Zoekresultaten 41021-41040 van de 44756 resultaten

  • ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0100 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE0111

    Jaarlijks hygieneonderzoek nagelaten. Geldboete.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0113 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE0311

    Voor de pluimveesector is een “Plan van Aanpak” opgesteld om besmettingen van pluimvee met Salmonella en Campylobacter terug te dringen teneinde de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke door deze besmettingen te veroorzaken gezondheidsproblemen. Teneinde het met het plan van aanpak beoogde doel te bereiken, is het van het grootste belang dat een ieder zich houdt aan het totale pakket van maatregelen. Vast is komen te staan dat in 2009 het jaarlijks hygiënogram is nagelaten en dat in het tweede en vierde kwartaal van 2009 geen Campylobacteronderzoek is uitgevoerd. Beide overtredingen worden aangemerkt als een ernstige overtreding. Betrokkene heeft in 2008 en in 2009 tot april geen vleeskuikens gehouden, in verband met de verbouwing van zijn bedrijf. Ondanks dat betrokkene stelt dat de overtreding niet bewust is begaan (hij meende dat de onderzoeken per productiejaar moesten worden uitgevoerd, maar dat bleek per kalenderjaar te zijn. Hij heeft ook geen economisch gewin gehad bij het nalaten van het onderzoek) zijn de overtredingen hem wel toe te rekenen. De geldboetes worden deels voorwaardelijk opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0865 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09217a

    Klaagster verwijt verweerder dat er na de door hem bij haar uitgevoerde grote buikoperatie blaarvorming aan haar hielen is opgetreden. De decubitusprotocollen zijn niet nageleefd. Naar het oordeel van het college kan verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. De operatie en het herstel daarvan zijn goed verlopen. Er zijn geen aanwijzingen dat door of tijdens de operatie iets is gebeurd dat kan hebben bijgedragen aan het ontstaan van de decubitus. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0871 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/359

    De klacht is gericht tegen vijf artsen en betreft de behandeling van de moeder van klagers, verder patiënte te noemen, tijdens haar opname in het ziekenhuis. Patiënte is overleden. Alle artsen hebben de klacht gemotiveerd betwist. De klachten werden gezamenlijk ter terechtzitting behandeld. Het college heeft alle klachtonderdelen over de behandeling van patiënte –inhoudend het onvoldoende controleren van het Hb gehalte van patiënte, het onvoldoende adequaat behandelen van de kortademigheid, onvoldoende onderzoek naar de oorzaak van de infectie, het onvoldoende onderkennen en herkennen van het bij patiënte ontstane delier en het onvoldoende toezicht houden op de vocht- en voedingstoestand van patiënte- ongegrond bevonden en de klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0120 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE0711

    Het nalaten van een jaarlijks hygiënogram in 2009. Betrokkene voert aan dat de overtreding is begaan als gevolg van bijzondere omstandigheden, namelijk een ernstige ongeval in de familiesfeer. In februari 2010 heeft betrokkene alsnog een hygiënogram laten opmaken. Daarmee is de overtreding van 2009 niet teniet gedaan, maar gezien de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan, het feit dat betrokkene heeft geprobeerd het recht te zetten en omdat aan betrokkene niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd, legt het Tuchtgerecht de geldboete deels voorwaardelijk op.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0114 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE0611

    Betrokkene is niet op de terechtzitting verschenen; zaak is bij verstek behandeld. Voor de pluimveesector is een Actieplan Salmonella en Campylobacter opgesteld om besmettingen van pluimvee terug te dringen. Dit om de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke gezondheidsproblemen. Het van het grootste belang dat een ieder zich houdt aan het totale pakket van de geldende maatregelen. Voor twee overtredingen wordt in deze zaak een geldboete opgelegd: Het niet uitvoeren van Campylobacteronderzoek in het tweede en vierde kwartaal van 2009. Het feit dat dit is gekomen doordat de slachterij geen monstermateriaal had opgestuurd ontslaat betrokkene niet van de verantwoordelijkheid voor de naleving van dit voorschrift. Het nalaten van het onderzoek komt dan ook voor zijn rekening. Tevens is een koppel vleeskuikens op 4 december 2009 geslacht, terwijl de uitslag van het Salmonellaonderzoek pas op 8 december 2009 bekend was. Betrokkene voert aan dat hij altijd op de 28ste dag van de maand monsters neemt, maar dat de kuikens mogelijk eerder zijn geslacht dan afgesproken. Een vaste werkwijze biedt enerzijds zekerheid, maar maakt de procedure ook kwetsbaar, als de slachterij eerder wil slachten. Betrokkene blijft toch verantwoordelijk.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0866 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09218

    Klaagster verwijt verweerder dat hij bij haar een basaalcarcinoom op haar hoofd op onjuiste wijze heeft verwijderd, onvoldoende informatie vooraf en een onjuiste postoperatieve behandeling, waarbij verweerder op het menselijke vlak is tekortgeschoten. Het college is van oordeel dat de voorlichting uitgebreider had gekund, maar dat verweerder in het voortraject en bij de operatie niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Wel was extra aandacht voor de wond nodig geweest omdat de hechtingen onder spanning waren aangebracht en heeft verweerder nadat de wond ontstoken raakte klaagster onvoldoende voorgelicht over het feit dat er uiteindelijk een grote kale plek zou ontstaan. Gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0115 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE0511

    Betrokkene is niet op de zitting verschenen, zaak is bij verstek behandeld. Voor de pluimveesector is een “Plan van Aanpak” opgesteld om besmettingen van pluimvee met Salmonella en Campylobacter terug te dringen teneinde de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke door deze besmettingen te veroorzaken gezondheidsproblemen. Om het met het plan van aanpak beoogde doel te bereiken, is het van het grootste belang dat een ieder zich houdt aan het totale pakket van maatregelen. Op bedrijf met circa 100.000 leghennen acht het Tuchtgerecht bewezen dat in 2009 het chemisch drinkwateronderzoek is nagelaten, en dat voorts geen hygiënogram is uitgevoerd, één maal per twee ronden, en één maal per dertig maanden, na de reiniging en ontsmetting van de stal. De opdracht voor een chemisch drinkwateronderzoek is wel gegeven maar kennelijk niet door de opdrachtnemer uitgevoerd, stelt betrokkene. Verder was betrokkene niet met alle voorschriften bekend. In beide gevallen komt de overtreding voor rekening van betrokkene. Het nalaten van chemisch drinkwateronderzoek kwalificeert het Tuchtgerecht als een lichtere overtreding. Het nalaten van een hygiënogram is een ernstige overtreding. Voor beide overtredingen legt het Tuchtgerecht een geldboete op.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0109 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE0811

    Bij betreffend pluimveebedrijf kon niet worden aangetoond dat Salmonellaonderzoek was uitgevoerd door een HOSOWO-instantie, na geconstateerde Salmonellabesmetting en nadat het betreffende hok was gereinigd en ontsmet voor de opzet van nieuwe kuikens. Fouten gemaakt door derden komen voor rekening van de ondernemer tot wie het voorschrift zich richt. Betrokkene had faciliterend bedrijf opdracht gegeven om swabs te nemen, terwijl die een hygiënogram hebben genomen. Toen betrokkene daar achter kwam was het te laat om alsnog swabs te nemen. Het nalaten van het swabonderzoek wordt betrokkene aangerekend op grond van zijn verantwoordelijkheid. Omdat verder blijkt dat na de positieve Salmonellauitslag in februari 2009 alle vervolgonderzoeken van 15 april 2009 tot en met 28 juni 2010 een Salmonellanegatieve uitslag laten zien, legt het Tuchtgerecht een berisping op.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0867 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/355

    De klacht is gericht tegen vijf artsen en betreft de behandeling van de moeder van klagers, verder patiënte te noemen, tijdens haar opname in het ziekenhuis. Patiënte is overleden. Alle artsen hebben de klacht gemotiveerd betwist. De klachten werden gezamenlijk ter terechtzitting behandeld. Het college heeft alle klachtonderdelen over de behandeling van patiënte –inhoudend het onvoldoende controleren van het Hb gehalte van patiënte, het onvoldoende adequaat behandelen van de kortademigheid, onvoldoende onderzoek naar de oorzaak van de infectie, het onvoldoende onderkennen en herkennen van het bij patiënte ontstane delier en het onvoldoende toezicht houden op de vocht- en voedingstoestand van patiënte- ongegrond bevonden en de klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0868 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/356

    De klacht is gericht tegen vijf artsen en betreft de behandeling van de moeder van klagers, verder patiënte te noemen, tijdens haar opname in het ziekenhuis. Patiënte is overleden. Alle artsen hebben de klacht gemotiveerd betwist. De klachten werden gezamenlijk ter terechtzitting behandeld. Het college heeft alle klachtonderdelen over de behandeling van patiënte –inhoudend het onvoldoende controleren van het Hb gehalte van patiënte, het onvoldoende adequaat behandelen van de kortademigheid, onvoldoende onderzoek naar de oorzaak van de infectie, het onvoldoende onderkennen en herkennen van het bij patiënte ontstane delier en het onvoldoende toezicht houden op de vocht- en voedingstoestand van patiënte- ongegrond bevonden en de klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0104 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE0211

    Nalaten jaarlijks hygiënogram in 2009. Ernstige gezondheidsproblemen betrokkene ten tijde van de overtreding zijn verzachtende omstandigheden. Betrokkene heeft in februari 2010 alsnog een hygienogram laten opmaken. Berisping. (voorzittersuitspraak)

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0863 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 249/2010

    Klacht tegen verzekeringsarts. Klager is bedrijfsarts. Er is sprake van een verschil van professioneel inzicht tussen twee beroepsbeoefenaren inzake de functionele mogelijkheden van een werknemer. Een dergelijke situatie, waarbij elk oordeelt vanuit het eigen specialistisch kader, kan zich regelmatig voordoen zonder dat dit hoeft te duiden op een onoordeelkundig oordeel van de een of de ander. Het tuchtrecht in de gezondheidszorg is niet bedoeld voor toetsing van dergelijke situaties. Klager niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0864 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1033

    Klager verwijt verweerder, huisarts, dat door diens ongeïnteresseerdheid en nalatigheid klagers moeder aan een hartinfarct is overleden. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college oordeelt dat verweerder op grond van beschikbare gegevens redelijkerwijs tot de gestelde diagnoses heeft kunnen komen. Oorzaak van het overlijden van patiënte is waarschijnlijk multifactorieel; geen rechtstreeks verband kan worden aangenomen met de diagnose door verweerder. Ongeïnteresseerdheid jegens patiënte is niet komen vast te staan. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0230 Accountantskamer Zwolle 11/2129 Wtra AK

    Nadere maatregel wegens het niet betalen van een door de Accountantskamer opgelegde geldboete: doorhaling

  • ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0111 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1111

    Voor de pluimveesector is een Actieplan Salmonella en Campylobacter opgesteld om besmettingen van pluimvee terug te dringen. Dit om de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke gezondheidsproblemen. Het is van het grootste belang dat eenieder zich houdt aan het totale pakket van de geldende maatregelen. Het pluimveebedrijf van betrokkene is niet gedurende het jaar 2009 op kosten van betrokkene door een erkende controle-instantie gecontroleerd op de naleving van de hygiënevoorschriften. Betrokkene had de brieven van het PPE d.d. 3 februari 2010 en 10 maart 2010 verkeerd begrepen. In de brieven wordt betrokkene gesommeerd de in 2009 nagelaten controle alsnog uit te laten voeren, voor 15 maart 2010. Daarmee zou de fout alsnog zijn gerepareerd. Betrokkene heeft echter niet aan deze verplichting voldaan. In november 2008 is een voorwaardelijke geldboete opgelegd. Omdat dit een overtreding betreft binnen het kader van dezelfde regelgeving en de thans door het Tuchtgerecht vastgestelde overtreding binnen de proeftijd van twee jaar heeft plaatsgevonden, wordt de voorwaardelijk geldboete nu ten uitvoer gelegd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0130 Accountantskamer Zwolle 10/1243 Wtra AK

    Ook na invoering van de Wet op de tuchtrechtspraak accountants geldt dat het niet verenigbaar is met de eisen van een behoorlijke tuchtprocedure dat een klager, nadat de Accountantskamer op zijn klacht heeft beslist, een tweede klacht tegen dezelfde accountant indient over hetzelfde feitencomplex, terwijl dit feitencomplex reeds ten tijde van de eerste klacht bij klager bekend was of had kunnen zijn. De klacht is daarom in casu niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0131 Accountantskamer Zwolle 10/1174 Wtra AK

    klacht als feitelijk ongegrond afgewezen

  • ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0132 Accountantskamer Zwolle 10/1441 Wtra AK

    Ook na invoering van de Wet op de tuchtrechtspraak accountants geldt dat het niet verenigbaar is met de eisen van een behoorlijke tuchtprocedure dat een klager, nadat de Accountantskamer op zijn klacht heeft beslist, een tweede klacht tegen dezelfde accountant indient over hetzelfde feitencomplex, terwijl dit feitencomplex reeds ten tijde van de eerste klacht bij klager bekend was of had kunnen zijn. De klacht is daarom in casu niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0861 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.238

    De dochter van klagers was onder toezichtgesteld bij Bureau Jeugdzorg (BJZ). In het kader van die ondertoezichtstelling heeft de gz-psycholoog onderzoek verricht naar de dochter van klagers. De klachten van klagers houden in dat de gz-psycholoog ten onrechte: a) haar onderzoek heeft uitgevoerd zonder schriftelijke toestemming van de ouders, die immers met het gezag waren belast, b) geen compleet overzicht heeft gestuurd van ontvangen documentatie, c) geen informatie heeft gegeven over de gebruikte onderzoeksmethode, d) heeft geweigerd de onderzoeksvragen van de ouders te beantwoorden, e) heeft geweigerd klagers afschrift van een concept-rapport toe te zenden, f) heeft geweigerd de inzichten van de ouders na lezing van het concept-rapport in dat rapport te vermelden, g) uitspraken over de ouders doen terwijl tijdens het onderzoek niet met de ouders is gesproken en ook niet na het onderzoek, h) heeft geweigerd vragen van de ouders te beantwoorden. Het RTG heeft de klacht in alle onderdelen afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klagers.