ECLI:NL:TGZCTG:2025:180 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2617

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2025:180
Datum uitspraak: 03-11-2025
Datum publicatie: 03-11-2025
Zaaknummer(s): C2024/2617
Onderwerp: Onjuiste verklaring of rapport
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie: Klager is op 3 februari 2022 door zijn huisarts doorverwezen naar D.-zorg, waarna op 3 juni 2022 een intakegesprek met de GZ-psycholoog volgde. Klager is ontevreden over zijn contact met deGZ-psycholoog. Hij verwijt haar dat zij hem niet in behandeling wilde nemen, dat zij hem onheus heeft bejegend en dat haar verslaglegging onjuist is. Het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Klager is het niet eens met dit oordeel en komt hiertegen in beroep. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege.

C2024/2617
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E
voor de Gezondheidszorg
Beslissing in de zaak onder nummer C2024/2617 van:
A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg,
tegen
C., gz-psycholoog, destijds werkzaam te B., verweerster in beide
instanties, gemachtigde: mr. L. Greebe, werkzaam te Amsterdam.

1. De kern van de zaak
1.1 Klager is op 3 februari 2022 door zijn huisarts doorverwezen naar D.-zorg, waarna op
3 juni 2022 een intakegesprek met de GZ-psycholoog volgde. Klager is ontevreden over zijn contact met de gz-psycholoog. Hij verwijt haar dat zij hem niet in behandeling wilde nemen, dat zij hem onheus heeft bejegend en dat haar verslaglegging onjuist is.
1.2 Het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Klager is het niet eens met dit oordeel en komt hiertegen in beroep. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege.

2. Verloop van de procedure in beroep
2.1 Klager heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Amsterdam van 11 oktober 2024 met nummer A2024/6933 (ECLI:NL:TGZRAMS:2024:200). De beslissing van het Regionaal Tuchtcollege is als bijlage toegevoegd aan deze beslissing.
2.2 Het Centraal Tuchtcollege heeft kennisgenomen van de inhoud van het dossier bij het Regionaal Tuchtcollege, van het beroepschrift, het verweerschrift in beroep en van de stukken die klager per e-mail heeft nagestuurd op 8 september 2025.
2.3 De zaak is op de zitting van het Centraal Tuchtcollege van 6 oktober 2025 behandeld. De GZ-psycholoog was op de zitting aanwezig en werd bijgestaan door mr. Greebe. Klager is op juiste wijze uitgenodigd voor de zitting, maar was niet aanwezig. De gz-psycholoog heeft vragen van het college beantwoord en haar standpunt nader toegelicht.

3. De feiten
3.1 Klager is op 3 februari 2022 door zijn huisarts doorverwezen naar D.-zorg. Op 3 juni 2022 hebben klager en de gz-psycholoog elkaar eenmalig gesproken in het kader van een intakegesprek.
3.2 De gz-psycholoog is op basis van het intakegesprek tot de conclusie gekomen dat klager op een andere plek beter geholpen zou zijn. Zij heeft in een afsluitbrief aan de huisarts van klager geadviseerd om klager door te verwijzen naar een instelling waar een FACT-team werkzaam is en dat voor een succesvolle behandeling mogelijk eerst een detox was geïndiceerd.

4. Beoordeling van het beroep
Waar gaat het in beroep over
4.1 Klager is het niet eens met de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege. Het beroep heeft tot doel dat de klacht in volle omvang wordt beoordeeld en alsnog gegrond wordt verklaard.
4.2 De gz-psycholoog heeft verweer gevoerd en verzoekt het Centraal Tuchtcollege om het beroep van klager te verwerpen.
Inhoudelijke beoordeling
4.3 Op basis van de stukken en de mondelinge toelichting daarop komt het Centraal Tuchtcollege tot het oordeel dat het Regionaal Tuchtcollege de klacht terecht ongegrond heeft verklaard. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat de behandeling van de zaak in beroep geen aanleiding geeft tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege en neemt datgeen wat het Regionaal Tuchtcollege onder ‘3. De overwegingen van het college’ heeft overwogen hier over. Daarmee sluit het Centraal Tuchtcollege aan bij het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de gz-psycholoog niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
Conclusie
4.4 Het voorgaande betekent dat het beroep van klager zal worden verworpen.

5. Beslissing
Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg: verwerpt het beroep.
Deze beslissing is genomen door R. Prakke-Nieuwenhuizen, voorzitter, J.M.T. van der Hoeven-Oud en R.A. van der Pol, leden-juristen, en G.T.M. Mooren en F.D.F. Steenbakkers, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door E. van der Linde, secretaris.

Uitgesproken ter openbare zitting van 3 november 2025.
Voorzitter w.g. Secretaris w.g.