Zoekresultaten 21501-21520 van de 44930 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:58 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160282

    De door verweerster opgestelde en verzonden facturen zijn ten naam gesteld van klaagster, de werkgever van de cliënt van verweerster, hoewel klaagster geen opdrachtgeefster was en gelet op de aard van de opdracht (rechtshulp bij echtscheiding) ook niet kon zijn. Anders dan verweerster meent, kan haar van deze handelwijze een tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Het verweer dat zij, zonder verificatie bij klaagster, af mocht gaan op de mededeling van haar cliënt, dat klaagster hetgeen hij verschuldigd mocht worden zou voorschieten en verrekenen met het salaris, is niet redengevend. Ook die door haar gestelde omstandigheid – wat daar ook van zij – ontsloeg haar niet van de plicht de facturen te adresseren aan haar opdrachtgever, en ook overigens volledig en ondubbelzinnig in te richten (met vermelding van de aard van de werkzaamheden en het verwijzen naar bijlagen). Door de onjuiste tenaamstelling en de onvolledige inrichting van de facturen kunnen immers misverstanden ontstaan en kan er misbruik van worden gemaakt, welk risico zich hier ook heeft verwezenlijkt (vgl. HvD 2 december 2013, 6712). Verweerster heeft aldus niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:33 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/244

    Klaagster verwijt verweerder dat hij voorafgaand aan de operatie zijn verplichting van informed consent niet is nagekomen en dat hij een chirurgische fout heeft gemaakt. Ook wordt verweerder verweten niet te reageren op de klacht van klaagster. Ongegrond

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:65 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160283

    Klacht tegen eigen advocaat. Kwaliteit van de dienstverlening. Verweerder is tekort geschoten in de uitvoering van zijn opdracht nu hij zonder toestemming van klagers en tegen de gemaakte afspraken in zijn eigen financiële positie heeft veiliggesteld door zijn declaraties te betalen uit het op zijn derdengeldenrekening gestorte bedrag bestemd voor de crediteuren van klagers, klagers belangrijke informatie heeft onthouden en voorts klagers onjuist en ontijdig heeft geïnformeerd over de stand van zaken van de schuldsanering en, ondanks de opdracht, niets heeft gedaan aan de overdracht van de leasewagens (met als gevolg dat conservatoir beslag is gelegd). Niet gebleken van tegenstrijdige belangenbehartiging, het aanzetten van klagers tot verduistering, het onheus bejegenen van crediteuren. Deels gegrond. Berisping en proceskostenveroordeling. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:60 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-211

    Ongegronde klacht van de ouders (klagers) van een overleden patiënte tegen een huisarts. De huisarts heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door – in verband met de in acht te nemen zorgvuldigheid bij een zo onomkeerbare handeling als het verlenen van euthanasie en gelet op de beperkte informatie waarover zij beschikte en andere factoren – vragen te stellen en te onderzoeken of was voldaan aan al de criteria voor euthanasie en of alternatieven voor euthanasie mogelijk waren. De huisarts was krachtens artikel 7:457 lid 2 BW gerechtigd zich tot patiëntes behandelaren te wenden. Zij hoefde daar geen voorafgaande toestemming voor te vragen aan patiënte. Toestemming van de ouders was niet aan de orde omdat patiënte reeds ouder dan 16 jaar was. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:59 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160260

    Tussen partijen is niet in geschil dat verweerder niet heeft voldaan aan zijn toezegging om een stuitingsbrief tijdig vóór 17 februari 2015 te versturen. Verweerder heeft aangevoerd dat hem daarvan geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt omdat de verjaringstermijn eerst later dan 17 februari 2015 zou verstrijken en dat klager ermee heeft ingestemd dat de stuitingsbrief eerst ná laatstgenoemde datum zou worden verstuurd. Het hof verwerpt dit verweer en is van oordeel dat verweerder wel degelijk een verwijt treft. De beantwoording van de vraag wanneer de onderhavige vordering verjaart is voorbehouden aan de civiele rechter. Door niet vóór 17 februari 2015 de stuitingsbrief te versturen heeft verweerder het risico in het leven geroepen dat de principaal zich op verjaring zal beroepen (welk risico zich volgens klager heeft verwezenlijkt), althans dat daarover in een te voeren procedure een debat gaat ontstaan, wat vermeden had kunnen worden. Door het er niet toe te leiden (ondanks een daarop gericht verzoek van klager en een toezegging van verweerder) dat de verjaring voor 17 februari 2015 onomstotelijk zou zijn gestuit, heeft verweerder gehandeld in strijd met de zorg die hij had behoren te betrachten jegens zijn cliënt/klager.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:66 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160293

    Verzoek tot aanwijzing van een advocaat (art. 13 Aw). Het beklag wordt buiten behandeling gesteld omdat het verzoek indruist tegen de Mensenrechten.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:61 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-085

    Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. De bedrijfsarts heeft op goede gronden geadviseerd om een expertise te laten uitvoeren en klaagster hierover voldoende geïnformeerd. Niet aannemelijk geworden dat de bedrijfsarts geheim te houden gegevens heeft gedeeld met de werkgever, evenmin sprake van rolvermenging of belangenverstrengeling. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:60 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160307

    Art. 46h lid 7 Aw De stelling dat sprake is geweest van onjuiste beslissingen door de raad dan wel van onjuiste toepassing van de Advocatenwet en/of de gedragsregels kan eerst aan de orde komen als bij de behandeling door de raad fundamentele rechtsregels zijn geschonden. De opvatting van klager dat zijns inziens de raad onjuist heeft geoordeeld of rechts- dan wel gedragsregels heeft geschonden, levert dan ook geen grond op voor doorbreking van het appelverbod. Een fundamentele rechtsregel die zou zijn geschonden wordt door klager niet genoemd en het hof is daar ook niet van gebleken. Klager heeft aldus geen beroep gedaan op gronden die aanleiding kunnen geven tot doorbreking van het appelverbod. Volgt afwijzing van het hoger beroep.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:62 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-264

    Ongegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft in overleg met een wilsbekwame patiënt een ander medicijn voorgeschreven en de vinger aan de pols gehouden. De diagnose ADHD was op een juiste wijze en op verdedigbare gronden gesteld, zodat de psychiater niet kan worden verweten dat zij niet is meegegaan in de mening van klaagster (weduwe van patiënt) dat er geen sprake was van ADHD. Dat de psychiater klaagster niet persoonlijk heeft meegedeeld dat de dosering van het medicijn werd verhoogd, kan haar niet worden verweten nu hiertoe met patiënt was besloten. De psychiater kan niet worden verweten dat zij klaagster niet bij de behandeling van patiënt heeft betrokken en is niet tekort geschoten in het bieden van nazorg aan klaagster. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2016/133

    Klacht over intraveneus toedienen homeopathisch geneesmiddel antroposofische huisarts. Klaagster was bekend met antroposofische huisartsenzorg. Het is niet aannemelijk geworden dat het middel zonder toestemming van klaagster is ingediend, noch is het aannemelijk geworden dat klaagster door toediening van het middel ziek is geworden. Klachten (ook voor de overige onderdelen) ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:61 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160324

    Art. 46h lid 7 Aw Klager heeft aangevoerd dat in dit geval het rechtsmiddelenverbod van artikel 46h lid 7 Aw moet worden doorbroken, maar de gronden die hij daarvoor heeft aangevoerd zijn ondeugdelijk. Zijn betoog dat de raad heeft miskend dat het hem door verweerder gegeven advies wel degelijk onjuist was en klagers klacht dan ook gegrond is, kan eerst aan de orde komen als is vastgesteld dat bij de behandeling door de raad fundamentele rechtsregels zijn geschonden. De opvatting van klager dat de raad onjuist heeft geoordeeld, levert dan ook geen grond op voor doorbreking van het appelverbod. Een fundamenteel rechtsbeginsel dat zou zijn geschonden heeft klager niet aangewezen en het hof is daar ook niet van gebleken. Klager heeft aldus geen beroep gedaan op gronden die aanleiding kunnen geven tot doorbreking van het appelverbod. Volgt verwerping van het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:74 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-899/DB/LI

    Klagers verwijten verweerder ten onrechte beslag te hebben gelegd op hun woonhuis, een verborgen rekening te claimen die een aantal niet traceerbare uren en dubieuze werkzaamheden bevat, onzorgvuldig te hebben gehandeld bij de behandeling van de zaak voor hun inmiddels overleden dochter, niet duidelijk te hebben gemaakt op basis van welke stukken zijn declaratie is begroot en meineed te hebben gepleegd. De declaratie van verweerder is door de raad van toezicht begroot en grotendeels akkoord bevonden. Daarmee zijn klachtonderdelen 1 en 3 ongegrond. Door het hof Den Bosch is bij arrest bepaald dat de verklaring voor recht zoals door klagers gevorderd inhoudende dat verweerder onzorgvuldig zou hebben gehandeld, is afgewezen. Gelet daarop, en nu het dossier niet tot de conclusie leidt dat sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is klachtonderdeel 2 ongegrond. Verweerder heeft klagers in de gelegenheid gesteld hun bezwaren tegen zijn declaratie kenbaar te maken, maar klagers hebben van die gelegenheid geen gebruik gemaakt. Ook klachtonderdeel 4 is daarmee ongegrond. Dat door verweerder meineed is gepleegd is niet komen vast te staan, aangezien de verklaringen van klagers en verweerder lijnrecht tegenover elkaar staan. Ook dit klachtonderdeel is derhalve ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:26 Accountantskamer Zwolle 16/1533 Wtra AK

    Betrokkene heeft in opdracht van een advocaat een rapport opgesteld waarin hij concludeert dat klager – ook een registeraccountant – niet als redelijk handelend accountant heeft gehandeld door in een – in opdracht van diezelfde advocaat – opgesteld rapport te concluderen dat een bepaald fonds daadwerkelijk had belegd in obligaties. Hiermee handelde betrokkene in strijd met de deskundigheid en zorgvuldigheid: klager had immers in diens rapport niet geconcludeerd dat het fonds had belegd, maar dat dit niet kon worden vastgesteld. Betrokkene heeft niet het onderzoek van klager gevolgd om vervolgens vast te stellen of dat onderzoek kon leiden tot de door klager opgeschreven bevindingen, maar heeft zijn eigen onderzoek naar de beleggingen hiervoor in de plaats gesteld. Ook heeft betrokkene geen overleg met klager gevoerd waar dat wel had gemoeten. Het rapport van betrokkene heeft daarmee geen deugdelijke grondslag. Hetzelfde geldt voor een mededeling van betrokkene aan de pers met dezelfde strekking. Berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:75 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-969/DB/LI

    Verzetzaak. Klaagster verwijt verweerder haar belangen onjuist te hebben behartigd. De gronden van verzet zijn gelijk aan een eerder ingediende klacht, waarop reeds door de raad is beslist. De voorzitter heeft klaagster derhalve terecht kennelijk niet ontvankelijk verklaard. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:27 Accountantskamer Zwolle 16/1957 Wtra AK

    Advies over waardebepaling van ondernemingsvermogen, inclusief de privé schulden aan de ondernemingen in kader van echtscheidingsprocedure. Gezamenlijke opdracht echtelieden. Accountant heeft niet dui delijk kunnen maken dat de totale afwaardering van een lening aan de grootaandeelhouder gerechtvaardigd was. Ondanks een bestaande overwaarde in de woning toch overgegaan tot een totale afwaardering van genoemde vordering op grond van het “totaalbeeld” dat hij van de zaak had. Zonder nadere onderbouwing geen deugdelijke grondslag. Schending van het fundamentele beginsel ‘vakbekwaamheid en zorgvuldigheid’ als bedoeld in artikel 2 onder d van de VGBA. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:76 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-951/DB/LI

    Verweerder heeft namens een cliënt verweer gevoerd tegen een faillissementsrekest waarbij een vordering van het kantoor van klager als steunvordering was gebruikt. Verweerder heeft zich namens zijn cliënt op het standpunt gesteld dat de vordering niet zou bestaan omdat deze al contant zou zijn voldaan. Betaling van een dergelijk bedrag in contanten is dusdanig uitzonderlijk, dat verweerder niet zonder meer op de juistheid van de verklaringen van zijn cliënt af had mogen gaan, maar contact met klager had moeten zoeken en om opheldering had moeten vragen. Klacht gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:59 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-624

    Dekenbezwaar. Een advocaat is gehouden bij twijfel over de vraag of zijn cliënt voor gefinancierde rechtsbijstand in aanmerking komt in verband met diens vermogen in het buitenland, nader onderzoek doen naar diens vermogenspositie, alvorens een toevoeging aan te vragen. Voorts heeft de advocaat verzuimd aan zijn cliënt een opdrachtbevestiging te sturen. Het verweer dat hij zijn voorwaarden mondeling aan zijn cliënt heeft meegedeeld, kan hem niet baten, omdat zulks niet is komen vast te staan, terwijl de cliënt inmiddels is overleden. De klacht is gegrond. Maatregel: berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:70 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-207/DB/OB

    Niet zodanig gedragen dat vertrouwen in advocatuur is geschaad. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:80 Raad van Discipline Amsterdam 17-192/A/A

    Samenvatting: (uitwerking van kop-staart) beslissing van 20 maart 2017; schorsing op grond van art. 60ab lid 1 Advocatenwet; onbevoegde uitoefening advocatuur.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:77 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-903/DB/LI

    Verweerder treedt op als advocaat van de vader van een minderjarige dochter. Verweerder heeft met de minderjarige dochter een gesprek voorafgaand aan het indienen van een verzoekschrift tot wijziging van de omgangsregeling. Voor dit gesprek had verweerder geen toestemming van de moeder. Verweerder handelt daardoor tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht gegrond. Waarschuwing.