Zoekresultaten 161-170 van de 2136 resultaten
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:285 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-440/AL/OV
- Datum publicatie: 26-11-2024
- Datum uitspraak: 25-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:285
Raadbeslissing. De gebeurtenissen waarop de klacht ziet en ten aanzien waarvan klager verweerder een verwijt maakt hebben plaatsgevonden vóór 2016. Door zijn klacht pas in 2024 in te dienen heeft klager de driejaarstermijn ruimschoots overschreden. Weliswaar stelt klager dat er gronden zijn om de verjaringstermijn te doorbreken, maar dergelijke gronden ziet de raad niet. De klacht wordt niet-ontvankelijk verklaard
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:286 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-558/AL/MN/D
- Datum publicatie: 26-11-2024
- Datum uitspraak: 25-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:286
Raadbeslissing, dekenbezwaar. Voor de raad weegt zwaar dat verweerder niet helder is in de communicatie richting zijn cliënten over de door hem in rekening te brengen werkzaamheden. Hij verricht veel meer werkzaamheden dan van een advocaat mag worden verwacht en al deze werkzaamheden declareert hij ook, waardoor rekeningen soms hoog oplopen. Verweerder heeft daarbij verschillende ‘petten op’; die van advocaat, doorverwijzer en ‘coachende’ hulpverlener. Daarnaast is hij ook (indirect) verhuurder, waarbij in voorkomende gevallen de kans bestaat dat er een tegenstrijdig belang ontstaat als hij in die hoedanigheid handelt met (voormalig) cliënten. Verweerder lijkt echter niet in te zien dat hij zijn werkwijze dient te herzien. Uit de reeks van klachten, waarvan ook al een deel gegrond is verklaard, volgt een patroon. Dat patroon lijkt verweerder zelf niet te kunnen breken, nu veel van de klachten op hetzelfde zien: onduidelijke informatie, hoge declaraties voor juridisch ogenschijnlijk niet heel ingewikkelde zaken en werkzaamheden die vallen buiten hetgeen tot het normale takenpakket van een advocaat hoort. De klachten en het dekenbezwaar raken de kernwaarden van de advocatuur, die door verweerder door zijn handelswijze zijn geschonden. Gelet op de hoeveelheid klachten, het patroon daarin en de eerder opgelegde maatregelen is de raad van oordeel dat in deze de maatregel van voorwaardelijke schorsing voor de periode van acht weken passend en gebonden is, met een proeftijd van twee jaar.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:287 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-561/AL/MN
- Datum publicatie: 26-11-2024
- Datum uitspraak: 25-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:287
Klacht over advocaat van de wederpartij in een familierechtelijk geschil. Verweerster heeft de grenzen van het betamelijke niet overschreden. Vanwege haar partijdige positie als advocaat van de ex echtgenote van klaagster stond het verweerster vrij om het onderzoeksrapport ‘Onmacht’ in het hoger beroep over te leggen om het namens haar cliënte ingenomen standpunt over ouderverstoting te onderbouwen en om toe te lichten welke overeenkomsten haar cliënte ziet tussen de in het onderzoeksrapport vermelde situatie en de familierechtelijke kwestie over de kinderen van partijen. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:200 Raad van Discipline Amsterdam 24-576/A/A
- Datum publicatie: 25-11-2024
- Datum uitspraak: 18-11-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:200
Raadsbeslissing; klacht over de advocaat wederpartij; de klacht is gedeeltelijk niet-ontvankelijk vanwege overschrijding van de vervaltermijn en in verband met het ne bis in idem beginsel. Voor het overige is de klacht ongegrond. De bewoordingen ‘ontsproten aan de fantasie van klaagster’ en ‘complotdenker’ kwalificeren, tegen de achtergrond van de onderliggende zaak en de wijze waarop klaagster op haar beurt beschuldigingen aan het adres van de cliënte van verweerder heeft geuit, niet als onnodig grievend. Verder mocht verweerder de belangen van zijn cliënte behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënte hem had verstrekt. Van schending van gedragsregels 7 en 8 is geen sprake.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:283 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-437/AL/MN
- Datum publicatie: 25-11-2024
- Datum uitspraak: 25-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:283
Raadbeslissing. Vast staat dat in de onderhavige zaak (echtscheiding op gezamenlijk verzoek) aan klager en diens echtgenote geen schriftelijke opdrachtbevestiging is verstrekt, terwijl klager daartoe wel gehouden was. Bij die stand van zaken gaat de raad ervan uit dat verweerder niet dan wel onvoldoende aan klager heeft duidelijk gemaakt dat hij bij eventuele geschillen tussen klager en zijn ex-echtgenote, die zich ook hebben gemanifesteerd, niet meer voor hen kon optreden. Verder stelt de raad vast dat verweerder inderdaad moeilijk bereikbaar was en niet reageerde op de berichten van de zijde van klager. Ook dit klachtonderdeel is gegrond. Maatregel: berisping.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:201 Raad van Discipline Amsterdam 24-527/A/A
- Datum publicatie: 25-11-2024
- Datum uitspraak: 18-11-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:201
Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. De onderliggende zaak speelt zich af in de particuliere sfeer (verkoop van een vouwwagen) met een beperkt financieel belang. Verweersters handelen was onvoldoende gericht op het bereiken van een oplossing. De toon van verweersters correspondentie bood geen opening voor het beproeven van een minnelijke regeling en ook het meesturen van een 18 pagina’s tellende concept-dagvaarding is in een geschil van beperkt formaat disproportioneel en ondoelmatig. Nu echter de correspondentie van klagers advocaat eveneens fel van toon was en evenmin uitnodigde tot overleg tussen partijen, is verweersters handelen nog net binnen de grenzen van het betamelijke gebleven.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:199 Raad van Discipline Amsterdam 24-603/A/A
- Datum publicatie: 25-11-2024
- Datum uitspraak: 18-11-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:199
Raadsbeslissing; gedeeltelijk gegronde klacht over de kwaliteit van dienstverlening. Verweerder heeft in omvangrijke fiscaal-strafrechtelijke procedures met grote belangen niet met de zorgvuldigheid gehandeld die van een redelijk bekwame en redelijk handelend advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht. Het feit dat verweerder met klagers een vriendschappelijke band onderhield maakt niet dat zijn werkzaamheden aan minder hoge eisen hoeven te voldoen. Verweerder heeft voor ogenschijnlijk beperkte inspanningen, waarbij de inhoudelijke werkzaamheden vooral door een collega-advocaat lijken te zijn verricht, forse declaraties aan klagers gestuurd. Ook heeft verweerder onvoldoende laten zien over de (strafrechtelijke) vakkundige kennis te beschikken die noodzakelijk was voor een goede behandeling van de zaken. Verder is niet gebleken dat verweerder klagers op enig moment heeft geadviseerd over hun positie in de betreffende procedures of over hun procedurele kansen en risico’s. Tot slot heeft verweerder niet transparant gedeclareerd. Een voorwaardelijke schorsing van vier weken met kostenveroordeling is passend in deze omstandigheden.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:275 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-276/AL/GLD
- Datum publicatie: 21-11-2024
- Datum uitspraak: 18-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:275
Klacht over de eigen advocaat. De raad verklaart een klacht over de hoogte van de declaratie en de kwaliteit van de dienstverlening ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:206 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-204/DH/RO
- Datum publicatie: 21-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:206
Klacht over het niet overmaken van derdengelden ondanks eerdere tuchtrechtelijke beslissingen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:281 Hof van Discipline 's Gravenhage 210375
- Datum publicatie: 21-11-2024
- Datum uitspraak: 15-11-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:281
Klacht over advocaat wederpartij. Klager en zijn ex-partner zijn verwikkeld in procedures rondom de zorg voor en omgang met hun minderjarige kinderen. Verweerster treedt op als advocaat van de ex-partner. Klager heeft verweerster in de kern het verwijt gemaakt dat zij zijn belangen schaadt door de wijze waarop zij de ex-partner bijstaat. Deze verwijten zijn door de raad grotendeels ongegrond verklaard. In hoger beroep is slechts nog het verwijt aan de orde dat verweerster zich grievend heeft uitgelaten over klager door hem in processtukken te beschuldigen van grensoverschrijdend gedrag, misbruik en psychopathie. De raad heeft dit verwijt gegrond verklaard. Het hof verklaart de klacht alsnog ongegrond.