Zoekresultaten 21151-21200 van de 44841 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:97 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1166/DB/ZWB

    Verweerder heeft pas op 10 februari 2016 gereageerd op een klacht tegen een voormalig kantoorgenote van klager van 9 december 2013. Verweerder is in zijn hoedanigheid van klachtenbehandelaar ook aan het tuchtrecht onderworpen. Een termijn van ruim twee jaar om op een klacht te reageren is te lang. Verweerder heeft onvoldoende voortvarend gehandeld. Dat verweerder onduidelijkheid heeft laten bestaan over de hoedanigheid waarin hij de klacht afhandelde nadat hij bij het kantoor was vertrokken, is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:120 Raad van Discipline Amsterdam 17-082/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Klacht deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop, deels kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks belang en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:10 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/91

    Beklaagde wordt verweten, zakelijk weergegeven, dat hij UDD-gekanaliseerde diergenees-middelen (antibiotica) heeft geleverd aan een paardenhandelaar, waaraan ook onvoldoende onderzoek en diagnostiek vooraf is gegaan en waarbij niet aan administratieve verplichtingen is voldaan. Gegrond, volgt voorwaardelijke boete van € 1.000,=.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:153 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.433

    De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:154 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.452

    Klacht tegen gz-psycholoog. Klager heeft zich bij zijn werkgever gemeld met vermoeidheidsklachten en is door de bedrijfsarts doorgestuurd naar de gz-psycholoog voor nader psychologisch onderzoek. De gz-psycholoog heeft in zijn rapportage aangegeven dat sprake was van aggravatie en malingering. Klager is nadien door zijn werkgever ontslagen. Volgens klager heeft de gz-psycholoog onzorgvuldig gehandeld door (1) te snel en ten onrechte tot onjuiste conclusies te komen (na onvoldoende onderzoek), (2) na de rapportage geen gesprek met klager te voeren over de uitkomsten van de rapportage en de invloed die dit op klager heeft gehad, (3) de persoonsgegevens in de rapportage niet te controleren, (4) de telefoon op te nemen tijdens het onderzoek en (5) zonder toestemming van klager het rapport door te sturen naar de werkgever en de bedrijfsarts. Het Regionaal Tuchtcollege heeft het tweede klachtonderdeel gegrond verklaard en de gz-psycholoog daarvoor een waarschuwing opgelegd. De gz-psycholoog is in beroep gekomen. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel 2 alsnog ongegrond. De waarschuwing komt te vervallen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:94 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-048 DB/LI

    Verweerder heeft zich, na de mondelinge behandeling van een kort geding, nadat vonnis is gevraagd, zonder toestemming van de wederpartij tot de rechter gewend en daarbij confraternele correspondentie overgelegd en gesproken over schikkingsonderhandelingen. Handelen van verweerder is in strijd gedragsregels 12, 13 en 15 en daardoor heeft verweerder eveneens het vertrouwen in de advocatuur beschaamd. Klacht op alle onderdelen gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:80 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-846/DH/RO

    Beslissing op verzet. De voorzitter heeft de klacht terecht en op juiste gronden niet-ontvankelijk bevonden. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:155 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.456

    De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen. Het Centraal Tuchtcollege voegt hier aan toe dat het handelen van de verpleegkundige ook niet valt onder de werking van de tweede tuchtnorm.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:81 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-154/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat kennelijk ongegrond. Het kan verweerder, gelet op de ontstane vertrouwensbreuk, niet worden verweten dat hij zich als advocaat van klager heeft onttrokken. Niet is gebleken dat verweerder klagers belangen heeft geschaad bij het beëindigen van zijn werkzaamheden.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:163 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-153/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat die de ex-partner van klager in verschillende procedures inzake de omgang tussen klager en zijn kinderen heeft bijgestaan. De advocaat heeft de belangen van haar cliënte behartigd binnen de grenzen van de haar - als advocaat van de wederpartij - toekomende vrijheid. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:82 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-155/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat kennelijk ongegrond. De klacht is deels onvoldoende onderbouwd en voor het overige gemotiveerd door verweerder weerlegd. Nu geen maatregel wordt opgelegd, komt de voorzitter aan de beoordeling van klagers verzoek tot schadevergoeding niet toe.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:151 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.320

    De cardioloog heeft op 15 september 2009 een hartcatheterisatie bij klager verricht Tijdens deze catheterisatie bleek sprake van een vernauwing van een groot coronairvat. De cardioloog heeft daarom aansluitend aan de hartcatheterisatie een stent bij klager geplaatst. Klager verwijt de cardioloog: 1. wangedrag tijdens de hartcatheterisatie; 2. dat hij klager onvoldoende heeft geobserveerd en 3. dat hij een stent heeft geplaatst, terwijl dit niet noodzakelijk was en hij daarvoor ook geen toestemming aan klager had gevraagd. Het Regionaal Tuchtcollege waarschuwt de cardioloog. Het Centraal Tuchtcollege is unaniem van oordeel dat een berisping op zijn plaats is, omdat geen informed consent heeft plaatsgevonden. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep en, opnieuw rechtdoende, berispt de cardioloog.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:152 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.321

    Bij klager is op 15 september 2008 direct aansluitend aan een hartkatheterisatie een stent geplaatst. De cardioloog is als Chef de Clinique van de afdeling cardiologie betrokken geweest bij de afhandeling van de klachten van klager over deze behandeling. Klager verwijt de cardioloog, voor zover in beroep van belang, dat: 1. hij in de brief van 20 oktober 2010 feiten heeft verdraaid door een ten onrechte gewijzigde tekst als origineel te hebben gepresenteerd; 2. dat hij een onjuiste enzymenwaarde heeft opgenomen in zijn brief aan de klachtencommissie van 20 oktober 2010; 3. dat hij welbewust onjuiste informatie aan de klachtenfunctionaris, de klachtencommissie, de juridische dienst van het UMCG, Centramed en klager heeft gegeven waarmee hij klager ernstige financiële en psychische schade heeft bezorgd en 4. dat onvoldoende terecht is gekomen van de door hem toegezegde nazorg. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachten, voor zover klager ontvankelijk is, afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:109 Raad van Discipline Amsterdam 16-1171/A/NH

    Klacht over eigen advocaat deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop en deels ongegrond. Niet is gebleken dat verweerder de zaken die hij voor klager behartigde heeft gefrustreerd of gesaboteerd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:147 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.376 t/m c2016.380

    Klacht tegen bedrijfsarts, verbonden aan de arbo-dienst en praktijkopleider van de arts die als vaste bedrijfsarts werkzaam is bij de werkgever van klagers. In dat bedrijf wordt gewerkt met chemische stoffen. Verweerster had tweewekelijks een evaluatiegesprek met de vaste bedrijfsarts en heeft spreekuren en overleggen waaronder kwartaalbesprekingen op MT-niveau bijgewoond. Verweerster is bij de behandeling van een aantal klagers betrokken via collegiaal overleg, advisering en vakantie-waarneming van de vaste bedrijfsarts. Klagers verwijten verweerster - kort gezegd - onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Aanvullend houden klagers verweerster mede verantwoordelijk voor het handelen/nalaten van de vaste bedrijfsarts. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klagers.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:141 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.366

    Klacht tegen arts werkzaam als vaste bedrijfsarts bij de werkgever van klaagster. In dat bedrijf wordt gewerkt met chemische stoffen. Verweerster heeft de door haar gesignaleerde onrust in de lakhal met de werkgever besproken en aan hem gemeld dat er mensen waren met mogelijk werkgerelateerde luchtwegklachten. Klaagster heeft zich ziek gemeld in verband met longklachten. Zij verwijt verweerster - kort gezegd - onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster en gelast eveneens publicatie van de beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:148 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.381 t/m c2016.385

    Klacht tegen arts, directeur van de arbo-dienst die bedrijfsgeneeskundige diensten voor de werkgever van klagers verzorgt. Tussen verweerder en de bij de werkgever actieve (bedrijfs)artsen is een manager aangesteld die de operationele zaken rond de invulling van de contracten voor levering van bedrijfsgeneeskundige zorg regelt. Klagers houden verweerder mede verantwoordelijk voor hetgeen zij de (bedrijfs)artsen verwijten te weten: onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klagers niet-ontvankelijk verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klagers.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:142 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.367

    Klacht tegen arts werkzaam als vaste bedrijfsarts bij de werkgever van klager. In dat bedrijf wordt gewerkt met chemische stoffen. Verweerster heeft de door haar gesignaleerde onrust in de lakhal met de werkgever besproken en aan hem gemeld dat er mensen waren met mogelijk werkgerelateerde luchtwegklachten. Klager heeft zich bij verweerster gemeld met dreigende werkgerelateerde overspannenheid en longklachten. Hij heeft zich niet ziek gemeld. Klager verwijt verweerster - kort gezegd - onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:149 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.442

    Klacht tegen psychiater. De inmiddels overleden pleegvader van klager is vanwege depressiviteit en suïcidaliteit opgenomen geweest in een instelling voor ouderenpsychiatrie waar hij onder behandeling was van de psychiater. De relatie tussen klager en de pleegvader was complex. De psychiater heeft hiervan onder meer in het medisch dossier van de pleegvader verslag gedaan. Klager verwijt de psychiater dat hij in 2005 een grove beoordelingsfout heeft gemaakt en dat hij klager onheus heeft bejegend, onder meer door de wijze waarop hij klager heeft afgeschilderd in het medisch dossier. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager in de klacht deels niet-ontvankelijk verklaard en de klacht voor het overige afgewezen op grond dat de uitlatingen van de psychiater niet dusdanig onzorgvuldig waren dat de psychiater daarvan in tuchtrechtelijke zin een verwijt kan worden gemaakt. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:143 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.368

    Klacht tegen arts werkzaam als vaste bedrijfsarts bij de werkgever van klager. In dat bedrijf wordt gewerkt met chemische stoffen. Verweerster heeft de door haar gesignaleerde onrust in de lakhal met de werkgever besproken en aan hem gemeld dat er mensen waren met mogelijk werkgerelateerde luchtwegklachten. Klager heeft zich bij verweerster gemeld met luchtwegproblemen zoals benauwdheid en hoesten. Hij heeft zich niet ziek gemeld. Klager verwijt verweerster - kort gezegd - onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:150 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.491

    Klacht tegen verzekeringsarts. Klager lijdt aan een autismespectrumstoornis. Klager heeft bij de gemeente een urgentieverklaring op zowel sociale als medische gronden aangevraagd. Alleen aanvragen die zijn ingedeeld in categorie 4 (een medische noodsituatie die binnen 3 maanden opgelost moet worden door te verhuizen naar een adequate woning) komen in aanmerking voor een medische urgentie. Klager is door de medisch adviseur van de gemeente ingedeeld in categorie 3 (problematiek waarvoor een medische noodzaak bestaat tot oplossing) waarna de aanvraag om een urgentieverklaring is afgewezen. Klager heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Verweerster (verzekeringsarts) heeft klager op haar spreekuur gezien en heeft een rapport ‘medisch oordeel bezwaarprocedure’ uitgebracht waarin zij eveneens tot categorie 3 concludeert. De klacht houdt in dat: 1. Verweerster niet objectief is; 2. Verweerster onkundig is op het gebied van autisme en over onvoldoende kennis beschikt over de gevolgen van haar advies aan de gemeente; 3. De prognose in het rapport van verweerster niet strookt met de daarin opgenomen bevindingen; 4. Verweerster onethisch is in haar aanname dat klager verantwoord zijn werk als chauffeur kan blijven uitoefenen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege neemt het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege over en verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:144 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.369

    Klacht tegen arts werkzaam als vaste bedrijfsarts bij de werkgever van klager. In dat bedrijf wordt gewerkt met chemische stoffen. Verweerster heeft de door haar gesignaleerde onrust in de lakhal met de werkgever besproken en aan hem gemeld dat er mensen waren met mogelijk werkgerelateerde luchtwegklachten. Klager heeft zich ziek gemeld vanwege longklachten, psychische klachten en ongeschiktheid voor fysiek zware werkzaamheden. Klager verwijt verweerster - kort gezegd - onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:107 Raad van Discipline Amsterdam 16-923/A/A

    Ongegrond verzet

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:145 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.370

    Klacht tegen arts werkzaam als vaste bedrijfsarts bij de werkgever van klager. In dat bedrijf wordt gewerkt met chemische stoffen. Verweerster heeft de door haar gesignaleerde onrust in de lakhal met de werkgever besproken en aan hem gemeld dat er mensen waren met mogelijk werkgerelateerde luchtwegklachten. Klager heeft zich bij verweerster gemeld met knieklachten en psychische klachten. Hij heeft zich verschillende keren ziek gemeld. Klager verwijt verweerster - kort gezegd - onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:108 Raad van Discipline Amsterdam 16-1170/A/NH

    Gegronde klacht over eigen advocaat. Verweerder heeft niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt door klager onjuist te adviseren en door de advocaat van de wederpartij, de rechtbank en het gerechtshof onjuist te informeren omtrent de achtergrond van een verzoek om uitstel. Berisping en proceskostenveroordeling

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:146 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.371 t/m c2016.375

    Klacht tegen bedrijfsarts, verbonden aan de arbo-dienst en supervisor van de arts die als vaste bedrijfsarts werkzaam is bij de werkgever van klagers. In dat bedrijf wordt gewerkt met chemische stoffen. Verweerder is bij de behandeling van een aantal klagers betrokken via collegiaal overleg, advisering en vakantie-waarneming van de vaste bedrijfsarts. Klagers verwijten verweerder - kort gezegd - onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Aanvullend verwijten klagers verweerder dat hij met zijn kennis op toxicologisch gebied heeft nagelaten zijn verantwoordelijkheid jegens de vaste bedrijfsarts zorgvuldig en adequaat in te vullen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klagers.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:115 Raad van Discipline Amsterdam 17-054/A/A

    Ongegronde klacht advocaat wederpartij. Verweerster is namens haar cliënt geen nodeloze procedures tegen klaagster gestart. Er bestaat geen verplcihting om in hoger beroep nieuwe feiten of nieuwe argumenten aan te voeren. Voor zover de klacht ziet op het indienen van een verzoek tot wijziging van de alimentatie geldt dat er nieuwe feiten en omstandigheden waren. Dat die niet tot een aanpassing van de alimentatie hebben geleid, maakt niet dat het verzoek nodeloos was. Verweerster heeft evenmin stellingen ingenomen waarvan zij wist of kon weten dat zij onjuist waren. De gewraakte uitlatingen zagen deels op het onderwerp waarover partijen nu juist in geschil waren en voor het overige is niet komen vast te staan dat verweerster de uitlatingen heeft gedaan. Ten slotte is het aanvragen van toevoegingen teneinde verder te kunnen procederen niet tuchtrechtelijke verwijtbaar.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:87 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160318

    Klacht advocaat over advocaat van de wederpartij, inhoudende dat verweerder in strijd zou hebben gehandeld met het nationaal en internationaal gedragsrecht doordat een derde confraternele correspondentie tussen klager en verweerder in een buitenlandse procedure heeft overgelegd. Dit feit kan verweerder niet worden aangerekend. Klager heeft niet, zoals de CCBE-gedragscode voorschrijft, duidelijk kenbaar gemaakt dat hij mededelingen wenste te doen die hij als zodanig vertrouwelijk aanmerkte dat kennisgeving aan de cliënt van verweerder zou zijn uitgesloten. Klacht ongegrond. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-099

    Gegronde klacht tegen een psychiater. Aan vereisten voor toepassing van b-dwangbehandeling op grond van artikel 46d sub b Pbw is niet voldaan. Mede op grond van de summiere dossiervoering onvoldoende aannemelijk geworden dat er daadwerkelijk sprake was van een gevaar in de zin van artikel 46d sub b Pbw. Op grond van artikel 57 Pbw rust de verplichting om gedetineerde in de gelegenheid te stellen te worden gehoord primair op de instellingsdirecteur. Het was voor verweerder evenwel mogelijk geweest om te bewerkstelligen dat alsnog aan dit vereiste zou worden voldaan. Bovendien had verweerder ook zelf met klager in gesprek gemoeten om na te gaan of het gevaar ook op een andere minder ingrijpende wijze kon worden afgewend. Bewaking van (wettelijke) waarborgen voor de verpleegde behoort mede tot de professionele standaard en verantwoordelijkheid van verweerder. Verweerder is zich onvoldoende bewust geweest van het juridisch kader waarbinnen hij opereerde en de (wettelijke) waarborgen die in dat kader gelden. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:79 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-033/DH/RO

    Tussenbeslissing op dekenbezwaar dat met name ziet op gedragsregel 17. Bezwaar gegrond. De raad gaat ervan uit dat verweerder in staat is om te leren zich te gedragen met het vereiste respect en de vereiste eerbied jegens de deken(s), overige leden van de Raad van de Orde, ketenpartners en collega-advocaten, alsmede dat verweerder een professionele attitude kan tonen. Verweerder heeft daar echter wel hulp bij nodig, nu hij de ernst van zijn gedrag en de mogelijke gevolgen daarvan niet (ten volle) lijkt in te zien. De raad acht het opportuun om aan verweerder een geheel voorwaardelijke schorsing op te leggen, met als bijzondere voorwaarde begeleiding door een coach, die verweerder onder meer zal adviseren en voorzien van aanwijzingen met betrekking tot verweerders gedrag ten opzichte van de deken(s) en andere leden van de Raad van de Orde, overige collega-advocaten en ketenpartners. Mr. X, advocaat en oud-deken, heeft zich reeds bereid verklaard om de rol van coach te vervullen. De raad stelt partijen in de gelegenheid om zich uiterlijk 22 mei 2017 schriftelijk uit te laten over hetgeen bij randnummers 6.2 en 6.3 van de beslissing is opgenomen omtrent de invulling van de voorgenomen maatregel en houdt iedere verdere beslissing aan.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:83 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-268

    Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Er was door klaagster geen toestemming/machtiging verleend voor overdracht van haar medisch dossier bij de overgang van de ene naar de andere arbodienstverlener. Niet is gebleken dat verweerster het medisch dossier van klaagster in privé bezit heeft meegenomen, enkel dat zij via haar laptop nog de beschikking had over een oude FML, welke geen medisch inhoudelijke informatie bevat. Er is geen sprake geweest van niet integer omgaan met het medisch dossier en verweerster heeft niet gehandeld in strijd met haar geheimhoudingsplicht. Het per ongeluk versturen van een oude FML waarop de datum van een recent opgestelde FML terecht is gekomen is niet correct geweest, maar geen aanwijzing dat er kwade opzet in het spel is geweest dan wel sprake is geweest van datumfraude. Hoe ongelukkig ook, niet tuchtrechtelijk verwijtbare, administratieve vergissing. Tot slot niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat FML, ondanks geplande consult hiertoe, niet samen met klaagster is opgesteld.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:84 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-287

    Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Verweerder mocht in gegeven omstandigheden in redelijkheid concluderen dat ook de klinisch psycholoog meende dat het arbeidsconflict aan herstel in de weg stond. Ook mocht hij menen dat gezien de voorgeschiedenis het voortduren van het dienstverband ook het arbeidsconflict in stand hield en herstel van klager in de weg stond. Werkgever geeft aan een re-integratiebureau opdracht tot begeleiding van een medewerker bij re-integratie op het tweede spoor. De bedrijfsarts speelt daar geen of slechts een beperkte rol in. Verweerder heeft door middel van zijn adviezen en het ingevulde FML in voldoende mate bijgedragen aan informatieverstrekking over de situatie van klager. De belastbaarheid van klager hoefde verweerder niet specifieker aan te duiden. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/110T

    Verweerder wordt onder andere verweten onzorgvuldig te hebben gehandeld door een implantaat niet op de juiste wijze te plaatsen en dat hij op voorhand had moeten zien dat het implantaat niet zou blijven zitten en dat hij zich heeft laten leiden door een financieel belang. Deels gegrond

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/317, 2016/318, 2016/319

    De klacht is gericht tegen de vakgroep cardiologie en ziet op het verplaatsen van de meerdaagse cardiologische zorg naar een andere locatie. Klaagster verwijt de aangeklaagde cardiologen, kort samengevat, dit besluit eigenmachtig om redenen van gemakzucht en eigenbelang en voorts onder aanvoering van valse voorwendselen te hebben genomen. Klaagster stelt zich op het standpunt dat sprake is van schending van beide tuchtnormen. Verweerders hebben primair aangevoerd dat klaagster niet-ontvankelijk is in haar klacht. Niet-ontvankelijk

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:112 Raad van Discipline Amsterdam 16-1091/A/A

    Verzetbeslissing. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:84 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170003

    Klacht tegen eigen advocaat. Kwaliteit van de dienstverlening in het kader van de boedelverdeling voldoet niet aan de maatstaf van een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat. De advocaat heeft bij de rechtbank een zinloos verzoek ingediend nu de rechtbank reeds een beslissing had genomen, terwijl niet is gebleken dat hij zijn cliënt heeft geadviseerd over de haalbaarheid van de strategie en de risico's. Daarnaast heeft de advocaat onzorgvuldig gehandeld door geen toevoeging voor klager aan te vragen. Voorwaardelijke schorsing van twee maanden. Proceskostenveroordeling. De door de raad opgelegde boete wordt vernietigd; de klacht is weliswaar ingediend na 1 januari 2015 maar ten tijde van de verweten gedraging gold de oude Advocatenwet, die niet in de mogelijkheid van een boete voorzag. Legaliteitsbeginsel.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:59 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 16/367T en 16/390T

    Klager is tandarts. Verweerder is tandheelkundig adviseur. Klager verwijt verweerder dat hij met een ongeldige machtiging van patiënten heeft geprobeerd klager te verleiden zijn medisch beroepsgeheim te schenden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:113 Raad van Discipline Amsterdam 17-067/A/A

    Gedeeltelijk gegronde klacht eigen advocaat. Vast staat dat verweerder geen opdrachtbevestiging aan klagers heeft versterkt. Dat is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Geen maatregel gelet op het geringe gewicht en overige omstandigheden. Voor zover de klacht ziet op de transparantie en eenduidigheid van de declaraties is de klacht ongegrond. De declaraties hadden wellicht duidelijker gekund, maar op het eerste verzoek van klagers heeft verweerder de declaraties uitgebreid toegelicht. De klacht is ook ongegrond voor zover deze ziet op de kwaliteit van de dienstverlening. De door verweerder gevolgde aanpak komt de raad niet onjuist voor. Gedeeltelijk gegrond zonder maatregel.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:85 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160316

    Klacht tegen eigen advocaat. Klacht dat de advocaat tekort is geschoten in de nakoming van de met klager gesloten overeenkomst van opdracht door een totaal gebrek aan proactief handelen ten toon te spreiden, is ook in hoger beroep niet-ontvankelijk omdat klager te lang (meer dan drie jaar) heeft gewacht met het indienen van zijn klacht. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:60 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/474T

    Klager is jarenlang patiënt van verweerder. Klager werd door een noodtandarts gezien en deze constateerde dat het gebit van klager er erg slecht uit zag. Klager verwijt verweerder:1. jarenlang de ontstane parodontitis niet te hebben geconstateerd, 2. de door verweerder geconstateerde pockets niet aan klager te hebben gemeld, 3. onvoldoende informatie te hebben gegeven over acute infectie gevolgen, 4. ten onrechte niet door te zijn verwezen naar een parodontoloog en 5. onheuse bejegening. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:114 Raad van Discipline Amsterdam 17-077/A/A

    Klacht advocaat wederpartij. In het geding brengen confraternele correspondentie en inhoud schikkingsonderhandelingen tuchtrechtelijk verwijtbaar. Deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop. Deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:86 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160248

    Klacht tegen advocaat die namens de curator is opgetreden tegen klaagster, terwijl hij eerder tegen klaagster is opgetreden voor twee vennootschappen terzake vorderingen waarvoor klaagster door de gefaillieerde vennootschap gevrijwaard moest worden, alsmede een klacht tegen de curator zelf. Gedragsregel 7 lid 1 Advocatenwet strekt ter bescherming van de belangen van de eigen cliënt en niet om klaagster een handvat te geven om de wederpartij te beletten zich van de bijstand van een bepaalde advocaat te voorzien. Geen grond om uitzondering te maken. Ongegrond. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-278

    Gegronde klacht tegen een psychiater. Gedwongen behandeling in de zin van artikel 26 Bvt. (Ongedocumenteerde) vermoeden van een (dreigende) psychose was voor verweerder in gegeven omstandigheden niet voldoende om te oordelen dat toediening van noodmedicatie volstrekt noodzakelijk was. Verweerder heeft onvoldoende onderzocht of het ‘gevaar’ niet op andere wijze kon worden afgewend en er is niet gekozen voor de voor klager minst ingrijpende behandeling. Bewaking van (wettelijke) waarborgen voor de verpleegde behoort mede tot de professionele standaard en verantwoordelijkheid van verweerder. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:44 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/ 623136 / DW RK 17/96 en C/13/623139 / DW RK 17/97

    Wraking van de wrakingskamer. Verzoek niet ontvankelijk verklaard. Het verzoek bevat geen tot de tuchtrechters gerichte feiten en omstandigheden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:32 Accountantskamer Zwolle 16/2713 Wtra AK

    Betrokkene treedt op als gerechtelijk deskundige. Zijn rapportage is op zorgvuldige wijze tot stand gekomen. Bij zijn oordeelsvorming was de deskundige gebonden aan de door de civiele rechter in casu specifiek vastgestelde uitgangspunten. Bezwaren tegen de inhoudelijke oordeelsvorming van betrokkene zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:52 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16186a

    Klager verwijt verweerder, psychiater, dat verweerder een verklaring heeft opgesteld waarvan hij wist dat deze gebruikt zou worden in een procedure tussen klager en zijn ex-partner en dat verweerder deze verklaring niet had mogen schrijven. Klacht gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:45 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/626071 / DW RK 17/320

    Verzoek tot wraking. Verzoek niet ontvankelijk verklaard. Het verzoek bevat deels geen tot de tuchtrechters gerichte feiten en omstandigheden. Voor zover dat wel het geval is ziet het verzoek niet op feiten en omstandigheden die verband houden met de rechterlijke onpartijdigheid.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16186b

    Klager verwijt verweerder, psychotherapeut, dat verweerder een verklaring heeft opgesteld waarvan hij wist dat deze gebruikt zou worden in een procedure tussen klager en zijn ex-partner en dat verweerder deze verklaring niet had mogen schrijven. Klacht gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:282 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-007/DH/RO a

    Beslissing op verzet. Verweerder heeft uitdrukkelijk en gemotiveerd het standpunt betrokken dat geen sprake was van (een schijn van) belangenverstrengeling. Klaagster heeft concrete bewijslevering achterwege gelaten. Haar belofte om op eerste verzoek van de raad alsnog met stukken te zullen komen maakt dit niet anders. Het is immers niet aan de raad om bewijs te vergaren. Het is de eigen verantwoordelijkheid van klaagster om door haar betrokken stellingen met bewijs te schragen. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16143

    Klager verwijt verweer, psychiater, onder meer dat hij een ondeugdelijk rapport over verweerder heeft geschreven, dat verweerder buiten de grenzen van zijn deskundigheid is getreden, onvoldoende lichamelijk onderzoek heeft verricht en dat verweerder ten opzichte van klager niet voldaan heeft aan de eisen van het inzage- en blokkeringsrecht. Het college is van oordeel dat het door verweerder opgestelde rapport niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen en onvoldoende lichamelijk onderzoek heeft verricht. Klacht gegrond, waarschuwing.