Zoekresultaten 20801-20810 van de 44668 resultaten
-
ECLI:NL:TGZREIN:2017:59 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16193
- Datum publicatie: 13-06-2017
- Datum uitspraak: 13-06-2017
- ECLI:NL:TGZREIN:2017:59
Bedrijfsarts wordt onder meer verweten dat zij in terugkoppeling van spreekuur tot onjuiste conclusie en advies is gekomen op basis van onzorgvuldige handelwijze en dat zij klager aan zijn lot heeft overgelaten door de begeleiding eenzijdig te beëindigen. In casu niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat bedrijfsarts geen contact heeft opgenomen met klagers psycholoog of huisarts. Eenzijdige beëindiging verzuimbegeleiding in strijd met zorgplicht. Klager is op ontijdig moment aan zijn lot overgelaten. Bedrijfsarts heeft onvoldoende oog gehad voor het risico dat klager door de aanwezigheid van dit conflict alsnog arbeidsongeschikt zou raken met alle gevolgen van dien. Deels gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:93 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-033/DH/RO
- Datum publicatie: 13-06-2017
- Datum uitspraak: 12-06-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:93
Eindbeslissing naar aanleiding van dekenbezwaar. De raad heeft in zijn tussenbeslissing van 8 mei 2017 overwogen dat aan verweerder een voorwaardelijke schorsing dient te worden opgelegd met als bijzondere voorwaarde begeleiding door een coach. De raad heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de invulling van de maatregel. Verweerder heeft de raad verzocht om mr. Y als coach te benoemen. De raad stemt daarmee in, nu een vertrouwensband tussen een coach en de gecoachte essentieel is. Aan verweerder wordt een voorwaardelijke schorsing voor de duur van 3 maanden opgelegd. Mr. Y dient verweerder gedurende de proeftijd van 2 jaar te adviseren en te voorzien van aanwijzingen met betrekking tot het gedrag van verweerder, alsmede tezamen met verweerder te onderzoeken op welke wijze veranderingen in het gedrag van verweerder het beste kunnen worden bewerkstelligd. Mr. Y en verweerder dienen ieder half jaar (tussentijds) verslag uit te brengen aan de behandelend voorzitter omtrent de stand van zaken in de uitvoering van de hiervoor genoemde opdrachten.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:97 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-306
- Datum publicatie: 13-06-2017
- Datum uitspraak: 13-06-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:97
Gegronde klacht van de IGZ tegen een anesthesioloog. De anesthesioloog heeft ten onrechte nagelaten een check en dubbelcheck uit te voeren waardoor bij patiënte een verkeerd geneesmiddel is ingespoten. De anesthesioloog heeft, nadat zij haar fout had ontdenkt, adequaat gehandeld om de schade voor de patiënte zoveel mogelijk te beperken. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2017:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/487
- Datum publicatie: 13-06-2017
- Datum uitspraak: 13-06-2017
- ECLI:NL:TGZRAMS:2017:70
Klager dient klacht in als nabestaande van zijn overleden moeder (patiënte). Klager verwijt verweerder dat hij een verkeerd beeld heeft geschetst van de communicatieve vaardigheden en het begrip van patiënte en bewust een niet waarheidsgetrouw verslag heeft opgesteld over de wilsbekwaamheid van patiënte. Verweerder heeft volgens klager op deze wijze meegewerkt aan de vroegtijdige dood van patiënte. (LH) Deels gegrond
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:94 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1068/DH/DH
- Datum publicatie: 13-06-2017
- Datum uitspraak: 12-06-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:94
Verweerster heeft niet voldaan aan het vereiste van schriftelijke vastlegging (gedragsregel 8). Het bewijsrisico van een niet vastgelegde afspraak berust bij de advocaat. Klacht voor het overige ongegrond. De raad legt geen maatregel op omdat slechts één van de vijf klachtonderdelen gegrond is verklaard en verweerster in haar lange loopbaan nog niet eerder met een geslaagde tuchtklacht is geconfronteerd.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:98 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-266
- Datum publicatie: 13-06-2017
- Datum uitspraak: 13-06-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:98
Ongegronde klacht tegen een gynaecoloog. Niet kan worden vastgesteld dat de gynaecoloog heeft gehandeld in strijd met de zorg die hij jegens klaagster in acht behoorde te nemen, nu de lezingen van partijen uiteenlopen over de uitleg voorafgaand aan het onderzoek en de wijze van het onderzoek. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:95 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-872/DH/RO
- Datum publicatie: 13-06-2017
- Datum uitspraak: 12-06-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:95
Beslissing op verzet. Met de voorzitter is de raad van oordeel dat de klacht onvoldoende is onderbouwd. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:99 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-009a
- Datum publicatie: 13-06-2017
- Datum uitspraak: 13-06-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:99
Ongegronde klacht tegen een chirurg. De chirurg heeft vanaf het moment dat zij bij de behandeling betrokken werd adequaat gehandeld door klager direct te laten opnemen voor een dotterbehandeling op korte termijn en heeft adequaat gereageerd op pijnklachten van klager. Dat in een ander ziekenhuis is besloten een tweede dotterbehandeling van het rechteronderbeen uit te voeren, die succesvol is verlopen en dat daarna twee tenen zijn afgezet (en niet het onderbeen), betekent niet dat het handelen van verweerster niet binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening is gebleven. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:96 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-744/DH/RO b
- Datum publicatie: 13-06-2017
- Datum uitspraak: 12-06-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:96
Klacht tegen advocaat wederpartij. Klacht deels niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de driejaarstermijn. Klacht voor het overige ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:100 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-009b
- Datum publicatie: 13-06-2017
- Datum uitspraak: 13-06-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:100
Deels gegronde klacht tegen een chirurg. Niet is komen vast te staan dat de chirurg voldoende onderzoek heeft verricht alvorens de conclusie te trekken dat geen sprake is van een vasculaire bedreiging van voet en/of tenen. Onvoldoende is gebleken dat verweerder heeft getracht na een voldoende uitgebreide anamnese en zorgvuldig lichamelijk onderzoek mogelijke doorbloedingsstoornissen uit te sluiten en middels differentiaaldiagnostisch denken tot een diagnose te komen. Het behoort niet tot de taken van het College om vast te stellen of er een causaal verband bestaat tussen het handelen van verweerder en de amputatie. Waarschuwing.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 2080
- Pagina: 2081
- Pagina: 2082
- ...
- Pagina: 4467
- Volgende pagina zoekresultaten