Zoekresultaten 13561-13580 van de 44790 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:244 Raad van Discipline Amsterdam 19-624/A/A

    Klacht van advocaat over advocaat in verband met overname strafzaak. Vaststaat dat verweerder de heer M op 10 september 2018 in de PI heeft bezocht, zonder dit voorafgaand met klager te overleggen. Verweerder stelt dat hij op dat moment niet wist dat de heer M reeds werd bijgestaan door klager. Volgens vaste jurisprudentie had het op de weg van verweerder gelegen zich ervan te vergewissen of de heer M in de onderliggende strafzaak niet reeds door een advocaat werd bijgestaan. Verweerder stelt dat hij hiertoe verschillende (vruchteloze) pogingen heeft ondernomen, hetgeen door klager wordt betwist en door verweerder op geen enkele wijze is onderbouwd. De raad zal hier dan ook aan voorbij gaan. De raad gaat er vanuit dat verweerder de heer M heeft bezocht zonder zich er (voldoende) van te vergewissen of de heer M in de onderliggende strafzaak reeds door een advocaat werd bijgestaan, en voorts dat verweerder na zijn bezoek aan de heer M in het contact met klager heeft verzwegen dat hij de heer M had bezocht. Klacht deels gegrond, deels ongegrond. Waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:152 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 111/2019

    Raadkamerbeslissing. Ongegronde klacht tegen psychiater over het onnodig lang voorschrijven van lithium door het vasthouden aan een in het verleden gestelde diagnose en het miskennen van slaapapneu en/of restless legs.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:251 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-641/DH/DH

    Verweerder is, zoals hij zelf ook heeft erkend, tekortgeschoten in de communicatie met klager. Verweerder heeft daarnaast een kort geding met als doel de omgang tussen klager en zijn kinderen weer tot stand te brengen niet voortvarend ingesteld. Verweerder heeft klager verder benadeeld omdat hij twee, in plaats van drie, toevoegingen heeft aangevraagd. Verweerder heeft klager aldus niet bijgestaan op een wijze die een behoorlijk handelend advocaat betaamt. In aanmerking genomen dat verweerder al eerder met de tuchtrechter in aanraking is gekomen, acht de raad de maatregel van berisping passend.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:264 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-244/DH/RO

    Klacht tegen advocaat wederpartij ongegrond. Klacht tegen advocaat-stagiaire en haar patroon. Verweerster is de patroon. Het toezenden van facturen aan klager kan niet worden aangemerkt als tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. De omstandigheid dat de advocaat-stagiaire van verweerster klager heeft verzocht om een deel van het bedrag te voldoen op de derdenrekening en het overige deel op de kantoorrekening, is evenmin tuchtrechtelijk laakbaar. Dat de advocaat-stagiaire van verweerster heeft getracht ‘misbruik te maken van derdengeld’, is niet gebleken. Niet is komen vast te staan dat verweerster is tekortgeschoten in haar rol als patroon.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:245 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-390/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Verweerster is door de rechtbank benoemd tot bijzonder curator van de minderjarige dochter van klager en zijn ex-vrouw. Tussen klager en de vrouw speelt onder meer een conflict over de woonplaats van de dochter. De klacht ziet op de wijze waarop verweerster de belangen van de minderjarige dochter heeft behandeld. De klacht is in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:231 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-156

    Ongegronde klacht tegen een internist-nefroloog. Klager lijdt aan een ernstige chronische nierziekte met een ongunstige prognose. Het is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat de internist de met colchicine ingezette behandeling heeft voorgezet en niet met anakinra is gestart. Opname was op dat moment niet geïndiceerd, omdat er geen reden was om de behandeling anders te doen. Een poliklinisch consult na zes weken is een gebruikelijke termijn om een dergelijke chronische ziekte goed te kunnen volgen. Of er nog telefonisch contact heeft plaatsgevonden met de echtgenote van klager kan niet worden vastgesteld. Klacht ongegrond verklaard

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:258 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-840/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:239 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-445/DH/DH

    Klacht gegrond. Verweerster heeft klager onvoldoende voorbereid op een zitting, in het kader van een omgangsregeling. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:245 Raad van Discipline Amsterdam 19-662/A/A

    Klacht over advocaat wederpartij. Door haar derdengeldenrekening ter uitvoering van de tussen mevrouw T en klaagster gemaakte afspraak ter beschikking te stellen heeft verweerster een bemiddelende rol ingenomen. Naar het oordeel van de raad heeft verweerster de indruk en tevens het vertrouwen bij klaagster gewekt dat de door verweerster ontvangen gelden na overdracht van de sleutel aan klaagster zouden worden uitbetaald. Voor zover verweerster, gelet op de discussie over de oplevering, meende dat er na de sleuteloverdracht toch nog redenen waren om niet tot uitbetaling aan klaagster over te gaan, had het op de weg van verweerster of haar kantoorgenoten gelegen om hierover contact op te nemen met de deken en ervoor te zorgen dat de gelden op haar derdengeldenrekening (dan wel in depot bij de deken) zouden blijven staan totdat duidelijk zou zijn aan wie de gelden rechtens toebehoorden. Door de handelwijze van verweerster, weliswaar op indringende instructie van de kantoorgenoten van verweerster, eruit bestaande dat zij na het tussen mevrouw T en klaagster gerezen geschil (zonder overleg met de deken) de gelden deels terug heeft gestort op de rekening van mevrouw T en deels heeft verrekend met openstaande declaraties van mevrouw T, heeft verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld jegens klaagster. Klacht gegrond, zonder oplegging van maatregel nu verweerster ten tijde van het gewraakte handelen advocaat-stagiaire was, zij heeft gehandeld onder druk van haar kantoorgenoten en de gelden inmiddels weer zijn teruggestort.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:153 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 046/2019

    Raadkamerbeslissing. Ongegronde klacht tegen psychiater over dat hij de diagnose ASS ten onrechte mede heeft gebaseerd op de heteroanamnese die hij heeft afgenomen en daarnaast de beweerdelijke schending van het correctierecht.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:252 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-281/DH/DH

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:265 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-440/DH/RO

    Klacht over eigen advocaat ongegrond. Verweerder zou de zaak van klaagster hebben laten verjaren. De raad kan echter niet vaststellen dat daadwerkelijk sprake is van verjaring, zodat niet kan worden vastgesteld dat verweerder inderdaad een beroepsfout heeft gemaakt. Dat verweerder slecht bereikbaar is geweest voor klaagster, is evenmin komen vast te staan.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:246 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-648/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Uit de dossierstukken kan niet worden afgeleid dat verweerster klaagster onheus heeft bejegend, gesprekken heeft afgekapt of concepten van processtukken te laat aan klaagster heeft voorgelegd. Van onvoldoende belangenbehartiging is geen sprake. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:232 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-167

    Ongegronde klacht tegen een gynaecoloog. Het door de gynaecoloog ingezette beleid wat betreft medicatie is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. De gynaecoloog is voor het handelen van de ANIOS in dit geval onder deze omstandigheden niet verantwoordelijk. De ANIOS was al zes maanden werkzaam op de afdeling, volledig ingewerkt en bekwaam en bevoegd om zelfstandig bevallingen zonder complicaties te begeleiden. De afspraken zijn helder en duidelijk vastgelegd in de werkinstructies. Voor de genoemde (onjuiste) notities in het dossier kan de gynaecoloog niet verantwoordelijk worden gehouden. De klacht wat betreft de nazorg kan niet worden vastgesteld. Het zou voorts beter zijn geweest als de gynaecoloog in de nagesprekken de klacht van klaagster over discriminatie serieuzer zou hebben genomen, maar dit leidt niet tot een tuchtrechtelijk verwijt. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:259 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-650/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht gedeeltelijk kennelijk ongegrond verklaard, omdat verweerster voldoende heeft toegelicht waarom geen persoonlijk gesprek heeft plaatsgevonden met klagers over de declaratie. Klagers zijn voor het overige niet-ontvankelijk verklaard, met toepassing van artikel 46g, derde lid, onder b, Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:246 Raad van Discipline Amsterdam 19-717/A/NH 19-718/A/NH

    Klacht van rechtsbijstandsverzekerde over eigen advocaten die zijn ingeschakeld via rechtsbijstandsverzekeraar. Verweerders hebben hun standpunt dat procederen niet in het belang van klaagster was in de communicatie met klaagster onvoldoende zorgvuldig gemotiveerd. Daarnaast hebben verweerders hun geheimhoudingsplicht jegens klaagster geschonden door het in de e-mail van 15 juni 2018 vervatte advies dat de kans van slagen van een zelf te starten ontbindingsprocedure nihil, althans gering werd geacht niet eerst met klaagster te delen, maar direct aan de verzekeraar te sturen. Klacht deels gegrond, deels ongegrond. Waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:240 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-202/DH/DH/D

    Dekenbezwaar deels gegrond. De raad is van oordeel dat het laten oplopen van een belastingschuld in het licht van de eerder aan verweerster onder meer daarvoor opgelegde voorwaardelijke schorsing, tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Voorwaardelijke schorsing 4 weken, met daaraan verbonden een algemene voorwaarde en een bijzondere voorwaarde.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:253 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-040/DH/RO

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:266 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-591/DH/RO

    Verweerster heeft in verzoekschriften geciteerd uit confraternele correspondentie en schikkingsonderhandelingen. Zij heeft in strijd gehandeld met Gedragsregels 12 en 13 (Gedragsregels 1992). Bij beslissing van 8 oktober 2018 (18-532/DH/RO) heeft de raad aan verweerster een waarschuwing opgelegd wegens het citeren uit confraternele correspondentie. Nu verweerster kennelijk niet heeft geleerd van haar vorige tuchtrechtelijke veroordeling, legt de raad een voorwaardelijke schorsing op voor de duur van 4 weken, met een proeftijd van één jaar. Verkorting inzagetermijn art. 8a lid 3 Advocatenwet tot één jaar.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:240 Raad van Discipline Amsterdam 19-536/A/A

    Ongegronde klacht over de eigen advocaat.