Zoekresultaten 121-130 van de 329 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSGR:2015:88 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4739/15.49
- Datum publicatie: 01-04-2015
- Datum uitspraak: 19-03-2015
- ECLI:NL:TADRSGR:2015:88
Klacht tegen advocaat wederpartij. Klager verwijt verweerder onder meer dat hij getracht heeft de rechtsgang te verstoren door een valse verklaring af te geven. Verweerder heeft dit gemotiveerd betwist. Verweerder heeft gesteld dat hij aan de rechtbank heeft medegedeeld dat het Openbaar Ministerie de aangifte van klager tegen F. als afgedaan beschouwt. Verweerder heeft deze informatie verkregen van het kantoor dat zijn cliënte bijstaat in het strafrechtelijke traject. Verweerder mocht op deze informatie afgaan. De klacht wordt in alle onderdelen kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2015:79 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4641/14.226
- Datum publicatie: 01-04-2015
- Datum uitspraak: 02-03-2015
- ECLI:NL:TADRSGR:2015:79
Klagers zijn van mening dat verweerder hen in een kwaad daglicht probeert te stellen met de faillissementsaanvraag. Verweerder heeft echter bij de belangenbehartiging van zijn cliënten gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de wet hem biedt en heeft daarbij geen tuchtrechtelijke norm geschonden. Evenzo stond het klagers op hun beurt vrij om tegen de faillissementsaanvraag op de hen passend voorkomende wijze verweer te voeren door bijvoorbeeld de vorderingen of de opeisbaarheid te betwisten. De raad acht de gekozen bewoordingen in het e-mail bericht van verweerder niet van dien aard dat gezegd moet worden dat verweerder daarmee de grenzen van acceptabel professioneel gedrag heeft overschreden, en daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2015:86 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4736/15.46
- Datum publicatie: 01-04-2015
- Datum uitspraak: 19-03-2015
- ECLI:NL:TADRSGR:2015:86
Klacht jegens advocaat wederpartij. De uitlatingen van verweerder in zijn brief zijn mogelijk door klagers als dreigement opgevat. Dit brengt op zichzelf niet met zich dat verweerder de grens heeft overschreven van hetgeen hem als advocaat tegenover de wederpartij van zijn cliënt vrijstond. Verweerder heeft gesteld dat hij in zijn brief het standpunt van zijn cliënt heeft verwoord. Verweerder heeft voorts aan klagers laten weten wat de mogelijke consequenties van het doen van een (valse) aangifte zijn. Dit stond verweerder in de gegeven omstandigheden vrij. klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2015:61 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4430/14.16
- Datum publicatie: 01-04-2015
- Datum uitspraak: 02-03-2015
- ECLI:NL:TADRSGR:2015:61
De raad stelt vast dat de oorspronkelijke klacht zoals die bij de deken was ingebracht meeromvattend was dan in de bestreden beslissing door de voorzitter beoordeeld. In een later stadium is de klacht van klaagster, in overleg tussen haar en de deken, in al haar onderdelen opnieuw geformuleerd en door de deken (opnieuw) onderzocht. Alle klachtonderdelen van klaagster zijn in overleg en met goedkeuring van klaagster en verweerder behandeld ter zitting van 5 januari 2015 en door de raad beoordeeld in de zaak met kenmerk R. 4508/14.193. Het door klaagster ingestelde verzet is dan ook gegrond; met recht voert zij aan dat haar klacht niet in zijn totaliteit is beoordeeld. Nu de klacht alsnog in zijn geheel in de hiervoor aangehaalde andere zaak zal worden behandeld dient verder een niet-ontvankelijkverklaring te volgen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2015:29 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4608/14.193
- Datum publicatie: 01-04-2015
- Datum uitspraak: 02-03-2015
- ECLI:NL:TADRSGR:2015:29
De klachten gericht tegen verweerder zien met name op de handelwijze van verweerder in zijn relatie tot B. BV en in mindere mate op zijn handelwijze in zijn hoedanigheid van advocaat.Klaagster verwijt verweerder dat hij zich niet heeft gehouden aan de gedragsregels 1, 2 lid 1, 4, 7, 19, 23 en 35. Uit de door klaagster overgelegde uittreksels van de Kamer van Koophandel en de verklaringen van verweerder volgt dat verweerder bestuurder is van de Stichting Beheer Derdengelden B. BV als, sedert februari 2014, algemeen directeur. Klaagster is van mening dat de onafhankelijkheid van verweerder in het geding is, doordat hij zowel als advocaat van A. Levensverzekeringen NV is opgetreden als financiële en/of persoonlijke belangen heeft in B. BV. Nu verweerder heeft nagelaten klaagster hierover te informeren, is het voor te stellen dat bij klaagster de indruk is ontstaan dat verweerder meerdere belangen heeft en dient, waaronder een persoonlijk belang, en ook is niet onbegrijpelijk dat bij klaagster vraagtekens zijn gerezen over de onafhankelijkheid van verweerder. Het had naar het oordeel van de raad dan ook op de weg van verweerder gelegen klaagster mede te delen dat hij naast advocaat van A. Levensverzekeringen NV ook bestuurder van de Stichting Beheer Derdengelden en algemeen directeur van B. BV is. Verweerder heeft dit nagelaten. De raad acht dit handelen/nalaten van verweerder niet handig, maar niet dusdanig onzorgvuldig dat dit tot gegrondheid van de klacht zou moeten leiden. Niet kan immers worden vastgesteld dat de onafhankelijkheid van verweerder daadwerkelijk in het geding is (geweest). Klaagster heeft hiervoor onvoldoende gesteld. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2015:59 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4687/14.271
- Datum publicatie: 01-04-2015
- Datum uitspraak: 10-01-2015
- ECLI:NL:TADRSGR:2015:59
Klacht is ontvankelijk. De klacht is ingediend binnen de driejaarstermijn. Niet is gebleken dat verweerder moeilijkheden heeft ondervonden ten gevolge van het feit dat klager ruim 2,5 jaar heeft gewacht met het indienen van de klacht dan wel dat verweerder zich niet meer adequaat tegen de klacht heeft kunnen verweren Klager heeft geen althans onvoldoende omstandigheden gesteld, en deze zijn ook niet uit de stukken in het dossier gebleken, op basis waarvan kan worden vastgesteld dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld Voor zover klager meent dat verweerder de hoger beroepsprocedure niet voortvarend heeft aangepakt, lag het op de weg van (de advocaat van) klager om verweerder termijnen te stellen waarbinnen hij gedwongen zou worden voort te procederen. Verweerder heeft in het belang van zijn cliënte de zaak zo aangepakt en dat stond hem in de gegeven omstandigheden vrij. Klacht kennelijk ongegrond
-
ECLI:NL:TGZCTG:2015:113 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.273 en c2014.276
- Datum publicatie: 31-03-2015
- Datum uitspraak: 31-03-2015
- ECLI:NL:TGZCTG:2015:113
De klacht is gericht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de arts: 1. Grensoverschrijdend gedrag (seksueel misbruik); 2. Het schrijven van een valse medische verklaring; 3. Het uitvoeren van een mislukte lipvergrotingsbehandeling; 4. Schending van het beroepsgeheim door tijdens de procedure bij het RTG meer medische gegevens te verstrekken dan noodzakelijk. Het RTG Den Haag heeft bij eindbeslissing van 17 juni 2014 geoordeeld dat klachtonderdeel 1 niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld, als gevolg waarvan dit klachtonderdeel ongegrond is verklaard. Klachtonderdeel 2 en 3 zijn gegrond verklaard en klachtonderdeel 4 ongegrond. Voorts zijn er nadere bezwaren tegen de arts gerezen, die mede in de beoordeling zijn betrokken: schorsing voor de duur van zes maanden. Klaagster heeft tegen het ongegrond verklaarde gedeelte van de klacht hoger beroep ingesteld, en de arts tegen het gegrond verklaarde gedeelte van de klacht. De Inspectie heeft zich in de procedure gevoegd, gevraagd om gegrondverklaring van klachtonderdeel 1 en om herbeoordeling van de strafmaat verzocht. Het Centraal Tuchtcollege acht de zwaarste maatregel van doorhaling van zijn inschrijving als arts in het BIG-register passend en geboden en legt deze doorhaling aan de arts op, onder vernietiging van de .beslissing waarvan beroep
-
ECLI:NL:TADRSHE:2015:74 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 33, 34 en 35 - 2015
- Datum publicatie: 31-03-2015
- Datum uitspraak: 25-03-2015
- ECLI:NL:TADRSHE:2015:74
De rechtszekerheid brengt met zich mee dat klachten die betrekking hebben op eenzelfde feitencomplex tegelijkertijd worden ingediend. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2015:72 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 139 - 2014
- Datum publicatie: 31-03-2015
- Datum uitspraak: 23-03-2015
- ECLI:NL:TADRSHE:2015:72
Uitlatingen van verweerster waren niet onnodig grievend en niet is komen vast te staan dat zij bij de behartiging van de belangen van haar cliënte de belangen van klager onnodig of onevenredig heeft geschaad. Klacht ongegrond
-
ECLI:NL:TADRAMS:2015:74 Raad van Discipline Amsterdam 14-216NH
- Datum publicatie: 19-03-2015
- Datum uitspraak: 17-03-2015
- ECLI:NL:TADRAMS:2015:74
“Ongegronde klacht tegen advocaat wederpartij. Grievende uitlatingen advocaat zijn niet komen vast te staan. Advisering van de cliënt valt binnen de vrijheid van de advocaat van klagers wederpartij. Gedragsregel 18 lid 1 verplicht elke advocaat juist de advocaat van zijn wederpartij te benaderen in plaats van de wederpartij rechtstreeks.”