Zoekresultaten 1-2 van de 2 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:86 Hof van Discipline 's Gravenhage 210311 210312 210313

    Optreden van drie advocaten als externe onderzoekscommissie op grond van (Nederlandse) klachtenregeling van de opdrachtgever. Klachtenregeling geldt als protocol. Kernwaarde onafhankelijkheid brengt mee dat een advocaat die met zijn opdrachtgever afspreekt dat hij voor die opdrachtgever onafhankelijk onderzoek zal verrichten, in een andere relatie tot zijn opdrachtgever komt te staan dan de klassieke advocaat-cliëntrelatie. Er ontstaat dan eenrelatie met een op zichzelf staand karakter (sui generis), waarin de kernwaarde partijdigheid in beginsel niet meer geldt. Ook de kernwaarde van de vertrouwelijkheid kan niet onverkort op de advocaat-onderzoeker van toepassing zijn, omdat die op gespannen voet staat met de plicht van een advocaat-onderzoeker om objectief en onafhankelijk onderzoek te doen. Artikel 10a betreft dus de rol van de advocaat als raadsman en – zie artikel 10a sub e – vertrouwenspersoon (de klassieke advocaat-cliëntrelatie). Als de advocaat als onderzoeker optreedt, is van die klassieke situatie geen sprake en heeft de kernwaarde van de jegens de cliënt te betrachten vertrouwelijkheid geen doorslaggevende waarde. Dit in tegenstelling tot de onafhankelijkheid, die juist voorop staat. De hoedanigheid van onderzoeker brengt ook mee dat de advocaat zich transparant, integer (objectief), onafhankelijk (zelfstandig), deskundig en zorgvuldig dient te gedragen. Die verplichting heeft hij niet alleen naar de opdrachtgever maar (juist) ook naar alle andere betrokkenen bij het onderzoek en derden. Verweerders hebben in strijd gehandeld met hun onderzoeksprotocol, de Nederlandse klachtenregeling, door (alleen) aan hun opdrachtgever een concept van hun rapportage voor te leggen en tevens door de Engelse (andersluidende) klachtenregeling ten nadele van klaagsters toe te passen en een oordeel te geven over de beschadigde werkrelatie tussen klaagsters en medewerkers in Engeland, waarmee klaagsters geen rekening hebben kunnen houden en waartegen zij zich niet hebben kunnen verweren. Door zich niet (strikt) aan de klachtenregeling te houden hebben verweerders in hun hoedanigheid van externe onderzoekscommissie het vertrouwen in de advocatuur geschaad. Klacht deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:235 Raad van Discipline Amsterdam 21-296/A/A 21-297/A/A 21-298/A/A

    Ongegronde klacht over drie advocaten die op verzoek van hun cliënte een intern onderzoek hebben verricht naar over klaagsters door Engelse collega’s over hen ingediende klachten. Niet is gebleken van dusdanige onvolkomenheden in de door verweerders verrichtte onderzoeken dat hen ter zake een tuchtrechtelijk verwijt valt te maken.