Zoekresultaten 42151-42160 van de 43299 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0024 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 195/2008

    Klaagster verwijt haar huisarts het stellen van een verkeerde diagnose, nalatigheid door onvoldoende controle en een verkeerde behandeling nadat bij haar besmetting door een tekenbeet was vastgesteld. Volgens klaagster had zij behandeld moeten worden conform de ILADS-richtlijnen en had middels een test in Duitsland - die volgens klaagster betrouwbaarder is dan de tests die in Nederland worden uitgevoerd - dienen te worden vastgesteld of de besmetting was verholpen. Het College heeft geconstateerd dat verweerster klaagster heeft behandeld conform de NHG-standaard voor wat betreft de behandeling van besmette tekenbeten en het Nijmeegs formularium, en is van oordeel dat zij daarmee is gebleven binnen de richtlijnen voor behandeling van besmette tekenbeten zoals die in Nederland gelden. De huisarts kan geen onzorgvuldig handelen worden verweten door geen toepassing aan de ILADS-richtlijnen te geven nu deze richtlijnen in Nederland niet tot standaard zijn verheven. Verweerster kan evenmin onzorgvuldig handelen verweten worden omdat zij geweigerd heeft medewerking te verlenen aan de door klaagster gewenste bloedtest in Duitsland. In beginsel mag er van uitgegaan worden dat behandeling conform de Nederlandse standaard afdoende is om besmetting te verhelpen zodat het niet onzorgvuldig kan worden gekwalificeerd als nacontrole achterwege blijft. Dat kan anders zijn indien het klachtenpatroon dat zich nadien blijft voordoen er op zou wijzen dat de gegeven behandeling mogelijk niet afdoende is geweest. Daarvan was volgens het College in het onderhavige geval, gelet op het klachtenpatroon, geen sprake nu deze klachten onvoldoende specifiek waren voor Lyme. Voorts heeft het College overwogen dat als een patient aanhoudend blijk geeft van ongerustheid vanwege een bepaald klachtenpatroon en deze het voorkomen van dat klachtenpatroon toeschrijft aan een bepaalde oorzaak, het onder omstandigheden wenselijk kan zijn dat de arts aan de wens van de patient om nacontrole middels een bloedtest tegemoet komt, teneinde duidelijkheid over de oorzaak te scheppen en onrust te verminderen. In het onderhavige geval is het, mede gelet op het klachtenpatroon en de opstelling van klaagster die uitsluitend in Duitsland getest wilde worden, niet onzorgvuldig geoordeeld dat aan de wens niet tegemoet is gekomen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0025 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 235/2008

    Klacht tegen huisarts. Myopathie ten gevolge van statinegebruik. Klacht betreffende de medicatie en het niet bepalen van CK-waarde ongegrond. Klacht betreffende automatisch autoriseren van recept gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0026 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 012/2009

    Klager was in verband met een combinatie van verslavings- en psychiatrische problematiek opgenomen in de instelling Brinkgreven te Deventer. Klager verwijt verweerster dat zij klager als zijn persoonlijk begeleidster emotioneel en sexueel heeft verleid tijdens de behandeling (inclusief intimidatie). Uitspraak: Berisping Er was sprake van een intieme relatie vóór het ontslag van klager uit Brinkgreven. Of het initiatief tot de relatie van klager of van verweerster is uitgegaan is niet relevant. Berisping omdat verweerster geacht kon worden op de hoogte te zijn van de desbetreffende gedragsregels en beroepscodes, terwijl het ging om begeleiding van een psychiatrische patiënt, waarbij uitgegaan moet worden van meer kwetsbaarheid van de patiënt dan van een patiënt met een fysieke aandoening.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2009:YA0223 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 76 - 2009

    Advocaat dient zijn cliënt te informeren over mogelijkheid van het instellen van een rechtsmiddel. Indien de advocaat het instellen van een rechtsmiddel niet succesvol acht dient hij zijn cliënt hierover schriftelijk te berichten. Klacht gedeeltelijk gegrond; enkele waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRSHE:2009:YA0224 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch B 101 - 2009

    Niet alleen de advocaat van de wederpartij, maar ook de wederpartij zelf kan een beroep doen op gedragsregel 13. Deze heeft immers betrekking op het optreden van een advocaat in rechte en niet uitsluitend op de betrekking tussen advocaten onderling. Klacht ontvankelijk, klacht gegrond; enkele waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0227 Raad van Discipline Amsterdam 08-297U

    Beslissing van de wrakingskamer. Wraking van de voorzitter en de leden van de betreffende raad op basis van een volgens verzoeker door de voorzitter gedane uitlating waar de leden vervolgens geen afstand van wilden nemen. Indien de voorzitter en/of leden van de raad zich niet verschonen, moet in beginsel van hun onpartijdigheid worden uitgegaan. Verzoeker heeft geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die een aanknopingspunt kunnen opleveren om deze onpartijdigheid in twijfel te trekken. Het verzoek tot wraking van de voorzitter en leden van de betreffende raad wordt afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2009:YA0225 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 67 - 2009

    Adjunct-secretaris handelt onder verantwoordelijkheid van de deken. Niet misdragen in hoedanigheid van adjunct-secretaris. verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0230 Raad van Discipline Amsterdam 09-241A

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder wordt verweten ernstig tekort te zijn geschoten in een behoorlijke beroepsuitoefening door publiekelijk een onjuiste voorstelling van zaken te geven. Klacht niet-ontvankelijk wegens te laat klagen. (e en f ongegrond).

  • ECLI:NL:TADRSHE:2009:YA0226 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 65 - 2009

    Gelet op de naar de gewenste verhouding van welwillendheid tussen advocaten had van verweerder verwacht mogen worden dat hij aanstonds en gemotiveerd zou hebben geantwoord op het verzoek van klager. Desondanks valt verweerder niet tuchtrechtelijk te verwijten dat hij in het belang van zijn cliënt gebruik heeft gemaakt van zijn recht om te weigeren toestemming te verleen voor het nader overleggen van stukken. Een advocaat dient alvorens hij opvergaat tot het nemen van executiemaatregelen (de advocaat van) de wederpartij van zijn voornemen op de hoogte te brengen. In beginsel dient hij een redelijke termijn voor beraad te geven. Weigering om executie op te schorten in geval van zekerheidsstelling niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Vervangende zekerheid staat niet gelijk met betaling. Een behoorlijk advocaat behoort afstand te nemen van de emoties van zijn cliënt. Gegrond; berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2009:YA0220 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 85 - 2009

    Tijdsverloop van 1 ½ jaar niet dusdanig lang dat een gespecificeerde factuur niet meer controleerbaar is. Na een periode van 12 jaar kunnne door een advocaat verrichte werkzaamheden niet meer ter discussie worden gesteld. gedeeltelijk ongegrond, gedeeltelijk niet-ontvankelijk