Zoekresultaten 91-100 van de 329 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:10 Raad van Discipline Amsterdam 15-034A

    Klacht tegen eigen advocaat. Verweerster heeft niet gehandeld zoals een advocaat betaamt door hoger beroep in te stellen terwijl dat niet kon. Klacht gedeeltelijk gegrond. Geen maatregel.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:301 Raad van Discipline 's-Gravenhage 15-366 DH/RO

    Klacht kennelijk niet-ontvankelijk. Ne bis in idem

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:288 Raad van Discipline Amsterdam 150002

    Klacht dat verweerder zonder instructie van klaagster een verzoekschrift ex artikel 591a Sv namens haar heeft ingediend terwijl hij niet meer haar advocaat was. Hof acht de klacht, anders dan de raad, ongegrond. Verweerder mocht het verzoek van de nieuwe advocaat van klaagster aan verweerder om zelf een verzoek ex artikel 591a Sv in te dienen aanmerken als een verzoek mede namens klaagster en als toereikende instructie. Met onvoldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat verweerder op eigen houtje heeft gehandeld of klaagster niet op de hoogte heeft willen houden van de behandeling van het verzoekschrift.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:274 Raad van Discipline Amsterdam 15-495/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht advocaat wederpartij. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:274 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4806/15.116

    Klagers hebben hun klacht ingediend na verloop van veertien jaren na de dag waarop klagers kennisgenomen hebben of redelijkerwijs kennis hadden kunnen nemen van het handelen of nalaten van verweerster. Dit klachtonderdeel is niet-ontvankelijk. Klacht voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:249 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4816/15.126

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Klager meent dat verweerder een onderzoek had moeten instellen naar de wijze waarop zijn cliënte, voor zover de bescheiden door zijn cliënte aan hem waren verstrekt, in het bezit van die bescheiden is gekomen. Verweerder heeft geweigerd de vragen met betrekking tot de wijze waarop zijn cliënte aan een medisch document van haar moeder was gekomen, te beantwoorden. Verweerder heeft gesteld dat zijn cliënte in deze kwestie geen openheid van zaken wenste geven en heeft zich vervolgens beroepen op zijn geheimhoudingsverplichting jegens zijn cliënte. De voorzitter is van oordeel dat verweerder zich in deze mocht beroepen op zijn geheimhoudingsverplichting. Zijn cliënte mocht erop vertrouwen dat hij de door haar verstrekte informatie niet aan klager zou doorgeven. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:206 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4781/15.91

    Klacht van de deken. Aan verweerder worden door klager vele verwijten gemaakt, die elk nader zijn toegelicht en van onderbouwende voorbeelden zijn voorzien. In de ogen van de raad komt het er in essentie op neer dat verweerder er gedurende een langere periode bij herhaling blijk van heeft gegeven voor hem geldende beroepsregels te veronachtzamen. Voor zover thans lijkt te beoordelen, zijn alle gevallen uitstaande met cliënt O. Na de start van het strafrechtelijk onderzoek tegen O en hemzelf heeft verweerder te kennen gegeven het verwijtbare van zijn handelen waar het zorgvuldigheid, inzichtelijkheid, transparantie en onafhankelijkheid betreft, in te zien. Hij heeft aangekondigd zijn praktijkvoering te zullen verbeteren. Zijn banden met cliënt O zijn verbroken. Dit kan het tekortschieten van verweerder in het verleden niet ongedaan maken, maar dit inzicht van hem en zijn toezegging concrete verbeterstappen te zullen zetten, maken wel dat het risico dat hij in zijn fouten zal volharden of opnieuw in dergelijke fouten zal vervallen door de raad als niet groot wordt ingeschat. Klacht gedeeltelijk ongegrond en gedeeltelijk gegrond Maatregel: voorwaardelijke schorsing voor de duur van twee weken met een proeftijd van twee jaar

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:226 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 33, 34 en 35 - 2015

    OB 33 en 35-2015 De voorzitter heeft de klachten terecht als kennelijk niet-ontvankelijk afgewezen omdat de klachten betrekking hadden op hetzelfde feitencomplex als de klachten waarop door de raad reeds was beslist. Verzet ongegrond. OB 34-2015 Klacht heeft deels betrekking heeft op een feit dat in juni 2014 heeft plaatsgevonden en, anders dan de voorzitter heeft overwogen, niet eerder door de tuchtrechter is beoordeeld. Klacht echter ongegrond, omdat verweerster van haar mededeling geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Verzet gegrond:

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:211 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 53 - 2015

    Klagers verwijten verweerder niet te reageren op correspondentie van hun advocaat, ten onrechte een deurwaarder te hebben ingeschakeld, te weigeren een hypothecaire inschrijving door te halen en valse gegevens aan de Rechtbank en Hof te verstrekken. De brieven waarop verweerder niet heeft gereageerd bevatten geen vraag en behoefden dus geen reactie. Verweerder heeft aangekondigd dat hij een deurwaarder zou inschakelen en dus conform gedragsregel 19 gehandeld. Niet is komen vast te staan dat de hypothecaire inschrijving moest worden doorgehaald en evenmin is komen vast te staan dat valse gegevens zijn verstrekt. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:214 Raad van Discipline Amsterdam 15-201A

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Niet gebleken dat verweerster gebruik heeft gemaakt van een valse aangifte en/of een vals huisartsrapport. Klacht kennelijk ongegrond.