Zoekresultaten 1-1 van de 1 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2018:148 Raad van Discipline Amsterdam 18-083/A/A

    Klacht van Kamer in Eerste Aanleg binnen internationaal tribunaal over advocaat. Verweerder treedt op als advocaat van de heer C die, als één van de verdachten, terecht staat voor tijdens het regime van Democratisch Kampuchea (de Rode Khmer) begane misdrijven tegen de menselijkheid, genocide, oorlogsmisdrijven en schendingen van het internationaal humanitair recht. Klaagster is de Trial Chamber (in het Nederlands: Kamer in Eerste Aanleg) van het internationale tribunaal waar de zaak tegen de heer C wordt behandeld. Aangezien verweerder vanaf 1 januari 2016 niet langer in Nederland is ingeschreven als advocaat en evenmin de hoedanigheid bezit van een bezoekende advocaat zoals bedoeld in artikel 16b Advocatenwet, is de raad voor zover de klacht ziet op een handelen en/of nalaten van verweerder vanaf 1 januari 2016 niet bevoegd om van de klacht kennis te nemen. Klacht ziet voor het overige in de kern op opmerkingen van verweerder met betrekking tot twee internationale rechters die deel uitmaken van de Trial Chamber. De Trial Chamber bestaat daarnaast evenwel ook nog uit drie Cambodjaanse rechters, zodat klaagster hierbij naar het oordeel van de raad onvoldoende eigen en rechtstreeks belang heeft. De raad verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van gedeelte van klacht, klaagster voor het overige niet-ontvankelijk.