Zoekresultaten 3281-3300 van de 45005 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:26 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-904/DB/ZWB
- Datum publicatie: 23-02-2024
- Datum uitspraak: 22-02-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:26
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Omdat niet is gebleken dat verweerster de grenzen van de aan haar, in haar hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid heeft overschreden verklaart de voorzitter de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:27 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-894/DB/OB
- Datum publicatie: 23-02-2024
- Datum uitspraak: 22-02-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:27
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. De voorzitter heeft in het dossier geen aanknopingspunten gevonden voor de juistheid van klagers verwijt dat verweerder die opdracht niet heeft uitgevoerd. Dat klager het niet eens is met de inhoud van verweerders conclusies en advies maakt nog niet dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het is de taak van een advocaat om de cliënt naar behoren te adviseren over de kans van slagen en de (on)mogelijkheden in een zaak. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5764
- Datum publicatie: 23-02-2024
- Datum uitspraak: 23-02-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:34
Gegronde klacht tegen een arts. Bij klaagster is 21 jaar geleden borstkanker vastgesteld, waarna een borstsparende operatie heeft plaatsgevonden. Eind 2022 zijn bij klaagster plekjes op haar borst ontstaan. De arts, die als ANIOS werkzaam is in het verpleeghuis waar klaagster woont, heeft die plekjes behandeld met een crème. Na 12 weken behandeling heeft de arts een consult aangevraagd bij de dermatoloog en werd klaagster naar het ziekenhuis verwezen voor onderzoek. Daaruit bleek dat sprake was van teruggekeerde borstkanker. Het college oordeelt dat de arts niet gehandeld heeft in strijd met haar zorgplicht door een behandeling met de crème te starten en het beloop daarvan te monitoren. Toen echter na 9 weken de verwachte genezing nog altijd uitbleef, en er ook al geruime tijd geen verbetering meer was gezien, de supervisor van de arts had geadviseerd om bij uitblijvend resultaat een dermatologisch consult aan te vragen en met klaagster en haar familie is afgesproken dat dit consult zou worden gevraagd, heeft zij zonder goede reden en zonder overleg besloten om door te gaan met de behandeling en opnieuw het resultaat af te wachten. Klacht is gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:288 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5396
- Datum publicatie: 23-02-2024
- Datum uitspraak: 27-07-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:288
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen een huisarts kennelijk niet-ontvankelijk. Klager heeft een klacht ingediend over het door hem veronderstelde handelen van de huisarts rondom het overlijden van zijn moeder. Naar het oordeel van de voorzitter heeft klager zijn klacht onvoldoende verduidelijkt. Klager heeft niet duidelijk gemaakt op welk handelen of nalaten van de huisarts zijn klacht betrekking heeft. Klager heeft ook te kennen gegeven dat hij niet weet wat er is gebeurd en dat hij dat nu juist graag wil achterhalen. De procedure bij het tuchtcollege is echter niet bedoeld om op deze wijze informatie te verkrijgen omtrent het handelen van een zorgverlener. Nu geen sprake is van een voldoende concreet verwijt aan het adres van de huisarts, voldoet de klacht niet aan de daaraan gestelde eisen. Bovendien is klager niet gerechtigd om de klacht in te dienen. Uit het klaagschrift en het proces-verbaal van het mondelinge vooronderzoek blijkt dat de moeder van klager een levensgezel had, te weten de vader van de huisarts. Daarnaast zijn er bijzondere omstandigheden die aanleiding geven om eraan te twijfelen dat klager de wil van zijn moeder vertegenwoordigt. Klager kan niet geacht worden de wil van zijn overleden moeder te vertegenwoordigen. De levensgezel zou daartoe wel gerechtigd zijn, maar van zijn instemming met het indienen van deze tuchtklacht is niet gebleken. Dit betekent dat de klacht kennelijk niet-ontvankelijk is.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:31 Raad van Discipline Amsterdam 24-015/A/A
- Datum publicatie: 23-02-2024
- Datum uitspraak: 19-02-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:31
Voorzittersbeslissing; klacht over de dienstverlening door de (voormalig) eigen advocaat kennelijk ongegrond. Verweerster heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:28 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-908/DB/OB
- Datum publicatie: 23-02-2024
- Datum uitspraak: 22-02-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:28
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk omdat niet is gebleken dat klager door het verweten handelen rechtstreeks in zijn belangen is geschaad. Omdat niet is gebleken dat verweerder de grenzen van de aan hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid heeft overschreden verklaart de voorzitter de klacht, voor zover wel ontvankelijk, kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:35 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2021/3524
- Datum publicatie: 23-02-2024
- Datum uitspraak: 23-02-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:35
Kennelijk ongegronde klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Klaagster verwijt de specialist ouderengeneeskunde dat zij klaagster noch de overige familie van de patiënt heeft geïnformeerd of gekend in het proces c.q. beleid dat zij heeft opgestart, door klaagster omschreven als stervensbegeleiding. Op basis van het medisch dossier stelt het college vast dat in met de patiënt en klaagster gesproken is over een beleid waarbij de patiënt terughoudend ingestuurd zou worden. Over de achteruitgang van de medische toestand van de patiënt is meerdere malen met zowel de patiënt als klaagster gesproken. Het college ziet geen aanwijzingen voor de stelling dat de patiënt niet goed geïnformeerd zou zijn over het medisch beleid om terughoudend te zijn met insturen of dat dit beleid tegen de wil in van de patiënt is afgesproken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:32 Raad van Discipline Amsterdam 24-019/A/A
- Datum publicatie: 23-02-2024
- Datum uitspraak: 19-02-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:32
Voorzittersbeslissing; klacht tegen een advocaat die optreedt in een andere hoedanigheid is in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Uit niets blijkt dat verweerder met zijn handelen het vertrouwen in de advocatuur zou hebben geschaad.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:36 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5765
- Datum publicatie: 23-02-2024
- Datum uitspraak: 23-02-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:36
Ongegronde klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Bij klaagster is 21 jaar geleden borstkanker vastgesteld, waarna een borstsparende operatie heeft plaatsgevonden. Eind 2022 zijn bij klaagster plekjes op haar borst ontstaan. Een basisarts heeft de plekjes behandeld met een crème. Na 12 weken behandeling heeft de basisarts een consult aangevraagd bij de dermatoloog en werd klaagster naar het ziekenhuis verwezen voor onderzoek. Daaruit bleek dat sprake was van teruggekeerde borstkanker. De klacht ziet op de wijze waarop de specialist ouderengeneeskunde supervisie heeft uitgeoefend op het handelen van de basisarts. Naar het oordeel van het college is de behandeling de crème niet zodanig ongebruikelijk of gecompliceerd dat de specialist ouderengeneeskunde deze behandeling niet aan de basisarts heeft mogen overlaten. Ook waren er geen evidente signalen die erop wezen dat hij in had moeten grijpen op haar handelen. Op enig moment heeft de specialist ouderengeneeskunde het advies gegeven om, als verbetering uitbleef, een dermatologisch consult aan te vragen. Het kan de specialist ouderengeneeskunde niet worden verweten dat de basisarts dit advies niet binnen redelijke termijn heeft opgevolgd. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:37 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5654
- Datum publicatie: 23-02-2024
- Datum uitspraak: 23-02-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:37
Kennelijk ongegronde klacht tegen een klinisch geriater. Klager verwijt de klinisch geriater dat zij een verkeerd medicatieadvies heeft gegeven en dat zij heeft geweigerd het medisch dossier van de patiënte na haar overlijden aan klager te verstrekken. De klinisch geriater heeft meerdere argumenten aangevoerd voor het standpunt dat klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht en heeft verder inhoudelijk verweer gevoerd. Het college verklaart klager ontvankelijk in zijn klacht. Inhoudelijk oordeelt het college dat het gezien de lage dosering van de medicatie niet onzorgvuldig was om te adviseren hiermee te stoppen zonder een afbouwschema. Het advies van de klinisch geriater is ook zorgvuldig tot stand gekomen en er bestond geen noodzaak daarbij andere zorgverleners te raadplegen. Het college stelt vast dat de klinisch geriater niet betrokken is geweest bij de beslissing het medisch dossier wel of niet te verstrekken. Klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:38 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5512
- Datum publicatie: 23-02-2024
- Datum uitspraak: 23-02-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:38
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen een huisarts kennelijk niet-ontvankelijk. Klager heeft een klacht ingediend over het door hem veronderstelde handelen van de huisarts rondom het overlijden van zijn moeder. Klager heeft in zijn klaagschrift geen duidelijke omschrijving gegeven van het handelen of nalaten van de huisarts waarop zijn klacht betrekking heeft en heeft zijn klacht in een latere brief onvoldoende verduidelijkt. Klager heeft niet beschreven wat de huisarts precies heeft gedaan of zou hebben nagelaten. Klager heeft ook te kennen gegeven dat hij niet weet wat er is gebeurd en dat hij dat nu juist graag wil achterhalen. De procedure bij het tuchtcollege is echter niet bedoeld om op deze wijze informatie te verkrijgen omtrent het handelen van een zorgverlener. Nu geen sprake is van een voldoende concreet verwijt aan het adres van de huisarts voldoet het klaagschrift niet aan de daaraan krachtens de wet gestelde eisen. Bovendien is klager niet gerechtigd om de klacht in te dienen. Uit het klaagschrift en het proces-verbaal van het mondelinge vooronderzoek blijkt dat de moeder van klager een levensgezel had, aan wie zij de bevoegdheid had gegeven om namens haar medische (en financiële) beslissingen te nemen als zij daartoe zelf niet meer in staat zou zijn. Deze levensgezel is in eerste instantie klachtgerechtigd. Van zijn instemming met het indienen van deze tuchtklacht is echter niet gebleken. Dit betekent dat de klacht kennelijk niet-ontvankelijk is.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:39 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5513
- Datum publicatie: 23-02-2024
- Datum uitspraak: 23-02-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:39
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen een apotheker kennelijk niet-ontvankelijk. Klager heeft een klacht ingediend over het door hem veronderstelde handelen van de apotheker rondom het overlijden van zijn moeder. Klager heeft in zijn klaagschrift geen duidelijke omschrijving gegeven van het handelen of nalaten van de apotheker waarop zijn klacht betrekking heeft en heeft zijn klacht in een latere brief onvoldoende verduidelijkt. Klager heeft niet beschreven wat de apotheker precies heeft gedaan of zou hebben nagelaten. Klager heeft ook te kennen gegeven dat hij niet weet wat er is gebeurd en dat hij dat nu juist graag wil achterhalen. De procedure bij het tuchtcollege is echter niet bedoeld om op deze wijze informatie te verkrijgen omtrent het handelen van een zorgverlener. Nu geen sprake is van een voldoende concreet verwijt aan het adres van de huisarts voldoet het klaagschrift niet aan de daaraan krachtens de wet gestelde eisen. Bovendien is klager niet gerechtigd om de klacht in te dienen. Uit het klaagschrift en het proces-verbaal van het mondelinge vooronderzoek blijkt dat de moeder van klager een levensgezel had, aan wie zij de bevoegdheid had gegeven om namens haar medische (en financiële) beslissingen te nemen als zij daartoe zelf niet meer in staat zou zijn. Deze levensgezel is in eerste instantie klachtgerechtigd. Van zijn instemming met het indienen van deze tuchtklacht is echter niet gebleken. Dit betekent dat de klacht kennelijk niet-ontvankelijk is.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:21 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-181/AL/NN
- Datum publicatie: 22-02-2024
- Datum uitspraak: 08-01-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:21
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:1 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/412055 KL RK 22-152
- Datum publicatie: 22-02-2024
- Datum uitspraak: 04-01-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:1
De notaris heeft zijn privé jaargegevens over het boekjaar 2021 niet (tijdig) ingediend bij het BFT. De notaris heeft daarmee in strijd gehandeld met artikel 24 lid 4 Wna juncto artikel 2 lid 2 Regeling op het Notarisambt en artikel 5:20 Awb. Er is sprake van recidive. Klacht is gegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:24 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5729
- Datum publicatie: 22-02-2024
- Datum uitspraak: 16-02-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:24
Klacht tegen huisarts. Klager is jarenlang bekend met psychiatrische problematiek en door de huisarts doorverwezen naar specialistische zorginstelling voor specialistische zorg. Deze is niet van de grond gekomen omdat klager niet tevreden was. In het najaar van 2020 is een impasse ontstaan over het aanhoudend gebruik van benzodiazepines. Klager heeft meerdere keren contact opgenomen met de huisarts om die medicatie weer te krijgen. De huisarts heeft de medicatie niet meer voorgeschreven en heeft klager daarvoor terugverwezen naar de zorginstelling. Hij heeft deze nadrukkelijk aangeschreven om de zorg weer op te pakken, met de mededeling dat hij de benzodiazepines waar klager van afhankelijk was geworden, maar die geen behandeldoel meer dienden, niet meer zou voorschrijven. Als gevolg van het plotseling stoppen met medicatie heeft klager veel last gehad van ontwenningsverschijnselen.Klager verwijt de huisarts dat hij medische hulp heeft onthouden door het niet voorschrijven van medicatie en geen begeleiding of hulp heeft geboden bij het afkicken van de medicatie. Het college komt tot het oordeel dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en dat de klacht dus ongegrond is. Het college oordeelt dat de huisarts in de specifieke context van deze casus begrijpelijke en verdedigbare afwegingen heeft gemaakt. De gezondheid van klager is niet in gevaar gekomen.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:22 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-740/AL/MN
- Datum publicatie: 22-02-2024
- Datum uitspraak: 08-01-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:22
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Niet gebleken dat verweerster een onjuiste versie van de conceptdagvaarding aan de advocaat van de wederpartij heeft gestuurd en dat zij heeft verzuimd wijzigingen en aanvullingen te verwerken in de (laatste en verzonden) conceptdagvaarding. Dat verweerster klager heeft beschuldigd van een “foute toon” blijkt niet uit de overgelegde stukken. Verweerster kan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt van haar vraag of klagers e-mails in het vervolg vriendelijker van toon kunnen zijn. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:2 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/427035 KL RK 23-121
- Datum publicatie: 22-02-2024
- Datum uitspraak: 10-01-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:2
De notaris heeft de in 1983 gevestigde erfdienstbaarheid niet opgenomen in de akte van levering van 1 oktober 2020. De notaris heeft aan haar onderzoeksplicht voldaan. Zij heeft de verplichte en kadastrale recherches uitgevoerd. Er waren ook geen omstandigheden die noopten tot nader onderzoek.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5942
- Datum publicatie: 22-02-2024
- Datum uitspraak: 16-02-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:19
Klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft de situatie van klaagsters echtgenoot (hierna: patiënt) beoordeeld. Patiënt had buikkrampen, moest overgeven en zijn stoma produceerde nauwelijks. De huisarts heeft meerdere keren telefonisch contact gehad met patiënt en zijn familie. Hierna verslechterde de toestand van patiënt snel, en belde de familie de huisartsenpost. Uiteindelijk is patiënt in het ziekenhuis overleden. De klacht heeft betrekking op het handelen van de huisarts voorafgaand aan het overlijden van patiënt. Het college komt tot het oordeel dat de klacht gegrond is en legt aan de huisarts de maatregel van een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:397 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-658/AL/MN
- Datum publicatie: 22-02-2024
- Datum uitspraak: 12-06-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:397
In de klacht maken klaagsters verweerder – onder meer – een verwijt dat hij in strijd met gedragsregel 19 lid 1 heeft gehandeld door in afwijking van het advies van de deken een recht van hypotheek te doen vestigen. Dit gestelde normschendend gedrag raakt de in artikel 10a Advocatenwet vastgestelde kernwaarde van (financiële) integriteit. Gelet hierop is de raad van oordeel dat er redenen zijn van algemeen belang om de behandeling van de klacht over verweerder voort te zetten. Op grond van artikel 47a lid 4 Advocatenwet bepaalt de raad dat de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland voor het vervolg van deze zaak als klager wordt aangemerkt. De zaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond voorafgaand aan de intrekking van de klacht door klaagsters.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:23 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-761/AL/GLD
- Datum publicatie: 22-02-2024
- Datum uitspraak: 08-01-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:23
Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij deels kennelijk niet-ontvankelijk wegens een gebrek aan belang en deels kennelijk ongegrond.