ECLI:NL:TAHVD:2023:94 Hof van Discipline 's Gravenhage 230016

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2023:94
Datum uitspraak: 19-06-2023
Datum publicatie: 27-06-2023
Zaaknummer(s): 230016
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Grievende uitlatingen
  • Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen: Regulier
Inhoudsindicatie: Appelverbod, te laat ingediend beroep. Klaagster heeft het beroepschrift niet binnen de in artikel 56 lid 1 Advocatenwet bepaalde termijn ingediend. Geen verschoonbare termijnoverschrijding. Beroep van klaagster niet-ontvankelijk.

Beslissing van 19 juni 2023

in de zaak 230016

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klaagster

tegen

verweerster

1 DE PROCEDURE BIJ DE RAAD

1.1 Het hof verwijst naar de beslissing van 12 december 2022 van de Raad van Discipline (hierna: de raad) in het ressort Arnhem-Leeuwarden (zaaknummer: 22-154/AL/GLD). In deze beslissing is de klacht van klaagster in alle onderdelen ongegrond verklaard.

1.2 Deze beslissing is onder ECLI:NL:TADRARL:2022:367 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.

2 DE PROCEDURE BIJ HET HOF 

2.1 Het hoger beroepschrift van klaagster tegen de beslissing is op 12 januari 2023 ontvangen door de griffie van het hof.

2.2 Verder bevat het dossier van het hof de stukken van de raad

​​​​​​​2.3 De zaak is in raadkamer behandeld.

3 BEOORDELING

ontvankelijkheid

​​​​​​​3.1 Aan de orde is de ontvankelijkheid van het hoger beroep van klaagster.

overwegingen hof

​​​​​​​3.2 Op grond van artikel 56 lid 1 Advocatenwet bedraagt de termijn om bij het hof een beroepschrift in te dienen 30 dagen na verzending van de beslissing van de raad van discipline. Het belang van rechtszekerheid brengt mee dat geen onzekerheid kan bestaan over het eindtijdstip van de appeltermijn. Deze termijn is van openbare orde en moet door het hof ambtshalve worden toegepast. In deze zaak is de beslissing onbetwist op 12 december 2023 aan klaagster verzonden. De beroepstermijn eindigde daarom op 11 januari 2023.

​​​​​​​3.3 Het beroepschrift van klaagster is door de griffie van het hof op 12 januari 2023 ontvangen. Het beroepschrift is daarmee niet binnen de in artikel 56 lid 1 Advocatenwet bepaalde termijn ingediend.

​​​​​​​3.4 In de e-mail van 12 januari 2023 waarmee klaagster beroep heeft ingesteld heeft zij het hof verzocht de beroepstermijn met vijf werkdagen te verlengen omdat zij nog in afwachting was van een reactie van verweerster. Het hof kan niet op dit verzoek ingaan omdat zoals hiervoor is overwogen de termijn om hoger beroep in te dienen van openbare orde is. Van die termijn kan dus niet worden afgeweken. Evenmin levert dit verzoek van klaagster een verschoonbare termijnoverschrijding op.

​​​​​​​3.5 Het hof zal het beroep van klaagster niet-ontvankelijk verklaren.

4 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

​​​​​​​4.1 verklaart het beroep van klaagster niet-ontvankelijk.

Deze beslissing is gewezen door mr. J. Blokland, voorzitter, mrs. V. Wolting en E.C. Gelok, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Bijleveld, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 juni 2023 .

griffier                                                                                                       voorzitter    

De beslissing is verzonden op 19 juni 2023.