Zoekresultaten 1-2 van de 2 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:97 Hof van Discipline 's Gravenhage 220010

    Klacht van curatoren. Beroep ingesteld door klagers. Verweerder was niet gehouden toestemming te vragen aan klagers om (namens zijn cliënt) een klachtprocedure bij de Accountantskamer te voeren. Die procedure kon de boedel niet binden. Het betreft een procedure die een failliet zelfstandig kan voeren. Het staat voldoende vast dat verweerder beschikte over een getekende opdrachtbevestiging van de derde die kosten van de procedure zou voldoen. Verweerder heeft aan de deken uiteengezet dat hij de identiteit van de derde heeft geverifieerd en dat de derde zich heeft gelegitimeerd. Ook heeft hij aan de deken uiteengezet om welke reden de derde bereid is de kosten te voldoen. De deken heeft de door verweerder verstrekte informatie op juistheid getoetst. Dat die toets onjuist of onvoldoende is geweest is niet gesteld of gebleken. Dat verweerder zich ten onrechte door een derde heeft laten betalen is niet komen vast te staan. Evenmin is gebleken dat verweerder niet integer heeft gehandeld door het op verwijtbare wijze meewerken aan heling, witwassen, bedrieglijke bankbreuk en/of valsheid in geschrifte. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TADRARL:2021:323 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 21-391/AL/NN

    Klacht van curatoren. Het verwijt van klagers komt er in de kern op neer dat verweerder zich door een ander dan zijn cliënt - die persoonlijk failliet is verklaard en strafrechtelijk wordt vervolgd ter zake faillissementsfraude - heeft laten betalen en verweerder niet heeft voldaan aan zijn onderzoeksplicht. De raad concludeert dat gelet op de feiten en omstandigheden verweerder aan zijn onderzoeksplicht heeft voldaan. De raad is daarom van oordeel dat niet is gebleken dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Klacht in alle onderdelen ongegrond.