Zoekresultaten 161-170 van de 2309 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:42 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-468/DH/RO
- Datum publicatie: 26-03-2025
- Datum uitspraak: 10-03-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:42
Verweerder heeft wel een voorschot aanvaard en bijstand beloofd, maar hij heeft vervolgens niets gedaan. Verweerder heeft klaagster ook niet geïnformeerd toen hij zijn praktijk moest staken, eerst als gevolg van de schorsing op grond van artikel 60b Advocatenwet en vervolgens door zijn uitschrijving van het tableau. Verweerder is bij het terugbetalen van zijn cliënten – de raad weet ambtshalve dat er meer cliënten zijn die met verweerder min of meer hetzelfde hebben meegemaakt als klaagster – schijnbaar willekeurig te werk gegaan. Verweerder schrijft op 25 april 2024 immers aan de deken dat hij het voorschot aan klaagster zal terugbetalen om op 13 mei 2024 aan de deken te melden dat hij daarvoor geen geld heeft aangezien hij andere cliënten heeft terugbetaald. Verweerder heeft met zijn handelen niet alleen het vertrouwen van klaagster in hem, maar ook het vertrouwen in de beroepsgroep ernstige schade toegebracht. Schorsing voor de duur van tien weken, waarvan twee voorwaardelijk. Bijzondere voorwaarde: terugbetalen van het door klaagster betaalde voorschot.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:45 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-625/DB/LI
- Datum publicatie: 24-03-2025
- Datum uitspraak: 24-03-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:45
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Klacht deels niet-ontvankelijk op grond van artikel 46g Advocatenwet. De raad passeert het verweer dat verweerder enkel op vriendschappelijke basis hulp wilde bieden aan klaagster en haar niet als advocaat wilde bijstaan. De raad acht op grond van de communicatie aannemelijk dat bij klaagster de indruk is ontstaan dat verweerder haar als advocaat in de huurkwestie bijstond en namens haar actie zou ondernemen. De raad is van oordeel dat verweerder over deze voor klaagster belangrijke kwestie onvoldoende met haar heeft gecommuniceerd en dat hij niet heeft gehandeld met de zorgvuldigheid en voortvarendheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht. In zoverre is de klacht gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:46 Hof van Discipline 's Gravenhage 240180
- Datum publicatie: 21-03-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:46
Klaagster verwijt de advocaat van de wederpartij misleiding door aan klaagster opzettelijk onjuiste mededelingen te doen over een cessie van vorderingen, die (nog) niet definitief was. Anders dan de raad is het hof van oordeel dat verweerder - met de stelling in zijn brief dat de curator alle vorderingen had overgedragen - aan klaagster feitelijke informatie heeft verstrekt, waarvan hij wist dat die niet juist was. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:48 Hof van Discipline 's Gravenhage 240175
- Datum publicatie: 21-03-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:48
Bekrachtiging beslissing raad. Klager verwijt verweerder dat hij niet tegen klager mocht optreden, omdat verweerder ook direct of indirect voor hem heeft opgetreden. Ook verwijt hij verweerder gebrek aan onafhankelijkheid, (financiële) belangenverstrengeling en het niet spreken van de waarheid. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:44 Hof van Discipline 's Gravenhage 240179
- Datum publicatie: 21-03-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:44
Klacht tegen eigen advocaat. Het hof is het – voor zover het bij het hof voorligt – eens met de beslissing van de raad dat de bijstand van verweerder niet ondermaats is geweest, al had verweerder naar het oordeel van het hof wel beter met klager kunnen communiceren over zijn plan van aanpak en risicoanalyse dan hij heeft gedaan. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:41 Hof van Discipline 's Gravenhage 240208
- Datum publicatie: 19-03-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:41
Klager klaagt over de dienstverlening door zijn advocaat. De raad van discipline heeft geoordeeld dat verweerder klagers zaken niet voortvarend genoeg heeft behandeld, als gevolg waarvan hij een waarschuwing opgelegd heeft gekregen. De overige klachtonderdelen, die zien op de overdracht van klagers zaken en de bijstand bij een tuchtrechtelijke procedure, heeft de raad ongegrond verklaard. Klager komt in beroep tegen de ongegrondverklaring en tegen de zwaarte van de opgelegde maatregel. Het Hof van Discipline bekrachtigt het oordeel van de raad en verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep tegen de opgelegde maatregel.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:36 Hof van Discipline 's Gravenhage 240213
- Datum publicatie: 19-03-2025
- Datum uitspraak: 14-03-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:36
Bekrachtiging beslissing raad. Het stond verweerster vrij haar wederpartij (een accountant) in een sommatiebrief bij niet nakoming een mogelijke tuchtklacht aan te kondigen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:43 Hof van Discipline 's Gravenhage 240182
- Datum publicatie: 19-03-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:43
Klager verwijt de advocaat van de wederpartij in een bestuursrechtelijke procedure in strijd te hebben gehandeld met gedragsregels 20 en 21 doordat hij niet tegelijkertijd met het indienen van het verweerschrift bij de rechtbank een afschrift daarvan aan klager heeft verzonden. De raad van discipline heeft de klacht ongegrond verklaard en overwogen dat gedragsregel 21 niet van toepassing is, omdat klager niet werd bijgestaan door een advocaat. Ook is geen sprake van schending van gedragsregel 20 of het fair play beginsel. Verweerder heeft zijn verweerschrift binnen twee weken na aanvang van de procedure ingediend en had er bij het indienen van zijn verweerschrift geen rekening mee hoeven te houden dat de griffie van de rechtbank het verweerschrift pas anderhalve maand later zou doorsturen. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad en overweegt hiertoe dat in het bestuursrecht op grond van artikel 8:39 van de Algemene wet bestuursrecht de bestuursrechter de regie over de wisseling van de stukken tussen partijen heeft en niet de advocaat.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:73 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-861/AL/MN/D
- Datum publicatie: 18-03-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:73
Dekenbezwaar. Beslissing na een eerdere schorsing ex. artikel 60ab Aw. De raad heeft vastgesteld dat verweerder inhoudelijk ondermaats gepresteerd en de onderzoeks- en toezichthoudende taken van de deken heeft gefrustreerd. Zelfs na de door de raad opgelegde schorsing ex artikel 60ab Advocatenwet heeft verweerder geweigerd om met de deken mee te werken en zijn dossiers die hij nog onder zich had, aan de deken over te dragen. Met dit handelen en nalaten heeft verweerder op ernstige wijze gehandeld in strijd met de in artikel 10a Advocatenwet vastgelegde kernwaarden deskundigheid en integriteit en met de in artikel 46 Advocatenwet omschreven normen. De aard en de ernst van deze feiten rechtvaardigen zonder meer een zeer zware maatregel. Bij het bepalen van de maatregel is van belang dat (tijdens het onderzoek van de deken en op de zitting van de raad) volstrekt niet is gebleken dat verweerder beseft dat hij onbetamelijk heeft gehandeld. Het gedrag van verweerder na zijn schorsing door de raad en het feit dat de gemachtigde van verweerder op de zitting van de raad heeft aangevoerd dat verweerder de dossiers wel aan de deken wil geven maar alleen op zijn eigen voorwaarden, zijn tekenend voor het gebrek aan inzicht in het verwijtbare van zijn handelen. De raad is, rekening houdend met alle feiten en omstandigheden, van oordeel dat het niet verantwoord is dat verweerder de praktijk als advocaat nog langer uitoefent. Hoewel verweerder zich inmiddels zelf heeft laten uitschrijven van het tableau en dus niet meer werkzaam is als advocaat, is de raad van oordeel dat de maatregel van schrapping van het tableau de enige passende maatregel voor verweerder is.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:46 Raad van Discipline Amsterdam 24-754/A/A
- Datum publicatie: 18-03-2025
- Datum uitspraak: 10-03-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:46
Raadbeslissing; klacht over advocaat wederpartij in familierechtzaak gegrond. Verweerder heeft in zijn verweerschrift met grote stelligheid incidenten beschreven over klager in zijn rol als partner en vader, waarbij beschuldigingen van ernstige zaken zoals psychische en fysieke mishandeling, manipulatie en veelvuldig gokken als feit zijn gepresenteerd zonder dat verweerder duidelijk kenbaar heeft gemaakt dat het om de opvattingen van zijn cliënte gaat en zonder nader onderzoek te hebben gedaan naar de beschuldigingen van de ex-partner. Het past bij de terughoudendheid die van een advocaat in familierechtelijke kwesties mag worden verwacht dat, indien er in de processtukken of op de zitting beschuldigingen worden geuit van ernstige (strafbare) feiten en deze als feit worden gepresenteerd, er voldoende onderzoek moet zijn gedaan naar de juistheid van die beschuldigingen (vgl. Het Hof van Discipline, 19 augustus 2024, ECLI:NL:TAHVD:2024:226). Door dit niet te hebben gedaan, heeft verweerder in strijd met gedragsregels 7 en 8 en daarmee onbetamelijk gehandeld. Daarnaast heeft verweerder zich onwelwillend getoond door niet te reageren op het verzoek om informatie over de ziekte van zijn cliënte, terwijl deze informatie zeer relevant was omdat het de reden was voor het niet naleven van de door de rechter vastgestelde zorgregeling. Verweerder heeft ter zitting geen zelfinzicht getoond en onvoldoende laten zien zich bewust te zijn van zijn polariseerde rol in deze familierechtzaak. Omdat in die houding de kans op herhaling verscholen ligt en dit zoveel mogelijk voorkomen moet worden, kan niet worden volstaan met minder dan oplegging van een berisping met kostenveroordeling.