Zoekresultaten 14601-14620 van de 45005 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:133 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180234
- Datum publicatie: 19-09-2019
- Datum uitspraak: 25-03-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:133
Klacht tegen eigen advocaat over wijze van declareren en kwaliteit van dienstverlening in verband met vordering tot nakoming echtscheidingsconvenant. Raad heeft alle klachtonderdelen ongegrond verklaard. Hof oordeelt dat niet is komen vast te staan dat klaagster met verweerder een afspraak heeft gemaakt over resultaatgericht declareren (no cure no pay) terwijl verweerder binnen de grenzen van de aan hem toekomende vrijheid is gebleven ten aanzien van de wijze waarop hij de zaak heeft behandeld. Bekrachtiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:146 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190079
- Datum publicatie: 19-09-2019
- Datum uitspraak: 14-06-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:146
Beklag ex art. 13 Advw. Nadat het hof een beklag van klaagster tegen een beslissing van de deken om geen advocaat toe te wijzen gegrond heeft verklaard, heeft de deken het verzoek om aanwijzing van een advocaat opnieuw ter hand genomen. De deken heeft daarbij klaagster om aanvullende informatie verzocht om het verzoek te kunnen beoordelen. Nu klaagster de benodigde informatie niet heeft verstrekt, heeft de deken op juiste gronden het verzoek afgewezen. Beklag ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:140 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180209
- Datum publicatie: 19-09-2019
- Datum uitspraak: 13-05-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:140
Verzet tegen beslissing van voorzitter van het hof. De voorzitter had het hoger beroep van klager afgewezen omdat de Advocatenwet aan klager niet de mogelijkheid biedt om in hoger beroep te komen van de beslissing van de raad. De klacht was namelijk door de raad ten dele kennelijk niet ontvankelijk en ten dele ongegrond verklaard. Het hof verwijst naar artikel 46h lid 7 van de Advocatenwet en komt tot het oordeel dat de voorzitter van het hof met juistheid heeft geoordeeld dat de Advocatenwet klager niet de mogelijkheid biedt om in hoger beroep te komen van de beslissing van de raad. Het verzet wordt daarom ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:134 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180252
- Datum publicatie: 19-09-2019
- Datum uitspraak: 25-01-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:134
Klacht over advocaat wederpartij. Verweerster heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door in haar brief aan klaagster feitelijk onjuist te stellen dat klaagster recht heeft op een AOW-uitkering, nu klaagster in de gelegenheid is gesteld om op verweersters brief te reageren en de daarin gestelde feiten te weerleggen, en zij door de onjuiste mededeling van verweerster niet in haar belangen geschaad. Inhoud en toonzetting brief niet onnodig grievend en tijdstip verzending is evenmin tuchtrechtelijk ontoelaatbaar. Grenzen vrijheid advocaat wederpartij niet overschreden. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:147 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190062
- Datum publicatie: 19-09-2019
- Datum uitspraak: 13-05-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:147
De door klager ingediende klacht was door de voorzitter van de raad kennelijk ongegrond verklaard. Klager had daartegen verzet ingesteld, welk verzet door de raad ongegrond was verklaard. Klager heeft vervolgens tegen deze beslissing van de raad een beroepschrift ingediend bij het hof. Het hof verwijst naar artikel 46h lid 7 van de Advocatenwet en komt tot het oordeel dat de Advocatenwet aan klager niet de mogelijkheid biedt om in hoger beroep te komen van de beslissing van de raad. Het ingestelde beroep wordt daarom verworpen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:128 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180316
- Datum publicatie: 19-09-2019
- Datum uitspraak: 25-03-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:128
Beklag art. 13 Advocatenwet (aanwijzing advocaat). Klager heeft de deken verzocht om aanwijzing van een advocaat in een procedure bij de Raad van Discipline en voor een procedure bij een huurcommissie. De deken heeft het verzoek afgewezen omdat geen sprake is van zaken waarbij een vertegenwoordiging door een advocaat is voorgeschreven, dan wel uitsluitend door een advocaat kan geschieden. Het hof oordeelt dat de deken het verzoek op juiste gronden heeft afgewezen en verklaart het beklag ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:141 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180265
- Datum publicatie: 19-09-2019
- Datum uitspraak: 25-03-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:141
Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit van de dienstverlening. Verweerder zou de bezwaarzaak van klager niet zorgvuldig hebben aangepakt; ondeskundig zijn; gebrekkig of leugenachtig hebben gecommuniceerd met klager en een denigrerende houding jegens klager hebben aangenomen. In hoger beroep heeft klager onder meer aangevoerd dat verweerder tijdens de hoorzitting niet heeft gehandeld op basis van een vooraf besproken strategie. Het hof leidt echter uit het verslag van de hoorzitting af, dat verweerder tevoren met klager een inhoudelijke bespreking heeft gevoerd en hierbij heeft getracht om klager te overtuigen van de strategie om in onderling overleg met de gemeente tot een oplossing te komen. Ook heeft verweerder toen aangegeven dat hij hierover, na de hoorzitting, nogmaals in overleg zal treden met klager. Blijkens dit verslag heeft klager op dat moment ook niet tegengesproken dat hij hiertoe bereid was. Mede gelet op de uitkomst van de nadien – door een andere gemachtigde – gevoerde bestuursrechtelijke procedure tegen de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van klager, valt de door verweerder gekozen koers volgens het hof binnen de bandbreedte van de hiervoor geldende kwaliteitseisen. Niettemin kan het hof wel enig begrip opbrengen voor het ongenoegen van klager over de wijze waarop verweerder zich heeft opgesteld tijdens de hoorzitting. Een door de advocaat gekozen koers kan juist zijn, maar de uitvoering daarvan moet niet zo zijn dat de advocaat in de perceptie van zijn cliënt, afstand van hem neemt. Naar het oordeel van het hof is dat echter onvoldoende ernstig om te kunnen oordelen dat sprake is van een tuchtrechtelijk verwijtbare houding van verweerder jegens klager. Bekrachtiging van de beslissing van de raad (klacht ongegrond).
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:135 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180256
- Datum publicatie: 19-09-2019
- Datum uitspraak: 25-02-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:135
Klacht over eigen advocaat. Niet kan worden vastgesteld dat verweerder klaagster niet naar behoren bijgestaan bij de afwikkeling van de echtscheiding. Verweerder heeft vanaf het begin duidelijk gemaakt dat hij het kort geding niet als strategisch wilde inzetten. Klaagster (jurist) heeft dat kunnen begrijpen en ingestemd met de door verweerder voorgestelde strategie. Bekrachtiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:148 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190101
- Datum publicatie: 19-09-2019
- Datum uitspraak: 13-05-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:148
Voorzittersbeslissing. Klager is niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep, omdat hij de beroepstermijn heeft overschreden. De voorzitter heeft begrip voor zijn persoonlijke situatie maar ziet hierin geen grond voor verschoning van de termijnoverschrijding.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:129 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180230
- Datum publicatie: 19-09-2019
- Datum uitspraak: 25-03-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:129
Bekrachtiging beslissing van de raad. Klacht tegen advocaat tegenpartij in arbeidszaak ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2018:249 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170262H
- Datum publicatie: 19-09-2019
- Datum uitspraak: 21-12-2018
- ECLI:NL:TAHVD:2018:249
Herzieningsverzoek. Verzoeker heeft aan zijn herzieningsverzoek ten grondslag gelegd dat het hof een fundamenteel rechtsbeginsel heeft geschonden. Ter onderbouwing heeft verzoeker aangevoerd dat de uitspraak van de raad, die door het hof is bekrachtigd, is gebaseerd op aannames die zijn gedaan op basis van vervalste e-mailberichten. Het indienen van de klacht is volgens verzoeker destijds ingegeven doordat klaagster de declaratie niet wilde betalen. Het hof overweegt dat de argumenten die verzoeker ten grondslag heeft gelegd aan zijn verzoek om herziening door hem reeds zijn aangevoerd in de voorgaande procedures en door het hof zijn betrokken in zijn oordeelsvorming. Het betreft derhalve een herhaling van zetten. Ook in het kader van deze procedure is het hof niet gebleken dat er tuchtrecht is gesproken op grond van vervalste bewijsmiddelen. Verzoeker heeft dan ook geen deugdelijke grond naar voren gebracht waaruit het hof zou kunnen dan wel moeten afleiden dat geen sprake is geweest van een eerlijk proces. Het hof concludeert derhalve dat het verzoek om herziening dient te worden verworpen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:142 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180266
- Datum publicatie: 19-09-2019
- Datum uitspraak: 25-03-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:142
Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit van de dienstverlening. Verweerder zou klaagster geen opdrachtbevestiging hebben gestuurd; klaagster niet hebben geadviseerd over de slagingskansen en risico’s van de procedures, klaagster ook overigens niet op een juiste wijze hebben geadviseerd en bijgestaan en voor klaagster een verweer hebben gevoerd dat niet zou voldoen aan de redelijkerwijs daaraan te stellen eisen. Het hof overweegt dat voor klaagster een belangrijk punt was of zij, behalve met een fors hogere huur, ook geconfronteerd zou worden met een groot bedrag aan inmiddels opgelopen huurachterstand. Een advocaat dient zijn cliënt op de hoogte brengen van belangrijke feiten en informatie en waar nodig ter voorkoming van misverstand of onzekerheid, deze schriftelijk aan zijn cliënt te bevestigen. In het dossier ontbreekt echter een brief van verweerder waarin hij een en ander duidelijk aan klaagster uiteen zet. Ook is door verweerder niet kenbaar rekening gehouden met en geïnformeerd over het maandelijks oplopen van deze achterstand. Het bewijsrisico dat niet komt vast te staan of voldoende is geadviseerd, ligt bij verweerder, nu het volgens verweerder wel gegeven advies niet schriftelijk is vastgelegd. Het is daarmee niet gezegd dat de procedure voor klaagster anders zou zijn verlopen of afgelopen, maar haar klacht dat verweerder haar onvoldoende het risico van een grote nabetaling onder de aandacht heeft gebracht, acht het hof anders dan de raad gegrond. Voor het overige bekrachtigt het hof de beslissing van de raad. Oplegging waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:136 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180307
- Datum publicatie: 19-09-2019
- Datum uitspraak: 19-04-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:136
Klacht over advocaat wederpartij. Niet is komen vast te staan dat verweerster mededelingen heeft gedaan waarvan zij de onjuistheid kende of redelijkerwijs kon kennen. Verweerster had tegenover klaagster, haar wederpartij, geen geheimhoudingsplicht. Verweerster was gerechtigd om haar cliënt in te lichten over haar gesprekken met klaagster. Klacht terecht ongegrond verklaard: bekrachtiging.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:149 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190056
- Datum publicatie: 19-09-2019
- Datum uitspraak: 06-09-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:149
Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder zou feitelijke informatie aan het gerechtshof hebben verstrekt waarvan hij wist, althans behoorde te weten, dat deze onjuist is, door na te laten aan het gerechtshof mede te delen dat het door klaagster verworpen aanbod een voorwaardelijk voorstel was. Hiermee zou verweerder het gerechtshof doelbewust met een onjuiste mededeling op het verkeerde been hebben gezet. Met de raad is het hof van oordeel dat de gewraakte passage van verweerder in de memorie van antwoord, waarmee gesuggereerd wordt dat klaagster haar rechten heeft verwerkt ter zake van haar vordering, als onvolledig en daardoor tevens misleidend moet worden aangemerkt. Verweerder en zijn kantoorgenoot hebben bovendien volhard in deze handelwijze door, nadat zij door de gemachtigde van klaagster waren gewezen op het onvolledige en misleidende karakter van de gewraakte passage, geen poging meer hebben ondernemen om het door hen in de memorie van antwoord geschetste beeld te nuanceren richting het gerechtshof. Hoewel het gerechtshof niet is toegekomen aan een inhoudelijke beoordeling van de vordering van klaagster ex artikel 843a Rv, valt niet uit te sluiten dat de gewraakte passage is meegenomen in de beeldvorming. Bekrachtiging beslissing van de raad, bekrachtiging maatregel. Proceskostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:130 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180044
- Datum publicatie: 19-09-2019
- Datum uitspraak: 25-03-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:130
Klacht tegen advocaat wederpartij in verband met handelwijze bij ontslag op staande voet. Raad heeft klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en aan verweerder een waarschuwing opgelegd. Verweerder heeft beroep ingesteld tegen de opgelegde maatregel. Hof oordeelt dat verweerder ervan op de hoogte moet zijn geweest dat klaagster werd bijgestaan door een (advocaat)gemachtigde. Hij heeft dit echter niet vermeld in verzoekschrift tot vernietiging van het ontslag en heeft zijn correspondentie aan de rechtbank niet telkens per gelijke post aan de gemachtigde van klaagster toegestuurd. Verweerder heeft zich allerminst welwillend opgesteld ten opzichte van de gemachtigde. Nu de informatie die hij in de tuchtrechtprocedure heeft verstrekt inconsistent is en het hof als ongeloofwaardig voorkomt, rekent het hof verweerder zijn handelwijze en opstelling ernstig aan. Berisping. Vernietiging beslissing raad voor zover het de opgelegde maatregel betreft, voor het overige bekrachtiging. Proceskostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:143 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180226
- Datum publicatie: 19-09-2019
- Datum uitspraak: 14-06-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:143
Klacht tegen advocaat wederpartij niet-ontvankelijk op grond van artikel 46g Advocatenwet. Klager wist in 2015 dat het in 2014 gesloten echtscheidingsconvenant voor hem nadelige gevolgen had en had binnen de termijn van drie jaar na het afsluiten van het convenant kunnen en moeten klagen. Bekrachtiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:137 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180144
- Datum publicatie: 19-09-2019
- Datum uitspraak: 11-01-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:137
Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder zou de belangen van klager hebben geschonden door de kortgedingdagvaarding openbaar te laten betekenen, terwijl hij beschikte over het e-mailadres van klager en hij de dagvaarding ook naar het adres van de vriendin van klager had kunnen sturen. Het hof kan de redenering van verweerder volgen dat hij ervoor heeft gekozen om de kortgedingdagvaarding openbaar te laten betekenen, nu hij een sommatiebrief heeft verstuurd naar een hem bekend e-mailadres van klager en hij hierop geen reactie meer heeft gekregen. Verder stond klager op het moment van het uitbrengen van de dagvaarding niet ingeschreven in de Basisadministratie Personen. Het hof is niettemin met de raad van oordeel dat het beter was geweest indien verweerder de dagvaarding daarnaast naar het verweerder bekende e-mailadres van klager had gestuurd. Het enkele feit dat verweerder dit niet heeft gedaan, is echter onvoldoende om hem daarvan een tuchtrechtelijk verwijt te maken. Bekrachtiging beslissing van de raad (klacht ongegrond).
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2019:185 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/117
- Datum publicatie: 18-09-2019
- Datum uitspraak: 18-09-2019
- ECLI:NL:TGZRAMS:2019:185
Klager verwijt de gz-psycholoog dat zij haar beroepsgeheim heeft geschonden, doordat zij ondanks de vermelding in de brief van klager 'vertrouwelijk' toch contact heeft opgenomen met zijn dochter en haar moeder. Verweerster heeft primair aangevoerd dat klager niet kan worden ontvangen in zijn klacht en subsidiair heeft zij aangevoerd dat de klacht niet gegrond is. Ongegrond
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:155 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-901
- Datum publicatie: 18-09-2019
- Datum uitspraak: 22-07-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:155
Klager heeft mede tot taak een behoorlijke rechtspleging en een eerlijk strafproces te bevorderen. Het verwijt aan verweerder is dat hij een behoorlijke rechtspleging heeft gefrustreerd door niet aanwezig te zijn bij een tweetal verhoren van zijn cliënt, verdachte in een strafzaak. Daardoor kon de rechtbank niet beschikken over een inhoudelijke reactie van de cliënt van verweerder. De raad is van oordeel dat niet gebleken is dat verweerder toezeggingen heeft gedaan aan de politie over zijn aanwezigheid bij de verhoren. Voorts heeft verweerder gesteld dat hij in overleg met zijn cliënte heeft gehandeld die vanaf het begin heeft aangegeven zich op zijn zwijgrecht te beroepen. De raad is niet gebleken dat dit standpunt onjuist is. Ook tegenover zijn cliënt heeft verweerder niet verwijtbaar gehandeld. De al dan niet aanwezigheid van verweerder bij de verhoren is een zaak tussen verweerder en zijn cliënt, terwijl niet is komen vast te staat dat de cliënt bezwaar had tegen de afwezigheid van verweerder bij de verhoren. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:136 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-449
- Datum publicatie: 18-09-2019
- Datum uitspraak: 27-05-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:136
Klacht over eigen advocaat. Klacht deels niet-ontvankelijk wegens onverschoonbare overschrijding van de termijn van drie jaar, waardoor klacht is verjaard. Deels ongegrond omdat niet gebleken is van excessief declareren door verweerster. Verweerster heeft specificaties overgelegd en uiteengezet welke acties zij heeft ondernomen en welke procedures zijn gevoerd. Verder is niet gebleken dat verweerster werkzaamheden heeft verricht zonder de instemming van klaagster. Voor zover dit betreft het opvragen van uittreksels bij de KvK of uit het G.B.A. is geen expliciete toestemming vereist. Dat ligt besloten in de opdracht aan verweerster en de noodzakelijke vertrouwensband.