Zoekresultaten 14261-14280 van de 44971 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:259 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.176

    Klacht tegen tandarts. Klager heeft de fabrikant van medicatie tegen astma aansprakelijk gesteld voor de tandcariës die bij hem is ontstaan. Klager heeft de fabrikant toestemming gegeven om bij verweerder, behandelend tandarts van klager, medische gegevens op te vragen. Klager verwijt verweerder kort gezegd 1) het verstrekken van een onjuiste verklaring zonder zijn toestemming op basis van een onjuiste medische anamnese, 2) het zich onprofessioneel gedragen, 3) het afgeven van een ondeskundige verklaring en 4) het verzuimen om nader te informeren bij deskundigen alvorens een verklaring af te geven. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klachtonderdeel 1 gedeeltelijk gegrond verklaard – voor zover het betreft het geven van een verklaring zonder toestemming – en aan de arts de maatregel van waarschuwing opgelegd. Voor het overige is de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege bekrachtigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege, onder verbetering van gronden.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:213 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-055/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:51 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/351541 KL RK 19-46

    De notaris heeft een substantiële hoeveelheid leveringsakten gepasseerd waarbij zijn kandidaat-notaris die de desbetreffende dossiers had voorbereid ook de verkrijgende partij was. De notaris heeft hiermee het gebod van onafhankelijkheid en onpartijdigheid miskend en tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Daarnaast heeft de notaris in een aantal ondernemingsrechtelijke dossiers heeft de notaris zijn onderzoeks-, informatie-, en Belehrungsverplichting geschonden. Vanwege bijkomende omstandigheden blijft maatregel beperkt tot schorsing gedurende een maand.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:226 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-251/DH/DH

    Verzet ongegrond. De voorzitter heeft de klacht in zijn beslissing juist weergegeven. De voorzitter heeft de juiste maatstaf toegepast. Er is geen ruimte voor verder onderzoek naar de klacht.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:272 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.215

    Klacht tegen verzekeringsarts. Klager lijdt aan nierfalen en heeft last van bloedarmoede. De verzekeringsarts brengt voor het Bureau Medische Advisering advies uit aan de IND in het kader van het verzoek van klager om een verblijfsvergunning. Klager verwijt de verzekeringsarts dat het advies onjuist, ondeskundig en onzorgvuldig tot stand is gekomen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:166 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-673/DB/OB

    Advocaat van de wederpartij. Geen sprake van bedrog, leugens en misleiding. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:266 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.094 en C2019.095

    Klacht van Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige was werkzaam op een crisisafdeling psychiatrie, alwaar mevrouw X. gedurende een periode van zes weken was opgenomen. Kort na afloop van de opname kreeg de verpleegkundige een relatie met mevrouw X. De klacht luidt dat de verpleegkundige - onder meer - zijn professionele grenzen heeft overschreden door seksueel grensoverschrijdend te handelen jegens mevrouw X. De verpleegkundige heeft niet de professionele distantie bewaakt die vereist was, door geen passende afkoelingsperiode in acht te nemen. De verpleegkundige heeft ook geen maatregelen genomen om herhaling in de toekomst te voorkomen en heeft verzuimd zijn verliefdheidsgevoelens te bespreken met zijn leidinggevende. Het RTG verklaart- zakelijk weergegeven - de klacht gegrond; legt aan de verpleegkundige de maatregel op van voorwaardelijke schorsing voor de duur van zes maanden met een proeftijd van één jaar, en stelt daarbij twee voorwaarden, draagt IGJ op toezicht te houden op de voorwaarde onder II; en bepaalt de publicatie. In de zaak C2019.095 komt de verpleegkundige in beroep tegen de beslissing van het Regionale Tuchtcollege. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de verpleegkundige. In zaak C2019.094 komt de Inspectie in beroep tegen één van de voorwaarden. Dit beroep wordt door het Centraal Tuchtcollege gegrond verklaard en de voorwaarden worden aangepast.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:214 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-072/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:52 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/357241 KL RK 19-106

    Onvoldoende grond om aan te nemen dat de notaris – als voorzitter van de VvE’s – tuchtrechtelijk verwijtbaar zou hebben gehandeld of nagelaten.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:260 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.242

    Klacht tegen gz-psycholoog. Verweerster heeft samen met een orthopedagoog een psychologisch onderzoek bij de zesjarige zoon van klaagster verricht. Verweerster concludeerde dat er sprake was van een jongen met zwakbegaafde cognitieve capaciteiten en een zwak sociaal inzicht. Volgens verweerster was mogelijk zijn intelligentieprofiel, het zwakke sociale inzicht en het zeer zwakke inzicht in oorzaak-gevolgrelaties een verklaring voor zijn angst- en spanningsklachten. De klacht houdt in dat verweerster: haar onderzoek destijds onzorgvuldig heeft verricht; in dat onderzoek een onjuiste waarneming heeft gehad; een onjuiste conclusie heeft getrokken en een onzorgvuldig advies heeft gegeven. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:167 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-703/DB/ZWB

    Geen sprake van schending gedragsregel.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:267 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.102

    Klacht tegen tandarts. In 2015 kwam klager bij verweerder, tandarts, onder behandeling. Klager verwijt verweerder dat hij: 1) klager niet adequaat heeft geadviseerd en geïnformeerd over de voorgenomen behandeling, kansen en risico´s, 2) een inadequate behandeling heeft ingezet, 3) een niet passende etsbrug heeft geleverd, 4) niet vooraf een behandelplan heeft gepresenteerd of begroting heeft gemaakt, 5) klager niet heeft geïnformeerd over de mogelijke vergoeding door de zorgverzekeraar, en 6) onjuiste nota´s bij de zorgverzekeraar heeft ingediend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klachtonderdeel 2 gegrond verklaard en de tandarts ter zake daarvan de maatregel van waarschuwing opgelegd. Voor het overige is de klacht in eerste aanleg afgewezen. Klager heeft tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege beroep ingesteld, voor zover de klacht ongegrond is verklaard. De tandarts heeft incidenteel beroep ingesteld tegen die beslissing, voor zover de klacht gegrond is verklaard. Ter zitting in beroep heeft de gemachtigde van klager medegedeeld dat klager zijn inleidende klacht volledig intrekt. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege en verstaat dat de inleidende klacht van klager door intrekking is vervallen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:221 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-586/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klachten over handelen verweerder in zijn hoedanigheid van curator deels niet-ontvankelijk (artikel 46g lid1 sub a) en kennelijk ongegrond verklaard. De voorzitter sluit zich aan bij het oordeel van de rechtbank in haar beschikking van april 2019 dat verweerder bij de uitoefening van zijn taak als curator heeft gehandeld zoals in redelijkheid mag worden verlangd van een over voldoende inzicht en ervaring beschikkende curator/advocaat en dat hij zijn taak met nauwgezetheid en inzet heeft verricht.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:215 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-169/DH/DH

    Klacht gegrond. Verweerder heeft de door klaagster aan hem verstrekte opdracht niet vervuld en vervolgens daarover (nadien) ten opzichte van klaagster onvoldoende duidelijkheid. Verweerder is ten opzichte van klaagster tekortgeschoten in zijn zorgplicht. Op grond van alle omstandigheden en de ernst van de gegrond bevonden klacht, waarvan klaagster nu nog de (nadelige) gevolgen ondervindt, alsmede gelet op het tuchtrechtelijk verleden van verweerder is de maatregel van een schorsing voor de duur van vier weken passend en geboden.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:53 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/353088 KL RK 19-66

    Klachten betreffende overdracht woning, uitoefenen druk door notaris, schijn partijdigheid, onzorgvuldig handelen

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:209 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-355/DH/DH/D

    Dekenbezwaar. Geen overschrijding driejaarstermijn. Verweerder heeft taak als medebestuurder van een stichting derdengelden niet naar behoren uitgevoerd. Maatregel berisping. Proceskosten.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:261 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.494

    Klacht tegen psychiater. Het CBR heeft klager verwezen naar de aangeklaagde psychiater om te beoordelen of hij volgens de regels geestelijk en lichamelijk in staat is om te rijden. Klager verwijt de psychiater dat hij in verband met een medisch onderzoek naar zijn rijvaardigheid in verband met mogelijk risicovol gebruik van alcohol, klager uitsluitend op basis van verhoogde leverwaarden ongeschikt heeft verklaard. De psychiater zou ondeskundig zijn. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond en legt een berisping op. Het Centraal Tuchtcollege acht de klacht eveneens voor hetzelfde deel gegrond, maar legt in plaats van een berisping een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:268 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.105

    Klacht tegen huisarts. De klacht heeft betrekking op de gehandicapte dochter van klaagster, patiënte. Zij verwijt verweerster onvoldoende zorg en een verkeerde diagnose en behandeling van de teen van patiënte. Na verwijzing naar het ziekenhuis bleek sprake van botinfectie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:222 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-317/DH/RO

    Klacht over kwaliteit dienstverlening is deels gegrond verklaard. Verweerder heeft nagelaten om aan klager een opdrachtbevestiging te versturen en heeft voorts, nadat hem bleek dat klager (vooralsnog) niet in aanmerking zou komen voor detentiefasering, hij onvoldoende actie voor klager heeft ondernomen, hem vervolgens in het ongewisse gelaten en ook nadien niet behoorlijk (schriftelijk) heeft gecommuniceerd met klager. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:216 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-162/DH/DH

    Verweerder heeft de vrouw geadviseerd om de omgangsregeling stil te leggen en om daarmee te handelen in strijd met een beslissing van de rechter. Verweerder heeft nagelaten om tekst en uitleg te geven aan klager over zijn advies aan de vrouw. Verweerder heeft ook nagelaten om met de deken in overleg te treden over zijn advies aan de vrouw. Verweerder heeft de belangen van klager in ernstige mate veronachtzaamd en de raad acht, mede in aanmerking nemend het tuchtrechtelijk verleden van verweerder en verweerders nalaten enige inhoudelijke reactie en hiermee inzicht in zijn drijfveren te geven de maatregel van schorsing voor de duur van acht weken, waarvan vier weken voorwaardelijk, passend.