Zoekresultaten 21361-21380 van de 44930 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:103 Raad van Discipline Amsterdam 17-039/A/A 17-041/A/A 17-040/A/A

    Klacht over uitlatingen van collega-advocaat ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:104 Raad van Discipline Amsterdam 17-036/A/A

    Klacht tegen collega-advocaat gegrond. Onnodig grievende uitlatingen. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:105 Raad van Discipline Amsterdam 17-191/A/NH

    Wrakingsverzoek afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:99 Raad van Discipline Amsterdam 17-238/A/A

    Dekenbezwaar gegrond. Onbevoegde uitoefening advocatuur. Schrapping van tableau.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:106 Raad van Discipline Amsterdam 17-228/A/A 17-229/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:100 Raad van Discipline Amsterdam 16-1123/A/A

    Verzet tegen voorzittersbeslissing ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:30 Accountantskamer Zwolle 16/894 Wtra AK

    Betrokkene heeft een financieel onderzoek uitgevoerd voor zijn opdrachtgever en een rapport uitgebracht. De opdrachtgever heeft over de inhoud van dat rapport een persbericht uitgebracht. In een reactie daarop aan zijn cliënt heeft betrokkene haar gewezen op de passage in het rapport ten aanzien van het gebruik daarvan en laten weten geen toestemming voor openbaarmaking van het rapport te hebben verleend en zich van de gegeven interpretatie in het persbericht te distantiëren. Betrokkene heeft, geconfronteerd met de onjuiste informatie adequaat en conform de geldende beroepsregels (artikel 10 VGBA) gehandeld. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:101 Raad van Discipline Amsterdam 17-034/A/A

    Klacht tegen advocaat wederpartij ongegrond. Vrijheid van handelen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:31 Accountantskamer Zwolle 16/1655 Wtra AK

    Een vereniging verzorgt de administratie voor één van de bij haar aangesloten leden op grond van een dienstverleningsovereenkomst. In verband met een tussen hen ontstaan geschil voert betrokkene in opdracht van het lid (een stichting) een onderzoek uit naar de rechtmatigheid van de door de vereniging verrichte betalingen voor het lid. Betrokkene heeft in zijn rapport niet vermeld op grondslag van welke beroepsnormen hij zijn onderzoek heeft uitgevoerd. Afgezien van de vraag of NVCOS 4400 de toepasselijke standaard is blijft het algemene uitgangspunt dat betrokkene zich dient te houden aan de gedrags- en beroepsnormen voortvloeiende uit de VGBA. Het onderzoek is niet aan te merken als persoonsgericht onderzoek omdat het onderzoek betrekking had op de opdrachtgever. Omdat het onderzoek ook de rechtspositie van de vereniging kon raken heeft betrokkene toepassing gegeven aan het beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid en het conceptrapport terecht voor een wederhoor reactie naar de vereniging gestuurd. De klacht is gegrond wat betreft de verwerking door betrokkene van de reacties van de vereniging op het conceptrapport in het rapport. De maatregel van waarschuwing wordt opgelegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:71 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160287

    De raad heeft ten aanzien van het klachtonderdeel zoals omschreven in ro 3.1 geoordeeld dat met het ten overstaan van de rechtbank in twijfel trekken van de ziekte van klaagster sub 1 het belang van de cliënte van verweerder niet noemenswaardig was gediend, terwijl daarmee een groot belang van klagers – hun geloofwaardigheid bij de rechtbank – werd geschaad. Daarmee heeft verweerder naar het oordeel van de raad de grenzen van de hem toekomende vrijheid overschreden. Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die zijn vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt. De grieven van verweerder tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad wordt derhalve, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, bekrachtigd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:72 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170020

    Art. 13 Aw-beklag De zaken waarvoor klager bijstand nodig heeft dienen bij het Gerechtshof ’s Hertogenbosch en Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De deken Limburg is dus niet bevoegd om kennis te nemen van het verzoek van klager en de deken heeft klager hier ook op gewezen. De deken heeft het verzoek van klager naar het oordeel van het hof op juiste gronden afgewezen. Het hof zal dan ook het beklag van klager tegen de beslissing van de deken ongegrond verklaren.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:73 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160319

    Tav ko a: Het hof is van oordeel dat verweerder de zaak van klager onvoldoende voortvarend heeft behandeld en dat de raad ten onrechte heeft bevonden dat het handelen van verweerder tuchtrechtelijk niet verwijtbaar was. Volgt gegrondverklaring van het klachtonderdeel. Tav ko b: Het hof stelt vast dat klager verweerder rechtshulp heeft verzocht in verband met een loonvordering. In een dergelijk geval is onderdeel van een behoorlijke taakuitvoering van de advocaat dat hij uit eigen beweging onderzoekt of in de gegeven omstandigheden een aanspraak op betaling van de wettelijke verhoging en/of de wettelijke rente jegens de (ex-)werkgever bestaat. Indien hiervoor nadere informatie van de cliënt verkregen moet worden, zal de advocaat deze bij de cliënt moeten opvragen. Verweerder heeft dit nagelaten. Volgt gegrondverklaring van het klachtonderdeel.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:87 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-945/DB/OB

    (Financiële) afspraken omtrent voortzetting werkzaamheden ondanks betalingsachterstand niet schriftelijk vastgelegd, waardoor onduidelijk is ontstaan, met uiteindelijk onttrekking tot gevolg. Deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:88 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-944/DB/OB

    (Financiële) afspraken omtrent voortzetting werkzaamheden ondanks betalingsachterstand niet schriftelijk vastgelegd, waardoor onduidelijk is ontstaan, met uiteindelijk onttrekking tot gevolg. Deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:10 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2016/139

    Klacht tegen verzekeringsarts. In het kader van de Algemene Oorlogsongevallenregeling (AOR) is klager door verweerder gekeurd om de mate van arbeidsongeschiktheid te bepalen. Klager is het niet eens met de bevindingen van verweerder. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2016/157

    Klacht tegen een chirurg die onvoldoende onderzoek zou hebben verricht om een recidief mammacarcinoom uit te sluiten ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2016/158

    Klacht tegen chirurg. Klaagster was bij verweerster onder behandeling wegens pijnklachten ten gevolge van een fissura ani. Op een vastgestelde datum zou onder spinale anesthesie de wond aan haar anus goed schoongemaakt worden. Zo geschiedde, dacht zij. Later kwam zij erachter dat verweerster op het bewuste moment twee marisken bij haar anus operatief had verwijderd. Hiervan was klaagster niet op hoogte, laat staan dat zij hiermee had ingestemd. Hier komt bij dat er helemaal geen noodzaak voor de ingreep was, want klaagster had op het bewuste moment bijna geen klachten meer. De ingreep heeft tot veel complicaties en pijn geleid. Klaagster verwijt verweerster dat zij zonder informed consent een onnodige operatie bij haar heeft uitgevoerd. Klacht gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:85 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1184/DB/OB/d

    Tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door te trachten om de rechtbank op basis van onjuiste feitelijke gegevens te bewegen tot toewijzing van een excessieve vergoeding waarop verweerders cliënt, naar verweerder wist dan wel behoorde te weten, op basis van de ter zake geldende wet- en regelgeving geen recht had. Aldus is niet alleen het vertrouwen in zijn beroepsuitoefening, maar ook die in de advocatuur in het algemeen geschaad. De gegrond bevonden bewaren van de deken raken de kernwaarden van de advocatuur, waaronder met name de (financiële) integriteit. Dekenbezwaar gegrond. Voorwaardelijke schorsing van een week met verkorting van de inzagetermijn als bedoeld in art. 8a, derde lid, van de Advocatenwet tot twee jaar.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:86 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1160/DB/OB/d

    Gehandeld in strijd met de Voda door in 2013 en 2015 onvoldoende opleidingspunten te behalen en het tekort niet tijdig te hebben ingehaald. Dekenbezwaar gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-180d

    Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft haar paraaf op het formulier gezet na controle van de set medicatie. Zij heeft erkend dat zij tijdens de dubbelcheck niet goed heeft gekeken en zich heeft vergist in het uiterlijk van de ampullen, waarna het onjuiste medicijn aan klaagster is toegediend. Dit had zij kunnen en moeten voorkomen. Dat later geen contact tussen klaagster en de verpleegkundige heeft plaatsgevonden heeft niet aan klaagster, maar ook niet aan verweerster gelegen. Waarschuwing.