Zoekresultaten 2941-2960 van de 44989 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:57 Raad van Discipline Amsterdam 23-823/A/NH/D

    Dekenbezwaar; Verweerster heeft langdurig en herhaaldelijk tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld en daarbij de kernwaarden deskundigheid en (financiële) integriteit veronachtzaamd. Verweerster heeft veelal kwetsbare cliënten bijgestaan, die door verweersters handelen ernstig zijn benadeeld. Zo heeft verweerster onder meer voorschotdeclaraties niet afgerekend, cliënten niet geïnformeerd over hun zittingen en nagelaten zaken af te wikkelen en over te dragen na het staken van haar praktijk. Hoewel verweerster zich van het tableau heeft laten uitschrijven als advocaat, ziet de raad bij een eventuele herschrijving van verweerster in de toekomst een risico dat de tekortkomingen van verweerster zich opnieuw zullen voordoen en potentiële, toekomstige cliënten een ernstig risico zullen lopen dat hun belangen worden geschaad als verweerster hen als advocaat bijstaat. Verweerster heeft echter in het verleden wel naar behoren als advocaat gefunctioneerd. Verweerster (die in 2007 als advocaat is beëdigd) heeft bovendien een blanco tuchtrechtelijk verleden. De raad acht dan ook aannemelijk dat haar ondermaatse prestaties en laakbaar handelen van de laatste maanden samenhangen met haar (psychische) gezondheid en persoonlijke omstandigheden. Dat leidt de raad tot het oordeel dat een schrapping een te zware maatregel is. De raad ziet zich in de gegeven omstandigheden wel genoodzaakt verweerster onvoorwaardelijk te schorsen voor de duur van acht weken. Mocht verweerster zich in de toekomst weer als advocaat willen inschrijven op het tableau, is op deze manier verzekerd dat de desbetreffende Raad van de Orde zich ervan kan vergewissen dat er geen risico meer bestaat voor benadeling van toekomstige cliënten.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:97 Hof van Discipline 's Gravenhage 230250

    Bekrachtiging beslissing raad over klacht tegen advocaat wederpartij. Opheffing beslag tegenover zekerstelling van een geldbedrag op de derdengeldenrekening van verweerder. Klager verwijt verweerder ten onrechte te weigeren na uitbetaling van een gedeelte van het depot aan verweerders cliënte het restant van het depot aan klager uit te betalen. De klacht is gegrond. De gemaakte afspraken zijn duidelijk en laten geen ruimte om het restant niet aan klager uit te betalen. Dat de cliënte van verweerder niet wilde dat hij tot uitbetaling overging, doet daaraan niet af. Partijen moeten erop kunnen vertrouwen dat advocaten de door hen gemaakte afspraken nakomen. Niet nakoming raakt aan kernwaarde integriteit. Bij twijfel niet voor eigen rechter spelen, maar de deken om advies vragen. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:58 Raad van Discipline Amsterdam 23-616/A/NH

    Verzetbeslissing. De raad ziet op grond van de overgelegde stukken en hetgeen partijen ter zitting naar voren hebben gebracht geen aanleiding om aan de juistheid van de beslissing van de voorzitter te twijfelen. De verzetgronden slagen dan ook niet. Bij de beoordeling van de ontvankelijkheid van de klachtonderdelen heeft de voorzitter de juiste toetsingsmaatstaf toegepast. Ook heeft de voorzitter rekening gehouden met alle noodzakelijke informatie en omstandigheden die van belang zijn bij het oordeel of een klacht tijdig is ingediend als bedoeld in artikel 46g Advocatenwet. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:98 Hof van Discipline 's Gravenhage 230167

    Betreft incassoprocedure voor advocaat tegen voormalig cliënte, waarin verweerder bij dagvaarding een VSO in de voor de cliënte gedane letselschadezaak heeft overgelegd. Klacht van de moeder van de cliënte dat verweerder de VSO met daarin persoonlijke gegevens van klaagster zonder haar medeweten en toestemming heeft gebruikt en openbaar gemaakt. Hof vernietigt uitspraak van raad, die de klacht gegrond had verklaard. Klaagster was geen derde, maar materieel mede-opdrachtgeefster aan de advocaat. De totale (toegevoegde waarde van de) werkzaamheden van de advocaat was ter discussie gesteld, daarom is in de dagvaarding een verslag opgenomen van wat de advocaat voor de cliënte had gedaan en bereikt, waaronder de VSO. Overlegging van de VSO diende redelijk doel en is niet gelijk te stellen met openbaarmaking (zie ook ECLI:NL:TAHVD:2018:101 en ECLI:NL:TAHVD:2023:148). Omstandigheden die voor verweerder aanleiding hadden moeten zijn om van overlegging af te zien, heeft het hof niet kunnen vaststellen, onder meer omdat niet gebleken is dat de VSO gevoelige gegevens over klaagster bevat. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:100 Hof van Discipline 's Gravenhage 240089

    Klacht tegen de deken niet verwezen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:59 Raad van Discipline Amsterdam 24-097/A/NH

    Voorzittersbeslissing; klacht over de advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. De benaming 'scheldkanon' acht de voorzitter in de gegeven omstandigheden niet onnodig grievend.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:99 Hof van Discipline 's Gravenhage 230145

    Hoger beroep klager van ongegrond verklaard klachtonderdeel faalt.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:77 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6254

    Ongegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft bij klager een brug geplaatst. Klager verwijt de tandarts dat hij heeft gezegd dat het niet mogelijk was om een implantaat te plaatsen, dat de brug is losgekomen en dat de tandarts niet goed heeft gehandeld toen klager zei dat de brug los zat. Voor het college is goed te volgen dat de tandarts heeft geconcludeerd dat de keuze voor een nieuwe kroon met dummy op implantaat 41 de voorkeur genoot boven het plaatsen van een nieuw implantaat ter plaatse van de 42. Zoals het college op basis van de röntgenfoto zelf ook heeft kunnen vaststellen, is er weinig ruimte tussen element 42 en de naastgelegen elementen en is er sprake van botafbraak. Hierdoor was er zowel in de lengte als in de breedte weinig ruimte voor een implantaat. Het plaatsen van een implantaat was in dit geval daarom beslist niet de beste behandeloptie geweest. De tandarts heeft klager meerdere keren gezien met klachten van een losse brug. Tijdens deze contacten is er steeds onderzoek gedaan en het is dan ook niet aannemelijk dat klager elke keer binnen een minuut weer buiten stond. Uit de stukken blijkt ook dat steeds binnen een redelijke termijn gereageerd is op de telefoontjes en e-mails van klager. Het college begrijpt dat het heel vervelend voor klager is dat de brug enkele malen los is gekomen, maar dit kan de tandarts niet tuchtrechtelijk worden verweten. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:87 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-071/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:39 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5904

    Klacht tegen gynaecoloog. Klaagster is in verband met buikpijnklachten door de huisarts verwezen naar de gynaecoloog voor een screenende echo. Bij deze echo werd geen duidelijke verklaring gevonden voor de pijn. Klaagster verwijt de gynaecoloog onder meer dat zij de rechter adnex niet goed in beeld heeft gebracht en dat ze geen aanvullend onderzoek heeft gedaan of geadviseerd aan de huisarts. Bij vervolgonderzoek door een andere arts bleek dat sprake was van een actinomyces ontsteking, waarvoor klaagster een langdurige behandeling moest ondergaan. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:88 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-113/AL/MN

    voorzittersbeslissing over advocaat wederpartij. Naar het oordeel van de voorzitter mocht verweerder uitgaan van de juistheid van de informatie zoals van zijn cliënte ontvangen zonder dat hij daarnaar verder onderzoek hoefde te doen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:69 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-094/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de bijstand van de eigen advocaat in een familiezaak kennelijk ongegrond. Van onvoldoende betrokkenheid of activiteit van verweerster is niet gebleken. Verweerster mocht haar bijstand aan klaagster beëindigen. Klacht over kantoorklachtenregeling is onvoldoende onderbouwd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:85 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-649/AL/MN

    Klacht over eigen advocaat in asielrechtzaak. Uit de stukken en de toelichting tijdens de zitting is de raad gebleken dat verweerder op deskundige wijze werkzaamheden voor klager heeft gedaan. Ook uit de stukken heeft de raad afgeleid dat klager zelf zijn reguliere verblijfsvergunning moest aanvragen. Dat verweerder ten nadele van klager zou hebben samengewerkt met de IND is voor de raad niet komen vast te staan. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:86 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-809/AL/MN

    Volgens verweerder heeft hij telefonisch van klaagster een opdracht voor advieswerkzaamheden gekregen en is toen met haar afgesproken dat hij die werkzaamheden onder dezelfde voorwaarden als zijn kantoorgenoot in een eerdere kwestie voor klaagster. Klaagster betwist dat daarover is gesproken en stelt bovenal dat zij tijdens het telefoongesprek geen opdracht aan verweerder heeft gegeven. Volgens klaagster is zij reeds daarom niets aan verweerder verschuldigd. Gelet op die betwisting en het ontbreken van een schriftelijke bevestiging van verweerder aan klaagster met daarin de overeengekomen afspraken, kan de raad niet vaststellen dat verweerder klaagster daarover voldoende heeft geïnformeerd (gedragsregel 16). Hetgeen verweerder daarover in zijn e-mail van 5 juni 2023 aan klaagster heeft geschreven, met alleen een verwijzing naar de heropening van de oude zaak, is onvoldoende. Daarnaast is de raad onvoldoende gebleken dat verweerder zich ervan heeft vergewist of klaagster na het telefoongesprek daadwerkelijk tot opdrachtverstrekking wilde overgaan. Door in één e-mail de bevestiging van de vermeende opdracht samen te laten vallen met zijn advisering heeft verweerder aan klaagster ook geen bedenktijd gegeven. Dat hij dat zo vaker in zijn praktijk doet en cliënten die werkwijze fijn vinden, kan zo zijn, maar is voor risico van verweerder als daarover later een misverstand ontstaat. Dat is in dit geval met klaagster zo gegaan. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:70 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-118/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een arbeidsgeschil kennelijk ongegrond. Verweerster mocht zich tot klager wenden, ondanks klagers verzoek om bij vragen contact te zoeken met de rechtbank. Van het verstrekken van onjuiste informatie niet gebleken. Klagers klacht vormde op zichzelf geen reden voor verweerster om zich aan de zaak te onttrekken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:81 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-382/AL/MN

    Tijdens de zitting van de raad heeft verweerder naar het oordeel van de raad terecht erkend dat hij in de voorliggende situatie de belangen van de VvE niet had mogen (blijven) behartigen vanwege (potentieel) tegenstrijdig belang aan de kant van klaagster, een VvE-lid. Door voor de VvE te blijven optreden heeft verweerder de betamelijkheidsnorm van artikel 46 Advocatenwet en de kernwaarden onafhankelijkheid en partijdigheid geschonden. Verweerder heeft naar eigen zeggen de dag voor de zitting het dossier bestudeerd en jurisprudentie onderzoek gedaan wat bij hem toen tot een nieuw inzicht heeft geleid. Dát onderzoek had verweerder naar het oordeel van de raad veel eerder kunnen én moeten doen, zeker nadat hij op zijn optreden voor de VvE werd aangesproken door de gemachtigde van klaagster als mede VvE-lid. Tijdens de zitting heeft verweerder het foutieve van zijn handelen weliswaar erkend maar wat de raad betreft is dit voor de maatregeloplegging als tardief te beschouwen. Verweerder heeft bovendien tijdens de zitting geen excuses aan klaagster aangeboden of een voorstel gedaan, zodat de raad niet het gevoel heeft gekregen dat verweerder wezenlijk inzicht in het foutieve van zijn handelen heeft gekregen. Berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:85 Hof van Discipline 's Gravenhage 230047

    Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke procedure. Bekrachtiging van schrapping. De raad was eerder van oordeel dat verweerder in strijd heeft gehandeld met de kernwaarden onafhankelijkheid, deskundigheid en integriteit. Verweerder heeft met onvoldoende professionele distantie voor zijn cliënt opgetreden. Niet alleen heeft hij op verschillende momenten als ongefilterd doorgeefluik voor zijn cliënt gefungeerd, ook heeft hij met de door hem gebruikte grievende bewoordingen en toonzetting in zijn correspondentie zowel klaagster als de bij de procedures betrokken instanties op weinig respectvolle wijze bejegend en onder druk gezet. Mede gelet op het omvangrijke tuchtrechtelijk verleden van verweerder , ziet ook het hof bij verweerder een patroon van gedragingen die het hof ervan overtuigen dat hij als advocaat niet in staat is voldoende onafhankelijk te opereren ten opzichte van zijn cliënt. Verweerder vereenzelvigt zich met zijn cliënt en overtreedt daarbij de kernwaarden in ernstige mate. Het hof bekrachtigt de uitspraak van de raad tot schrapping van verweerder van het tableau.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:82 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-476/AL/MN

    Verzetzaak. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:83 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-504/AL/GLD

    Verzetzaak. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:68 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-093/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat wederpartij in een familiezaak deels kennelijk niet-ontvankelijk vanwege gebrek aan belang. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond, omdat niet is gebleken van escalerend optreden of anderszins klachtwaardig handelen.