Zoekresultaten 111-120 van de 846 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:149 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 035/2019

    Klacht tegen verpleegkundige. Beklaagde wordt verweten dat zij de privacy / AVG van klaagster heeft geschonden; onprofessioneel en in strijd met de beroepseed heeft gehandeld; de zorg niet heeft beëindigd conform de zorgovereenkomst; ziekte en persoon niet heeft kunnen scheiden en daardoor klaagster als persoon de gevolgen en invloed van de ziekte kwalijk nemen; toe heeft gelaten dat collega's de zorg hebben beëindigd niet conform de zorgovereenkomst; niet nakomen van het credo: wij mogen geen zorg weigeren; het cliënt belang niet voorop heeft gesteld door hoewel op vakantie toch mee te beslissen zonder daarover met klaagster te communiceren; de belofte klaagster niet zonder adequate zorg achter te laten niet is nagekomen; het cliënt belang niet voorop heeft gesteld door vooraf te stellen dat een collega altijd gelijk heeft. Beklaagde heeft zorgvuldig gehandeld. Klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:150 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 036/2019

    Klacht tegen verpleegkundige. Beklaagde wordt verweten dat zij de privacy / AVG van klaagster heeft geschonden; onprofessioneel en in strijd met de beroepseed heeft gehandeld; de zorg niet heeft beëindigd conform de zorgovereenkomst; ziekte en persoon niet heeft kunnen scheiden en daardoor klaagster als persoon de gevolgen en invloed van de ziekte kwalijk nemen; toe heeft gelaten dat collega's de zorg hebben beëindigd niet conform de zorgovereenkomst; niet nakomen van het credo: wij mogen geen zorg weigeren. Beklaagde heeft zorgvuldig gehandeld. Klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:157 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 003/2019

    Klacht tegen verpleegkundige over een onderzoek naar een valincident en rapportage daarvan conform de Richtlijn calamiteitenrapportage: ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:84 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 19109

    De verpleegkundige is gedurende een paar maanden een persoonlijke grensoverschrijdend relatie aangegaan met een aan zijn zorg toevertrouwde patiënte. Verweerder wist hij dat het een kwetsbare patiënte betrof. Ondanks het feit dat verweerder wist dat wat hij deed niet kon en mocht, bood hij daar geen weerstand tegen en heeft hij de contacten met patiënte voortgezet. Hij heeft latere contacten niet gemeld en is er niet uit zichzelf mee gestopt. Schorsing van de aan de inschrijving in het register verbonden bevoegdheden voor de duur van één jaar.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:85 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 19135

    De verpleegkundige heeft seksueel grensoverschrijdend gehandeld door eerst privécontacten met een cliënte te onderhouden en vervolgens een seksuele relatie met haar aan te gaan tijdens de behandelrelatie. Het had voor de verpleegkundige duidelijk moeten zijn dat als hij zorg verleende, ook als invaller en ook in de extramurale zorg, er daarmee sprake was van een behandelrelatie. Ook was verweerder onvoldoende transparant: hij heeft het vriendschappelijke aspect gemeld bij zijn leidinggevende, maar het affectieve deel bleek pas later. Vervolgens heeft verweerder het op zijn beloop gelaten. Toen hij toch werd ingedeeld bij cliënte heeft verweerder geen actie ondernomen naar zijn werkgever. Verweerder was ook niet op de hoogte van de inhoud van de beroepscode. Het bij een andere cliënte twee maal een kus op de wang geven en een plank willen verlagen zijn geen gedragingen die als grensoverschrijdend kunnen worden bestempeld. De beide kussen waren naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid, namelijk de verjaardag van cliënte en oud en nieuw. Schorsing van de aan de inschrijving in het register verbonden bevoegdheden voor de duur van één jaar.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:144 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 138/2019

    Beklaagde, werkzaam als verpleegkundige in de geestelijke gezondheidszorg, heeft met zijn privételefoon WhatsApp-berichten gestuurd aan een opgenomen patiënte, ook nadat hij was gesommeerd hiermee te stoppen. Doorhaling”.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:287 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.017

    Klacht tegen verpleegkundig specialist. Klaagster is bekend met osteogenesis imperfecta en wordt daarvoor behandeld in een expertisecentrum. De verpleegkundig specialist is aan dat expertisecentrum verbonden en heeft daar een coördinerende rol. Klaagster verwijt verweerder (1) het niet tijdig verlenen van hulp en adequaat handelen en (2) het nalaten dan wel onvoldoende verslaglegging van bevindingen in het medisch dossier. Ter zitting is gebleken dat dit laatste verwijt eveneens ziet op het feit dat bij een bepaald consult niet aan klaagster is verteld dat er inzakkingsfracturen waren van de thoracale wervels. Het Regionaal Tuchtcollege acht het eerste klachtonderdeel ongegrond, acht het tweede klachtonderdeel gegrond en legt aan de verpleegkundig specialist een waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat het Regionaal Tuchtcollege het tweede klachtonderdeel terecht gegrond heeft geacht, zij het op andere gronden. Het beroep van de verpleegkundig specialist wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:283 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.038

    Klacht tegen een sociaal psychiatrisch verpleegkundige (spv-er), verpleegkundige en een psychiater. De beklaagde sociaal psychiatrisch verpleegkundige is werkzaam in een FACT-team van een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Klaagster was in beeld bij het sociaal team dat een beroep heeft gedaan op de instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Eerst heeft de spv-er samen met de verpleegkundige klaagster benaderd om te kunnen beoordelen of bemoeizorg zou moeten worden verleend. Later heeft de spv-er klaagster nogmaals samen met de psychiater trachten te bezoeken. De klacht van klaagster houdt in dat de spv-er zonder enige behandelingsovereenkomst klaagster heeft lastiggevallen en de privacy en persoonlijke levenssfeer van klaagster heeft geschonden. Ook zijn er gegevens van klaagster opgenomen in een dossier van de instelling, terwijl klaagster daar geen toestemming voor heeft gegeven. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:284 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.039

    Klacht tegen een sociaal psychiatrisch verpleegkundige (spv-er), verpleegkundige en een psychiater. De verpleegkundige is werkzaam in een FACT-team van een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Klaagster was in beeld bij het sociaal team dat een beroep heeft gedaan op de instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Eerst heeft de spv-er samen met de verpleegkundige klaagster benaderd om te kunnen beoordelen of bemoeizorg zou moeten worden verleend. Later heeft de spv-er klaagster nogmaals samen met de psychiater trachten te bezoeken. De klacht van klaagster houdt in dat de verpleegkundige zonder enige behandelingsovereenkomst klaagster heeft lastiggevallen en de privacy en persoonlijke levenssfeer van klaagster heeft geschonden. Ook zijn er gegevens van klaagster opgenomen in een dossier van de instelling, terwijl klaagster daar geen toestemming voor heeft gegeven. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:281 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.056

    Klacht tegen verpleegkundige. Klagers verwijten de aangeklaagde verpleegkundige onder meer dat zij in strijd met de Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden een intensieve persoonlijke relatie met hun oom is aangegeven, inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de oom en zijn naasten, en giften en geschenken heeft aangenomen. Daarnaast heeft zij volgens klagers gehandeld in strijd met art. 4:59 lid 1 BW door de erfenis van de oom te aanvaarden. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en schorst de inschrijving in het register voor de duur van drie maanden. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt deze beslissing en verklaart klagers alsnog in hun klacht niet-ontvankelijk.