Zoekresultaten 25161-25170 van de 45005 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:63 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.450

    Klacht tegen oogarts. Klager verwijt verweerder dat hij de diagnose glaucoom heeft gemist en, meer in het algemeen, dat hij onvoldoende aandacht heeft besteed aan de door klager tijdens zijn bezoeken aan de oogarts geuite klachten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen en het beroep van klager wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:64 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.109

    Klacht tegen oogarts. Bij de door verweerster uitgevoerde staaroperatie aan het rechteroog van klager is een complicatie opgetreden, endophthalmitis. Klager verwijt verweerster dat zij klager niet heeft geïnformeerd over alle risico’s en dat zij de operatie niet zorgvuldig heeft uitgevoerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het beroep van klager wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:65 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.146

    De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen. Korte geanonimiseerde samenvatting van de zaak, zoals steeds per zaak te vinden is op de site www.tuchtrecht.nl

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:28 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150044

    Beklag artikel 13 Advocatenwet ongegrond. Verzoek aanwijzing van een advocaat voor het geven van een second opinion over de mogelijkheid van het instellen van cassatieberoep. Aangezien de cassatietermijn is verstreken heeft klager geen belang bij aanwijzing van een advocaat voor een cassatieadvies dan wel beroep in cassatie.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:29 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150105

    Beklag artikel 13 Advocatenwet ongegrond. Geen nieuwe feiten gesteld. Verzoek van deken om te bepalen dat hij een volgend verzoek tot aanwijzing van een advocaat niet in behandeling hoeft nemen, wordt wegens het ontbreken van een wettelijke grondslag afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:19 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 21 - 2015

    Niet is komen vast te staan dat verweerster in strijd met een tussen partijen gemaakte begrotingsafspraak heeft gehandeld. Klager en verweerster verschillen van mening over de uitleg van de tussen hen gemaakte financiële afspraken. Dit betreft een civiele kwestie die aan de civiele rechter dient te worden voorgelegd. De raad is niet bevoegd civiele kwesties te beslechten. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:24 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7590

    Hoger beroep ingesteld door de algemeen deken. Grief tegen de opgelegde maatregel. Advocaat heeft welbewust tolkenbriefjes niet correct ingevuld en is daarvoor verantwoordelijk. Geen grond voor schrapping, wel voor verzwaring van de maatregel. Motivering strafmaat: niet integer handelen, een advocaat moet zich er van bewust zijn dat zijn handtekening staat onder een verklaring van de waarheid waarvoor hij instaat, een advocaat dient in financiële aangelegenheden nauwgezetheid en zorgvuldigheid te betrachten, de advocaat had zich ervan bewust moeten zijn dat de tolkencentrale vanwege de positie die een advocaat in het justitieel apparaat bekleedt vertrouwen in de advocaat mag stellen. Verlichtende omstandigheid is dat de advocaat destijds stagiaire was. Schorsing van 4 maanden opgelegd, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde dat verweerder binnen 1 maand een bedrag van EUR 5.890,62 (exclusief BTW) betaalt aan de tolkencentrale.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2016:1 Kamer voor het notariaat Amsterdam 590717/NT 15-41 O

    5.8 Ook het laatste klachtonderdeel, te weten het verwijt dat de notaris de gelden ten onrechte op de bankrekening van [C] heeft gestort terwijl dit volgens klaagster op grond van de escrow overeenkomst niet was geoorloofd, is ongegrond. In de koopovereenkomst wordt de Sellers Account gedefinieerd als de bankrekening die schriftelijk is aangewezen door alle verkopende partijen overeenkomstig de escrow overeenkomst. Artikel 3.2 van de escrow overeenkomst bepaalt dat alle betalingen uit hoofde van de escrow overeenkomst dienen te worden geboekt op de Sellers Account, zoals deze is gedefinieerd in de koopovereenkomst. In geen van beide overeenkomsten is derhalve expliciet een bepaalde bankrekening als Sellers Account aangewezen. Ter zitting heeft de notaris verklaard dat partijen bij de ondertekening van de leveringsakte op 16 augustus 2011 hadden medegedeeld dat de bankrekening van [C] kwalificeerde als Sellers Account. De notaris is om die reden ook daarna ervan uitgegaan dat de bankrekening van [C] als Sellers Account fungeerde ten tijde van de overboeking op 24 februari 2014, aldus de notaris. De kamer concludeert op grond van het voorgaande dat niet is komen vast te staan dat het overboeken van het deel van de resterende gelden op de bankrekening van [C] niet was toegestaan op grond van de escrow overeenkomst, nu in het geheel geen bankrekening als Sellers Account was aangewezen en ook in de escrow overeenkomst geen andere specifieke bankrekening was gedefinieerd. Dat de notaris op 24 februari 2014 het betreffende gedeelte van het resterende bedrag heeft overgeboekt op de bankrekening van [C], terwijl hem geen feiten of omstandigheden bekend waren gemaakt of geworden waarom dit bedrag thans op een andere rekening diende te worden overgemaakt, acht de kamer dan ook niet klachtwaardig.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:25 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7210

    Advocaat dient verantwoording af te leggen over het depot op zijn derdenrekening waarvan het restant aan een stichting en haar bestuurders, waaronder klager, uitgekeerd had moeten worden. Besloten overleg met de deken volstaat niet. Het is aan de advocaat om een oplossing te vinden voor het feit dat twee botsende verplichtingen (de plicht tot rekening en verantwoording aan derden enerzijds, en de geheimhoudingsplicht anderzijds) naast elkaar kunnen worden nagekomen, bijvoorbeeld door tussenkomst van een (eveneens aan een geheimhoudingsplicht gebonden) registeraccountant.Klacht in appel alsnog gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:26 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150003

    Klacht dat advocaat het gerechtshof onjuist heeft voorgelicht door in de antwoordconclusie of nadien niet uitdrukkelijk te vermelden dat betekening van het vonnis in eerste aanleg pas heeft plaatsgevonden nadat het incident door klagers was opgeworpen, is ongegrond. Er zijn onvoldoende aanwijzingen om aan te nemen dat het gerechtshof anders zou hebben geoordeeld als de advocaat de datum van betekening expliciet had genoemd. Verwijt advocaat is te gering van betekenis om daaraan verdere gevolgen te verbinden.