Zoekresultaten 371-380 van de 846 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2016:75 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1643

    Verpleegkundige heeft na stopzetten van medicatie voor diabetes, geen vervolgactie ondernomen voor de bloedsuikerregulatie van patiënte waardoor haar gezondheidssituatie verslechterde en heeft geen inzicht in eigen handelen getoond. Verweerder had voor een alternatief voor de diabetesregulatie en voor controle van de bloedsuikerspiegel moeten zorgen. Voorschrift protocol om nieuwe medicatie eerst na het weekend te starten, had niet leidend mogen zijn; verweerder had zich ervan moeten vergewissen of dat in dit geval wel verantwoord was. Geen tuchtrechtelijk verwijt dat het gesprek met klager niet goed verliep omdat verweerder als gevolg van zijn emoties omtrent het gebeurde dichtklapte. Verweerder mag enige tijd worden gegund om te reflecteren op eigen handelen en overleg te voeren met collega’s en/of werkgever. Inzicht in eigen handelen getoond. Gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2016:52 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2015/192VP

    De klacht houdt, kort samengevat, in dat zowel de psychiater als de verpleegkundige in ernstige mate zijn tekortgeschoten ten aanzien van de behandeling van klager. De psychiater was in de periode (zes jaar) dat klager ingeschreven stond bij de GGZ de hoofdbehandelaar. De klacht heeft voorts betrekking op de wijze waarop de beëindiging van de behandeling heeft plaatsgevonden. Beide zaken worden gezamenlijk ter terechtzitting behandeld. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:286 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.064

    Klacht tegen verpleegkundige. Klager heeft in beroep zijn klacht ingediende tegen meerdere artsen, psychiaters, psychotherapeuten en verpleegkundigen verbonden aan een instelling voor geestelijke gezondheidszorg waar klager in een beschermde woonvorm verblijft. De klacht van klager betreft ongevraagd nachtelijke bezoek als hij ligt te slapen, zijn medicatie en de (opnieuw) verleende voorwaardelijke machtiging op grond van de wet BOPZ. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet ontvankelijk verklaard omdat het klaagschrift van klager niet aan de eisen voldeed. Anders dan het Regionaal Tuchtcollege heeft het Centraal Tuchtcollege geoordeeld dat klager wel in de klacht ontvankelijk is. Het Centraal Tuchtcollege heeft vervolgens de klacht overeenkomstig artikel 73 lid 5 Wet BIG zelf afgedaan en de klacht als ongegrond afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:287 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.065

    Klacht tegen verpleegkundige. Klager heeft in beroep zijn klacht ingediende tegen meerdere artsen, psychiaters, psychotherapeuten en verpleegkundigen verbonden aan een instelling voor geestelijke gezondheidszorg waar klager in een beschermde woonvorm verblijft. De klacht van klager betreft ongevraagd nachtelijke bezoek als hij ligt te slapen, zijn medicatie en de (opnieuw) verleende voorwaardelijke machtiging op grond van de wet BOPZ. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet ontvankelijk verklaard omdat het klaagschrift van klager niet aan de eisen voldeed. Anders dan het Regionaal Tuchtcollege heeft het Centraal Tuchtcollege geoordeeld dat klager wel in de klacht ontvankelijk is. Het Centraal Tuchtcollege heeft vervolgens de klacht overeenkomstig artikel 73 lid 5 Wet BIG zelf afgedaan en de klacht als ongegrond afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:288 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.066

    Klacht tegen verpleegkundige. Klager heeft in beroep zijn klacht ingediende tegen meerdere artsen, psychiaters, psychotherapeuten en verpleegkundigen verbonden aan een instelling voor geestelijke gezondheidszorg waar klager in een beschermde woonvorm verblijft. De klacht van klager betreft ongevraagd nachtelijke bezoek als hij ligt te slapen, zijn medicatie en de (opnieuw) verleende voorwaardelijke machtiging op grond van de wet BOPZ. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet ontvankelijk verklaard omdat het klaagschrift van klager niet aan de eisen voldeed. Anders dan het Regionaal Tuchtcollege heeft het Centraal Tuchtcollege geoordeeld dat klager wel in de klacht ontvankelijk is. Het Centraal Tuchtcollege heeft vervolgens de klacht overeenkomstig artikel 73 lid 5 Wet BIG zelf afgedaan en de klacht als ongegrond afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:97 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 204/2015

    Klacht tegen verpleegkundige. Verpleegkundige, die teamleider was van de afdeling alwaar klager verbleef, was onder meer verantwoordelijk voor het rookbeleid van de afdeling. Tweede tuchtnorm. Verweerder heeft zich niet begeven op het terrein waarop hij ook de deskundigheid bezit behorende bij zijn inschrijving als verpleegkundige in het BIG-register. Klager niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:74 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 201/2015

    Raadkamerbeslissing. Klacht tegen verpleegkundige als manager. Wel ontvankelijk. Voldoende weerslag op individuele gezondheidszorg en begeven op deskundigheidsgebied. Klacht kennelijk ongegrond. Weigering tekenen machtiging voor opvragen dossier door klaagster. Feiten staat niet vast. Geen deugdelijk oordeel door college mogelijk.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2016:83 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2014-256a

    Ongegronde klacht tegen een verpleegkundige over separatie. De verpleegkundige heeft aantal malen geprobeerd klaagster uit herbeleving te halen wat niet is gelukt. Noodsituatie waarin volgens protocol mocht worden overgegaan tot separatie. Op goede gronden besloten daartoe over te gaan. Vanwege hevig verzet is klaagster door twee mannelijke verpleegkundigen gesepareerd. Separatie door meerdere personen is gebruikelijk en overeenkomstig de werkinstructie middelen en maatregelen. Voorts conform de werkwijze gehandeld door scheurkleding aan klaagster te verstrekken. In het protocol is bepaald dat de psychiater beslist over beëindiging van separatie, zodat de verpleegkundige de separatie niet zelf mocht beëindigen. De verpleegkundige heeft regelmatig gecontroleerd hoe het met klaagster ging. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2016:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-196d

    Ongegronde klacht tegen een verpleegkundige over bejegening en de inhoudelijke verpleegkundige zorg/begeleiding tijdens de bevalling. Vertraging in aansluiten epiduraal infuus valt de verpleegkundige niet toe te rekenen. De verpleegkundige heeft de medicatiepomp aangesloten maar daarbij de instructies van de verloskundige uitgevoerd. Ook ophoging pijnstilling was op instructie van de verloskundige. Geïrriteerde reactie van de verpleegkundige in casu te begrijpen. Suprapubische impressie tijdens de baring omdat de schouders van de baby niet vlot geboren werden ontmoet geen bedenkingen. Vanwege bloedverlies na de bevalling stand van de baarmoeder gecontroleerd en gevoeld of deze goed gecontraheerd is. Daarvoor moet er op de buik geduwd worden. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:245 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.259

    Klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster is geen rechtstreeks belanghebbende in de zin van artikel 65 lid 1 onder a Wet BIG.