-scan waren geen zichtbare aanwijzingen voor een ruptuur. Het zichtbare vocht was reden tot zorg maar kon goed passen bij contusioneel jejunumletsel. De verslaglegging van de bevindingen was voldoende. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:20 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.045
- Datum publicatie: 17-01-2020
- Datum uitspraak: 16-01-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:20
Klacht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd tegen een huisarts. Patiënte heeft de huisarts gebeld omdat zij van haar alcoholgebruik af wilde, waarna de huisarts een huisbezoek bij patiënte heeft afgelegd. Dit is uitgelopen op seksueel contact met patiënte. Hiern heeft patiënte de politie ingeschakeld en meerdere malen met de praktijk van de huisarts gebeld. Tegen het advies van de zedenrecherche in heeft de huisarts de volgende dag wederom een huisbezoek aan patiënte gebracht. Bij dit gesprek was op verzoek van patiënte een wijkagent aanwezig. Naar aanleiding van een melding van het Openbaar Ministerie is de Inspectie een onderzoek gestart. De Inspectie verwijt de huisarts: 1) dat hij in strijd met de KNMG ‘Gedragsregels voor artsen’ seksueel contact heeft gehad met een aan zijn zorgen toevertrouwde kwetsbare patiënte in haar eigen huis, en 2) dat hij, door patiënte de volgende dag opnieuw thuis te bezoeken, in strijd heeft gehandeld met diezelfde gedragsregels inhoudende dat een arts zich niet verder in de privésfeer van zijn patiënten begeeft dan noodzakelijk is in het kader van de hulpverlening. Het Regionaal Tuchtcollege heeft beide klachtonderdelen gegrond verklaard en aan de huisarts de maatregel van schorsing van de inschrijving in het BIG-register voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren opgelegd. Het beroep van de arts richt zich tegen de gegrondverklaring van klachtonderdeel 2 en de zwaarte van de opgelegde maatregel. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep uitsluitend voor wat betreft de duur van de proeftijd, bepaalt deze op twee jaar en verwerpt het beroep voor het overige.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 129/2019
- Datum publicatie: 17-01-2020
- Datum uitspraak: 17-01-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:6
Klacht tegen radioloog over beoordeling CT-abdomen. Ondanks het op – onder meer – letsel aan de (dunne) darm gerichte odnerzoek heeft de radioloog een duidelijk zichtbare lekkage van oraal contrastvloeistof en daarmee de jejunumruptuur gemist. Ook was een uitgebreidere verslaglegging van de bevindingen aan het jejunum aangewezen. Klacht op deze punten gegrond, voor het overige ongegrond. Volgt waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:14 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.192
- Datum publicatie: 17-01-2020
- Datum uitspraak: 09-01-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:14
Klacht tegen gz-psycholoog. Verweerder en zijn mederapporteur (eveneens aangeklaagd), destijds beiden werkzaam bij het Pieter Baan Centrum, hebben in opdracht van de raadsheer-commissaris een onderzoek verricht naar de geestvermogens van klager. Klager verwijt verweerder dat hij een slechte rapportage heeft opgesteld, waarin hij in opdracht van het OM leugens heeft opgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:10 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 067/2019
- Datum publicatie: 17-01-2020
- Datum uitspraak: 17-01-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:10
Samenhangende klachten tegen chirurg (068/2019) en physician assistant (067/2019) betreffende de postoperatieve zorg voor klaagster na een video-assisted thoracopie waarbij een longkwab is verwijderd. De klachten betreffen de postoperatieve zorg en met name de postoperatieve opname op de verpleegafdeling, de postoperatieve pijnbestrijding en het onthouden van een behandeling met inhalatiesteroïden. De klachten kunnen niet slagen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 151/2019
- Datum publicatie: 17-01-2020
- Datum uitspraak: 17-01-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:7
Essentie
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:15 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.191
- Datum publicatie: 17-01-2020
- Datum uitspraak: 09-01-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:15
Klacht tegen psychiater. Verweerster en haar mederapporteur (eveneens aangeklaagd), destijds beiden werkzaam bij het Pieter Baan Centrum, hebben in opdracht van de raadsheer-commissaris een onderzoek verricht naar de geestvermogens van klager. Klager verwijt verweerster dat zij een slechte rapportage heeft opgesteld, waarin zij in opdracht van het OM leugens heeft opgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 068/2019
- Datum publicatie: 17-01-2020
- Datum uitspraak: 17-01-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:11
Samenhangende klachten tegen chirurg (068/2019) en physician assistant (067/2019) betreffende de postoperatieve zorg voor klaagster na een video-assisted thoracopie waarbij een longkwab is verwijderd. De klachten betreffen de postoperatieve zorg en met name de postoperatieve opname op de verpleegafdeling, de postoperatieve pijnbestrijding en het onthouden van een behandeling met inhalatiesteroïden. De klachten kunnen niet slagen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/206
- Datum publicatie: 17-01-2020
- Datum uitspraak: 17-01-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:14
Zorgverzekeraar verwijt psychiater dat hij op grote schaal opzettelijk onjuist declareerde. Verweerder betwist de beschuldigingen. Gegrond doorhaling
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 127/2019
- Datum publicatie: 17-01-2020
- Datum uitspraak: 17-01-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:8
Essentie
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:16 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.029
- Datum publicatie: 17-01-2020
- Datum uitspraak: 16-01-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:16
Klacht tegen huisarts. Klager is in 2017 mishandeld. Daarbij is hij onder meer op zijn ogen en hoofd geslagen en/of geschopt. Klager is daarna op eigen gelegenheid naar de huisartsenpost gegaan. Verweerder, huisarts, heeft klager aldaar gezien. Klager verwijt verweerder kort gezegd dat hij onvoldoende onderzoek heeft verricht, onvoldoende zorg heeft verleend, en onjuist advies heeft gegeven. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:9 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 1991
- Datum publicatie: 17-01-2020
- Datum uitspraak: 17-01-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:9
Klacht tegen een neuro-interventie-radioloog. Gebrekkige dossiervoering, verantwoordelijkheid interventie-radioloog, afwijking landelijke richtlijn, lokaal protocol
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:17 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.099
- Datum publicatie: 17-01-2020
- Datum uitspraak: 16-01-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:17
Klacht tegen huisarts. In de medische voorgeschiedenis was er bij klaagster ruim tien jaar eerder sprake geweest van borstkanker. Klaagster verwijt verweerder thans dat hij bij haar tweemaal een verkeerde diagnose heeft gesteld terwijl er, naar later bleek, sprake was van uitgezaaide bot- en leverkanker. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:9 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/374
- Datum publicatie: 16-01-2020
- Datum uitspraak: 16-01-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:9
Klaagster dient een klacht in tegen haar voormalig huisarts, onder meer inhoudende dat hij zonder toestemming informatie heeft verstrekt aan maatschappelijk werk en daardoor zijn beroepsgeheim heeft geschonden. Verweerder stelt dat hij op verzoek van klaagster contact heeft opgenomen en dat hem niet kan worden verweten dat hij zijn beroepsgeheim geschonden heeft. Het college verklaart de klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:10 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/301
- Datum publicatie: 16-01-2020
- Datum uitspraak: 16-01-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:10
Klager verwijt verweerder onder meer gevoelige medische informatie te hebben gedeeld met de arbeidsdeskundige van het UWV en zich ten onrechte te hebben voorgedaan als verzekeringsarts. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:9 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.219
- Datum publicatie: 16-01-2020
- Datum uitspraak: 16-01-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:9
Klacht van drie klagers (apotheker, apotheek en medicijngebruiker) tegen adviserend apotheker, werkzaam bij een zorgverzekeraar. Beklaagde verricht in teamverband werkzaamheden op een beleidsvormende afdeling. De klacht betreft taperingstrips (medicatie op rol voor een periode van 28 dagen waarmee de dagelijkse dosis van een medicijn geleidelijk wordt verlaagd). De klacht houdt in dat beklaagde klagers en ook de Minister van VWS onjuist/misleidend heeft voorgelicht over de problematiek rond de vraag naar de rationaliteit van door de apotheker vervaardigde taperingstrips. Hierdoor komt de verstrekking van dit soort strips niet voor vergoeding op grond van de Zorgverzekeringswet in aanmerking, aldus klagers. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klachten niet‑ontvankelijk. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het hiertegen door de apotheker en de apotheek ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:12 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.133
- Datum publicatie: 16-01-2020
- Datum uitspraak: 16-01-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:12
Klacht tegen een arts. De klacht betreft de diagnostiek en behandeling in het ziekenhuis door vier artsen, waaronder de arts. Klaagster had buikklachten en ernstige vermoeidheidsklachten. Bij haar is de diagnose coeliakie gesteld. Klaagster is vervolgens een aantal jaar onder behandeling geweest bij verschillende artsen in het ziekenhuis. De arts was werkzaam als arts-assistent in opleiding tot internist. De arts heeft drie poliklinische consulten afgenomen en heeft drie telefonische contacten gehad met klaagster. Daarnaast heeft de arts telefonisch contact met de sportarts en de huisarts van klaagster gehad. Op enig moment is in een ander ziekenhuis een vitamine D-tekort bij klaagster vastgesteld. Na vitamine D suppletie is klaagster niet meer moe en kan zij haar leven weer oppakken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht, die verschillende klachtonderdelen omvat, afgewezen. Het beroep beperkt zich tot het klachtonderdeel dat de arts klaagster niet heeft getest op een vitamine D-tekort, terwijl dit een eenvoudig onderzoek betreft. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de arts heeft gehandeld volgens de geldende richtlijnen en dat de arts dus niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:13 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.134
- Datum publicatie: 16-01-2020
- Datum uitspraak: 16-01-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:13
Klacht tegen een internist. De klacht betreft de diagnostiek en behandeling in het ziekenhuis door vier artsen, waaronder de internist. Klaagster had buikklachten en ernstige vermoeidheidsklachten. Bij haar is de diagnose coeliakie gesteld. Klaagster is vervolgens een aantal jaar onder behandeling geweest bij verschillende artsen in het ziekenhuis. De internist heeft klaagster eenmalig op een poliklinisch consult gezien na verwijzing door de huisarts. Op enig moment is in een ander ziekenhuis een vitamine D-tekort bij klaagster vastgesteld. Na vitamine D suppletie is klaagster niet meer moe en kan zij haar leven weer oppakken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht, die verschillende klachtonderdelen omvat, afgewezen. Het beroep beperkt zich tot het klachtonderdeel dat de internist klaagster niet heeft getest op een vitamine D-tekort, terwijl dit een eenvoudig onderzoek betreft. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de internist heeft gehandeld volgens de geldende richtlijnen en dat de internist dus niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:13 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/203
- Datum publicatie: 16-01-2020
- Datum uitspraak: 16-01-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:13
Klager verwijt de psychiater dat hij verkeerde medicijnen dan wel medicijnen in te hoge doseringen heeft toegediend. Door die medicatie is het gedrag van klager en zijn functioneren ten nadele veranderd en is zijn intelligentieniveau gedaald. Voorts verwijt klager de psychiater dat hij geen respons heeft gegeven op pogingen tot contact door de huisarts. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:15 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/323
- Datum publicatie: 16-01-2020
- Datum uitspraak: 16-01-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:15
Klaagster verwijt verweerster dat zij 1) zonder geëigende en rechtstreekse opdracht van de rechtbank een eigen onderzoek heeft ingesteld, 2) een eenzijdig en onbetrouwbaar rapport heeft opgesteld over klaagster en haar zoon, 3) klaagster niet heeft geïnformeerd over de onderzoeksvragen en de gevolgen van het onderzoek en 4) dat zij weigert het rapport te vernietigen ondanks het verzoek daartoe van klaagster. Verweerster heeft verweer gevoerd en verzoekt het college de klacht als ongegrond af te wijzen. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:10 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.131
- Datum publicatie: 16-01-2020
- Datum uitspraak: 16-01-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:10
Klacht tegen een arts. De klacht betreft de diagnostiek en behandeling in het ziekenhuis door vier artsen, waaronder de arts. Klaagster had buikklachten en ernstige vermoeidheidsklachten. Bij haar is de diagnose coeliakie gesteld. Klaagster is vervolgens een aantal jaar onder behandeling geweest bij verschillende artsen in het ziekenhuis. De arts was werkzaam als arts-assistent in opleiding tot internist en is gedurende acht maanden betrokken geweest bij de behandeling. In die tijd zijn er drie poliklinische consulten geweest en is er drie keer telefonisch contact geweest. Op enig moment is in een ander ziekenhuis een vitamine D-tekort bij klaagster vastgesteld. Na vitamine D suppletie is klaagster niet meer moe en kan zij haar leven weer oppakken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht, die verschillende klachtonderdelen omvat, afgewezen. Het beroep beperkt zich tot het klachtonderdeel dat de arts klaagster niet heeft getest op een vitamine D-tekort, terwijl dit een eenvoudig onderzoek betreft. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de arts heeft gehandeld volgens de geldende richtlijnen en dat de arts dus niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/289
- Datum publicatie: 16-01-2020
- Datum uitspraak: 16-01-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:8
Klager verwijt zijn ex-huisarts hem niet voldoende te hebben geholpen met zijn gehoorproblemen. De huisarts voert verweer. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:16 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/458
- Datum publicatie: 16-01-2020
- Datum uitspraak: 16-01-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:16
Klaagster verwijt verweerster dat zij 1) zonder geëigende en rechtstreekse opdracht van de rechtbank een eigen onderzoek heeft ingesteld, 2) een eenzijdig en onbetrouwbaar rapport heeft opgesteld over klaagster en haar zoon, 3) klaagster niet heeft geïnformeerd over de onderzoeksvragen en de gevolgen van het onderzoek en 4) dat zij weigert het rapport te vernietigen ondanks het verzoek daartoe van klaagster. Verweerster heeft verweer gevoerd en verzoekt het college de klacht als ongegrond af te wijzen. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:8 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.110
- Datum publicatie: 16-01-2020
- Datum uitspraak: 16-01-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:8
Klacht van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) tegen fysiotherapeut. Cliënte was onder behandeling bij verweerder, fysiotherapeut. In februari 2017 is verweerder bij cliënte thuis geweest. Ook heeft tussen verweerder en zijn cliënte een berichtenwisseling plaatsgevonden. De klacht houdt kort gezegd in dat verweerder 1) ernstig seksueel overschrijdend heeft gehandeld, onder ander door informele en seksueel getinte berichten uit te wisselen met zijn cliënte en zijn cliënte onzedelijk te betasten en met zijn vinger haar vagina binnen te dringen, 2) zich onvoldoende toetsbaar en transparant heeft opgesteld tegenover zijn collega’s, de zorgaanbieder en de IGJ en geen verantwoordelijk heeft genomen voor zijn handelen, en 3) onvoldoende zelfinzicht en reflecterend vermogen toont en heeft in onvoldoende mate een professionele houding. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard en aan de fysiotherapeut de maatregel van doorhaling van zijn inschrijving in het BIG-register opgelegd. Daarbij is bij wijze van voorlopige voorziening de inschrijving in het BIG-register van de fysiotherapeut geschorst. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de fysiotherapeut, hetgeen meebrengt dat de maatregel van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register in stand blijft.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 264
- Pagina: 265
- Pagina: 266
- ...
- Pagina: 892
- Volgende pagina zoekresultaten