ECLI:NL:TADRSGR:2019:271 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-616/DH/RO
ECLI: | ECLI:NL:TADRSGR:2019:271 |
---|---|
Datum uitspraak: | 04-12-2019 |
Datum publicatie: | 19-02-2020 |
Zaaknummer(s): | 19-616/DH/RO |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Herstelbeslissing die behoort bij de voorzittersbeslissing van 27 november 2019. |
Herstelbeslissing van 4 december 2019 in de zaak 19-616/DH/RO naar aanleiding van de klacht van:
klaagster
tegen:
verweerster
gemachtigden: mrs. R.R. Crince le Roy en J.S. Bilgi
De raad heeft geconstateerd dat in het dictum abusievelijk niet is opgenomen dat klachtonderdeel c) met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond is verklaard. De raad overweegt dat dit een kennelijke fout is die zich leent voor herstel.
BESLISSING
De raad herstelt zijn beslissing, gedateerd 27 november 2019, gewezen onder nummer 19-616/DH/RO in boven genoemde zin.
De beslissing blijft voor het overige in stand.
Deze beslissing zal worden gehecht aan de hiermee herstelde beslissing en kan slechts in samenhang hiermee worden gezien.
Aldus beslist door mr. C.H. van Breevoort-de Bruin, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. D.L. van Lijf als griffier op 4 december 2019.