Zoekresultaten 14541-14560 van de 44930 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:143 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180226

    Klacht tegen advocaat wederpartij niet-ontvankelijk op grond van artikel 46g Advocatenwet. Klager wist in 2015 dat het in 2014 gesloten echtscheidingsconvenant voor hem nadelige gevolgen had en had binnen de termijn van drie jaar na het afsluiten van het convenant kunnen en moeten klagen. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:137 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180144

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder zou de belangen van klager hebben geschonden door de kortgedingdagvaarding openbaar te laten betekenen, terwijl hij beschikte over het e-mailadres van klager en hij de dagvaarding ook naar het adres van de vriendin van klager had kunnen sturen. Het hof kan de redenering van verweerder volgen dat hij ervoor heeft gekozen om de kortgedingdagvaarding openbaar te laten betekenen, nu hij een sommatiebrief heeft verstuurd naar een hem bekend e-mailadres van klager en hij hierop geen reactie meer heeft gekregen. Verder stond klager op het moment van het uitbrengen van de dagvaarding niet ingeschreven in de Basisadministratie Personen. Het hof is niettemin met de raad van oordeel dat het beter was geweest indien verweerder de dagvaarding daarnaast naar het verweerder bekende e-mailadres van klager had gestuurd. Het enkele feit dat verweerder dit niet heeft gedaan, is echter onvoldoende om hem daarvan een tuchtrechtelijk verwijt te maken. Bekrachtiging beslissing van de raad (klacht ongegrond).

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:185 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/117

    Klager verwijt de gz-psycholoog dat zij haar beroepsgeheim heeft geschonden, doordat zij ondanks de vermelding in de brief van klager 'vertrouwelijk' toch contact heeft opgenomen met zijn dochter en haar moeder. Verweerster heeft primair aangevoerd dat klager niet kan worden ontvangen in zijn klacht en subsidiair heeft zij aangevoerd dat de klacht niet gegrond is. Ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:155 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-901

    Klager heeft mede tot taak een behoorlijke rechtspleging en een eerlijk strafproces te bevorderen. Het verwijt aan verweerder is dat hij een behoorlijke rechtspleging heeft gefrustreerd door niet aanwezig te zijn bij een tweetal verhoren van zijn cliënt, verdachte in een strafzaak. Daardoor kon de rechtbank niet beschikken over een inhoudelijke reactie van de cliënt van verweerder. De raad is van oordeel dat niet gebleken is dat verweerder toezeggingen heeft gedaan aan de politie over zijn aanwezigheid bij de verhoren. Voorts heeft verweerder gesteld dat hij in overleg met zijn cliënte heeft gehandeld die vanaf het begin heeft aangegeven zich op zijn zwijgrecht te beroepen. De raad is niet gebleken dat dit standpunt onjuist is. Ook tegenover zijn cliënt heeft verweerder niet verwijtbaar gehandeld. De al dan niet aanwezigheid van verweerder bij de verhoren is een zaak tussen verweerder en zijn cliënt, terwijl niet is komen vast te staat dat de cliënt bezwaar had tegen de afwezigheid van verweerder bij de verhoren. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:136 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-449

    Klacht over eigen advocaat. Klacht deels niet-ontvankelijk wegens onverschoonbare overschrijding van de termijn van drie jaar, waardoor klacht is verjaard. Deels ongegrond omdat niet gebleken is van excessief declareren door verweerster. Verweerster heeft specificaties overgelegd en uiteengezet welke acties zij heeft ondernomen en welke procedures zijn gevoerd. Verder is niet gebleken dat verweerster werkzaamheden heeft verricht zonder de instemming van klaagster. Voor zover dit betreft het opvragen van uittreksels bij de KvK of uit het G.B.A. is geen expliciete toestemming vereist. Dat ligt besloten in de opdracht aan verweerster en de noodzakelijke vertrouwensband.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:149 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-772

    Identieke klacht van klagers tegen advocaat wederpartij. Klaagster sub 1 heeft als advocaat van klager sub 2 geen eigen belang bij de klacht en is dus niet-ontvankelijk. Klager sub 2 verwijt verweerster dat zij in de tweede dagvaarding belangrijke feiten heeft verzwegen en dat zij in de tweede dagvaarding niet heeft genoemd dat er al eerder over dezelfde vordering door haar was geprocedeerd. Door cruciale feiten in de tweede dagvaarding weg te laten en vooral door het verzwijgen van de eerder gevoerde procedure heeft verweerster bewust getracht de rechtbank te misleiden. Klacht gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:130 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-389

    Klacht van cliënt jegens zijn advocaat over traag behandelen van de zaak en onvoldoende stappen ondernemen om de verjaring te stuiten. Klachten gegrond. Het kan voorkomen dat door onverwachte omstandigheden gelegen buiten de invloedsfeer van de advocaat, beloften voor wat betreft het verrichten van werkzaamheden niet kunnen worden waargemaakt waardoor zaken langer blijven liggen. Hier is echter sprake van een structureel patroon van het op de lange baan schuiven van de behandeling. Ook als de cliënt zelf advocaat is behoorde het tot de verantwoordelijkheid van de advocaat om te verifiëren hoe het met (de tijdigheid van) de aansprakelijkheidstelling zat en deze kwestie vervolgens in zijn belangenbehartiging te betrekken.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:146 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-573 DB/LI

    Niet gebleken dat verweerder feiten heeft geponeerd waarvan hij de onwaarheid kende. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:150 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-878

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Klaagster verwijt verweerster inbreuk te hebben gemaakt op haar privacy en onzorgvuldig te hebben gehandeld door een verkeerd postadres en een verkeerd mailadres te gebruiken en door rauwelijks te dagvaarden. Het gebruik van een verkeerd postadres is weliswaar slordig maar niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.. Voor wat betreft het gebruik van een onjuist mailadres geldt hetzelfde. Van rauwelijks dagvaarden is geen sprake omdat in de eerste brief van verweerster het indienen van een verzoekschrift al als mogelijkheid wordt genoemd en omdat dat in het arbeidsrecht het ineens dagvaarden niet ongebruikelijk is in verband met het risico van een daaraan voorafgaande ziekmelding door de werknemer en het ontslagverbod dat daaruit volgt.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:131 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-896

    De advocaat maakte tijdens de verhuizing van zijn kantoor voor het verzenden van verzoekschriften en dergelijke gebruik van een bedrijf dat in onderaanneming fax-services verleent. Er waren bij dat bedrijf problemen bij de verzending van faxen als gevolg waarvan een bezwaarschrift niet (tijdig) door het UWV is ontvangen. Het bedrijf heeft de problemen aan de advocaat gemeld maar die heeft aan deze melding onvoldoende aandacht besteed. Advocaat heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar jegens zijn cliënt gehandeld.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:234 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.386

    Klacht tegen internist. Klager is in Duitsland geopereerd in verband met een longtumor. Preoperatief werd uit de bronchiaalsekreet Mycobacterium kansasii gekweekt. De kweek was uitsluitend positief voor deze bacterie soort. Klager zag af van de geadviseerde medicamenteuze nabehandeling. Bij brief van 11 juni 2013 werd klager door zijn huisarts verwezen naar verweerder. In de verwijsbrief werd, onder toezending van informatie, gevraagd om het ziektebeeld van klager te beoordelen. Klager verwijt verweerder kort gezegd dat hij a) het dossier van klager niet goed heeft bijgehouden, b) tegen de huisarts van klager over hem heeft gelogen en hem heeft belasterd, c) alles wat wees op een schimmelinfectie heeft genegeerd evenals de klachten van het urogenitale systeem, d) geen juiste diagnose heeft gesteld op zorgvuldige wijze. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:151 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-245

    Na overeenstemming over beëindiging van de arbeidsovereenkomst met vergoeding is de werkgever, de cliënt van verweerster, kort daarna van mening veranderd, althans heeft verweerster teruggefloten, door niet meer met een vergoeding in te willen stemmen. Gebleken is dat verweerster meteen daarna in een overleg met de vervanger van de advocaat van klager dit heeft uitgelegd. Dat heeft geresulteerd in een door klager ondertekende vaststellingsovereenkomst tot beëindiging zonder toekenning van enige vergoeding aan hem. Niet valt in te zien wat verweerster in deze situatie meer of anders had moeten doen dan hetgeen zij heeft gedaan. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:132 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-247

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Klacht deels niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een rechtstreeks belang. Klacht voor het overige ongegrond. Verweerder heeft geen tuchtrechtelijk relevante grens overschreden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:235 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.481

    Klacht tegen internist. Klager heeft in juli 2017 verzocht zijn gegevens te verwijderen uit het systeem van het ziekenhuis. Klagers medisch dossier is daarop vernietigd. In juni 2018 ontdekte klager dat er – buiten het medische dossier dat geheel leeg was – nog persoonsgegevens van hem bekend waren bij het ziekenhuis. In juli 2018 heeft klager zich hierover beklaagd tegenover de Raad van Bestuur van het ziekenhuis, waarvan de internist deel uitmaakt. Klager verwijt de internist dat zijn persoonsgegevens niet uit het systeem zijn verwijderd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht, omdat hetgeen de internist wordt verweten geen handelen of nalaten betreft dat wordt bestreken door de eerste of tweede tuchtnorm. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:148 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-179 DB/HvD

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:152 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-156

    Klager heeft als advocaat zijn zus bijgestaan in een tegen verweerders cliënte aangespannen kort geding. Klager verwijt verweerder dat hij nadat klager vonnis gevraagd had, zich middels diverse berichten tot de voorzieningenrechter heeft gewend. Hij is daarbij inhoudelijk ingegaan op de zaak zonder daarvoor toestemming van klager te hebben gekregen. Dat is in strijd met Gedragsregel 15 lid 2. Bovendien heeft verweerder meegewerkt aan fraude door zijn cliënte. Verweerder heeft een formulier zonder meer doorgezonden waarin zij wijzigingen had aangebracht en heeft getracht dit door klagers cliënte te laten ondertekenen. Met verweerder is de raad van oordeel dat uit het proces-verbaal van de zitting van het kort geding blijkt dat het onderzoek ter zitting nog niet was gesloten. Dat geeft aan dat klager voorbarig was met het vragen van vonnis en dat verweerder hier terecht bezwaar tegen maakte. De gestelde fraude is niet onderbouwd. De raad beoordeelt de klachten dan ook als ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:133 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-345

    Verzet gegrond; behandeling van de zaak wordt voortgezet.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:236 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.041

    Klacht tegen uroloog. Klager is sinds 1996 patiënt van verweerder, uroloog. Klager lijdt aan plasklachten. Gedurende de eerste jaren van de behandeling is een grotendeels conservatief beleid gevoerd. Later is bij klager een operatie uitgevoerd waarbij een urostoma werd aangelegd volgens de methode Bricker. Klager is niet tevreden over de behandeling. Klager verwijt verweerder 1) dat hij klager voorafgaand aan de operatie onvoldoende en niet adequaat heeft voorgelicht over de risico’s van de operatie, 2) dat hij heeft nagelaten klager eerst een minder bezwarende therapie of operatie aan te bieden, 3) dat hij klager niet eerst nog heeft doorverwezen naar een neuro-urologisch centrum zodat in elk geval meer zekerheid over de juistheid van de indicatie zou kunnen worden verkregen, 4) dat hij niet zorgvuldig heeft gehandeld omdat niet uitgesloten kan worden dat door de operatie de lekkage is ontstaan, 5) dat hij onvoldoende ervaren was om de operatie uit te voeren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in alle onderdelen afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep tegen klachtonderdeel één verworpen en klager voor het overige niet ontvankelijk geacht in zijn beroep.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:146 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-667

    Verweerder heeft zonder voorafgaand overleg met advocaat-klager en zonder advies van de deken in strijd met Gedragsregel 12 (oud) confraternele correspondentie in een procedure gebracht. Dat hun onderlinge cliënten met de inhoud ervan al bekend waren, doet daar niet aan af. Daarnaast heeft verweerder in strijd met Gedragsregels 17 en 31 zich, slechts op basis van vermoedens, onnodig grievend over klager uitgelaten door hem in correspondentie te beschuldigen van liegen, valsheid in geschrifte, belastingfraude en witwassen. Berisping

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:127 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-424

    Klager (bestuurder en aandeelhouder van klaagster, een B.V.) is niet-ontvankelijk in zijn klacht wegens het ontbreken van een eigen, rechtstreeks belang. De klacht van klaagster is in alle onderdelen ongegrond. Verweerster was niet verplicht om klaagster van de dagvaarding – in een procedure waarin klaagster geen partij was – op de hoogte te stellen. Er bestond voor verweerster ook geen verplichting om klaagster (al dan niet per deurwaardersexploot) in kennis te stellen van de procedure tussen B.V. X en notaris Y.