Zoekresultaten 14001-14020 van de 44846 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:281 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.056

    Klacht tegen verpleegkundige. Klagers verwijten de aangeklaagde verpleegkundige onder meer dat zij in strijd met de Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden een intensieve persoonlijke relatie met hun oom is aangegeven, inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de oom en zijn naasten, en giften en geschenken heeft aangenomen. Daarnaast heeft zij volgens klagers gehandeld in strijd met art. 4:59 lid 1 BW door de erfenis van de oom te aanvaarden. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en schorst de inschrijving in het register voor de duur van drie maanden. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt deze beslissing en verklaart klagers alsnog in hun klacht niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:141 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/668323 / DW RK 19/325

    Beslissing op verzet. Niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld met ontruiming en vernietiging goederen. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:228 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/176

    Klacht met betrekking tot informed consent. Klaagster verwijt verweerster, gynaecoloog, haar onvoldoende te hebben voorgelicht met betrekking tot een incomplete miskraam, zoals cytotec en curettage. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:230 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-536

    Gegrond verzet. De voorzitter heeft wel de juiste maatstaf toegepast bij de beoordeling van de klacht, maar heeft ten onrechte geoordeeld dat verweerder binnen de grenzen van de hem, als advocaat van de wederpartij van klaagster, toekomende vrijheid is gebleven. De klacht is deels gegrond. Verweerder heeft zich onnodig grievend over klaagster uitgelaten, gelet op de uitspraak die de voorzieningenrechter daarvóór had gedaan over de handelwijze van klaagster. Klacht voor het overige ongegrond. Waarschuwing.

  • De wrakingskamer wijst het verzoek af als zijnde kennelijk ongegrond en bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek in deze zaak niet in behandeling wordt genomen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:204 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-108b

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Het door de huisarts omzetten van medicatie tijdens het toedienen van reeds ingezette palliatieve medicatie is naar het oordeel van het College logisch. Wat betreft het gesprek met de huisarts blijkt niet van een handeling die in strijd is met de zorg die op dat moment van haar mocht worden verwacht. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:211 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-110a

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Het College volgt de keuze om een medicamenteuze dwangbehandeling te starten. De psychiater heeft geen rechterlijke machtiging afgegeven. Het College volgt de psychiater ook waarom bepaalde medicatie niet is voorgeschreven. Overige klachtonderdelen eveneens ongegrond. Klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot schadevergoeding. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:199 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-127

    Gegronde klacht tegen een arts. De arts heeft klager gekeurd in het kader van een aanvraag WMO-voorziening. De arts heeft door met de praktijk van de behandelend huisarts van klager te bellen en te vragen naar aanvullende medische informatie, zonder medische machtiging van klager, het beroepsgeheim in twee opzichten geschonden. Enerzijds door informatie over klager te delen met de assistente, anderzijds door de assistente ertoe te brengen het beroepsgeheim van de huisarts te schenden. Ook had de arts meer informatie op mogen vragen voor het opstellen van het advies. Hierdoor voldoet het rapport niet aan de eisen. Klacht gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:205 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-108a

    Kennelijk niet-ontvankelijke klacht tegen een huisarts. Klaagster heeft niet gespecificeerd op welke momenten en hoe de huisarts jegens patiënte heeft gehandeld. De huisarts geeft aan dat hij niet betrokken is geweest bij de zorg jegens patiënte. De klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:212 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-110c

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige is niet verantwoordelijk voor de vraag of dwangmedicatie moet worden toegediend. Geen aanwijzingen dat de verpleging klager middels depot drugs inspuit, ook niet dat de gang van zaken omtrent de bloedafname onjuist is. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:206 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-141

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. De schijven die klaagster op haar lichaam had vormden geen reden om een erythema migrans te vermoeden. Ook uit andere consulten komen naar het oordeel van het College geen aanwijzingen voor een erythema migrans en de ziekte van Lyme naar voren. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:200 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-030a

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Eerder bleek niet van diabetes mellitus bij klaagster, dus kan de huisarts niet worden verweten dat geen (medicamenteuze) behandeling is ingezet. Toen bleek dat klaagster wel diabetes mellitus had, is door de huisarts volgens de NHG Standaard gehandeld. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:213 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-082

    Gegronde klacht tegen een fysiotherapeut. De fysiotherapeut heeft erkend dat zij meer informatie dan opgevraagd heeft gedeeld met de verzekeraar van klaagster. Zij heeft een antwoord gegeven dat verder ging dan de vraagstelling en zij heeft de opgevraagde en gegeven informatie niet bij klaagster geverifieerd. Zij ziet in dat zij anders en beter had kunnen handelen en heeft hier spijt voor betuigd. Het College ziet ook dat een richtlijn of aanbeveling van de beroepsgroep hieromtrent ontbreekt. Mede gelet hierop en omdat de fysiotherapeut aantoonbaar lering heeft getrokken uit het voorval, is het doel van het tuchtrecht bereikt en legt het College geen maatregel op. Klacht gegrond verklaard, geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:207 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-126

    Deels gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts had patiënte na de val mede gelet op de diabetes, lage bloedsuikerspiegel, recent verslechterde nierfunctie en het gebruik van zowel kort- als langwerkende insuline naar het ziekenhuis moeten sturen. Hij had zich meer moeten inspannen om patiënte te overtuigen dat het inzenden noodzakelijk was. De huisarts is geen verwijt in het tekortschieten in de communicatie te maken. In het bepalen van de maatregel weegt het College mee dat de huisarts zo inzending achterwege zou blijven daarvoor tenminste de randvoorwaarde had moeten stellen van een twee-uurlijkse controle van de bloedsuikerspiegel en dat de huisarts de broer van patiënte dienovereenkomstig had moeten instrueren. Klacht gedeeltelijk gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:201 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-030b

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Eerder bleek niet van diabetes mellitus bij klaagster, dus kan de huisarts niet worden verweten dat geen (medicamenteuze) behandeling is ingezet. Toen bleek dat klaagster wel diabetes mellitus had, is door de huisarts volgens de NHG Standaard gehandeld. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:214 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-015

    Gegronde klacht tegen een fysiotherapeut. De fysiotherapeut heeft de werk- en privérelatie vertroebeld en door elkaar laten lopen. Ook komt vast te staan, met ondersteuning van de agenda/het dagboek van klaagster, dat de fysiotherapeut contant geld heeft ontvangen voor de behandelingen thuis. De fysiotherapeut heeft erkend dat hij een seksuele relatie heeft gehad met klaagster. Een afkoelingsperiode is niet in acht genomen. Klacht is gegrond verklaard en het College legt een voorwaardelijke schorsing op voor de duur van een jaar.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:208 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-047a

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Uit het huisartsendossier kan het College afleiden dat de huisarts wel naar het hartje van de baby van klagers heeft geluisterd. Ook is niet gebleken dat onvoldoende onderzoek is gedaan of alarmsymptomen zijn gemist. De huisarts heeft de baby ook doorverwezen naar de afdeling kindergeneeskunde en heeft de doorverwijzing in een enveloppe aan de ouders overhandigd. Dat als gevolg van een taalbarrière geen juist vervolg is gegeven aan de verwijsbrief is ongelukkig, maar niet aan de huisarts toe te rekenen. Hoewel het opsturen van het dossier naar de nieuwe huisarts wellicht sneller had gekund, is dit onvoldoende voor een tuchtrechtelijk verwijt. Klacht is ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:202 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-030c

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Tijdens de consulten waren er geen aanwijzingen voor diverticulitis bij klaagster, mede gelet op de NHG Standaard Diverticulitis. Beklaagde kan dan ook niet verweten worden dat zij een diverticulitis gemist heeft, zij heeft op de juiste gronden tot de diagnose obstipatie kunnen komen. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:209 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-157

    Gegronde klacht tegen een huisarts. Vastgesteld wordt dat de huisarts de geldende beroepsnorm heeft overschreden door twee keer een seksuele relatie aan te gaan met een patiënte met wie hij een behandelrelatie had. De huisarts heeft dit erkend. De huisarts is ook te verwijten dat hij tijdens het eerste IGJ-onderzoek geen volledige opening van zaken heeft gegeven en in strijd met de waarheid heeft verklaard dat dergelijk verwijtbaar grensoverschrijdend gedrag niet eerder had plaatsgevonden. Daar staat tegenover dat hij open en coöperatief heeft meegewerkt aan het IGJ-onderzoek en uitvoering heeft gegeven aan de punten uit het plan van aanpak. Klacht is gegrond, de huisarts wordt voorwaardelijk geschorst voor de duur van een jaar.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:203 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-108c

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Het College acht het niet aannemelijk dat de huisarts klaagster niet heeft geïnformeerd over de aanpassing van het beleid en de daarbij behorende aanpassing van de medicatie. De wijziging van het medicatiebeleid is zowel met patiënte als met klaagster besproken, niet is gebleken dat zij zich tegen deze wijziging hebben verzet. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.