Zoekresultaten 21021-21040 van de 44989 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:131 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170044

    Klacht dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door in haar hoedanigheid van bestuurder van een Stichting Derdengelden deze op te heffen terwijl zij wist, althans behoorde te weten dat die stichting aanmerkelijke schulden had. Volle toets. Verweerster moet hebben geweten dat de civiele rechter al had geoordeeld dat haar voormalig kantoorgenoot, tevens voormalig echtgenoot, ten onrechte gelden heeft verrekend met aan klager toekomende gelden die op de derdenrekening waren bijgeschreven. Niet aannemelijk dat klager met verrekening instemde. Verweerster moet hebben geweten dat de stichting zowel een vordering heeft op haar voormalig kantoorgenoot als een schuld aan klager. Door desondanks te besluiten de stichting op te heffen heeft verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Verweerster kan zich er niet op beroepen dat de vordering van klager al zou zijn verjaard. Kernwaarde financiële integriteit. Schorsing van 4 weken waarvan 2 weken voorwaardelijk. Tevens kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:112 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170060

    Zie 170059, 170060, 170061, 170062, 170063 (dekenbezwaar) en 170064. Met de raad heeft het hof twijfels over de vraag van wie de klachten zijn. Verweerder heeft ander maal uiteengezet dat de overgelegde volmachten ondeugdelijk zijn. Nu ook in hoger beroep klagers niet zijn verschenen, kan niet worden vastgesteld dat de klacht daadwerkelijk en rechtsgeldig afkomstig is van hen, die als klagers in de klacht zijn vermeld. Het hof heeft daarom klagers alsnog niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:125 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170041

    Klacht over eigen advocaat in internationale echtscheidingszaak deels gegrond. Toevoeging ingetrokken na gunstig resultaat. Declaratie € 42.000. Advocaat moet cliënt schriftelijk wijzen op mogelijkheid van intrekking toevoeging en schriftelijk tussentijds opgave doen van gemaakte uren en kosten. Dat laatste is niet gebeurd. Het hof heeft niet kunnen vaststellen dat de declaratie excessief was. Declaratie zonder toestemming verrekend met derdengelden. Berisping en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:106 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160326

    Dekenbezwaar Naar het oordeel van het hof heeft verweerder met zijn handelen het beeld opgeroepen dat hij (de overlegging van) de aan H gerichte e-mails gebruikte als pressiemiddel om H te bewegen om alsnog in te stemmen met beëindiging van het dienstverband. Het hof acht deze handelwijze niet gepast, met name nu tussen de (inhoud van de) e-mails en de bedrijfseconomische noodzaak die verweerder aanvankelijk aan de beëindiging van het dienstverband ten grondslag had gelegd, geen zakelijk verband bestaat. De klacht is zodoende gegrond. Het hof ziet echter aanleiding overeenkomstig artikel 48 lid 3 in verbinding met artikel 57 lid 2 Advocatenwet te bepalen dat ondanks de gegrondverklaring van de klacht geen maatregel wordt opgelegd. Daarbij heeft het hof alle omstandigheden van het geval in aanmerking genomen, waaronder het feit dat verweerder door zijn optreden bij H wel het beeld heeft opgeroepen dat hij ongeoorloofde pressie wilde uitoefenen, hetgeen onbetamelijk is. Het hof heeft echter ook de overtuiging bekomen dat verweerder eerder onhandig heeft geopereerd in een delicate kwestie die hem tegen de borst stuitte, dan dat hij heeft beoogd ongeoorloofde druk op H uit te oefenen. Bovendien is een procedure bij het UWV niet openbaar en geeft het tuchtrechtelijk verleden van verweerder geen aanleiding voor het opleggen van een maatregel. Volgt gegrondverklaring zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:104 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-158

    Gegronde klacht tegen een psychiater wegens grensoverschrijdend gedrag binnen de behandelrelatie. De psychiater heeft gehandeld in strijd met de KNMG-richtlijn ‘Seksueel contact tussen arts-patiënt, het mag niet, het mag nooit’, alsmede in strijd met gedragsregels voor artsen. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van drie maanden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:119 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170012

    Klager verwijt advocaat zijn zaak niet in behandeling te willen nemen en dat hij pas nadat klager na drie maanden contact had opgenomen heeft laten weten niets te zullen doen. Niet is komen vast te staan dat verweerder de opdracht heeft aanvaard. Dit deel van de klacht is ongegrond. Van een advocaat mag worden verwacht dat hij ook de rechtzoekende die hem benadert met een zaak en met wie reeds een eerste bespreking heeft plaatsgehad op de hoogte brengt van belangrijke informatie, feiten en afspraken in de fase voorafgaand aan een eventuele formele aanvaarding van de opdracht. In dit geval is niet gebleken dat verweerder jegens klager duidelijkheid heeft verstrekt over de vraag of hij de zaak van klager wel of niet in behandeling zou nemen. Hij heeft deze onduidelijkheid gedurende een groot aantal maanden laten voortbestaan. Dit onderdeel van de klacht is gegrond. Waarschuwing en proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:132 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170046

    Dekenbezwaar tegen advocaat in internationale echtscheidingszaak is gegrond. Toevoeging ingetrokken na gunstig resultaat. Declaratie € 42.000. Advocaat moet cliënt schriftelijk wijzen op mogelijkheid van intrekking toevoeging en schriftelijk tussentijds opgave doen van gemaakte uren en kosten. Laatste is niet gebeurd. Declaratie zonder toestemming verrekend met derdengelden. Niet opnieuw maatregel en kostenveroordeling wegens samenhang met klacht 16-726.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:113 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170061

    Zie 170059, 170060, 170061, 170062, 170063 (dekenbezwaar) en 170064. Met de raad heeft het hof twijfels over de vraag van wie de klachten zijn. Verweerder heeft ander maal uiteen gezet dat de klacht niet van klaagster afkomstig is en dat de overgelegde volmachten ondeugdelijk zijn. Nu ook in hoger beroep klaagster en haar gemachtigde niet zijn verschenen, kan niet worden vastgesteld dat de klacht daadwerkelijk en rechtsgeldig afkomstig is van degene die als klaagster in de klacht is vermeld. Het hof heeft daarom klaagster alsnog niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:126 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170002

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Klagers verwijten verweerder dat hij namens zijn cliënt voortdurend kansloze en nutteloze procedures tegen klagers voert, volhardt in het privé dagvaarden van klagers (in plaats van hun werkgever) en in het privé adresseren van intimiderende en grievende brieven. Ook verwijten klagers verweerder dat hij heeft gedreigd met het doen van strafrechtelijke aangifte jegens klagers en dat een onder zijn verantwoordelijkheid vallende medewerker van zijn kantoor klagers in brieven 'malicieus' handelen verwijt. Het hof acht, anders dan de raad, alle klachtonderdelen gegrond. De klachten van de cliënt van verweerder tegen klagers zijn steeds afgewezen of niet-ontvankelijk danwel ongegrond verklaard. De civiele vorderingen zijn alle afgewezen. Verweerder heeft pas een jaar na zijn dreigement aangifte gedaan. Onnodig grievende uitlatingen in de brieven aan klagers. Schorsing voor de duur van 3 maanden en proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:107 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170005

    Kwestie omtrent het niet doorgeleiden van een aansprakelijkheidstelling naar de verzekeraar. Het hof stelt voorop dat een advocaat in beginsel een aansprakelijkheidstelling dient door te sturen naar zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar, ook als de advocaat zelf in de aansprakelijkheidstelling niets ziet. Dat veronderstelt echter wel dat een aansprakelijkheidstelling zo concreet mogelijk met gronden is onderbouwd en, zo mogelijk, tenminste een aanduiding van de bedragen bevat waarvoor de advocaat aansprakelijk wordt gesteld. In het onderhavige geval bevat de aansprakelijkheidstelling van 23 september 2015 geen enkele concretisering noch enig bedrag en is een nadere precisering ook later niet alsnog gevolgd. Het niet melden van deze aansprakelijkheidstelling heeft het hof dan ook niet tuchtrechtelijk verwijtbaar geacht. Volgt ongegrondverklaring van de desbetreffende klacht.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:120 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170007

    Intrekking klacht. Het hof ziet geen omstandigheden aanwezig die voortzetting als bedoeld in artikel 47a Advocatenwet vergen en vernietigt daarom de beslissing van de raad en verstaat dat niet meer op de klacht hoeft te worden beslist.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:114 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170062

    Zie 170059, 170060, 170061, 170062, 170063 (dekenbezwaar) en 170064. Met de raad heeft het hof twijfels over de vraag van wie de klachten zijn. Verweerder heeft ander maal uiteengezet dat hij niet voor klaagster is opgetreden en dat de overgelegde volmachten ondeugdelijk zijn. Nu ook in hoger beroep klaagster en haar gemachtigde niet zijn verschenen, kan niet worden vastgesteld dat de klacht daadwerkelijk en rechtsgeldig afkomstig is van degene die als klaagster in de klacht is vermeld. Het hof heeft daarom klaagster alsnog niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:72 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/410

    Klacht van nabestaanden jegens voormalig neuroloog (verweerder) van overleden patiënt. Patiënt was bekend met de ziekte van Parkinson en al enkele jaren onder behandeling van verweerder. In de laatste maanden van zijn leven kreeg patiënt heftige trilaanvallen. Klagers vinden (onder meer) dat verweerder hun zorgen daarover onvoldoende serieus heeft genomen, geen juiste diagnose heeft kunnen stellen en geen adequate medicatie heeft voorgeschreven. Toen patiënt in het ziekenhuis lag ter observatie is verweerder niet bij hem op bezoek geweest. Patiënt is tegen de wens van familie uit het ziekenhuis ontslagen in verband met de uitbraak van een Noro virus. Kort na zijn ontslag is de patiënt overleden. Verweerder voert verweer. Ongegrond

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:127 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170004

    Met klachtonderdeel c) verwijt klager verweerder dat hij is tekortgeschoten in tijdige informatievoorziening in verband met de cassatieprocedure. Uit de feiten en omstandigheden volgt naar de oordeel van het hof dat klager door verweerder uitdrukkelijk erop is gewezen welke cassatietermijn geldt en wat de gevolgen zijn indien binnen die termijn van 60 dagen niet door een advocaat cassatiemiddelen worden ingediend. Toen klager op grond van de brief van 19 december 2014 wist of had kunnen weten dat verweerder geen gronden aanwezig achtte om cassatiemiddelen in te dienen, had hij zich kunnen en moeten realiseren dat hij, als hij het met dit negatieve cassatieadvies niet eens was, betrekkelijk korte tijd had om, al dan niet met behulp van verweerder, bij een andere advocaat een second opinion in te winnen. Klager, die nimmer concreet duidelijk heeft gemaakt dat hij destijds serieus een second opinion overwoog, had daartoe nog voldoende tijd en gelegenheid. Het hof trekt de conclusie dat verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door klager omtrent de cassatieprocedure, in het bijzonder omtrent de termijn van indienen van cassatiemiddelen en de gevolgen van het niet-indienen daarvan, niet verdergaand te informeren dan hij heeft gedaan.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:108 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160327

    Dekenbezwaar Als onbetwist staat vast dat verweerder ten tijde van het bezoek van de deken op 2 juni 2016 niet beschikte over een advocatenpas en deze overigens ook nog niet in zijn bezit had ten tijde van de indiening van het hoger beroepschrift, terwijl de problemen bij de poging tot betaling in maart 2016 volgens verweerders stellingen inmiddels waren opgelost. Voorts staat met de erkenning van verweerder vast dat hij niet voldaan heeft aan het verzoek van de deken hem inlichtingen te verstrekken, bestaande in de toezending van bewijsstukken betreffende de beroeps-aansprakelijkheidsverzekering in 2016 en de Stichting Derdengelden. Dat betekent dat het bezwaar in zijn beide onderdelen gegrond is. Alles in aanmerking genomen heeft het hof de door de raad voorwaardelijk opgelegde maatregel van een geldboete passend en geboden geacht.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:121 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170021

    Klacht tegen advocaat wederpartij, inhoudende dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door klager niet op de hoogte te stellen van het ingediende wrakingsverzoek. Het hof acht de klacht, anders dan de raad, ongegrond. Onvoldoende gebleken van (actieve) betrokkenheid van verweerder bij de hem verweten gedragingen. Vernietiging.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:115 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170064

    Zie 170059, 170060, 170061, 170062, 170063 (dekenbezwaar) en 170064. Met de raad heeft het hof twijfels over de vraag van wie de klachten zijn. Verweerder heeft ander maal uiteengezet dat hij niet voor klaagster is opgetreden en dat de overgelegde volmachten ondeugdelijk zijn. Nu ook in hoger beroep klaagster en haar gemachtigde niet zijn verschenen, kan niet worden vastgesteld dat de klacht daadwerkelijk en rechtsgeldig afkomstig is van degene die als klaagster in de klacht is vermeld. Het hof heeft daarom klaagster alsnog niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:73 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/468

    Klager, die het contact met zijn familie heeft verbroken, verwijt de arts dat hij bij de opname van klager in het ziekenhuis zijn privacy heeft geschonden door zonder toestemming zijn bezittingen af te geven aan zijn familie. Ongegrond

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:128 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170019

    Kwestie omtrent de derdenrekening Daargelaten wat precies het doel was van de storting van € 7.500 op de derdenrekening van verweerder, in elk geval mochten klagers naar het oordeel van het hof erop vertrouwen dat het bedrag tenminste tot na afloop van de besprekingen tussen partijen op de derdenrekening zou blijven staan. Ook als de storting er enkel toe diende de solvabiliteit van B aannemelijk te maken, paste daar niet bij dat de middelen al na enkele dagen van de derdenrekening werden terugbetaald aan B, die deze middelen naar eigen zeggen dringend nodig had voor andere doeleinden. Dat laatste is precies de reden waarom verweerder er niet aan had mogen meewerken het bedrag (zonder overleg met klagers) terug te betalen; zo verdween het bedrag immers als zekerheid voor W, terwijl W in het vertrouwen op die zekerstelling wel de faillissementsaanvraag had ingetrokken. Het gedrag van verweerder voldeed daarmee niet aan de professionele standaard, dat een advocaat dient te handelen met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat mag worden verwacht. De beslissing van de raad is mitsdien door het hof bekrachtigd, met de daarbij opgelegde maatregel.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:109 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170011

    Kwestie waarin verweerster mogelijk zonder een daartoe verkregen opdracht werkzaamheden heeft verricht voor haar cliënte. Het beeld is gerezen dat verweerster zich te zeer heeft verlaten op haar eigen inschatting van de geestestoestand van haar cliënte/curanda en uiteindelijk te lichtvaardig heeft gemeend dat zij de belangen van curanda kon (blijven) behartigen door werkzaamheden te verrichten, zonder dat zij op adequate wijze ervoor heeft gezorgd dat de opdracht tot het verrichten daarvan voldoende controleerbaar is. Daarom moet het in dit hoger beroep ervoor worden gehouden dat werkzaamheden voor curanda zijn verricht zonder dat verweerster daarvoor een toereikende opdracht had. Ko e is dan ook gegrond verklaard. Het hof heeft de maatregel van een waarschuwing passend en geboden geacht. Daarbij heeft het hof enerzijds gelet op de ernst van het aan verweerster gemaakte tuchtrechtelijke verwijt, dat een essentieel element van de verhouding tussen advocaat en cliënt raakt, maar anderzijds ook op de niet eenvoudige positie van een advocaat wiens rechtsbijstand wordt ingeroepen door een aan dementie lijdende persoon die onder curatele is gesteld in aangelegenheden die (mede) de curatele betreffen en voor welke situatie algemene gedragslijnen ontbreken.