Zoekresultaten 2681-2700 van de 44627 resultaten
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:54 Raad van Discipline Amsterdam 23-814/A/A
- Datum publicatie: 25-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:54
Klaagster heeft in 2020 een vaststellingsovereenkomst (VSO) gesloten met verweerster. Verweerster is nadien door een voormalig cliënt verzocht om op grond van de AVG inzage te geven in diens persoonsgegevens. Verweerster heeft daaraan voldaan. Klaagster stelt dat verweerster met die handeling de VSO heeft geschonden, alsmede jegens klaagster in strijd met de AVG heeft gehandeld. De raad verklaart de klacht ongegrond. De vraag of verweerster de VSO heeft geschonden dient klaagster aan de civiele rechter voor te leggen. Ook de vraag of verweerster in strijd met de AVG heeft gehandeld hoort niet thuis bij de tuchtrechter.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:48 Raad van Discipline Amsterdam 24-058/A/A
- Datum publicatie: 25-03-2024
- Datum uitspraak: 25-03-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:48
TUL. Bij onherroepelijk geworden beslissing van de raad van 13 juli 2020 (ECLI:NL:TADRAMS:2020:166) is aan verweerder een voorwaardelijke schorsing in de uitoefening van de praktijk opgelegd voor de duur van vier weken. Als algemene voorwaarde is daarbij gesteld dat verweerder zich binnen een proeftijd van twee jaar niet opnieuw schuldig maakt aan een in artikel 46 van de Advocatenwet bedoelde gedraging. De raad heeft vastgesteld dat aan verweerder twee keer een maatregel is opgelegd voor gedragingen die (grotendeels) binnen de proeftijd van de beslissing van 13 juli 2020 vallen. Verweerder heeft hiermee niet voldaan aan de algemene voorwaarde zoals de raad heeft gesteld in zijn beslissing van 13 juli 2020. De raad ziet in deze omstandigheden aanleiding om, met toepassing van artikel 48e Advocatenwet, de tenuitvoerlegging te gelasten van de bij de beslissing van de raad van 13 juli 2020 aan verweerder opgelegde voorwaardelijke schorsing. De raad ziet geen aanleiding om gedeeltelijke tenuitvoerlegging te gelasten. Verweerder is in de afgelopen 15 jaar maar liefst 10 keer tuchtrechtelijk veroordeeld. Verweerder heeft weliswaar enkele maanden geleden een coach in de arm genomen maar deze coaching betreft met name een kantoorbreed traject en niet zozeer coaching specifiek gericht op de werkwijze van verweerder. Hoewel een goede kantoororganisatie essentieel is, biedt coaching onvoldoende garantie dat verweerder niet meer tuchtrechtelijk over de schreef zal gaan. Het tuchtrechtelijk verleden van verweerder kan immers niet louter aan zijn kantoororganisatie worden toegeschreven. Verweerder schiet veelal tekort op het gebied van zijn (eigen) communicatie. Dat een schorsing van vier weken grote gevolgen heeft voor zijn kantoor, aangezien het kantoor met name om zijn persoon draait en verder bestaat uit jonge medewerkers kan niet gelden als reden om niet tot tenuitvoerlegging over te gaan. Dergelijke omstandigheden dienen voor rekening en risico van verweerder te blijven. Ook het tijdsverloop is geen aanleiding om gedeeltelijke tenuitvoerlegging te gelasten.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:82 Hof van Discipline 's Gravenhage 240080
- Datum publicatie: 22-03-2024
- Datum uitspraak: 21-03-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:82
Klacht tegen een voormalig deken niet voor onderzoek verwezen.
-
ECLI:NL:TSCTS:2024:5 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2024-05 (2023.V6-REGGEBORG)
- Datum publicatie: 22-03-2024
- Datum uitspraak: 22-03-2024
- ECLI:NL:TSCTS:2024:5
Op 25 december 2022, eerste Kerstdag, lag het ms Reggeborg ten anker op de rede Indian River anchorage D, circa 11 nautische mijlen ten oosten van Bethany Beach, Delaware, USA (bijlage 4, 32, 40 en 55). Aan boord werd er een speenvarken geroosterd op een barbecue (bbq). De bbq bevond zich in de lashing store cq fanroom aan stuurboord op het upper tween deck, een besloten ruimte waar niet geventileerd werd. Er stonden wel 2 deuren open, namelijk de toegangsdeur vanaf het raised quarter deck en de toegangsdeur naar ruim 2. Tijdens het roosteren van het speenvarken in die ruimte zijn kort achter elkaar 3 bemanningsleden onwel geraakt door koolmonoxide vergiftiging. Zij zijn met behulp van een hijsharnas uit de besloten ruimte geholpen door andere bemanningsleden. Eenmaal aan dek zijn er nog 2 bemanningsleden, die bij de bbq aanwezig waren, onwel geraakt. De 5 bemanningsleden, die door het inademen van koolmonoxide onwel waren geworden, zijn met een kustwachtvaartuig van boord gehaald, overgezet op een brandweerboot en naar de wal gebracht. Daar hebben zij een paar uur in een ziekenhuis doorgebracht voor medische beoordeling, behandeling en monitoring. Rond middernacht dezelfde dag, waren zij weer terug aan boord.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:76 Hof van Discipline 's Gravenhage 230165
- Datum publicatie: 22-03-2024
- Datum uitspraak: 15-03-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:76
Verweerder is met klager in 2012 een succesfee overeengekomen die bij een bepaalde gunstige uitkomst in rekening zal worden gebracht. Verweerder heeft voor zijn werkzaamheden regelmatig gedeclareerd. In april 2021 heeft verweerder de succesfee bij klager in rekening gebracht. Het hof oordeelt dat klager in zijn klacht van december 2022 niet-ontvankelijk is. Klager had tot drie jaar na het overeenkomen van de succesfee om te klagen. Ook als wordt aangenomen dat klager pas in april 2021 op de hoogte raakte van de gevolgen van de afspraken is hij te laat, hij had dan tot april 2022 om te klagen. Ten overvloede overweegt het hof dat uit de toelichting op artikel 7.7 Voda volgt dat er geen wezenlijk bezwaar bestaat tegen resultaatgerelateerde afspraken, zolang tevens is voorzien in een uurtarief dat kostendekkend is en voorziet in een bescheiden honorarium – een voorwaarde die beoogt de onafhankelijkheid van de daarbij geen vereiste.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:83 Hof van Discipline 's Gravenhage 240037
- Datum publicatie: 22-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:83
Verweerder heeft hoger beroep ingesteld en ingetrokken. Het hof stelt de ingangsdatum van de door de raad opgelegde schorsing vast.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:77 Hof van Discipline 's Gravenhage 230375
- Datum publicatie: 22-03-2024
- Datum uitspraak: 15-03-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:77
Artikel 13 lid 1 Advocatenwet: Afwijzing door deken een advocaat aan te wijzen. Het hof verklaart het beklag tegen deze beslissing ongegrond. De termijn om hoger beroep in te stellen in de zaak waarvoor klager een advocaat nodig had is verstreken. De aanwijzing van een advocaat om hoger beroep in te kunnen stellen is daarmee zinloos geworden
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:60 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6121
- Datum publicatie: 22-03-2024
- Datum uitspraak: 22-03-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:60
Deels gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft een verwijzing naar een neuroloog uitgeschreven voor de echtgenoot van klaagster, terwijl zij niet zijn huisarts is. De echtgenoot van klaagster is de vader van de partner van de huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat zij misbruik heeft gemaakt van haar positie als arts bij haar contacten met het ziekenhuis waarnaar zij verwees en daarbij een huisarts heeft opgevoerd die niet de huisarts van patiënt is. De huisarts heeft erkend dat zij niet juist gehandeld heeft en het college in haar verweer verzocht om bij de beoordeling van de klacht het inzicht dat zij heeft getoond in de onjuistheid van haar handelen te betrekken. Het college stelt vast dat de huisarts haar persoonlijke betrokkenheid via haar partner zwaarder heeft laten wegen dan de algemeen in de beroepsgroep aanvaarde uitgangspunten van integriteit en onafhankelijkheid, zie hiervoor de KNMG-gedragsregels, versie 2022, in regel 12. Het college acht het negeren van de regel een ernstige omissie. Zorgverleners, patiënten en naasten moeten er immers op kunnen vertrouwen dat artsen zich houden aan de gedragsregels en niet hun persoonlijke belangen of die van naasten laten prevaleren. Het gebruiken van de professionele bevoegdheid als huisarts om een wilsonbekwaam verklaarde persoon, niet zijnde een eigen patiënt, te verwijzen zonder afstemming met en toestemming van familie en behandelaren is het misbruiken van een professionele hoedanigheid. Het college verklaart het 1e klachtonderdeel gegrond en voor het overige de klacht ongegrond en legt op de maatregel van waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:78 Hof van Discipline 's Gravenhage 230117
- Datum publicatie: 22-03-2024
- Datum uitspraak: 15-03-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:78
Klager verwijt verweerder onterecht dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan belangenverstrengeling. Klager heeft zich in 2019 gewend tot verweerder in verband met een faillissementskwestie. Na een ges prek heeft klager afgezien van de bijstand van verweerder. In 2022 is verweerder een andere partij gaan bijstaan in een kwestie tegen klager. Van tegenstrijdige belangen is echter geen sprake en de zaken uit 2019 en 2022 hielden ook geen verband met elkaar.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:61 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5676
- Datum publicatie: 22-03-2024
- Datum uitspraak: 22-03-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:61
Deels gegronde klacht tegen huisarts. Klagers zijn familie van patiënt, die in zorg was bij de huisarts. De patiënt heeft op enig moment zijn heup gebroken en is korte termijn daarna thuis overleden. Klagers verwijten de huisarts in de kern dat hij tekort is geschoten in de zorg aan de patiënt in de laatste fase van zijn leven, alsmede dat de huisarts tekort is geschoten in de zorg aan klagers als naasten van de patiënt. Meer specifiek verwijten klagers de huisarts dat hij niet heeft gehandeld met de nodige voortvarendheid, onvoldoende palliatieve zorg heeft geleverd en het dossier gebrekkig heeft bijgehouden. Het college is van oordeel dat de huisarts bij de uitvoering van de zorg in de laatste levensfase aan patiënt en familie aanzienlijk is tekort geschoten. De huisarts heeft onvoldoende voortvarendheid getoond, onvoldoende regie gevoerd, geen duidelijk beleid geformuleerd en\of genoteerd in het dossier en niet voldoende zorggedragen voor voorlichting aan de patiënt en klagers. Daar komt bij dat de dossiervoering onder de maat was terwijl dit essentieel is voor de continuïteit van zorg. Gelet op de ernst van het tekortschieten, kan niet worden volstaan met een waarschuwing. Het college acht een berisping op zijn plaats.
-
ECLI:NL:TSCTS:2024:1 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2024-01 (2023.V2-REGGEBORG)
- Datum publicatie: 22-03-2024
- Datum uitspraak: 22-03-2024
- ECLI:NL:TSCTS:2024:1
Op 25 december 2022, eerste Kerstdag, lag het ms Reggeborg ten anker op de rede Indian River anchorage D, circa 11 nautische mijlen ten oosten van Bethany Beach, Delaware, USA (bijlage 4, 32, 40 en 55). Aan boord werd er een speenvarken geroosterd op een barbecue (bbq). De bbq bevond zich in de lashing store cq fanroom aan stuurboord op het upper tween deck, een besloten ruimte waar niet geventileerd werd. Er stonden wel 2 deuren open, namelijk de toegangsdeur vanaf het raised quarter deck en de toegangsdeur naar ruim 2. Tijdens het roosteren van het speenvarken in die ruimte zijn kort achter elkaar 3 bemanningsleden onwel geraakt door koolmonoxide vergiftiging. Zij zijn met behulp van een hijsharnas uit de besloten ruimte geholpen door andere bemanningsleden. Eenmaal aan dek zijn er nog 2 bemanningsleden, die bij de bbq aanwezig waren, onwel geraakt. De 5 bemanningsleden, die door het inademen van koolmonoxide onwel waren geworden, zijn met een kustwachtvaartuig van boord gehaald, overgezet op een brandweerboot en naar de wal gebracht. Daar hebben zij een paar uur in een ziekenhuis doorgebracht voor medische beoordeling, behandeling en monitoring. Rond middernacht dezelfde dag, waren zij weer terug aan boord.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2023:34 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2021/111
- Datum publicatie: 22-03-2024
- Datum uitspraak: 27-07-2023
- ECLI:NL:TDIVTC:2023:34
Klachtambtenaarzaak. Dierenarts treft het verwijt met betrekking tot het afleveren van antibiotica in strijd te hebben gehandeld met de vigerende wet- en regelgeving en de zorgvuldige beroepsuitoefening. Volgt onvoorwaardelijke geldboete van € 1.000.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:79 Hof van Discipline 's Gravenhage 230050
- Datum publicatie: 22-03-2024
- Datum uitspraak: 15-03-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:79
Klacht over eigen advocaat. Verweerder heeft klager bijgestaan in een geschil met zijn werkgever. Verweerder heeft daarbij nagelaten om klager voorafgaand aan het indienen van zienswijzen te adviseren over de (financiële) gevolgen van berusting in ontslag. De ingediende zienswijzen waren bovendien van onvoldoende kwaliteit. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:62 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5825
- Datum publicatie: 22-03-2024
- Datum uitspraak: 22-03-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:62
Deels gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagsters zijn de moeder en de zus van de patiënt die begeleid woonde op een woongroep en ingeschreven was in de praktijk van de huisarts. Op 18 april 2023 heeft een begeleidster contact opgenomen met de praktijk van de huisarts in verband met ademhalingsproblemen bij de patiënt. De huisarts heeft de patiënt vervolgens op 19 april in zijn praktijk gezien en onderzocht. Op 20 april 2023 is de patiënt thuis overleden aan een hartstilstand. Klaagsters verwijten de huisarts dat hij geen juiste zorg heeft verleend aan de patiënt. De huisarts heeft aangegeven dat er op 18 april 2023 geen alarmerende symptomen waren en er dus geen reden was om patiënt dezelfde dag nog te zien. Hij erkent dat het achteraf gezien een verkeerde inschatting was. Het college is van oordeel dat de huisarts op deze melding een te afwachtende houding heeft aangenomen. De patiënt was, zoals ook de huisarts heeft onderkend, een zorgmijder, en door de begeleidster werd duidelijk aangegeven dat er zorgen waren omdat de patiënt anders was dan anders. Daarbij had de patiënt veel risicofactoren voor hart- en vaatziekten (diabetes mellitus, hoge bloeddruk, verhoogd cholesterol en roken) en was er sprake van kortademigheid. Dat laatste houdt in dat de patiënt op grond van de NHG triagewijzer, binnen enkele uren beoordeeld had moeten worden. Ook tijdens het bezoek van patiënt aan de huisarts is de huisarts tekort geschoten in de zorg die van hem verwacht mocht worden. De huisarts had breder klinisch dienen te redeneren en andere diagnoses in ogenschouw moeten nemen. De huisarts heeft op twee momenten niet de zorg verleend die van hem verwacht mocht worden. Het college houdt in het voordeel van de huisarts rekening met het feit dat hij zich schuldbewust en toetsbaar heeft opgesteld. Alle feiten en omstandigheden in ogenschouw nemende is het college van oordeel dat de huisarts de maatregel van een waarschuwing dient te worden opgelegd.
-
ECLI:NL:TSCTS:2024:2 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2024-02 (2023.V3-REGGEBORG)
- Datum publicatie: 22-03-2024
- Datum uitspraak: 22-03-2024
- ECLI:NL:TSCTS:2024:2
Op 25 december 2022, eerste Kerstdag, lag het ms Reggeborg ten anker op de rede Indian River anchorage D, circa 11 nautische mijlen ten oosten van Bethany Beach, Delaware, USA (bijlage 4, 32, 40 en 55). Aan boord werd er een speenvarken geroosterd op een barbecue (bbq). De bbq bevond zich in de lashing store cq fanroom aan stuurboord op het upper tween deck, een besloten ruimte waar niet geventileerd werd. Er stonden wel 2 deuren open, namelijk de toegangsdeur vanaf het raised quarter deck en de toegangsdeur naar ruim 2. Tijdens het roosteren van het speenvarken in die ruimte zijn kort achter elkaar 3 bemanningsleden onwel geraakt door koolmonoxide vergiftiging. Zij zijn met behulp van een hijsharnas uit de besloten ruimte geholpen door andere bemanningsleden. Eenmaal aan dek zijn er nog 2 bemanningsleden, die bij de bbq aanwezig waren, onwel geraakt. De 5 bemanningsleden, die door het inademen van koolmonoxide onwel waren geworden, zijn met een kustwachtvaartuig van boord gehaald, overgezet op een brandweerboot en naar de wal gebracht. Daar hebben zij een paar uur in een ziekenhuis doorgebracht voor medische beoordeling, behandeling en monitoring. Rond middernacht dezelfde dag, waren zij weer terug aan boord.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:80 Hof van Discipline 's Gravenhage 240002
- Datum publicatie: 22-03-2024
- Datum uitspraak: 25-01-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:80
Verzoek tot verwijzing van een klacht tegen twee advocaten naar een andere raad of een andere deken afgewezen. De klacht tegen de ene advocaat is al in behandeling bij de raad van discipline en kan niet meer verwezen worden naar een andere raad. De klacht tegen de andere advocaat is nog niet ingediend en het verzoek is aldus voorbarig. Voor zover deze klacht alsnog zal worden ingediend, geldt dat het stadium van de klachten te ver uiteenloopt.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:81 Hof van Discipline 's Gravenhage 240082
- Datum publicatie: 22-03-2024
- Datum uitspraak: 21-03-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:81
Klacht verwezen
-
ECLI:NL:TSCTS:2024:4 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2024-04 (2023.V5-REGGEBORG)
- Datum publicatie: 22-03-2024
- Datum uitspraak: 22-03-2024
- ECLI:NL:TSCTS:2024:4
Op 25 december 2022, eerste Kerstdag, lag het ms Reggeborg ten anker op de rede Indian River anchorage D, circa 11 nautische mijlen ten oosten van Bethany Beach, Delaware, USA (bijlage 4, 32, 40 en 55). Aan boord werd er een speenvarken geroosterd op een barbecue (bbq). De bbq bevond zich in de lashing store cq fanroom aan stuurboord op het upper tween deck, een besloten ruimte waar niet geventileerd werd. Er stonden wel 2 deuren open, namelijk de toegangsdeur vanaf het raised quarter deck en de toegangsdeur naar ruim 2. Tijdens het roosteren van het speenvarken in die ruimte zijn kort achter elkaar 3 bemanningsleden onwel geraakt door koolmonoxide vergiftiging. Zij zijn met behulp van een hijsharnas uit de besloten ruimte geholpen door andere bemanningsleden. Eenmaal aan dek zijn er nog 2 bemanningsleden, die bij de bbq aanwezig waren, onwel geraakt. De 5 bemanningsleden, die door het inademen van koolmonoxide onwel waren geworden, zijn met een kustwachtvaartuig van boord gehaald, overgezet op een brandweerboot en naar de wal gebracht. Daar hebben zij een paar uur in een ziekenhuis doorgebracht voor medische beoordeling, behandeling en monitoring. Rond middernacht dezelfde dag, waren zij weer terug aan boord.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:75 Hof van Discipline 's Gravenhage 230092D
- Datum publicatie: 22-03-2024
- Datum uitspraak: 15-03-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:75
Bekrachtiging beslissing raad op dekenbezwaar. Verweerder heeft zijn kerntaak als rechtsbijstandverlener in een alimentatiezaak ernstig veronachtzaamd en onvoldoende medewerking verleend aan het dekentoezicht door niet (tijdig) te voldoen aan de verzoeken van de deken om stukken aan te leveren en geconstateerde tekortkomingen te herstellen. Ook is de dossieropbouw en dus de kwaliteit van de dienstverlening ondermaats gebleken. Het beroep van verweerder op met name moeilijke persoonlijke omstandigheden faalt. Schorsing 12 weken, waarvan 8 voorwaardelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:33 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6839
- Datum publicatie: 21-03-2024
- Datum uitspraak: 19-03-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:33
Klacht tegen een gz-psycholoog kennelijk niet-ontvankelijk. Klaagster klaagt over een verklaring die door verweerder is opgesteld, waarmee klaagster geen arts-patiëntrelatie heeft. In de verklaring worden geen uitlatingen gedaan over klaagster, maar alleen over haar ex-partner. Aangezien klaagster geen antwoord heeft gegeven op de vragen gesteld in de brieven van het college, is niet duidelijk geworden waarom zij rechtstreeks belanghebbende en daarmee klachtgerechtigd is. Het klaagschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen en het college oordeelt daarom dat klaagster niet ontvangen kan worden in haar klacht.