Zoekresultaten 2071-2080 van de 2135 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2021:220 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-105

    Naar het oordeel van de raad heeft verweerder onvoldoende regie gevoerd door niet duidelijk met klaagster te communiceren over de in zijn visie gemaakte afspraken over het te voeren verweer tegen de door de wederpartij verzochte erkenning van het kind. Een schriftelijk stuk waaruit dat blijkt, ontbreekt. Verweerder heeft in strijd met gedragsregel 16 tuchtrechtelijk verwijtbaar jegens klaagster gehandeld. Verweerder heeft daarnaast verwachtingen bij klaagster gewekt die hij niet heeft waargemaakt. Ook op dat punt is verweerder in de zorg jegens klaagster tekortgeschoten. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:212 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210250

    Appelverbod. Hoger beroep tegen een verzetsbeslissing van de raad, waarbij het verzet ongegrond is verklaard. De slotsom is dat klager geen feiten of omstandigheden heeft aangedragen waaruit volgt dat hij bij de raad geen eerlijk proces heeft gehad. Het hof concludeert dan ook dat het appelverbod niet kan worden doorbroken. Het beroep zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2021:227 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-895

    Verweerder heeft voor klaagster opgetreden in drie kwesties. In de bewindstellingskwestie heeft verweerder de opdracht schriftelijk aan klaagster bevestigd en de werkzaamheden daarin op zorgvuldige wijze gedaan. Daarnaast acht de raad aannemelijk dat uit die opdrachtbevestiging ook de kwestie tot aansprakelijkheidstelling van de bewindvoerder van klaagster voortvloeide, zodat een aparte opdrachtbevestiging niet nodig was. In deze kwestie heeft verweerder voldoende voortvarend voor klaagster opgetreden en haar zorgvuldig bijgestaan. Verweerder mocht uit het handelen van klaagster afleiden dat hij ook haar belangen op toevoegingsbasis in de alimentatiekwestie mocht behartigen. Doordat de toevoeging kort daarna op verzoek van verweerder is ingetrokken omdat verweerder met zijn werkzaamheden voor klaagster stopte, had een schriftelijke opdrachtbevestiging geen meerwaarde meer. Klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2021:221 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-481

    Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder heeft tegen alle onderdelen van de klacht gemotiveerd, steekhoudend en deels met stukken onderbouwd verweer gevoerd. Dit verweer heeft in repliek niet geleid tot een relevant weerwoord van klager. Tijdens de zitting is het verweer evenmin weersproken, aangezien klager niet ter zitting is verschenen. Gelet op het feit dat het verweer van verweerder nagenoeg onweersproken is gebleven, valt niet in te zien in welke zin verweerder een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Een feitelijke grondslag voor enig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelenontbreekt. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2021:234 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-564

    Klacht van advocaat en zijn cliënte tegen advocaat van wederpartij. Verweerder heeft zich onnodig grievend uitgelaten jegens klager over de wijze waarop hij als advocaat de belangen van zijn cliënt behartigt. De vermelding in zijn pleitnota van de wijze waarop klager heeft gehandeld in een andere zaak met een andere cliënt is voor deze zaak onnodige informatie, die niet anders kan worden uitgelegd dan als het zwartmaken van een andere advocaat. De opmerkingen zijn niet op de inhoud van de zaak gericht, maar op de persoon van de advocaat van de wederpartij. Het dient naar het oordeel van de raad geen redelijk doel om de advocaat van de wederpartij in een negatief daglicht te stellen. Verweerderheeft dan ook met de opmerkingen over klager de grenzen van het tuchtrechtelijk betamelijke overschreden. Klacht deels gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:213 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210105 210106

    Klacht over eigen advocaat in het merkenrecht met een veelheid aan klachtonderdelen (wederzijds beroep). Het hof overweegt in deze beslissing onder meer dat een advocaat bij inschakeling van een buitenlandse advocaat voor het voeren van een procedure in het buitenland verantwoordelijk is voor een gedegen schriftelijke vastlegging waarbij het voor cliënten duidelijk is wie binnen die samenwerking welke verantwoordelijkheden heeft en welke rol heeft in de rechtsbijstand en welk kostenplaatje daarbij hoort. Verweerder mocht er niet op vertrouwen dat klagers die informatie uit de berichten van de Engelse advocaat konden destilleren en overzien. Verder oordeelt het hof dat verweerder niet verantwoordelijk is voor het handelen van de door hem ingeschakelde buitenlandse advocaat noch voor het handelen van andere onafhankelijke professionals die aan het advocatenkantoor verbonden zijn (ic. merkgemachtigde). Verder overweegt het hof in deze zaak dat niet gebleken is dat aan klagers gouden bergen zijn beloofd door verweerder. Zowel door verweerder als door de ingeschakelde Engelse advocaat is het beeld dat een bedrag van 7,8 miljoen euro een redelijke vergoeding zou zijn gecorrigeerd. De verwijten dat de declaraties onvoldoende zijn gespecificeerd, excessief is gedeclareerd, niet correct is gewezen op de klachtenregeling e.a. zijn ook door het hof ongegrond bevonden. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad op een paar onderdelen na. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2021:228 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-931 20-932

    Verweerder 2 heeft als curator in de faillissementen van een aantal vennootschappen, bijgestaan door verweerder 1 als advocaat, klagers gedagvaard in een pauliana-procedure. Klager was eerder bestuurder van die vennootschappen. Bij de dagvaarding zijn producties overgelegd, waaronder een document met handgeschreven opmerkingen van klager in de kantlijn (notities klager) en een memorandum opgesteld door een advocaat en gericht aan een van de vennootschappen van klagers (het memo). In een andere procedure in hoger beroep in dit faillissement heeft verweerder 2 zich voor zichzelf, als partij in hoedanigheid van curator, als advocaat gesteld en dezelfde producties overgelegd. Naar het oordeel van de raad stond het verweerder 1 en verweerder 2, zowel als curator als in hun hoedanigheid van advocaat, vrij om de notities van klager zonder toestemming in rechte te overleggen omdat de vertrouwelijkheid daarvan niet is komen vast te staan. Het evident vertrouwelijk memo tussen advocaat en cliënt hadden verweerders, in hun hoedanigheid van advocaat in beide procedures, niet zonder toestemming van klagers in rechte mogen overleggen. Niet gebleken van overleg met de deken en geen rechtvaardigingsgronden aanwezig geacht. Andere toetsingsmaatstaf voor handelen verweerder 2 als curator. Naar het oordeel van de raad mocht hij het memo, aangetroffen in de administratie van de failliet, door verweerder 1 in rechte laten overleggen mede vanwege het essentieel (bewijs)belang in de pauliana-procedure en de wettelijke taak van een curator in een faillissement. Verweerders krijgen ieder maatregel van waarschuwing voor hun tuchtrechtelijk verwijtbare handelen als advocaat.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2021:179 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-315/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klager niet naar behoren te adviseren over het niet in het geding brengen van het expertiserapport en door klager niet te informeren over de intrekking van de toevoeging. Klacht deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2021:180 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-166/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Klacht gaat over de kosten die verweerder voor zijn werkzaamheden bij klaagster in rekening heeft gebracht. Aanvankelijke opdracht bestond uit een spoedadvies en een eindadvies. De daarvoor door verweerder gemaakte inschatting van de kosten sluit daarop aan. Daarna heeft klaagster meerdere vervolgopdrachten aan verweerder gegeven. Verweerder heeft regelmatig melding gemaakt van de hoogte van de kosten en hij heeft zijn kosten maandelijks bij klaagster gedeclareerd. Het kan dan ook geen verrassing voor klaagster zijn geweest dat de kosten voor de in haar opdracht verrichte werkzaamheden opliepen. Niet gebleken dat verweerder voor zijn werkzaamheden een onredelijk honorarium in rekening heeft gebracht. Ook is niet gebleken dat verweerder excessief heeft gedeclareerd. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:208 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210183

    Klacht over advocaat wederpartij. Verweerder heeft volgens klager zich schuldig gemaakt aan het gebruik maken van informatie afkomstig uit mediation en van e-mailverkeer tussen de deelnemers van de mediation. Verweerder heeft beroep ingesteld en zegt dat hij de op hem rustende geheimhoudingsverplichting niet heeft geschonden, omdat hij de stukken uit de dagvaarding heeft verwijderd en aldus niet heeft ingebracht in de procedure. Het hof ziet op basis van het onderzoek in hoger beroep geen aanleiding om tot een andere beoordeling van de klacht te komen dan de raad. In hetgeen is aangevoerd, ziet het hof niet meer dan een herhaling van de door verweerder eerder ingenomen standpunten, die door de raad reeds zijn besproken. Bekrachtiging oordeel raad.