Zoekresultaten 42481-42500 van de 45118 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0536 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010/016

    Beroep te laat ingediend. De klager heeft geen feiten en/of omstandigheden gesteld die het oordeel kunnen dragen dat beroep is ingesteld zo spoedig als dit redelijkerwijs verwacht kon worden.

  • ECLI:NL:TNOKROT:2009:YC0501 Kamer van toezicht Rotterdam 02/09

    Klagers zijn van mening dat de op 22 april 2002 getekende akten onder verdachte omstandigheden zijn ontstaan en ondertekend gelet op de onbekwaamheid van hun vader, die voor de notaris waarmeembaar is geweest. Beslissing: niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0523 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 210/2009

    Klacht tegen huisarts. Klager verwijt verweerder dat hij de diagnose appendicitis heeft gemist. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0530 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/262

    Klaagster heeft een heuprevisieoperatie ondergaan. De orthopedisch chirurg wordt verweten dat hij 1. nalatig is geweest bij het tijdig onderkennen van trombo-emboliën en 2. de revisieoperatie in orthopedisch-technische zin onzorgvuldig heeft uitgevoerd. Het RTC acht het eerste klachtonderdeel gegrond en legt een waarschuwing op. Klaagster komt in hoger beroep tegen afwijzing van het tweede klachtonderdeel. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt dit beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0524 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/141

    Klager verwijt de psychotherapeut dat hij de behandeling na 13 jaar abrupt heeft beëindigd, dat hij klager niet heeft doorverwezen, dat hij heeft geweigerd het patiëntendossier door te sturen en dat hij zijn eigen privé problemen in de therapie heeft verweven. Het RTC heeft geoordeeld geen ne bis in idem en verklaart alle vier de klachtonderdelen gegrond. Het legt aan de psychotherapeut een schorsing van de inschrijving op voor een periode van drie maanden en gelast de publicatie van de beslissing. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de psychotherapeut.

  • ECLI:NL:TNOKROT:2010:YC0505 Kamer van toezicht Rotterdam 31/09

    Klager verwijt de notaris dat hij onjuist en onzorgvuldig heeft gehandeld door te beloven c.q. de suggestie te wekken binnen één week de oprichting van een B.V. te kunnen realiseren. In de praktijk is het onmogelijk deze belofte op reguliere basis waar te maken. De advertentie belooft een resultaat, terwijl een notaris qua snelheid alleen een inspanning kan leveren c.q. garanderen. Ook staat het de notaris niet vrij in de advertentie te overdrijven en details achterwege te laten, aangezien het publiek en collega’s ervan uit mogen gaan dat alles wat een notaris beweert zonder meer waar is. Voorts verwijt klager de notaris zich niet als een goede collega te gedragen door in het marktgebied van klager te adverteren met een niet waar te maken notariële dienst en door te weigeren de advertentie te rectificeren. Door de advertentie kunnen cliënten ten onrechte de indruk krijgen dat zij voor het oprichten van een B.V. zich beter tot de notaris kunnen wenden dan tot een collega-notaris, zoals klager. Tenslotte wordt de notaris verweten dat hij ten onrechte de indruk wekt dat alleen zijn kantoor de in de advertentie vermelde dienst verleent. Door een termijn van één week te vermelden, suggereert hij een uniek product te hebben. De wijze waarop de notaris zich door middel van de advertentie op de markt profileert is naar de opvatting van klager in strijd met de artikelen 1, 17 en 26 van de Verordening beroeps- en gedragsregels (hierna: Vbg). Beslissing: verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0531 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/264

    Klacht tegen psychiater. Psychiater is door de rechtbank in het kader van een beroepsprocedure tegen een op grond van de WAO aan klager toegekende uitkering benoemd als deskundige. Klager verwijt de psychiater (1) ten onrechte te hebben aangenomen dat er geen lichamelijke oorzaak is voor de (pijn)klachten van klager en/of geen nader onderzoek daarnaar heeft geadviseerd (2); ten onrechte geen persoonlijkheidsstoornis te hebben vastgesteld en/of geen nader onderzoek daarnaar geadviseerd te hebben en (3) te zijn uitgegaan van het alcoholgebruik van de laatste tijd en niet van dat op 30 juli 2006. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht verworpen. Centraal Tuchtcollege stelt voorop dat bij de beoordeling van het door klager betwiste rapport moet worden gelet op het doel waarvoor dit rapport is uitgebracht, en de feiten en omstandigheden die bij het uitbrengen van het rapport van belang waren en verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TNOKROT:2009:YC0509 Kamer van toezicht Rotterdam 25/08

    Klagers stellen dat hun uit notariële bron werd verzekerd dat de notaris bij een veiling verplicht is contact op te nemen met de eigenaren om de veiling en de waarde van het te veilen object te bespreken. Aangezien met klagers geen contact is opgenomen door notaris zou notaris klachtwaardig hebben gehandeld. Klagers zijn van mening dat de notaris onjuiste informatie heeft verstrekt over het te veilen object inzake de legaliteit van de ligplaats en de daarmee samenhangende waarde. Volgens klagers heeft notaris onjuiste gegevens vermeld in de aankondiging van de veiling. Beslissing: klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0525 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/221

    Tandarts. Klachten over de informatieverschaffing, behandeling en bejegening. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klachten in alle onderdelen gegrond en waarschuwt de arts. Door niet te verschijnen ter zitting en lacuneus verweer wordt tandarts geacht de juistheid van klaagsters stellingen te erkennen. Hoewel de klachten elk afzonderlijk beschouwd van weinig gewicht zijn, roepen zij in samenhang het beeld op van een niet professioneel en onbehouwen optredend tandarts. De tandarts was voorts door een eerdere uitspraak een gewaarschuwd man, aldus het Regionaal Tuchtcollege. In beroep heeft de tandarts de hem gemaakte verwijten gemotiveerd betwist. Het Centraal Tuchtcollege acht de klachten in het licht van het gevoerde verweer onvoldoende onderbouwd. Volgt vernietiging van de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en ongegrond verklaring van de klacht.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0532 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/284

    Klager verwijt psychiater op onjuiste gronden de diagnose schizofrenie van het ongedifferentieerde type met katatone kenmerken te hebben gesteld. Het Regionaal Tuchtcollege acht voor het aan de psychiater gemaakte verwijt geen aanknopingspunten aanwezig en verklaart de klacht ongegrond. Beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0526 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/235

    Betreft een klacht tegen een arts verbonden aan een GGZ-instelling voor verslavingszorg. De klacht houdt in dat de arts klager ten onrechte de door hem gevraagde methadonverstrekking heeft geweigerd en hem gesprekken heeft opgedrongen. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat de arts zorgvuldig heeft gehandeld door klager eerst voor medisch behandeling naar zijn huisarts of longarts te verwijzen en dat niet is gebleken dat hem gesprekken zijn opgedrongen. Het Centraal Tuchtcollege heeft de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege bevestigd.

  • ECLI:NL:TNOKROT:2009:YC0510 Kamer van toezicht Rotterdam 07/09

    Klagers stellen dat zij verrast zijn door het feit dat zij vlak voor het passeren de aflossingsnota kregen overhandigd, terwijl de aflossingsnota de dag ervoor al naar notaris was gefaxt. Notaris heeft aangegeven de boeterente tot nader order in depot te houden en daarop mochten klagers vertrouwen. Ondanks de mededeling van notaris dat de vergoedingsrente in depot gehouden zou worden en klagers uitdrukkelijk hadden aangegeven dat notaris niet tot uitbetaling over mocht gaan, heeft notaris toch van de kwaliteitsrekening de boeterente aan de Rabobank uitbetaald. De onderhandelingspositie van klagers inzake het geschil over de vergoedingsrente is hierdoor verslechterd, aangezien de Rabobank het geld ontvangen heeft en verder geen belang meer heeft in onderhandeling te treden met klagers. Klagers verwijten notaris dat zij hen had moeten informeren dat zonder toestemming van de Rabobank de boeterente niet in depot gehouden kon worden. Notaris had niet achteraf moeten ontkennen dat de verplichting tot het in depot houden niet bestond. Beslissing: gegrond met waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0533 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/285

    Klacht tegen freelance verzekeringsarts, werkzaam voor herkeuringsinstelling. Klager is in opdracht van de gemeente opgeroepen voor een herkeuring met betrekking tot een vervoersvoorziening. Volgens klager is hij opgeroepen op oneigenlijke gronden, namelijk omdat hij veel klachten indient. Klager verwijt de arts dat deze hem heeft opgeroepen zonder onderzoek te doen naar de rechtmatigheid van de herkeuring. Klacht is afgewezen door het Regionaal Tuchtcollege. Beroep tegen dit oordeel verworpen door het Centraal Tuchtcollege.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0527 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/236

    Klacht tegen verzekeringsarts, werkzaam bij de Pensioen en- Uitkeringsraad. Klager heeft een herzieningsverzoek ingediend tot erkenning als burger-oorlogsslachtoffer op grond van de Wubo. Klager verwijt arts dat deze in dat kader een onjuist rapport heeft opgesteld en dat hij buiten zijn deskundigheidsgebied is getreden nu hij geen psychiater is. Klacht is afgewezen door het Regionaal Tuchtcollege. Beroep tegen dit oordeel verworpen door het Centraal Tuchtcollege.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0520 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 059/2009

    Klacht tegen psychiater. Klaagster is bekend met een borderline persoonlijkheidsstoornis waarvoor zij langdurig is behandeld. Klaagster verwijt verweerder dat hij teveel medicatie heeft voorschreven en haar niet wilde opnemen als het slecht met haar ging. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TACAKN:2010:YH0028 Accountantskamer Zwolle 10/10 Wtra AK

    Aanvang driejaarstermijn zodra bij klagers bezwaren rijzen n.a.v. de uitkomst van een door betrokkenen uitgebrachte waardering. Deze termijn vangt niet pas aan nadat nader overleg met betrokkenen is gevoerd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0516 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 186

    Klaagster verwijt de huisarts dat hij als behandelend arts van haar ex-partner een geneeskundige verklaring heeft afgegeven waarin hij zijn oordeel heeft gegeven over de (medische) geschiktheid van deze ex-partner om werk te verrichten. De huisarts heeft de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden. Het College acht de klacht gegrond en legt de huisarts de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0517 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-002

    Klaagster verwijt de arts dat hij tekort is geschoten in de ten aanzien van klaagster te betrachten zorg door zonder haar toestemming een (nadere) verklaring af te geven aan de Raad voor de Kinderbescherming, terwijl bovendien de verstrekte informatie nauwelijks op eigen waarneming van de arts kon zijn gebaseerd en ook onjuist was. De arts heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de klacht. Het College oordeelt dat de klacht gegrond is en legt de arts de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0518 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 183

    Klaagster verwijt de neurochirurg dat hij voor aanvang van de eerste operatie slecht heeft gecommuniceerd over de eventuele risico’s van de operatie, bij de eerste operatie een onbetrouwbare methode ter bepaling van het niveau heeft gebruikt, tijdens de operatie op het verkeerde niveau heeft geopereerd en pas na afloop van de tweede operatie klaagster ervan in kennis heeft gesteld dat hij eerder op het verkeerde niveau had geopereerd. De neurochirurg heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de klacht. Het College wijst de klacht in haar geheel af.

  • ECLI:NL:TACAKN:2010:YH0025 Accountantskamer Zwolle 09/2153 Wtra AK

    Artikelen 5 en 24, tweede lid GBAA. Schijn van afhankelijkheid opgewekt en daardoor afbreuk gedaan aan het vertrouwen dat door het maatschappelijk verkeer in accountants wordt gesteld, door onder de gegeven omstandigheden tegelijkertijd de belangen van en moeder en (het bedrijf van) een van haar kinderen te behartigen, terwijl moeder dat kind - en diens nazaten - in hoge mate bevoordeelt boven haar andere kinderen.