Zoekresultaten 31581-31590 van de 44930 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2014:32 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 095/2013

    klacht tegen neurochirurg. Klager verwijt verweerder dat hij hem aan zijn lot heeft overgelaten toen de operatie in zijn kliniek niet mogelijk bleek. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2014:33 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 298/2012

    Klaagster was onder behandeling bij de oogarts vanwege seniele maculadegeneratie. De klacht betreft onvoldoende onderzoek ( fluorescentie angiografie, FAG) en informatie. Klacht gedeeltelijk gegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2014:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 145/2013

    Klacht van IGZ tegen verpleegkundige vanwege grensoverschrijdend gedrag. Klacht gegrond. In het kader van de op te leggen maatregel dient meegewogen te worden dat verweerster door het verlies van haar werk niet alleen bij klaagster, maar binnen de zorg in brede zin, al zwaar gestraft is. Zij heeft haar baan bij klaagster door ontslag op staande voet als ook haar nieuwe baan verloren en heeft zelfs haar baan in de Thuiszorg, op advies van de IGZ, opgezegd. Hoezeer de kans op recidive door het college nooit met zekerheid kan worden uitgesloten, zijn er geen dan wel onvoldoende aanwijzingen om een gerede kans op recidive aan te nemen. De enkele omstandigheid dat verweerster, ondanks uitgebreide regelgeving en aandacht die door klaagster, ook specifiek binnen de afdeling psychiatrie aan deze problematiek werd gegeven, toch de fout is ingegaan, zoals door klaagster gesteld, is daartoe niet voldoende. Andere aanwijzingen voor een risico op recidive zijn gesteld noch gebleken. Zonder op de laakbaarheid van het handelen van verweerster te willen afdoen, is het college van oordeel dat zij onder de hiervoor geschetste gegeven omstandigheden van oordeel is dat een berisping een passende maatregel is. Een waarschuwing acht het college te licht nu verweerster heeft nagelaten de ontstane situatie te melden. Een (voorwaardelijke) schorsing of doorhaling acht het college gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, te zwaar.

  • ECLI:NL:TAHVD:2014:74 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6823

    Klachten over gebrekkige dienstverlening in echtscheidingsprocedure en over declaraties. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2014:55 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6822

    Bekrachtiging ongegrondverklaring. Klachten over dienstverlening en financiële afwikkeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2014:68 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6903

    Bekrachtiging ongegrondverklaring. Klachtonderdeel over excessief declareren.

  • ECLI:NL:TAHVD:2014:49 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6911

    Bekrachtiging uitspraak raad in echtscheidingskwestie. Geen aanleiding te vermoeden dat de wederpartij zich niet aan gemaakte afspraak zou houden. Het pas een advocaat niet zich van informatie te laten voorzien onder voorwaarde dat hij deze niet (geheel) met zijn client mag delen. Waarschuwing. Beroep op retentierecht gerechtvaardigd, nu overleg over declaraties uit de weg gegaan wordt.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2014:60 Raad van Discipline Amsterdam 13-253A

    Klacht betreft de eigen advocaat. Verweerder heeft de met klager gemaakte financiële afspraken niet schriftelijk vastgelegd, terwijl het op de weg van verweerder had gelegen dergelijke afspraken vast te leggen. Verweerder is in verzuim met terugbetaling van een bedrag dat klager van hem dient te ontvangen. Klacht deels gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2014:67 Raad van Discipline Amsterdam 13-285NH

    Verzet op klacht over advocaat wederpartij. Verweerster zou al een cliëntrelatie hebben met klaagster op grond van bezoeken die klaagster aan verweerder en haar kantoorgenoot heeft gebracht. Ook zou verweerster in een gesprek met haar cliënt, de ex-man van klaagster, ten onrechte met klaagsters minderjarige zoon hebben gesproken. Verzet ten aanzien van de beweerdelijke cliëntrelatie ongegrond. Verzet ten aanzien van het ten onrechte horen van het kind gegrond nu de voorzitter in zijn beslissing ten onrechte niet heeft meegewogen dat de belangen van het minderjarige kind door verweerster hadden moeten worden meegenomen. De raad verklaart het betreffende klachtonderdeel toch ongegrond nu verweerster deze belangen voldoende heeft meegewogen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2014:104 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.182

    Klagers zijn de grootouders van een drietal kleinkinderen. Dit zijn de kinderen van hun dochter die al enige jaren in een echtscheidingsstrijd is verwikkeld. Klagers verwijten de aangeklaagde gz-psycholoog: 1. dat zij zich op uitermate tendentieuze wijze heeft uitgelaten over klagers, waarbij zij ervan worden beschuldigd in feite medeplichtig te zijn aan de voortdurende geestelijke mishandeling van hun kleinkinderen, zonder hen ooit te hebben gezien dan wel met hen te hebben gesproken; 2. doelbewust de rectificatie heeft achtergehouden en in het geheel niet achter haar excuus/rectificatie heeft gestaan; 3. Met het opnemen van vergaande beschuldigingen in de huisartsenbrief het doel heeft gehad de positie van klagers als grootouders te willen elimineren. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht op alle drie de klachtonderdelen gegrond en legt de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt de eerste twee klachtonderdelen gegrond en verwerpt het beroep.