Zoekresultaten 3201-3220 van de 45005 resultaten
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:42 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-562/AL/MN
- Datum publicatie: 05-03-2024
- Datum uitspraak: 29-01-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:42
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat. De vermelding van de naam van klager in processtukken in het kader van een medische klachtprocedure bij het RTG Zwolle is niet klachtwaardig. Uit de stukken en de verklaringen die klager en verweerster ter zitting hebben afgelegd blijkt dat klager en het conflict tussen klager en de cliënt van verweerster bij het RTG Zwolle bekend is. De processtukken zijn ook niet openbaar toegankelijk voor derden. Verder verdient het aanbeveling om in processtukken te vermelden dat een beslissing waarnaar wordt verwezen in hoger beroep is vernietigd en om de reden te vermelden waarom de vernietigde beslissing toch wordt aangehaald. Gelet op de context waarin verweerster dit niet heeft gedaan – het jarenlange conflict tussen klager en de cliënt van verweerster en de daaruit voortvloeiende klachten van patiënten over klager en de cliënt van verweerster – is dit niet klachtwaardig.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:48 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A203/5705
- Datum publicatie: 05-03-2024
- Datum uitspraak: 05-03-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:48
Ongegronde klacht tegen een psychiater. Klaagster verblijft in een instelling. De psychiater is werkzaam bij de instelling en heeft klaagster in de hoedanigheid van zorgbehandelaar, hoofdbehandelaar en zijdelings betrokken psychiater behandeld. Klaagster verwijt de psychiater onder andere dat zij klaagster heeft mishandeld door onder dwang antipsychotica toe te dienen en zij haar in haar slaap heeft overvallen met injecties. De psychiater heeft het college verzocht klaagster niet-ontvankelijk te verklaren omdat klaagster gedurende de tuchtrechtprocedure een mentor toegewezen heeft gekregen en het niet duidelijk is of de mentor instemt met de klacht. Daarnaast stelt de psychiater dat klaagster ten tijde van het indienen van de klacht ter zake wilsonbekwaam was en zij ook om die reden niet in haar klacht kan worden ontvangen. Het college overweegt dat klaagster klachtgerechtigd is. Zij had ten tijde van het indienen van de klacht nog geen mentor. Voorts overweegt het college dat als uitgangspunt geldt dat een patiënt die een mentor heeft zonder toestemming van die mentor een tuchtklacht kan indienen, tenzij aannemelijk is dat de patiënt ter zake wilsonbekwaam is. Daarvan is in dit geval geen sprake. Uit de klacht en de verwoording daarvan van klaagster valt niet af te leiden dat zij niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van haar belangen ter zake. Voor het indienen van een tuchtklacht dient aan de wilsbekwaamheid geen al te hoge eisen te worden gesteld. Het college oordeelt vervolgens dat niet duidelijk is geworden op welke gedragingen van de psychiater de klacht precies betrekking heeft en waarom de psychiater onjuist of onzorgvuldig zou hebben gehandeld. In het dossier zijn geen aanwijzingen gevonden voor de stellingen van klaagster. Voor zover het college kan beoordelen volgt uit het dossier dat de psychiater zorgvuldig en adequaat heeft gereageerd op de situatie waarin klaagster verkeerde. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:43 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-420/AL/MN
- Datum publicatie: 05-03-2024
- Datum uitspraak: 29-01-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:43
Raadsbeslissing. Het kan niet worden vastgesteld dat verweerder ten aanzien van de teruggave van schriftjes van klaagster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Uit het klachtdossier kan niet worden afgeleid wat er tussen klaagster en verweerder is afgesproken. Verder kan het verweerder tuchtrechtelijk niet worden verweten dat de schriftjes tijdens de verzending per gewone post zijn kwijtgeraakt. Het is tegen de achtergrond van wat klaagster heeft meegemaakt invoelbaar dat klaagster het verlies van haar schriftjes ervaart als een schending van haar privacy en gevoel van veiligheid, maar dat betekent niet dat verweerder klachtwaardig heeft gehandeld. Klacht in beide onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5706
- Datum publicatie: 05-03-2024
- Datum uitspraak: 05-03-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:49
Ongegronde klacht tegen een psychiater. Klaagster verblijft in een instelling. De psychiater was werkzaam bij de instelling en heeft klaagster destijds in de hoedanigheid van zorgbehandelaar, hoofdbehandelaar en zijdelings betrokken psychiater behandeld. Klaagster verwijt de psychiater onder andere dat hij heeft gedreigd met injecties en dat hij klaagster heeft overmand met injectiespuiten waardoor zij zich onveilig en mishandeld heeft gevoeld. Het college heeft geen contact kunnen krijgen met de psychiater en de psychiater heeft dus niet gereageerd of verweer gevoerd. In de samenhangende dossiers (A2023/5331, 5702, 5703, 5704, en 5705) is wel verweer gevoerd en is een medisch dossier bij het verweerschrift bijgevoegd. Het college heeft dit dossier ambtshalve in de beoordeling van onderhavige klacht betrokken. In deze samenhangende zaken is naar voren gekomen dat klaagster ten tijde van de procedure bij het Tuchtcollege een mentor toegewezen heeft gekregen. Het college beoordeeld daarom ambtshalve of klaagster in haar klacht kan worden ontvangen. Het college overweegt dat klaagster klachtgerechtigd is. Zij had ten tijde van het indienen van de klacht nog geen mentor. Voorts overweegt het college dat als uitgangspunt geldt dat een patiënt die een mentor heeft zonder toestemming van die mentor een tuchtklacht kan indienen, tenzij aannemelijk is dat de patiënt ter zake wilsonbekwaam is. Daarvan is in dit geval geen sprake. Uit de klacht en de verwoording daarvan van klaagster valt niet af te leiden dat zij niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van haar belangen ter zake. Voor het indienen van een tuchtklacht dient aan de wilsbekwaamheid geen al te hoge eisen te worden gesteld. Het college oordeelt vervolgens dat niet duidelijk is geworden op welke gedragingen van de psychiater de klacht precies betrekking heeft en waarom de psychiater onjuist of onzorgvuldig zou hebben gehandeld. In het dossier zijn geen aanwijzingen gevonden voor de stellingen van klaagster. Voor zover het college kan beoordelen volgt uit het dossier dat de psychiater zorgvuldig en adequaat heeft gereageerd op de situatie waarin klaagster verkeerde. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:44 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-394/AL/MN
- Datum publicatie: 05-03-2024
- Datum uitspraak: 29-01-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:44
Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de beslissing van de voorzitter te twijfelen. Verzetgronden slagen niet. De voorzitter heeft de juiste maatstaf toegepast en rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:50 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5331
- Datum publicatie: 05-03-2024
- Datum uitspraak: 05-03-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:50
Ongegronde klacht tegen een psychiater. Klaagster verblijft in een instelling. De psychiater is werkzaam bij de instelling en heeft klaagster in de hoedanigheid van zorgbehandelaar, hoofdbehandelaar en zijdelings betrokken psychiater behandeld. Klaagster verwijt de psychiater onder andere dat hij dreigt met injecties en dat hij klaagster overmant met injectiespuiten waardoor zij zich onveilig en mishandeld voelt. De psychiater heeft het college verzocht klaagster niet-ontvankelijk te verklaren omdat klaagster gedurende de tuchtrechtprocedure een mentor toegewezen heeft gekregen en het niet duidelijk is of de mentor instemt met de klacht. Daarnaast stelt de psychiater dat klaagster ten tijde van het indienen van de klacht ter zake wilsonbekwaam was en zij ook om die reden niet in haar klacht kan worden ontvangen. Het college overweegt dat klaagster klachtgerechtigd is. Zij had ten tijde van het indienen van de klacht nog geen mentor. Voorts overweegt het college dat als uitgangspunt geldt dat een patiënt die een mentor heeft zonder toestemming van die mentor een tuchtklacht kan indienen, tenzij aannemelijk is dat de patiënt ter zake wilsonbekwaam is. Daarvan is in dit geval geen sprake. Uit de klacht en de verwoording daarvan van klaagster valt niet af te leiden dat zij niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van haar belangen ter zake. Voor het indienen van een tuchtklacht dient aan de wilsbekwaamheid geen al te hoge eisen te worden gesteld. Het college oordeelt vervolgens dat niet duidelijk is geworden op welke gedragingen van de psychiater de klacht precies betrekking heeft en waarom de psychiater onjuist of onzorgvuldig zou hebben gehandeld. In het dossier zijn geen aanwijzingen gevonden voor de stellingen van klaagster. Voor zover het college kan beoordelen volgt uit het dossier dat de psychiater zorgvuldig en adequaat heeft gereageerd op de situatie waarin klaagster verkeerde. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:39 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-838/AL/OV
- Datum publicatie: 05-03-2024
- Datum uitspraak: 29-01-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:39
De voorzitter verklaart de klacht kennelijk niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belang.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:51 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5702
- Datum publicatie: 05-03-2024
- Datum uitspraak: 05-03-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:51
Ongegronde klacht tegen een psychiater. Klaagster verblijft in een instelling. De psychiater was werkzaam bij de instelling en heeft klaagster destijds in de hoedanigheid van zorgbehandelaar, hoofdbehandelaar en zijdelings betrokken psychiater behandeld. Klaagster verwijt de psychiater onder andere dat zij heeft gedreigd met injecties en dat zij klaagster heeft overmand met injectiespuiten waardoor zij zich onveilig en mishandeld heeft gevoeld. De psychiater heeft het college verzocht klaagster niet-ontvankelijk te verklaren omdat klaagster gedurende de tuchtrechtprocedure een mentor toegewezen heeft gekregen en het niet duidelijk is of de mentor instemt met de klacht. Daarnaast stelt de psychiater dat klaagster ten tijde van het indienen van de klacht ter zake wilsonbekwaam was en zij ook om die reden niet in haar klacht kan worden ontvangen. Het college overweegt dat klaagster klachtgerechtigd is. Zij had ten tijde van het indienen van de klacht nog geen mentor. Voorts overweegt het college dat als uitgangspunt geldt dat een patiënt die een mentor heeft zonder toestemming van die mentor een tuchtklacht kan indienen, tenzij aannemelijk is dat de patiënt ter zake wilsonbekwaam is. Daarvan is in dit geval geen sprake. Uit de klacht en de verwoording daarvan van klaagster valt niet af te leiden dat zij niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van haar belangen ter zake. Voor het indienen van een tuchtklacht dient aan de wilsbekwaamheid geen al te hoge eisen te worden gesteld. Het college oordeelt vervolgens dat niet duidelijk is geworden op welke gedragingen van de psychiater de klacht precies betrekking heeft en waarom de psychiater onjuist of onzorgvuldig zou hebben gehandeld. In het dossier zijn geen aanwijzingen gevonden voor de stellingen van klaagster. Voor zover het college kan beoordelen volgt uit het dossier dat de psychiater zorgvuldig en adequaat heeft gereageerd op de situatie waarin klaagster verkeerde. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:42 Raad van Discipline Amsterdam 24-046/A/A
- Datum publicatie: 04-03-2024
- Datum uitspraak: 26-02-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:42
Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtzaak. Van schending van gedragsregels 7 en 8 is geen sprake.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:39 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-757/DB/OB
- Datum publicatie: 04-03-2024
- Datum uitspraak: 04-03-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:39
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening deels niet-ontvankelijk vanwege het verstrijken van de in art. 46g Advocatenwet genoemde termijn en deels ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:36 Raad van Discipline Amsterdam 23-613/A/A
- Datum publicatie: 04-03-2024
- Datum uitspraak: 26-02-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:36
Verzetbeslissing. Bij de beoordeling van de klacht heeft de voorzitter de juiste toetsingsmaatstaf toegepast. Ook heeft de voorzitter rekening gehouden met alle noodzakelijke informatie en omstandigheden die van belang zijn bij de beoordeling van de klachtonderdelen. Geen nieuwe gezichtspunten. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:64 Hof van Discipline 's Gravenhage 220249
- Datum publicatie: 04-03-2024
- Datum uitspraak: 12-02-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:64
Klacht over advocaat-onderzoeker in de rol van partijdige belangenbehartiger. Het hof oordeelt dat het algemene onderzoeksprotocol van het kantoor van verweerder niet van toepassing is op het onderzoek dat verweerder ic voor zijn cliënt heeft verricht. Daarvoor ontbreken concrete aanknopingspunten. Verweerder was aldus niet gehouden geluidsopnames van de interviews te maken. Verder blijkt uit de communicatie van de opdrachtgever en de interviewverslagen dat klager afdoende geïnformeerd is over zijn rechten. Klacht ongegrond. Vernietiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:37 Raad van Discipline Amsterdam 23-614/A/NH
- Datum publicatie: 04-03-2024
- Datum uitspraak: 26-02-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:37
Verzetbeslissing. Uit de beslissing van de voorzitter blijkt dat deze op 30 oktober 2023 naar klager en verweerder is verzonden. Klager kon dus uiterlijk 29 november 2023 een verzetschrift bij de griffie van de raad indienen. De raad heeft het verzetschrift van klager echter pas op 30 november 2023, een dag te laat, ontvangen en op die datum was de verzettermijn al verlopen. De omstandigheden dat klager, tijdens de verzettermijn, ziek was en dat hij na twee weken iemand om hulp heeft gevraagd bij het opstellen en indienen van een verzetschrift omdat hij moeite heeft met schrijven in het Nederlands, komen voor risico van klager. Er is geen reden om de overschrijding van de verzettermijn toelaatbaar te achten. Het verzet is daarom niet ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:38 Raad van Discipline Amsterdam 23-784/A/NH 23-785/A/NH
- Datum publicatie: 04-03-2024
- Datum uitspraak: 26-02-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:38
Raadsbeslissing; Betreft klachten over de advocaat van de wederpartij en zijn waarnemer. De klachten zijn (gedeeltelijk) gegrond. Er is wegens strijd met gedragsregels 25 en 8 tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Aan beide verweerders is een waarschuwing met kostenveroordeling opgelegd.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:37 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-706/AL/MN
- Datum publicatie: 04-03-2024
- Datum uitspraak: 04-03-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:37
Verweerder is met zijn cliënt onaangekondigd bij een (zieke) wederpartij langsgegaan, met als doel om hem een beëindigingovereenkomst te laten ondertekenen. Dit verwijtbare handelen van verweerder is in strijd met artikel 46 advocatenwet en de kernwaarde integriteit en rechtvaardigt in beginsel de oplegging van een berisping. Door de volgende omstandigheden is de raad echter van oordeel dat met die maatregel niet kan worden volstaan. De raad herhaalt daarbij in de eerste plaats de omstandigheid dat klager in een eerder conflict met deze cliënt van verweerder door een advocaat is bijgestaan. Verder is op de zitting van de raad gebleken dat klager en verweerder elkaar al 25 jaar kennen (verweerder is een vriend van de vader van klager) en verweerder klager bovendien in een andere zaak als advocaat heeft bijgestaan. Ten slotte acht de raad het tuchtrechtelijk verleden van verweerder van belang; verweerder heeft al meermalen door de tuchtrechter een maatregel opgelegd gekregen. De raad is rekening houdend met alle feiten en omstandigheden van oordeel dat de oplegging van een voorwaardelijke schorsing van 4 weken passend en geboden is.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:39 Raad van Discipline Amsterdam 23-893/A/NH
- Datum publicatie: 04-03-2024
- Datum uitspraak: 26-02-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:39
Raadsbeslissing; Ongegronde klacht over de kwaliteit van de dienstverlening van verweerder. Niet gebleken is dat verweerder traag is of dat hij zijn afspraken niet is nagekomen.
-
ECLI:NL:TACAKN:2024:7 Accountantskamer Zwolle 23/1176 Wtra AK
- Datum publicatie: 04-03-2024
- Datum uitspraak: 04-03-2024
- ECLI:NL:TACAKN:2024:7
In opdracht van een geschillencommissie die een bindend advies moest uitbrengen over de ontvlechting van de financiële belangen van twee partners van een samenwerkingsverband heeft betrokkene een rapport van feitelijke bevindingen uitgebracht. Klager meent dat eiser bij de uitvoering van zijn opdracht in een aantal opzichten tekort is geschoten. De klacht is deels gegrond. Aan betrokkene is de maatregel van waarschuwing opgelegd. Betrokkene heeft onvoldoende aangegeven op welke informatie hij zich heeft gebaseerd. Ook heeft betrokkene ten onrechte geen gelegenheid geboden voor hoor en wederhoor.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:33 Raad van Discipline Amsterdam 23-675/A/A
- Datum publicatie: 04-03-2024
- Datum uitspraak: 26-02-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:33
Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat in medische aansprakelijkheidskwestie. Kwaliteit dienstverlening. Verweerster kan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Op het moment dat Achmea verweerster inschakelde voor een second opinion lagen er al twee, voor klaagster ongunstige, deskundigenrapporten. Er was dan ook van begin af aan geen rooskleurig perspectief voor de zaak van klaagster. Uit de overgelegde e mails en de verdere communicatie van verweerster met klaagster is de raad niet gebleken van een gebrek aan empathie bij verweerster voor de situatie waarin klaagster zich na de operatie bevindt. Hoe verdrietig en teleurstellend de uitkomst van de operatie en de door verweerster gegeven second opinion voor klaagster ook is, verweerster heeft datgene gedaan wat van haar in het kader van de second opinion verwacht mocht worden. De klacht is daarom ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:38 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-051/AL/MN
- Datum publicatie: 04-03-2024
- Datum uitspraak: 04-03-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:38
Voorzittersbeslissing. Klager wordt kennelijk niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht omdat daarover al eerder tuchtrechtelijk is beslist (ne bis in idem-beginsel). Daarnaast bepaalt de voorzitter dat sprake is van misbruik van klachtrecht.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:40 Raad van Discipline Amsterdam 24-003/A/NH
- Datum publicatie: 04-03-2024
- Datum uitspraak: 26-02-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:40
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Het is de voorzitter niet gebleken dat verweerster de grenzen van de aan haar in haar hoedanigheid van advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid heeft overschreden. Verweerster heeft steeds de mogelijkheid opengehouden dat de vrouw met klager tot een minnelijke regeling zou komen. Voor het bereiken van een onderlinge oplossing dienden klager en de vrouw evenwel beiden mee te werken en verweerster kon haar cliënte hiertoe niet dwingen. Dat de toonzetting van de mailberichten stevig was en dat verweerster in deze berichten heeft aangekondigd een gerechtelijke procedure te zullen starten, is onvoldoende om haar tuchtrechtelijk een verwijt te maken.