Zoekresultaten 39531-39540 van de 44805 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1933 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 221 - 2010

    Het staat een advocaat vrij datgene ter kennis van de rechter te brengen wat hij in het belang van zijn cliënt nodig acht. Het valt de advocaat niet te verwijten dat de door zijn cliënt aan hem overhandigde brief niet exact gelijk was als de aan klager toegezonden brief. Niet onbegrijpelijk dat het in het verweerschrift gestelde door klager als grievend is ervaren, maar niet als van onnodig grievend aan te merken. klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1947 Raad van Discipline Arnhem 10-123

    Advocaat heeft onjuist gehandeld door zonder duidelijke mededeling vooraf zijn uurtarief drastisch te verhogen, temeer daar geen argumenten zijn aangevoerd die deze forse verhoging kunnen rechtvaardigen. Advocaat heeft ten onrechte een dubbel betaalde nota, die verweerder met nog gedeclareerde uren wilde verrekenen, niet gerestitueerd en heeft zonder dat daarvan een noodzaak is gebleken, althans zonder vooroverleg, op een zitting de zaak door twee advocaten laten behandelen en dubbele kosten in rekening gebracht. Klachten zijn gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1942 Raad van Discipline Amsterdam 10-446U

    Klager wilde dat zijn advocaat een kort geding zou beginnen tegen zijn ex-echtgenote omdat er nog zaken uit de boedel moesten worden afgegeven. Verweerster schrijft namens klager een sommatiebrief waarin zij het kort geding aankondigt. Na de schriftelijke reactie van de advocaat van de ex-echtgenote ziet verweerster geen aanleiding om een kort geding te starten. Zij bericht dit als zodanig aan klager en beëindigt haar werkzaamheden voor klager. Andere wijze van communiceren was wenselijk geweest, maar geen tuchtrechtelijk verwijt.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1960 Raad van Discipline Arnhem 11-40

    Beslissing na verzet tegen voorzittersbeslissing. De raad oordeelt de klacht met de voorzitter kennelijk ongegrond. De voorzittersbeslissing wordt door de raad aangevuld met een alinea over de betekenis van een kennelijk ongegrondverklaring.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1954 Raad van Discipline Arnhem 10-162

    Verzet niet ontvankelijk wegens verstrijken verzettermijn. Gegeven de dag van verzending van de beslissing van de voorzitter, 3 december 2010, had het verzetschrift binnen veertien dagen door de raad moeten zijn ontvangen. De raad heeft te onderzoeken of sprake is van een verschoonbare overschrijding van de verzettermijn. De raad is van oordeel dat dit niet het geval is. Door klager zijn geen onregelmatigheden bij de ontvangst van de bestreden beslissing naar voren gebracht zodat moet worden aangenomen dat klager de bestreden beslissing kort na verzending heeft ontvangen. Weliswaar vond deze ontvangst in de decembermaand plaats, maar de verzettermijn verstreek ruimschoots voor de kerst, zodat de decemberfeestdagen op zich geen reden konden vormen voor het niet tijdig aanvoeren van de gronden van het verzet.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1392 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2010/313

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1948 Raad van Discipline Arnhem 10-193

    Klager is ontvankelijk in zijn klacht omtrent de wijze van declareren ook als de Begrotingscommissie van de Raad van Toezicht de betreffende declaraties reeds heeft beoordeeld. Advocaat heeft bij declareren een te ruim minimum forfait gehanteerd. Op grond van het enkele feit dat van bepaalde in rekening gebrachte werkzaamheden niet uit het dossier blijkt kan niet worden geconcludeerd dat sprake is van fraudeleus declareren.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1943 Raad van Discipline Amsterdam 10-423Alk

    Verweerder is in de procedure opgetreden namens een vennootschap hoewel hem daartoe niet bevoegdelijk namens de vennootschap opdracht is verstrekt. Verweerder had in het handelsregister eenvoudig kunnen zien dat zijn opdrachtgever niet bevoegd was tot vertegenwoordiging van de vennootschap. Verzuim om dit te doen is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het betrof een verklaringsprocedure naar aanleiding van een loonbeslag op het salaris van de persoon die verweerder opdracht gaf om de vennootschap te vertegenwoordigen. In de procedure is de vennootschap veroordeeld tot betaling van een bedrag van EUR 37.000,-. Daarnaast heeft verweerder, nadat hij door de vennootschap aansprakelijk was gesteld voor de genoemde fout, acht maanden gewacht met het melden van de schade bij zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar. Dit is ook klachtwaardig. Ook het niet reageren op de aansprakelijkstelling en het talmen met het toezenden van het complete dossier aan de vennootschap zijn klachtwaardig. Ook heeft verweerder in de procedure stellingen ingenomen waarvan hij wist of behoorde te weten dat ze onjuist waren. Alle klachtonderdelen zijn gegrond. Volgt onvoorwaardelijke schorsing van een maand.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1955 Raad van Discipline Arnhem 10-161

    Verzet niet ontvankelijk wegens verstrijken verzettermijn. Gegeven de dag van verzending van de beslissing van de voorzitter, 3 december 2010, had het verzetschrift binnen veertien dagen door de raad moeten zijn ontvangen. De raad heeft te onderzoeken of sprake is van een verschoonbare overschrijding van de verzettermijn. De raad is van oordeel dat dit niet het geval is. Door klager zijn geen onregelmatigheden bij de ontvangst van de bestreden beslissing naar voren gebracht zodat moet worden aangenomen dat klager de bestreden beslissing kort na verzending heeft ontvangen. Weliswaar vond deze ontvangst in de decembermaand plaats, maar de verzettermijn verstreek ruimschoots voor de kerst, zodat de decemberfeestdagen op zich geen reden konden vormen voor het niet tijdig aanvoeren van de gronden van het verzet.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1949 Raad van Discipline Arnhem 10-190

    Klacht betreft rauwelijks dagvaarden van klaagster door verweerder en het ten onrechte een schikkingsvoorstel van klaagster afwijzen en enkel voor eigen gewin een procedure aanhangig maken. Klaagster vraagt in feite een oordeel van de raad over de deugdelijkheid van een door verweerder aan klaagster verzonden ingebrekestelling. Het is aan de civiele rechter om daarover een oordeel uit te spreken en de kantonrechter heeft de ingebrekestelling in zijn vonnis van 13 maart 2009 als voldoende beoordeeld. De raad past hierover geen oordeel. Klaagster heeft in elk geval in het begin, bij aanvang van de zaak, traag geopereerd en heeft het op het laatste moment laten aankomen. Mede tegen de achtergrond dat de zaak al lang liep kan klaagster verweerder er geen verwijt van maken, dat hij de consequenties die zij zelf had laten ontstaan bij klaagster heeft gelaten. Het was verweerder derhalve toegestaan te handelen zoals hij heeft gedaan.